Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 23 octobre 2001, conclue au sein de la Commission paritaire des établissements et services d'éducation et d'hébergement, conclue en application de la convention collective de travail du 4 juin 1999, relative à la promotion d'initiatives en faveur de l'emploi et de la formation des groupes à risque | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, gesloten met toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, betreffende de bevordering van initiatieven ten voordele van de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
30 DECEMBRE 2005. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 30 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 23 octobre 2001, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober |
Commission paritaire des établissements et services d'éducation et | 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
d'hébergement, conclue en application de la convention collective de | huisvestingsinrichtingen en -diensten, gesloten met toepassing van de |
travail du 4 juin 1999, relative à la promotion d'initiatives en | collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, betreffende de |
faveur de l'emploi et de la formation des groupes à risque (1) | bevordering van initiatieven ten voordele van de tewerkstelling en de |
vorming van risicogroepen (1) | |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
Vu la demande de la Commission paritaire des établissements et | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
services d'éducation et d'hébergement; | huisvestingsinrichtingen en -diensten; |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 23 octobre 2001, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 2001, |
Commission paritaire des établissements et services d'éducation et | gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
d'hébergement, conclue en application de la convention collective de | huisvestingsinrichtingen en -diensten, gesloten met toepassing van de |
travail du 4 juin 1999, relative à la promotion d'initiatives en | collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, betreffende de |
faveur de l'emploi et de la formation des groupes à risque. | bevordering van initiatieven ten voordele van de tewerkstelling en de |
vorming van risicogroepen. | |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
présent arrêté. | besluit. |
Donné à Châteauneuf-de-Grasse, le 30 décembre 2005. | Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 30 december 2005. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werk, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire des établissements et services d'éducation et | Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen |
d'hébergement | en -diensten |
Convention collective de travail du 23 octobre 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 2001 |
Application de la convention collective de travail du 4 juin 1999, | Toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, |
relative à la promotion d'initiatives en faveur de l'emploi et de la | betreffende de bevordering van initiatieven ten voordele van de |
formation des groupes à risque (Convention enregistrée le 10 décembre | tewerkstelling en de vorming van risicogroepen (Overeenkomst |
2001 sous le numéro 60221/CO/319) | geregistreerd op 10 december 2001 onder het nummer 60221/CO/319) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux travailleurs et aux employeurs des établissements et services qui | de werknemers en de werkgevers van de inrichtingen en diensten die |
ressortissent à la Commission paritaire des établissements et services | ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
d'éducation et d'hébergement agréés et/ou subventionnés par la | huisvestingsinrichtingen die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de |
Communauté française, la Région wallonne et la Commission | Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse |
communautaire française de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que | Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook |
pour les établissements et services de la Région wallonne, exerçant | voor de inrichtingen en diensten van het Waals Gewest, die dezelfde |
les mêmes activités et qui ne sont ni agréés ni subventionnés. | activiteiten uitoefenen en die noch erkend, noch gesubsidieerd zijn. |
Art. 2.Par "travailleurs" on entend : les employées et employés et |
Art. 2.Onder "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke |
les ouvriers et ouvrières. | bedienden en de werklieden en werksters verstaan. |
CHAPITRE II. - Principe | HOOFDSTUK II. - Principe |
Art. 3.La cotisation des employeurs au fonds de sécurité d'existence |
Art. 3.De werkgeversbijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid |
est fixée à 0,10 p.c. des salaires bruts pour les années 1999 et 2000. | wordt vastgesteld op 0,10 pct. van de brutolonen voor de jaren 1999 en 2000. |
CHAPITRE III. - Modalités d'application | HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten |
Art. 4.Les parties conviennent de confier la perception de la |
Art. 4.De partijen komen overeen om de inning van de bijdrage vermeld |
cotisation mentionnée à l'article 3 à l'Office national de Sécurité | in artikel 3 aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid toe te |
sociale. Une opération unique de perception de 0,80 p.c. sera calculée | vertrouwen. Een eenmalige operatie inzake de inning van 0,80 pct. zal |
et effectuée sur les versements de cotisations sociales effectués le | worden berekend en uitgevoerd op de stortingen van sociale bijdragen |
quatrième trimestre 2001 par les institutions et services visés à | die het vierde kwartaal 2001 werden uitgevoerd door de instellingen en |
l'article 1er. | diensten beoogd in artikel 1. |
Pour les institutions et services qui auraient effectué les versements | Voor de instellingen en diensten die de stortingen zouden hebben |
des cotisations prévues à l'article 3 au "Fonds budgétaire | uitgevoerd van de bijdragen bepaald in artikel 3 aan het |
interdépartemental pour l'emploi", les montants seront portés en | "Interdepartementaal Begrotingsfonds voor de tewerkstelling", zullen |
crédit par l'ONSS. | de bedragen worden bijgeboekt door de RSZ. |
Art. 5.Le fonds de sécurité d'existence institué par la convention |
Art. 5.Het fonds voor bestaanszekerheid opgericht door de collectieve |
collective de travail du 23 février 1990 créant un fonds de sécurité | arbeidsovereenkomst van 23 februari 1990 tot oprichting van een fonds |
voor bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk | |
d'existence, rendue obligatoire par arrêté royal du 6 août 1990, est | besluit van 6 augustus 1990, is belast met de ontvangst, het beheer en |
chargé de recevoir, de gérer et d'attribuer les sommes perçues par | de toewijzing van de bedragen die worden geïnd door de Rijksdienst |
l'Office national de Sécurité sociale dans le cadre de la présente | voor Sociale Zekerheid in het kader van deze collectieve |
convention collective de travail en fonction des objectifs auxquels | arbeidsovereenkomst in functie van de doelstellingen waarvoor zij |
elles sont destinées. | bestemd zijn. |
Art. 6.Les mesures en faveurs des groupes à risque restent celles |
Art. 6.De maatregelen ten voordele van de risicogroepen blijven die |
fixées par la commission paritaire dans la convention collective de | welke vastgesteld werden door het paritair comité in de collectieve |
travail du 24 juin 1991, arrêté royal du 31 mars 1992, Moniteur belge | arbeidsovereenkomst van 24 juni 1991, koninklijk besluit van 31 maart |
du 29 avril 1992, article 4, §§ 1er et 2. | 1992, Belgisch Staatsblad van 29 april 1992, artikel 4, §§ 1 en 2. |
Art. 7.La définition des groupes à risques est celle fixée par la loi |
Art. 7.De definitie van de risicogroepen is die welke werd |
du 29 décembre 1990 portant les dispositions sociales (Moniteur belge | vastgesteld door de wet van 29 december 1990 houdende sociale |
du 9 janvier 1991). | bepalingen (Belgisch Staatsblad van 9 januari 1991). |
CHAPITRE IV. - Dispositions finales | HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen |
Art. 8.La présente convention collective de travail entre en vigueur |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
le 1er janvier 1999 et cesse de l'être le 31 décembre 2000. | januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000. |
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 30 décembre 2005. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 december |
Le Ministre de l'Emploi, | 2005. De Minister van Werk, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |