← Retour vers "Arrêté royal fixant certaines attributions ministérielles "
| Arrêté royal fixant certaines attributions ministérielles | Koninklijk besluit tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER |
| 27 DECEMBRE 2007. - Arrêté royal fixant certaines attributions | 27 DECEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van bepaalde |
| ministérielles | ministeriële bevoegdheden |
| ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu les articles 37 et 96 de la Constitution; | Gelet op de artikelen 37 en 96 van de Grondwet; |
| Vu l'arrêté royal du 21 décembre 2007 portant nomination des membres | Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2007 houdende |
| du Gouvernement; | benoeming van de Regeringsleden; |
| Vu l'arrêté royal du 20 juillet 1999 fixant certaines attributions | Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1999 houdende vaststelling |
| ministérielles (II), modifié par les arrêtés royaux des 19 octobre | van bepaalde ministeriële bevoegdheden (II), gewijzigd bij de |
| 1999, 7 novembre 2000 et 18 juillet 2001; | koninklijke besluiten van 19 oktober 1999, 7 november 2000 en 18 juli |
| Vu l'arrêté royal du 21 juillet 2003 fixant certaines attributions | 2001; Gelet op het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van |
| bepaalde ministeriële bevoegdheden, gewijzigd bij de koninklijke | |
| ministérielles, modifié par les arrêtés royaux des 7 septembre 2003, | besluiten van 7 september 2003, 11 december 2003, 22 juli 2004, 13 |
| 11 décembre 2003, 22 juillet 2004, 13 février 2005 et 17 octobre 2005; | februari 2005 en 17 oktober 2005; |
| Sur la proposition de Notre Premier Ministre, | Op de voordracht van Onze Eerste Minister, |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Le Ministre des Finances est compétent en matière de : |
Artikel 1.De Minister van Financiën is bevoegd voor wat betreft : |
| 1° gestion financière des terrains et des bâtiments de l'Etat fédéral | 1° het financieel beheer van de terreinen en de gebouwen van de |
| et la Régie des Bâtiments; | Federale Staat en de Regie der Gebouwen; |
| 2° Fonds national de garantie des bâtiments scolaires; | 2° het Nationaal Waarborgfonds voor schoolgebouwen; |
| 3° Loterie Nationale, étant entendu qu'un protocole est conclu avec la | 3° de Nationale Loterij, met dien verstande dat een protocol wordt |
| Ministre des Entreprises publiques; | afgesloten met de Minister van Overheidsbedrijven; |
| 4° Société fédérale de Participations et d'Investissement; | 4° de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij; |
| 5° assurances; | 5° verzekeringen; |
| 6° octroi et prolongation des licences d'exportation, visées dans la | 6° het verlenen en het verlengen van de uitvoervergunningen, bedoeld |
| loi du 11 septembre 1962 relative à l'exportation et au transit des | in de wet van 11 september 1962 betreffende de in-, uit- en doorvoer |
| marchandises et de la technologie y afférente, à l'exception de celles | van goederen en de daaraan verbonden technologie, met uitzondering van |
| qui font l'objet d'une réglementation européenne en matière de | deze die het voorwerp uitmaken van een Europese regelgeving inzake |
| licences et de contingents. | vergunningen en contingenten. |
Art. 2.Le Ministre de la Mobilité est compétent pour la législation |
Art. 2.De Minister van Mobiliteit is bevoegd voor de wetgeving inzake |
| en matière d'environnement marin et de mobilité maritime. | mariene milieu en maritieme mobiliteit. |
Art. 3.La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique |
Art. 3.De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid oefent de |
| exerce la tutelle sur l'exécution de l'accord de coopération du 15 | voogdij uit over de uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 15 |
| septembre 1993 entre l'Etat fédéral et la Région de | september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk |
| Bruxelles-Capitale, relatif à certaines initiatives destinées à | Gewest met betrekking tot bepaalde initiatieven bestemd om de |
| promouvoir le rôle international et la fonction de capitale de | internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te |
| Bruxelles. | bevorderen. |
Art. 4.Le Ministre de l'Intérieur est compétent en matière de : |
Art. 4.De Minister van Binnenlandse Zaken is bevoegd voor wat betreft |
| 1° tutelle sur les trois institutions culturelles fédérales suivantes | : 1° de voogdij over de volgende drie federale culturele instellingen : |
| : le Théâtre royal de la Monnaie, le Palais des Beaux-Arts et | de Koninklijke Muntschouwburg, het Paleis voor Schone Kunsten en het |
| l'Orchestre national de Belgique; | Nationaal Orkest van België; |
| 2° charges du passé de l'ancien « Ministerie van Onderwijs ». | 2° de lasten van het verleden van het vroegere Ministerie van |
Art. 5.Le Ministre des Affaires étrangères est compétent pour |
Onderwijs. Art. 5.De Minister van Buitenlandse Zaken is bevoegd voor de |
| l'Organisation mondiale du commerce. | Wereldhandelsorganisatie. |
Art. 6.La Ministre de l'Economie, des Indépendants et de |
Art. 6.De Minister van Economie, Zelfstandigen en Landbouw is bevoegd |
| l'Agriculture est compétente en matière de : | voor wat betreft : |
| 1° politique scientifique; | 1° wetenschapsbeleid; |
| 2° charges du passé de l'ancien Ministère de l'Education nationale. | 2° de lasten van het verleden van het vroegere « Ministère de l'Education nationale ». |
Art. 7.La Ministre des Indépendants exerce la tutelle sur l'Institut |
Art. 7.De Minister van Zelfstandigen oefent de voogdij uit over het |
| national d'assurances sociales pour travailleurs indépendants. | Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen. |
Art. 8.La Ministre de l'Agriculture est compétente en matière de : |
Art. 8.De Minister van Landbouw is bevoegd voor wat betreft : |
| 1° Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire; | 1° het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen; |
| 2° Centre d'Etude et de Recherches vétérinaires et agrochimiques. | 2° het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie. |
Art. 9.Le Ministre des Pensions et de l'Intégration sociale est |
Art. 9.De Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie is |
| compétent en matière de : | bevoegd voor wat betreft : |
| 1° égalité des chances; | 1° gelijke kansen; |
| 2° Institut pour l'égalité des femmes et des hommes; | 2° het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen; |
| 3° Fonds d'impulsion à la politique des immigrés; | 3° het Impulsfonds voor migrantenbeleid; |
| 4° politique des grandes villes; | 4° grootstedenbeleid; |
| 5° économie sociale. | 5° sociale economie. |
Art. 10.Le Ministre des Pensions exerce la tutelle sur l'Office |
Art. 10.De Minister van Pensioenen oefent de voogdij uit over de |
| national des pensions. | Rijksdienst voor pensioenen. |
Art. 11.Le Ministre de l'Intégration sociale exerce la tutelle sur |
Art. 11.De Minister van Maatschappelijke Integratie oefent de voogdij |
| l'Agence fédérale d'accueil des demandeurs d'asile, en concertation | uit over het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers, in |
| avec le Ministre de l'Intérieur et en respectant le protocole de | overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en in naleving van het |
| coopération du 3 août 2005 entre l'Agence fédérale d'accueil des | samenwerkingsprotocol van 3 augustus 2005 tussen het Agentschap voor |
| demandeurs d'asile et l'Office des Etrangers. | de opvang van asielzoekers en de Dienst Vreemdelingenzaken. |
Art. 12.Le Ministre de l'Emploi exerce la tutelle sur : |
Art. 12.De Minister van Werk oefent de voogdij uit over : |
| 1° le Fonds des Accidents de travail; | 1° het Fonds voor Arbeidsongevallen; |
| 2° l'Office national des vacances annuelles. | 2° de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie. |
Art. 13.Le Ministre de la Défense est compétent en matière des |
Art. 13.De Minister van Landsverdediging is bevoegd voor |
| victimes de la guerre. | oorlogsslachtoffers. |
Art. 14.Le Ministre du Climat et de l'Energie est compétent en matière de : |
Art. 14.De Minister van Klimaat en Energie is bevoegd voor : |
| 1° développement durable; | 1° duurzame ontwikkeling; |
| 2° environnement, y compris le Protocole de Kyoto. | 2° leefmilieu, met inbegrip van het Protocol van Kyoto. |
Art. 15.La Ministre des Entreprises publiques est compétente pour : |
