← Retour vers "Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 25 avril 1979 instituant des sous-commissions paritaires de l'industrie des carrières, fixant leur dénomination et leur compétence et en fixant leur nombre de membres "
| Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 25 avril 1979 instituant des sous-commissions paritaires de l'industrie des carrières, fixant leur dénomination et leur compétence et en fixant leur nombre de membres | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1979 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire subcomités voor het groefbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan |
|---|---|
| MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL 20 SEPTEMBRE 1999. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 25 avril 1979 instituant des sous-commissions paritaires de l'industrie des carrières, fixant leur dénomination et leur compétence et en fixant leur nombre de membres (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 20 SEPTEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1979 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire subcomités voor het groefbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| travail et les commissions paritaires, notamment les articles 37 et 41; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 37 en 41; |
| Vu l'arrêté royal du 25 avril 1979 instituant des sous-commissions | Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 1979 tot oprichting en |
| paritaires de l'industrie des carrières, fixant leur dénomination et | tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire |
| subcomités voor het groefbedrijf en tot vaststelling van het aantal | |
| leur compétence et en fixant leur nombre de membres, modifié par les | leden ervan, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 februari |
| arrêtés royaux des 21 février 1980, 25 avril 1989, 14 août 1989, 5 | 1980, 25 april 1989, 14 augustus 1989, 5 augustus 1992 en 2 december |
| août 1992 et 2 décembre 1993; | 1993; |
| Vu les avis des 18 mars 1997, 10 juin 1997 et 26 février 1998 de la | Gelet op de adviezen van 18 maart 1997, 10 juni 1997 en 26 februari |
| Commission paritaire de l'industrie des carrières; | 1998 van het Paritair Comité voor het groefbedrijf; |
| Vu l'avis du Conseil d'Etat; | Gelet op het advies van de Raad van State; |
| Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.L'article 1er de l'arrêté royal du 25 avril 1979 |
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 april 1979 tot |
| instituant des sous-commissions paritaires de l'industrie des | oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid |
| carrières, fixant leur dénomination et leur compétence et en fixant | van paritaire subcomités voor het groefbedrijf en tot vaststelling van |
| leur nombre de membres, modifié par les arrêtés royaux des 25 avril | het aantal leden ervan, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 |
| 1989, 5 août 1992 et 2 décembre 1993 est remplacé par les dispositions | april 1989, 5 augustus 1992 en 2 december 1993 wordt vervangen als |
| suivantes : | volgt : |
| « Article 1er.Sont instituées les sous-commissions paritaires, |
« Artikel 1.De hiernavolgende paritaire subcomités, bevoegd voor de |
| compétentes pour les travailleurs dont l'occupation est de caractère | werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten en hun werkgevers, |
| principalement manuel et leurs employeurs, citées ci-après : | worden opgericht : |
| 1. Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de petit | 1. Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der |
| granit et de calcaire à tailler de la province de Hainaut, | groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, |
| à savoir pour les secteurs d'activité suivants : | te weten voor de volgende bedrijfssectors : |
| l'industrie des carrières de petit granit et de calcaire à tailler de | het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen |
| la province de Hainaut. | kalksteen in de provincie Henegouwen. |
| 2. Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de petit | 2. Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der |
| granit et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur, | groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, |
| à savoir pour les secteurs d'activité suivants : | te weten voor de volgende bedrijfssectors : |
| l'industrie des carrières de petit granit et de calcaire à tailler des | het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen |
| provinces de Liège et de Namur. | kalksteen in de provincies Luik en Namen. |
| 3. Sous-commission paritaire des carrières de porphyre de la province | 3. Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie |
| de Hainaut et des carrières de quartzite de la province du Brabant wallon, | Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, |
| à savoir pour les secteurs d'activité suivants : | te weten voor de volgende bedrijfssectors : |
| l'industrie des carrières de porphyre de la province de Hainaut et des | het bedrijf voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de |
| carrières de quartzite de la province du Brabant wallon. | kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant. |
| 4. Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de grès et | 4. Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en |
| de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l'exception des | kwartsietgroeven op het gehele grondbebied van het Rijk, uitgezonderd |
| carrières de quartzite de la province du Brabant wallon, | de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, |
| à savoir pour les secteurs d'activités suivants : | te weten voor de volgende bedrijfssectors : |
| l'industrie des carrières de grès et de quartzite de tout le | het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele |
| territoire du Royaume, à l'exception des carrières de quartzite de la | grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de |
| province du Brabant wallon. | provincie Waals-Brabant. |
| 5. Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de kaolin et | 5. Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en |
| de sable exploitées à ciel ouvert dans les provinces du Brabant | zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies |
| wallon, de Hainaut, de Liège, de Luxembourg et de Namur, | Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, |
| à savoir pour les secteurs d'activité suivants : | te weten voor de volgende bedrijfssectors : |
| l'industrie des carrières de kaolin et de sable exploitées à ciel | het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht |
| ouvert dans les provinces du Brabant wallon, de Hainaut, de Liège, de | geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, |
| Luxembourg et de Namur. | Luxemburg en Namen. |
| 6. Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de gravier | 6. Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke |
| et de sable exploitées à ciel ouvert dans les provinces d'Anvers, de | in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, |
| Flandre occidentale, de Flandre orientale, de Limbourg et du Brabant flamand, | West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, |
| à savoir pour les secteurs d'activité suivants : | te weten voor de volgende bedrijfssectors : |
| l'industrie des carrières de gravier et de sable exploitées à ciel | het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd |
| ouvert dans les provinces d'Anvers, de Flandre occidentale, de Flandre | worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, |
| orientale, de Limbourg et du Brabant flamand. 7. Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières, cimenteries et fours à chaux de l'arrondissement administratif de Tournai, à savoir pour les secteurs d'activité suivants : l'industrie des carrières, cimenteries et fours à chaux de l'arrondissement administratif de Tournai, à l'exception des cimenteries qui font partie des entreprises de l'industrie cimentière dont les activités et l'occupation ont principalement lieu en dehors de l'arrondissement administratif de Tournai. 8. Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières et scieries de marbres de tout le territoire du Royaume, | Limburg en Vlaams-Brabant. 7. Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, te weten voor de volgende bedrijfssectors : het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, met uitzondering van de cementfabrieken die deel uitmaken van ondernemingen uit het cementbedrijf waarvan de activiteiten en de tewerkstelling hoofdzakelijk buiten het administratief arrondissement Doornik plaatsgrijpen. 8. Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, |
| à savoir pour les secteurs d'activité suivants : | te weten voor de volgende bedrijfssectors : |
| l'industrie des carrières et scieries de marbres de tout le territoire | het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied |
| du Royaume. | van het Rijk. |
| 9. Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de calcaire | 9. Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te |
| non taillé et des fours à chaux, des carrières de dolomies et des | houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en |
| fours à dolomies de tout le territoire du Royaume, | -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, |
| à savoir pour les secteurs d'activité suivants : | te weten voor de volgende bedrijfssectors : |
| l'industrie des carrières de calcaire non taillé et des fours à chaux, | het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de |
| des carrières de dolomies et des fours à dolomies de tout le | kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele |
| territoire du Royaume. | grondgebied van het Rijk. |
| 10. Sous-commission paritaire de l'industrie de la récupération de terrils, | 10. Paritair Subcomité voor de terugwinning van steenstort, |
| à savoir pour : | te weten voor : |
| l'industrie de la récupération de terrils de tout le territoire du | de terugwinning van steenstort op het gehele grondgebied van het Rijk, |
| Royaume, à l'exclusion des entreprises relevant d'une commission | met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder een ander |
| paritaire autre que la Commission paritaire auxiliaire pour ouvriers. | paritair comité dan het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden. |
| 11. Sous-commission paritaire de l'industrie des ardoisières, des | 11. Paritair Subcomité voor het bedrijf der leisteengroeven, |
| carrières de coticules et pierres à rasoir des provinces du Brabant | coticulegroeven en groeven van slijpsteen voor scheermessen in de |
| wallon, de Hainaut, de Liège, de Luxembourg et de Namur, | provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, |
| à savoir pour les secteurs d'activité suivants : | te weten voor de volgende bedrijfssectors : |
| l'industrie des ardoisières, des carrières de coticules et pierres à | het bedrijf der leisteengroeven, coticulegroeven en groeven van |
| rasoir des provinces du Brabant wallon, de Hainaut, de Liège, de | slijpsteen voor scheermessen in de provincies Waals-Brabant, |
| Luxembourg et de Namur. ». | Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen. ». |
Art. 2.L'article 2 du même arrêté, modifié par les arrêtés royaux des |
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke |
| 21 février 1980, 25 avril 1989, 14 août 1989 et 2 décembre 1993 est | besluiten van 21 februari 1980, 25 april 1989, 14 augustus 1989 en 2 |
| remplacé par les dispositions suivantes : | december 1993 wordt vervangen als volgt: |
| « Art. 2.Le nombre de membres des sous-commissions paritaires |
« Art. 2.Het aantal leden van de hierna opgesomde paritaire |
| énumérées ci-après est fixé comme suit : | subcomités wordt als volgt vastgesteld : |
| 1. La Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de petit | 1. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der |
| granit et de calcaire à tailler de la province de Hainaut est composée | groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen bestaat |
| de dix membres effectifs et de dix membres suppléants. | uit tien gewone en tien plaatsvervangende leden. |
| 2. La Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de petit | 2. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der |
| granit et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur est | groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen |
| composée de six membres effectifs et de six membres suppléants. | bestaat uit zes gewone et zes plaatsvervangende leden. |
| 3. La Sous-commission paritaire des carrières de porphyre de la | 3. Het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie |
| province de Hainaut et des carrières de quartzite de la province du | Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant |
| Brabant wallon est composée de quatorze membres effectifs et de | bestaat uit veertien gewone en veertien plaatsvervangende leden. |
| quatorze membres suppléants. | |
| 4. La Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de grès | 4. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en |
| et de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l'exception des | kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd |
| carrières de quartzite de la province du Brabant wallon est composée | de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant bestaat uit |
| de quatorze membres effectifs et quatorze membres suppléants. | veertien gewone en veertien plaatsvervangende leden. |
| 5. La Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de kaolin | 5. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde en |
| et de sable exploitées à ciel ouvert dans les provinces du Brabant | zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies |
| wallon, de Hainaut, de Liège, de Luxembourg et de Namur est composée de huit membres effectifs et de huit membres suppléants. 6. La Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de gravier et de sable exploitées à ciel ouvert dans les provinces d'Anvers, de Flandre occidentale, de Flandre orientale, de Limbourg et du Brabant flamand est composée de douze membres effectifs et de douze membres suppléants. 7. La Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières, cimenteries et fours à chaux de l'arrondissement administratif de Tournai est composée de dix membres effectifs et de dix membres suppléants. 8. La Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières et scieries de marbres de tout le territoire du Royaume est composée de douze membres effectifs et de douze membres suppléants. 9. La Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de calcaire non taillé et des fours à chaux, des carrières de dolomies et | Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen bestaat uit acht gewone en acht plaatsvervangende leden. 6. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant bestaat uit twaalf gewone en twaalf plaatsvervangende leden. 7. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik bestaat uit tien gewone en tien plaatsvervangende leden. 8. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk bestaat uit twaalf gewone en twaalf plaatsvervangende leden. 9 Het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en |
| des fours à dolomies de tout le territoire du Royaume est composée de | -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk bestaat uit zestien |
| seize membres effectifs et de seize membres suppléants. | gewone en zestien plaatsvervangende leden. |
| 10. La Sous-commission paritaire de l'industrie de la récupération de | 10. Het Paritair Subcomité voor de terugwinning van steenstort bestaat |
| terrils est composée de huit membres effectifs et de huit membres | uit acht gewone en acht plaatsvervangende leden. |
| suppléants. 11. La Sous-commission paritaire de l'industrie des ardoisières, des | 11. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der leisteengroeven, |
| carrières de coticules et pierres à rasoir des provinces du Brabant | coticulegroeven en groeven van slijpsteen voor scheermessen in de |
| wallon, de Hainaut, de Liège, de Luxembourg et de Namur est composée | provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen bestaat |
| de quatre membres effectifs et de quatre membres suppléants. ». | uit vier gewone en vier plaatsvervangende leden. ». |
Art. 3.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| présent arrêté. | van dit besluit. |
| Donné à Bruxelles, le 20 septembre 1999. | Gegeven te Brussel, 20 september 1999. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Note | Nota |
| (1) Références au Moniteur belge : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Arrêté royal du 25 avril 1979, Moniteur belge 8 août 1979. | Koninklijk besluit van 25 april 1979, Belgisch Staatsblad van 8 |
| augustus 1979. | |
| Arrêté royal du 21 février 1980, Moniteur belge du 13 mai 1980. | Koninklijk besluit van 21 februari 1980, Belgisch Staatsblad van 13 mei 1980. |
| Arrêté royal du 25 avril 1989, Moniteur belge du 11 mai 1989. | Koninklijk besluit van 25 april 1989, Belgisch Staatsblad van 11 mei |
| Arrêté royal du 14 août 1989, Moniteur belge du 26 août 1989. | 1989. Koninklijk besluit van 14 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 26 augustus 1989. |
| Arrêté royal du 5 août 1992, Moniteur belge du 22 août 1992. | Koninklijk besluit van 5 augustus 1992, Belgisch Staatsblad van 22 |
| augustus 1992. | |
| Arrêté royal du 2 décembre 1993, Moniteur belge du 22 décembre 1993. | Koninklijk van 2 december 1993, Belgisch Staatsblad van 22 december |
| 1993. |