Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 30 avril 1999, conclue au sein de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles, relative aux conditions de salaires et de travail des ouvriers et ouvrières occupés dans les entreprises de floriculture | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters, tewerkgesteld in de ondernemingen van de bloementeelt |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
23 NOVEMBRE 2000. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 23 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 30 avril 1999, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, |
Commission paritaire pour les entreprises horticoles, relative aux | gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende |
conditions de salaires et de travail des ouvriers et ouvrières occupés | de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters, |
dans les entreprises de floriculture (1) | tewerkgesteld in de ondernemingen van de bloementeelt (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | |
Vu la demande de la Commission paritaire pour les entreprises | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
horticoles; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; | |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 30 avril 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, |
Commission paritaire pour les entreprises horticoles, relative aux | gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende |
conditions de salaires et de travail des ouvriers et ouvrières occupés | de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters, |
dans les entreprises de floriculture. | tewerkgesteld in de ondernemingen van de bloementeelt. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 23 novembre 2000. | Gegeven te Brussel, 23 november 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire pour les entreprises horticoles | Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf |
Convention collective de travail du 30 avril 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 |
Conditions de salaires et de travail des ouvriers et ouvrières occupés | Loon- en arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters |
dans les entreprises de floriculture (Convention enregistrée le 9 | tewerkgesteld in de ondernemingen van de bloementeelt (Overeenkomst |
juillet 1999 sous le numéro 51377/CO/145) | geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nummer 51377/CO/145) |
I. Champ d'application | I. Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux ouvriers et ouvrières et leurs employeurs, des entreprises de | de werklieden en werksters en hun werkgevers, van de ondernemingen in |
floriculture, qui ressortissent à la Commission paritaire pour les | de bloementeelt, welke ressorteren onder het Paritair Comité voor het |
entreprises horticoles, à l'exception du personnel saisonnier et | tuinbouwbedrijf, met uitzondering van het seizoens- en |
occasionnel comme stipulé dans l'article 8bis de l'arrêté royal du 28 | gelegenheidspersoneel zoals bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk |
novembre 1969 en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant | besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni |
l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des | 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende |
ouvriers. | de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. |
II. Conditions de salaires et de travail | II. Loon- en arbeidsvoorwaarden |
A. Classification professionnelle | A. Beroepenindeling |
Art. 2.La classification professionnelle des ouvriers et ouvrières |
Art. 2.De beroepenindeling van de werklieden en werksters bedoeld in |
visés à l'article 1er est établie comme suit : | artikel 1 wordt als volgt vastgesteld : |
1. Qualifiés : sont considérés comme qualifiés : | 1. Geschoolden : worden als geschoolden beschouwd : |
a) les porteurs du diplôme de fin d'études de l'enseignement moyen | a) de houders van het einddiploma van het lager middelbaar |
horticole du degré inférieur (A3) ayant au moins trois ans de pratique | tuinbouwonderwijs (A3) die ten minste drie jaar praktijk hebben in een |
dans une entreprise de floriculture; | bloementeeltbedrijf; |
b) les porteurs du diplôme de technicien horticole délivré par une | b) de houders van het diploma van tuinbouwtechnicus, afgeleverd door |
institution d'enseignement moyen horticole du degré supérieur (A2); | een inrichting van het hoger middelbaar tuinbouwonderwijs (A2); |
c) ceux qui ont une connaissance générale de la culture des trois | c) zij die algemene kennis hebben van de teelt van drie verschillende |
différentes spécialités de plantes, c'est-à-dire bulbes, azalées et autres plantes vertes et qui, sur désignation de l'employeur peuvent effectuer toutes opérations d'au moins une de ces trois spécialités de plantes; d) les porteurs du brevet délivré à l'issue d'un contrat d'apprentissage et qui comptent au moins trois ans de pratique dans une entreprise de floriculture. Sont donc considérés comme qualifiés et rangés sous c) dans la floriculture, ceux qui travaillent à la culture, à l'entretien et à la manipulation des plantes et qui possèdent une connaissance spéciale appropriée. Il faut entendre par connaissance spéciale, pouvoir indépendamment et sans instruction techniques, préparer le sol, bouturer, semer, greffer, écussonner, empoter et rempoter, déplanter, | plantenspecialiteiten, dat wil zeggen bloembollen, azalea's en andere groene planten en die op aanduiding van de werkgever, alle bewerkingen van ten minste één dezer drie plantenspecialiteiten kunnen uitvoeren; d) de houders van het brevet afgeleverd na voleindiging van een leerovereenkomst en die tenminste drie jaar praktijk hebben in een bloementeeltbedrijf. Worden in de bloementeelt derhalve als geschoolden aanzien en gerangschikt onder c) zij die er werken aan het kweken, het verzorgen en het behandelen van de planten en die hiertoe speciale kennis bezitten. Onder speciale kennis wordt verstaan, zelfstandig en zonder technische voorlichting grond kunnen voorbereiden, stekken, zaaien, griffelen, enten, oppotten en verpotten, uitplanten, bemesten, |
fumer, arroser, emballer, entretenir les serres, combattre des | begieten, inpakken, serres onderhouden, ziekten en insecten |
