| Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 9 juin 1971 portant statut du personnel du Bureau fédéral du Plan | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1971 houdende het statuut van het personeel van het Federaal Planbureau |
|---|---|
| SERVICES DU PREMIER MINISTRE ET MINISTERE DES AFFAIRES ECONOMIQUES 27 JUIN 2001. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 9 juin 1971 portant statut du personnel du Bureau fédéral du Plan ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 21 décembre 1994 portant des dispositions sociales et | DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER EN MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN 27 JUNI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1971 houdende het statuut van het personeel van het Federaal Planbureau ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse |
| diverses, notamment les articles 124 à 131; | bepalingen, inzonderheid op de artikelen 124 tot 131; |
| Vu l'arrêté royal du 24 mai 1971 portant statut du Bureau fédéral du | Gelet op het koninklijk besluit van 24 mei 1971 houdende het statuut, |
| Plan et en déterminant l'organisation et les modalités de fonctionnement; | organisatie en werkingsmodaliteiten van het Federaal Planbureau; |
| Vu l'arrêté royal du 9 juin 1971 portant statut du personnel du Bureau | Gelet op het koninklijk besluit van 9 juni 1971 houdende het statuut |
| fédéral du Plan, modifié par les arrêtés royaux des 6 juin 1980 et 1er | van het personeel van het Federaal Planbureau, gewijzigd bij de |
| août 1984; | koninklijke besluiten van 6 juni 1980 en 1 augustus 1984; |
| Vu les avis de l'Inspecteur des Finances, donnés les 31 juillet 2000 | Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Fnanciën, gegeven op 31 |
| et 27 avril 2001; | juli 2000 en 27 april 2001; |
| Vu l'accord de Notre Ministre du Budget, donné le 22 janvier 2001; | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 22 december 2001; |
| Vu l'accord de Notre Ministre de la Fonction publique, donné le 22 décembre 2000; | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 22 december 2001; |
| Vu le protocole SC IV/P 60 du comité de secteur IV « Affaires | Gelet op het protocol SC IV/P 60 van sectorcomité IV « Economische |
| économiques » du 16 mars 2001; | Zaken » van 16 maart 2001; |
| Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| notamment l'article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l'urgence; | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
| Considérant que dans l'intérêt des membres du personnel d'une part et | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| du bon fonctionnement de l'organisme d'autre part, les dispositions du | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| présent arrêté doivent entrer en vigueur d'urgence; | Overwegende dat in het belang van de personeelsleden enerzijds en de |
| Sur la proposition de Notre Premier Ministre et de Notre Ministre de | goede werking van de instelling anderzijds, de in dit besluit |
| voorkomende bepalingen dringend vastgesteld moeten worden; | |
| l'Economie et de l'avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en | Op de voordracht van Onze Eerste Minister en Onze Minister van |
| Conseil, | Economie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Dans l'article 9 de l'arrêté royal du 9 juin 1971 portant statut du personnel du Bureau fédéral du Plan, les alinéas suivants sont insérés entre les alinéas 1er et 2 : « Toutefois, pour autant que l'intérêt du service ne s'y oppose pas, les membres revêtus d'un des grades composant la carrière plane, et qui comptent aux moins quatre ans d'ancienneté de service au Bureau fédéral du Plan, peuvent, à certaines conditions, obtenir l'autorisation d'exercer une fonction dans un cabinet ministériel. Pendant la période d'absence le membre est en congé. Ce congé n'est pas rémunéré. Il est assimilé pour le surplus à une période d'activité de service. Le nombre de membres qui peuvent bénéficier de ce congé ne peut |
Artikel 1.In artikel 9 van het koninklijk besluit van 9 juni 1971 houdende het statuut van het personeel van het Federaal Planbureau worden tussen het eerste en het tweede lid de volgende leden ingevoegd : « Nochtans, indien het belang van de dienst er niet onder lijdt, kunnen de leden die bekleed zijn met een van de graden die de vlakke loopbaan uitmaken, en ten minste vier jaar dienstanciënniteit bij het Federaal Planbureau hebben, onder bepaalde voorwaarden de toelating krijgen om een functie uit te oefenen in een ministerieel kabinet. Gedurende die afwezigheid is het lid met verlof. Dat verlof wordt niet bezoldigd. Het wordt voor het overige gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. Het aantal leden dat kan genieten van bedoeld verlof, mag op geen |
| dépasser 10 pour cent (arrondi à l'unité supérieure) du nombre total | enkel ogenblik 10 percent (afgerond tot de hogere eenheid) |
| de membres prévus au cadre organique. | overschrijden van het totaal aantal leden, voorzien op de |
| Ce congé n'est accordé pour chaque membre que pour une durée limitée à | personeelsformatie. Dit verlof wordt per lid maximaal toegestaan voor de duur van twee |
| maximum deux législatures. | legislaturen. |
| La demande de congé est adressée, accompagnée d'un avis motivé du | De verlofaanvraag, vergezeld van het gemotiveerd advies van de |
| Conseil de Direction, aux Ministres qui ont le Bureau fédéral du Plan | Directieraad, wordt gericht aan de Ministers die het gezag uitoefenen |
| sous leur autorité. Ces derniers prennent une décision motiviée. » | over het Federaal Planbureau. Zij nemen een gemotiveerde beslissing ». |
Art. 2.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2001. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001. |
Art. 3.Notre Premier Ministre et Notre Ministre de l'Economie sont |
Art. 3.Onze Eerste Minister en Onze Minister van Economie zijn, ieder |
| chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. | wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Donné à Bruxelles, le 27 juin 2001. | Gegeven te Brussel, 27 juni 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| Le Premier Ministre, | De Eerste Minister, |
| G. VERHOFSTADT | G. VERHOFSTADT |
| Le Ministre de l'Economie, | De Minister van Economie, |
| Ch. PICQUE | Ch. PICQUE |