Art. 15.De Minister van Overheidsbedrijven is bevoegd voor : |
| Belgacom, S.N.C.B. Holding, S.N.C.B., Infrabel, La Poste. | Belgacom, N.M.B.S. Holding, N.M.B.S., Infrabel, De Post. |
Art. 16.La Ministre de la Fonction publique et des Entreprises |
Art. 16.De Minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven is |
| publiques est compétente en matière de : | bevoegd voor wat betreft : |
| 1° informatisation des services publics; | 1° de informatisering van de overheidsdiensten; |
| 2° simplification administrative. | 2° de administratieve vereenvoudiging. |
Art. 17.Sont compétents en matière de : |
Art. 17.Zijn bevoegd voor wat betreft : |
| 1° Office national du Ducroire : le Ministre des Finances, le Ministre | 1° de Nationale Delcrederedienst : de Minister van Financiën, de |
| des Affaires étrangères et la Ministre de l'Economie; | Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Economie; |
| 2° SA ASTRID : le Ministre des Finances et le Ministre de l'Intérieur; | 2° de NV ASTRID : de Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken; |
| 3° tutelle conjointe sur le Fonds des Maladies professionnelles, | 3° de gezamenlijke voogdij over het Fonds voor Beroepsziekten, de |
| l'Office national de Sécurité sociale et la Banque-Carrefour de la | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Kruispuntbank voor Sociale |
| Sécurité sociale : la Ministre des Affaires sociales et le Ministre de | Zekerheid : de Minster van Sociale Zaken en de Minister van Werk; |
| l'Emploi; 4° tutelle conjointe sur l'Office de sécurité sociale d'Outre-Mer : la | 4° de gezamenlijke voogdij over de Dienst voor Overzeese Sociale |
| Ministre des Affaires sociales, le Ministre des Pensions et le | Zekerheid : de Minister van Sociale Zaken, de Minister van Pensioenen |
| Ministre de l'Emploi; | en de Minister van Werk; |
| 5° tutelle conjointe sur l'Office national de Sécurité sociale des | 5° de gezamenlijke voogdij over de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid |
| administrations provinciales et locales : la Ministre des Affaires | van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten : de Minister van |
| sociales, le Ministre de l'Intérieur, le Ministre des Pensions et le | Sociale Zaken, de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van |
| Ministre de l'Emploi; | Pensioenen en de Minister van Werk; |
| 6° suivi de l'exécution de l'Accord de Schengen : le Ministre de la | 6° de opvolging van de uitvoering van het Schengenakkoord : de |
| Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken, in | |
| Justice et le Ministre de l'Intérieur, en fonction de missions | functie van de respectievelijke opdrachten van de Federale |
| respectives du Service public fédéral Justice et du Service public | Overheidsdienst Justitie en de Federale Overheidsdienst Binnenlandse |
| fédéral Intérieur, étant entendu que la présidence sera assurée à tour | Zaken, met dien verstande dat het voorzitterschap beurtelings zal |
| de rôle par le Ministre de la Justice et le Ministre de l'Intérieur; | uitgeoefend worden door de Minister van Justitie en de Minister van |
| Binnenlandse Zaken; | |
| 7° statut social des indépendants, y compris les pensions des | 7° het sociaal statuut der zelfstandigen, waaronder ook de pensioenen |
| indépendants : la Ministre des Indépendants, étant entendu qu'un | van de zelfstandigen : de Minister van Zelfstandigen, met dien |
| protocole est conclu entre la Ministre des Indépendants et le Ministre | verstande dat een protocol wordt afgesloten tussen de Minister van |
| des Pensions, en ce qui concerne l'exécution des pensions mixtes; | Zelfstandigen en de Minister van Pensioenen, voor wat betreft de |
| uitvoering van de gemengde pensioenen; | |
| 8° soins de santé pour les indépendants, pour les dispositions qui | 8° gezondheidszorgen voor zelfstandigen, voor de bepalingen specifiek |
| sont spécifiques aux travailleurs indépendants : la Ministre des | voor de zelfstandigen : de Minister van Zelfstandigen en de Minister |
| Indépendants et la Ministre des Affaires sociales, à l'initiative de | van Sociale Zaken, op initiatief van de Minister van Zelfstandigen; |
| la Ministre des Indépendants; | |
| 9° Jardin botanique national de Belgique : le Vice-Premier Ministre et | 9° de Nationale Plantentuin van België : de Vice-Eerste Minister en |
| Ministre des Finances et la Ministre de l'Economie, des Indépendants | Minister van Financiën en de Minister van Economie, Zelfstandigen en |
| et de l'Agriculture; | Landbouw; |
| 10° matières relatives à l'emploi des langues pour l'enseignement qui | 10° de materies met betrekking tot het gebruik der talen inzake |
| ne sont pas confiées aux Communautés par la Constitution : le Ministre | onderwijs die niet door de Grondwet aan de Gemeenschappen zijn |
| de l'Intérieur et la Ministre de l'Economie, des Indépendants et de | toevertrouwd : de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van |
| l'Agriculture; | Economie, Zelfstandigen en Landbouw; |
| 11° Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme : | 11° het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding: |
| le Ministre de l'Intégration sociale, à l'exception de la tutelle | de Minister van Maatschappelijke Integratie, met uitzondering van de |
| administrative qui est exercée par la Ministre de la Fonction | administratieve voogdij, die wordt uitgeoefend door de Minister van |
| publique; | Ambtenarenzaken; |
| 12° Service public fédéral de programmation Protection des | 12° Federale Programmatorische Overheidsdienst Consumentenzaken: de |
| Consommateurs : le Ministre du Climat et de l'Energie exerce la | |
| tutelle sur le Service public fédéral de programmation et un protocole | Minister van Klimaat en Energie oefent de voogdij uit over de Federale |
| est conclu entre la Ministre de l'Economie et le Ministre du Climat et | Programmatorische Overheidsdienst en een protocol wordt afgesloten |
| de l'Energie en ce qui concerne la compétence en matière de Protection | tussen de Minister van Economie en de Minister van Klimaat en Energie |
| de la consommation. | met betrekking tot de bevoegdheid inzake Consumentenzaken. |
Art. 18.En cas d'empêchement légal du Ministre de la Justice, ses |
Art. 18.In geval van wettige verhindering van de Minister van |
| compétences sont exercées, pour ce qui concerne les dossiers | Justitie, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend, wat de |
| néerlandophones, par le Vice-Premier Ministre et Ministre du Budget, | Nederlandstalige dossiers betreft, door de Vice-Eerste Minister en |
| de la Mobilité et des Réformes institutionnelles, et, pour ce qui | Minister van Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingen, en, |
| concerne les dossiers francophones, par le Ministre de l'Emploi. | wat de Franstalige dossiers betreft, door de Minister van Werk. |
Art. 19.L'arrêté royal du 20 juillet 1999 fixant certaines |
Art. 19.Het koninklijk besluit van 20 juli 1999 houdende vaststelling |
| attributions ministérielles (II), modifié par les arrêtés royaux des | van bepaalde ministeriële bevoegdheden (II), gewijzigd bij de |
| 19 octobre 1999, 7 novembre 2000 et 18 juillet 2001, est abrogé. | koninklijke besluiten van 19 oktober 1999, 7 november 2000 en 18 juli |
| 2001, wordt opgeheven. | |
Art. 20.L'arrêté royal du 21 juillet 2003 fixant certaines |
Art. 20.Het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van |
| attributions ministérielles, modifié par les arrêtés royaux des 7 | bepaalde ministeriële bevoegdheden, gewijzigd bij de koninklijke |
| septembre 2003, 11 décembre 2003, 22 juillet 2004, 13 février 2005 et | besluiten van 7 september 2003, 11 december 2003, 22 juli 2004, 13 |
| 17 octobre 2005, est abrogé. | februari 2005 en 17 oktober 2005, wordt opgeheven. |
Art. 21.Le présent arrêté produit ses effets le 21 décembre 2007. |
Art. 21.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 21 december 2007. |
Art. 22.Notre Premier Ministre et Nos Ministres sont chargés, chacun |
Art. 22.Onze Eerste Minister en Onze Ministers zijn, ieder wat hem |
| en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. | betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Donné à Châteauneuf-de-Grasse, le 27 décembre 2007. | Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 27 december 2007. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| Le Premier Ministre, | De Eerste Minister, |
| G. VERHOFSTADT | G. VERHOFSTADT |