maladies et insectes. La connaissance générale de la culture des trois | bestrijden. De algemene kennis van de teelt der drie bovengenoemde |
spécialités de plantes citées ci-dessus n'est pas requise dans les | plantenspecialiteiten is niet vereist in de bedrijven die zich |
entreprises s'occupant uniquement d'une de ces trois spécialités. | uitsluitend met één dezer drie specialiteiten bezighouden. |
2. Semi-qualifiés : sont considérés comme semi-qualifiés : | 2. Halfgeschoolden : worden als halfgeschoolden aanzien : |
a) ceux qui peuvent effectuer la moitié au moins des opérations | a) zij die ten minste de helft van de hoger opgesomde behandelingen |
susmentionnées soit, pour une ou plusieurs cultures de plantes et qui, | kunnen verrichten, hetzij voor één of meerdere plantenteelten en die, |
après instruction technique, peuvent indépendamment poursuivre le | na technische voorlichting verder zelfstandig kunnen voortwerken met |
travail avec rapidité et de façon satisfaisante; | voldoende snelheid en degelijkheid; |
b) les porteurs du diplôme de fin d'études de l'enseignement moyen | b) de houders van het einddiploma van het lager middelbaar |
horticole du degré inférieur (A3), qui comptent moins de trois ans de | tuinbouwonderwijs (A3), die minder dan drie jaar praktijk hebben in de |
pratique dans la floriculture. | bloementeelt. |
3. Non-qualifiés | 3) Ongeschoolden |
B. Salaires | B. Lonen |
Art. 3.Les salaires horaires minimums des ouvriers et ouvrières de 20 |
Art. 3.De minimumuurlonen van de werklieden en werksters van 20 jaar |
ans et plus sont fixés comme suit sur base d'une durée hebdomadaire de | en ouder worden voor een wekelijkse arbeidsduur van veertig uren, als |
travail de quarante heures : | volgt vastgesteld : |
au 1er janvier 1999 | op 1 januari 1999 |
Non-qualifiés : 276,70 BEF | Ongeschoolden : 276,70 BEF |
Semi-qualifiés : 287,90 BEF | Halfgeschoolden : 287,90 BEF |
Qualifiés : 302,25 BEF | Geschoolden : 302,25 BEF |
Art. 4.Ces salaires horaires minimums et les salaires effectivement |
Art. 4.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde lonen worden |
payés sont augmentés de 3 BEF de l'heure au 1er octobre 1999 et de 3 | verhoogd met 3 BEF per uur op 1 oktober 1999 en 3 BEF per uur op 1 |
BEF de l'heure au 1er octobre 2000. | oktober 2000. |
Ces augmentations salariales conventionnelles sont calculées avant | Deze conventionele loonsverhogingen worden berekend vóór de |
l'indexation. | indexering. |
Art. 5.Au 1er janvier 2000, les salaires sont adaptés à une durée |
Art. 5.Op 1 januari 2000 worden de lonen omgezet naar een wekelijkse |
hebdomadaire de travail de 39 heures. Par conséquent, les salaires | arbeidsduur van 39 uren. Hierdoor worden de minimumlonen en de |
minimums et les salaires réellement payés seront majorés de 2,56 p.c. | werkelijk betaalde lonen op die datum verhoogd met 2,56 pct. vóór de |
avant l'indexation, à cette date. | indexering. |
Art. 6.Les salaires horaires minimums des jeunes ouvriers et |
Art. 6.De minimumuurlonen van de jongere werklieden en werksters |
ouvrières sont fixés comme suit : | worden als volgt vastgesteld : |
21 ans/100 p.c. | 21 jaar/100 pct. |
20 ans/100 p.c. | 20 jaar/100 pct. |
19 ans/95 p.c. | 19 jaar/95 pct. |
18 ans/85 p.c. | 18 jaar/85 pct. |
17 ans/70 p.c. | 17 jaar/70 pct. |
16 ans/60 pc. | 16 jaar/60 pct. |
15 ans/50 p.c. | 15 jaar/50 pct. |
du salaire horaire des ouvriers et ouvrières de 20 ans et plus de la | van het uurloon van de werklieden en werksters van 20 jaar en ouder |
même catégorie. | van dezelfde categorie. |
Art. 7.Les salaires horaires minimums et les salaires effectivement |
Art. 7.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde lonen worden |
payés sont rattachés à l'indice des prix à la consommation | gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig |
conformément aux dispositions de la convention collective de travail | de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 1995 |
gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf betreffende | |
du 6 mars 1995, conclue au sein de la Commission paritaire pour les | de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de |
entreprises horticoles, concernant la liaison des salaires à l'indice | consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
des prix à la consommation, rendue obligatoire par arrêté royal du 22 | besluit van 22 december 1995, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad |
décembre 1995, publié au Moniteur belge du 7 mars 1996. | van 7 maart 1996. |
III. Dispositions spéciales | III. Bijzondere bepalingen |
Art. 8.La présente convention collective de travail remplace celle du |
|
4 avril 1991, conclue au sein de la Commission paritaire pour les | Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 4 april |
1991, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot | |
entreprises horticoles, fixant les conditions de salaires et de | vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werklieden en |
travail des ouvriers et ouvrières occupés dans les entreprises de | werksters tewerkgesteld in de ondernemingen van de bloementeelt, |
floriculture, rendue obligatoire par l'arrêté royal du 31 mars 1992, | algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 maart 1992 |
publié au Moniteur belge du 4 août 1992. | en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 augustus 1992. |
IV. Validité | IV. Geldigheid |
Art. 9.La présente convention collective de travail entre en vigueur |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
le 1er janvier 1999 et est conclue pour une durée indéterminée. | januari 1999 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. |
Chacune des parties contractantes peut la dénoncer moyennant un | Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een |
préavis de trois mois, à notifier par lettre recommandée à la poste au | opzeggingstermijn van drie maanden, te betekenen bij een ter post |
président de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles. | aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf. |
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 23 novembre 2000. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2000. |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |