← Retour vers "Arrêté royal fixant les critères pour identifier un patient palliatif "
Arrêté royal fixant les critères pour identifier un patient palliatif | Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om een palliatieve patiënt te definiëren |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT 21 OCTOBRE 2018. - Arrêté royal fixant les critères pour identifier un patient palliatif PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. | FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 21 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om een palliatieve patiënt te definiëren FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 14 juin 2002 relative aux soins palliatifs, l'article 2, | Gelet op het wet van 14 juni 2002 betreffende de palliatieve zorg, |
alinéa 7, ajouté par la loi du 11 août 2017 portant dispositions | artikel 2, zevende lid, toegevoegd bij de wet van 11 augustus 2017 |
diverses en matière de santé; | houdende diverse bepalingen inzake gezondheid; |
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 18 avril 2018; | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 18 |
Vu l'accord de la Ministre du Budget donné le 15 mai 2018; | april 2018; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting gegeven op 15 mei 2018; |
Vu l'avis 63.675/3 du Conseil d'Etat, donné le 9 juillet 2018, en | Gelet op het advies 63.675/3 van de Raad van State, gegeven op 9 juli |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
Conseil d'Etat coordonnées le 12 janvier 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition de la Ministre de la Santé publique, | Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Un patient palliatif au sens de la loi du 14 juin 2002 |
Artikel 1.Een palliatieve patiënt in de zin van de wet van 14 juni |
relative aux soins palliatifs est un patient dont un médecin a | 2002 betreffende de palliatieve zorg, is een patiënt waarvan een arts |
constaté qu'il répond aux critères définis dans l'annexe du présent | heeft vastgesteld dat hij beantwoordt aan de criteria bepaald in de |
arrêté. | bijlage bij dit besluit. |
Art. 2.Le ministre qui a la Santé publique dans ses attributions est |
Art. 2.De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de |
chargé de l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 21 octobre 2018. | Brussel, 21 oktober 2018. |
PHILIPPE | FILIP |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de la Santé publique, | De Minister van Volksgezondheid, |
M. DE BLOCK | M. DE BLOCK |
Annexe. Echelle d'identification du patient palliatif | Bijlage. Identificatieschaal van de palliatieve patiënt |
1. Seriez-vous surpris si votre patient venait à décéder dans les 6 à | 1. Zou u verwonderd zijn mocht uw patiënt binnen de komende 6 tot 12 |
12 prochains mois ? | maanden sterven? |
Si votre réponse est positive, le patient n'est pas identifié comme | Indien uw antwoord positief is, wordt de patiënt niet als palliatieve |
patient palliatif. | patiënt geïdentificeerd. |
Si votre réponse est négative, passez à la question 2. | Indien uw antwoord negatief is, ga door naar vraag 2. |
2. Votre patient répond-il à plus de 2 indicateurs de fragilité | 2. Beantwoordt uw patiënt aan meer dan 2 van de hieronder vermelde |
mentionnés ci-dessous ? | kwetsbaarheidsindicatoren? |
- le patient reste au fauteuil ou au lit plus de la moitié de la | - Zit of ligt meer dan de helft van de dag in een zetel of bed, zonder |
journée, sans chance d'amélioration | vooruitzicht op verbetering |
- Perte pondérale ? 5% en 1 mois ou ? 10% en 6 mois ou un indice de | - Gewichtsverlies van ? 5 % op 1 maandtijd of ? 10 % op 6 maanden |
masse corporelle < 20 kg/m2 ou albuminémie < 35gr/l | tijd, of BMI < 20 kg/m2 of albuminegehalte < 35 gr/l |
- Douleur ou autre symptôme persistant et gênant malgré une thérapie | - Pijn of ander aanhoudend en hinderlijk symptoom, ondanks optimale |
optimale de l'affection incurable sous-jacente | behandeling van de onderliggende ongeneeslijke aandoening |
- Au moins 1 comorbidité cardiaque, pulmonaire, rénale ou hépatique | - Ten minste 1 ernstige comorbide aandoening van hart, longen, nieren |
sévère ou 2 comorbidités non équilibrées ou non traitées (y compris | of lever of 2 comorbide aandoeningen die niet onder controle zijn of |
alcoolisme, toxicomanie, et handicap) | niet behandeld worden (alcoholisme, verslaving en handicap inbegrepen) |
- Au moins 2 hospitalisations imprévues ou 1 hospitalisation d'une | - Ten minste 2 onvoorziene ziekenhuisopnames of 1 ziekenhuisopname van |
durée ? 4 semaines, au cours des 6 derniers mois (éventuelle | ? 4 weken tijdens de afgelopen 6 maanden (eventuele huidige opname |
hospitalisation en cours comprise) | inbegrepen) |
- Intensification des soins infirmiers et/ou intervention hebdomadaire | - Meer verpleegkundige zorg noodzakelijk en/of wekelijkse behandeling |
de plusieurs professionnels de la santé de disciplines différentes (à | door zorgverleners uit verschillende disciplines (thuis of in ROB/RVT) |
domicile ou en MR-MRS) | |
- Demande de soins palliatifs ou refus de (pour)suivre un traitement | - Patiënt (of naasten bij wilsonbekwaamheid van de patiënt) vraagt |
visant à prolonger la vie de part du patient (ou des proches si | palliatieve zorg of weigert een levensverlengende behandeling te |
patient inapte) | volgen/voort te zetten |
Si votre réponse est négative, le patient n'est pas identifié comme | Indien uw antwoord negatief is, wordt de patiënt niet als palliatieve |
patient palliatif. | patiënt geïdentificeerd. |
Si votre réponse est positive, passez à la question 3. | Indien uw antwoord positief is, ga door naar vraag 3. |
3. Votre patient présente-t-il au moins un des critères d'incurabilité | 3. Vertoont uw patiënt minstens één van de ongeneeslijkheidscriteria |
d'une affection potentiellement mortelle ? | van een mogelijk dodelijke aandoening? |
3.1. En cas de pathologie oncologique ou hématologique : | 3.1. In geval van oncologische of hematologische aandoening: |
a) Déclin fonctionnel lié à l'évolution tumorale ou à une complication médicale ou chirurgicale b) Refus ou contre-indication à poursuivre un traitement oncologique, ou poursuite du traitement à visée purement symptomatique c) Syndrome myélodysplasique à haut risque de transformation leucémique avec contre-indication à la greffe médullaire ou syndrome myélodysplasique compliqué d'une neutropénie ou d'une thrombopénie sévère et persistante. 3.2. En cas de pathologie cardiaque ou pathologie vasculaire périphérique : | a) Functionele achteruitgang wegens evolutie van de tumor of een medische of chirurgische complicatie b) Weigering of contra-indicatie om kankerbehandeling voort te zetten, of voortzetting van de behandeling enkel met het oog op symptoomcontrole c) Myelodysplastisch syndroom met hoog risico op leukemie en contra-indicatie voor beenmergtransplantatie, of myelodysplastisch syndroom verergerd door ernstige en aanhoudende neutropenie of trombocytopenie. 3.2. In geval van hartaandoening of perifere arteriële aandoening: |
a) Insuffisance cardiaque NYHA IV ou maladie des coronaires étendue et | a) Hartfalen NYHA IV of vergevorderde en onbehandelbare aandoening van |
non traitable, accompagnée de symptômes présents au repos et aggravés | de kransslagaders, waarbij ook in rusttoestand symptomen optreden die |
au moindre effort | bij de minste inspanning verergeren |
b) Maladie vasculaire périphérique sévère et inopérable. | b) Ernstige en niet-operabele perifere arteriële aandoening. |
3.3. En cas de pathologie respiratoire : | 3.3. In geval van respiratoire aandoening: |
a) Maladie respiratoire chronique sévère et accompagnée d'une dyspnée | a) Ernstig chronische respiratoire aandoening met dyspnoe in rust of |
au repos ou au moindre effort entre les périodes d'exacerbation | bij de minste inspanning tussen twee exacerbaties |
b) Besoin d'une oxygénothérapie au long cours, ou d'une ventilation | b) Nood aan langetermijn zuurstoftherapie, of (invasieve of |
(invasive ou non invasive), ou contre-indication à ces traitements. | niet-invasieve) beademing, of contra-indicatie voor die behandelingen. |
3.4. En cas de pathologie rénale : | 3.4. In geval van nieraandoening: |
a) Maladie rénale chronique de stade 4 ou 5 (ou FG < 30ml/min), | a) Chronisch nierfalen in stadium 4 of 5 (of GFa < 30 ml/min), al dan |
traitée ou non par dialyse et accompagnée d'une détérioration de | niet behandeld via dialyse en gepaard gaand met een achteruitgang van |
l'état de santé | de gezondheidstoestand |
b) Contre-indication, arrêt ou refus de dialyse c) Insuffisance rénale aigue compliquant une maladie incurable ou un traitement chez un malade dont le pronostic de vie est limité. 3.5. En cas de pathologie digestive ou hépatique : a) Cirrhose grave décompensée avec échec du traitement médical et contre-indication à la transplantation hépatique b) Hémorragie, occlusion ou perforation du tube digestif d'origine non néoplasique avec échec ou contre-indication à un traitement médical et/ou chirurgical. 3.6. En cas de pathologie neurologique : a) Altération irréversible et sévère des capacités fonctionnelles et / ou cognitives et / ou de l'état de conscience, malgré une thérapie optimale b) Dysarthrie progressive rendant la parole difficile à comprendre, ou dysphagie irréversible et responsable de pneumonies d'aspiration récurrentes. | b) Contra-indicatie voor, stopzetting of weigering van dialyse c) Acute nierinsufficiëntie die voor complicaties zorgt in geval van een ongeneeslijke ziekte of behandeling van een patiënt met een beperkte levensverwachting. 3.5. In geval van gastro-intestinale of leveraandoening: a) Ernstige of gedecompenseerde levercirrose waarbij de medische behandeling niet aanslaat en er contra-indicatie is voor een levertransplantatie b) Bloedingen, intestinale darmafsluiting of perforatie van het spijsverteringskanaal van niet-neoplastische oorsprong en falen van of contra-indicatie voor medische en/of chirurgische behandeling. 3.6. In geval van neurologische aandoening: a) Onomkeerbare en ernstige achteruitgang van de functionele en/of cognitieve toestand en/of bewustzijnstoestand, ondanks een optimale behandeling b) Progressieve spraakproblemen waardoor de patiënt moeilijk verstaanbaar is, of onomkeerbare slikstoornissen die verantwoordelijk zijn voor recidiverende pneumonieën. |
3.7. En cas de syndrome gériatrique : incapacité de se déplacer, de | 3.7. In geval van frailty syndroom : onvermogen om zich te |
s'habiller, de se laver et de manger sans l'assistance d'un tiers | verplaatsen, zich te kleden, zich te wassen en te eten zonder hulp van |
associé avec au moins un des six critères suivants : | een derde, vergezeld van minstens 1 van 6 volgende criteria: |
a) Incontinence urinaire et fécale | a) Urine-of fecale incontinentie |
b) Refus alimentaire et/ou refus de soins persistant | b) Aanhoudende weigering van voedsel en/of zorg |
c) Perte définitive de l'appétit, ou perte de poids ?10% en 1 mois, ou | c) Definitief verlies van eetlust, of gewichtsverlies ? 10 % op 1 |
indice de masse corporelle < 18, ou albuminémie < 30gr/litre | maand tijd, of een BMI < 18, of albuminegehalte < 30 gr/liter |
d) Incapacité à parler, à communiquer et à reconnaitre ses proches | d) Onvermogen om te spreken, te communiceren en familieleden te herkennen |
e) Antécédents de chutes répétées ou d'une chute compliquée | e) Voorgeschiedenis van herhaald vallen of één ernstige val |
f) Dysphagie irréversible et pneumonies d'aspiration récidivantes. | f) Onomkeerbare slikstoornissen en recidiverende aspiratiepneumonie. |
3.8. En cas de pathologie infectieuse : | 3.8. In geval van infectieuze aandoening: |
une infection ne répond pas aux traitements. | een infectie die niet op de behandelingen reageert. |
3.9. Une autre pathologie incurable et évolutive sans possibilité de | 3.9. Een andere ongeneeslijke en evolutieve aandoening zonder de |
rétablissement ou de stabilisation qui n'est pas mentionnée aux points | mogelijkheid tot herstel of stabilisering, die niet in punten 3.1 tot |
3.1 à 3.8. | 3.8 vermeld wordt. |
Si votre réponse est négative, le patient n'est pas identifié comme | Indien uw antwoord negatief is, wordt de patiënt niet als palliatieve |
patient palliatif. | patiënt geïdentificeerd. |
Si votre réponse est positive, le patient est identifié comme patient | Indien uw antwoord positief is, wordt de patiënt als palliatieve |
palliatif. | patiënt geïdentificeerd. |
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 21 octobre 2018. | Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 21 oktober 2018. |
Bruxelles, le 21 octobre 2018. | Brussel, 21 oktober 2018. |
PHILIPPE | FILIP |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de la Santé publique, | De Minister van Volksgezondheid, |
M. DE BLOCK | M. DE BLOCK |