← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
ordonnance du 30 mars 1998 en cause de J. Aldulemy contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue
au greffe de la Cour d'arbitrage le 8 avril 19 « La coexistence des articles 2 et 8 de la loi du 10 juillet
1996 modifiant la loi du 15 décembre 1(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par ordonnance du 30 mars 1998 en cause de J. Aldulemy contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 8 avril 19 « La coexistence des articles 2 et 8 de la loi du 10 juillet 1996 modifiant la loi du 15 décembre 1(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beschikking van 30 maart 1998 in zake J. Aldulemy tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen « Is het naast elkaar bestaan van de artikelen 2 en 8 van de wet van 10 juli 1996 tot wijziging van(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Par ordonnance du 30 mars 1998 en cause de J. Aldulemy contre l'Etat | Bij beschikking van 30 maart 1998 in zake J. Aldulemy tegen de |
| belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
| le 8 avril 1998, le Tribunal de première instance de Bruxelles a posé | is ingekomen op 8 april 1998, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
| la question préjudicielle suivante : | Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « La coexistence des articles 2 et 8 de la loi du 10 juillet 1996 | « Is het naast elkaar bestaan van de artikelen 2 en 8 van de wet van |
| modifiant la loi du 15 décembre 1980 relative à l'accès au territoire, | 10 juli 1996 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende |
| au séjour, à l'établissement et à l'éloignement des étrangers, | de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de |
| verwijdering van vreemdelingen niet strijdig met de bepalingen van de | |
| n'est-elle pas contraire aux dispositions des articles 10 et 11 de la | artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet en, in ondergeschikte |
| Constitution belge et, subsidiairement, à l'article 6 de la Convention | orde, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de |
| européenne des droits de l'homme, dans la mesure où l'article 8 | Mens, in zoverre het voormelde artikel 8 niet in alle gevallen een |
| précité ne semble pas permettre, dans tous les cas, à l'étranger, qui | |
| introduit un recours, d'assurer sa défense au mieux de ses intérêts, | vreemdeling die een beroep instelt, lijkt toe te staan zijn belangen |
| comme semble le lui permettre l'article 2 de ladite loi ? » | zo goed mogelijk te verdedigen, zoals artikel 2 van de genoemde wet |
| hem lijkt toe te staan ? » | |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 1323 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1323 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |