Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 17 décembre 1998, conclue au sein de la Commission paritaire de l'imprimerie, des arts graphiques et des journaux, relative à la prépension sectorielle | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
26 SEPTEMBRE 2000. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 26 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 17 décembre 1998, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december |
Commission paritaire de l'imprimerie, des arts graphiques et des | 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische |
journaux, relative à la prépension sectorielle (1) | kunst- en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
Vu la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974, | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december |
1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een | |
conclue au sein du Conseil national du travail instituant un régime | regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde |
d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de | werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard |
licenciement, rendue obligatoire par arrêté royal du 16 janvier 1975; | bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; |
Vu l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations | Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de |
de chômage en cas de prépension conventionnelle; | toekenning van werkloosheidsuitkering in geval van conventioneel |
Vu la demande de la Commission paritaire de l'imprimerie, des arts | brugpensioen; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, |
graphiques et des journaux; | grafische kunst- en dagbladbedrijf; |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 17 décembre 1998, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1998, |
Commission paritaire de l'imprimerie, des arts graphiques et des | gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- |
journaux, relative à la prépension sectorielle. | en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 26 septembre 2000. | Gegeven te Brussel, 26 september 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Références au Moniteur belge : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Arrêté royal du 16 janvier 1975, Moniteur belge du 31 janvier 1975. | Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 |
Arrêté royal du 7 décembre 1992, Moniteur belge du 11 décembre 1992. | januari 1975. Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire de l'imprimerie, des arts graphiques et des | Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en |
journaux | dagbladbedrijf |
Convention collective de travail du 17 décembre 1998 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 1998 |
Prépension sectorielle (Convention enregistrée le 26 janvier 1999 sous | Sectoraal brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 26 januari 1999 |
le numéro 49876/CO/130) | onder het nummer 49876/CO/130) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux entreprises ressortissant à la compétence de la Commission | de ondernemingen welke onder de bevoegdheid vallen van het Paritair |
paritaire de l'imprimerie, des arts graphiques et des journaux et aux | Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf en op |
travailleurs et travailleuses dénommés ci-après "travailleurs", à | de werknemers en werkneemsters hierna benoemd "werknemers", met |
l'exclusion des employeurs et/ou des travailleurs tombant sous | uitsluiting van de werkgevers en/of de werknemers die onder de |
l'application de la convention collective de travail du 25 octobre | toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 |
1995, conclue au sein de la Commission paritaire précitée, fixant les | oktober 1995, gesloten in het voornoemd Paritair Comité, tot |
conditions de travail dans les quotidiens belges, enregistrée au | vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de Belgische dagbladen, |
greffe de l'Administration des relations collectives de travail sous | geregistreerd ter griffie van de Administratie van de collectieve |
le numéro 42115/CO/130. | arbeidsbetrekkingen onder het nummer 42115/CO/130. |
CHAPITRE II. - Prépension sectorielle | HOOFDSTUK II. - Sectoraal brugpensioen |
Art. 2.L'âge de la prépension sectorielle, instaurée par la |
Art. 2.De leeftijdsgrens van het sectoraal brugpensioen dat werd |
convention collective de travail du 4 mars 1985 concernant la | ingevoerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 1985 |
betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, algemeen verbindend | |
promotion de l'emploi, rendue obligatoire par arrêté royal du 4 | verklaard bij koninklijk besluit van 4 juli 1985, verlengd voor de |
juillet 1985, prorogée pour les années 1987 et 1988 par la convention | jaren 1987 en 1988 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 |
collective de travail du 20 février 1987 portant exécution de l'accord | februari 1987 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord |
interprofessionnel du 7 novembre 1986, rendue obligatoire par arrêté | van 7 november 1986, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
royal du 10 septembre 1987, pour les années 1989 et 1990 par la | besluit van 10 september 1987, voor de jaren 1989 en 1990 door de |
convention collective de travail du 20 décembre 1988 portant exécution | collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1988 houdende |
de l'accord interprofessionnel du 18 novembre 1988, rendue obligatoire | uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 18 november 1988, |
algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 maart 1989, | |
par arrêté royal du 8 mars 1989, pour les années 1991, 1992 et 1993 | voor de jaren 1991, 1992 en 1993 door de collectieve |
par la convention collective de travail du 6 mars 1991 relative à | arbeidsovereenkomst van 6 maart 1991 betreffende de uitvoering van het |
l'exécution de l'accord interprofessionnel du 27 novembre 1990, rendue | interprofessioneel akkoord van 27 november 1990, algemeen verbindend |
obligatoire par arrêté royal du 23 septembre 1992, pour les années | verklaard bij koninklijk besluit van 23 september 1992, voor de jaren |
1994, 1995 et 1996 par la convention collective de travail du 26 mai | 1994, 1995 en 1996 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei |
1993 concernant la prépension conventionnelle, rendue obligatoire par | 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 |
arrêté royal du 25 mars 1994, pour les années 1997 et 1998 par la | maart 1994 en voor de jaren 1997 en 1998 door de collectieve |
convention collective de travail des 17 et 29 avril 1997 relative à la | arbeidsovereenkomst van 17 en 29 april 1997 betreffende het sectoraal |
prépension sectorielle 1997-1998, rendue obligatoire par arrêté royal | brugpensioen 1997-1998, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
du 16 novembre 1999, est maintenu par la présente convention | besluit van 16 november 1999, wordt door deze collectieve |
collective de travail à 58 ans jusqu'au 30 juin 1999. | arbeidsovereenkomst behouden op 58 jaar tot 30 juni 1999. |
Art. 3.Les modalités de financement restent celles prévues par |
Art. 3.De modaliteiten van de financiering van het brugpensioen |
l'article 3 de la convention collective de travail des 17 et 29 avril | blijven deze zoals bepaald door artikel 3 van voornoemde collectieve |
1997 précitée. | arbeidsovereenkomst van 17 en 29 april 1997. |
Art. 4.En matière de remplacement des prépensionnés, seules les |
Art. 4.Inzake de vervanging van bruggepensioneerden zijn enkel van |
dispositions légales de l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à | toepassing de wettelijke bepalingen van het koninklijk besluit van 7 |
l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle | december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen |
sont d'application. | in geval van conventioneel brugpensioen. |
Art. 5.Cette convention collective de travail entre en vigueur le 1er |
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
janvier 1999 et prend fin le 30 juin 1999. | januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1999. |
Vu pour être annexé à l'arrêté royalrêté royal du 26 septembre 1999. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 september 1999. |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |