← Retour vers "Arrêté royal créant une Commission de réforme du droit pénal social "
| Arrêté royal créant une Commission de réforme du droit pénal social | Koninklijk besluit tot oprichting van een Commissie voor de hervorming van het sociaal strafrecht |
|---|---|
| MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL MINISTERE DES AFFAIRES SOCIALES, DE LA SANTE PUBLIQUE ET DE L'ENVIRONNEMENT MINISTERE DE LA JUSTICE 19 JUILLET 2001. - Arrêté royal créant une Commission de réforme du droit pénal social ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID EN MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU MINISTERIE VAN JUSTITIE 19 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot oprichting van een Commissie voor de hervorming van het sociaal strafrecht ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu l'article 37 de la Constitution; | Gelet op artikel 37 van de Grondwet; |
| Vu le Code judiciaire, notamment l'article 294, alinéa 2; | Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 294, tweede lid; |
| Vu l'arrêté royal du 24 décembre 1964 fixant les indemnités pour frais | Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling |
| de séjour des membres du personnel des ministères; | van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan leden van het |
| personeel der ministeries; | |
| Vu l'arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale | Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene |
| en matière de frais de parcours; | regeling inzake reiskosten; |
| Vu l'arrêté royal du 20 mai 1965 relatif à la composition et au | Gelet op het koninklijk besluit van 20 mei 1965 betreffende de |
| fonctionnement des cabinets ministériels et au personnel des | samenstelling en de werking van de ministeriële kabinetten en |
| ministères appelé à faire partie du cabinet du président ou d'un | betreffende het personeel van de ministeries aangewezen om van het |
| membre du Gouvernement d'une Communauté ou d'une Région; | kabinet van de voorzitter of van een lid van de Regering van een |
| Gemeenschap of een Gewest deel uit te maken; | |
| Vu l'avis de l'Inspecteur des finances, donné le 29 mars 2001; | Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 29 |
| Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 16 juillet 2001; | maart 2001; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 16 juli 2001; |
| Vu l'accord du Ministre de la Fonction publique, donné le 18 juillet 2001; | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 18 juli 2001; |
| Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| notamment l'article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l'urgence; Considérant que la réforme du droit pénal social est à présent devenue urgente; qu'à cause des modifications législatives successives dans ce domaine durant la dernière décennie, la cohérence des normes juridiques est devenue peu claire; que la cohérence avec le droit pénal général doit également être rétablie; que la création de la Commission de réforme du droit pénal social est donc nécessaire pour mener à bien cette réforme et pour formuler des propositions à bref délai; que ces propositions doivent permettre d'entamer une réforme du droit pénal social, encore durant cette législature; Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, de Notre Ministre des Affaires sociales et des Pensions et de Notre Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er.Il est institué auprès du Ministère de l'Emploi et du Travail une « Commission de Réforme du Droit pénal social », ci-après |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat de hervorming van het sociaal strafrecht op dit ogenblik dringend is geworden; dat door de opeenvolgende wetswijzigingen in dit rechtsdomein het afgelopen decennium, de samenhang van de rechtsnormen onduidelijk is geworden; dat ook de samenhang met het gemeenrechtelijk strafrecht terug duidelijk moet afgelijnd worden; dat de oprichting van de Commissie voor de hervorming van het sociaal strafrecht daarom noodzakelijk is om deze hervorming in goede banen te leiden en op zeer korte termijn voorstellen te formuleren; dat deze voorstellen moeten toelaten dat nog in deze legislatuur met een begin van hervorming van het sociaal strafrecht kan begonnen worden; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1.Bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid wordt een « Commissie voor de Hervorming van het Sociaal Strafrecht » opgericht, |
| dénommée « la Commission ». | hierna aangeduid als « de Commissie ». |
Art. 2.La Commission a les missions suivantes : |
Art. 2.De Commissie heeft de volgende opdrachten : |
| 1° dans le domaine du contrôle des normes de droit social: | 1° op het vlak van het toezicht op de sociaalrechtelijke normen: |
| a) l'étude de la diversification et le renforcement des actions | a) het onderzoek naar de diversificatie en de versterking van |
| préventives; | preventieve acties; |
| b) l'étude de la question relative à l'infraction d'obstacle à la | b) het onderzoek van de problematiek inzake het misdrijf van |
| surveillance; | verhindering van toezicht; |
| 2° dans le domaine des infractions et des sanctions : | 2° op het vlak van de inbreuken en de sancties : |
| a) la recherche de précisions dans la description des comportements incriminés; b) l'insertion de ces incriminations et sanctions dans un schéma répressif cohérent; c) l'étude d'une coordination de ces incriminations et de ces sanctions, aussi bien sur le plan pénal que sur le plan des sanctions administratives; d) l'étude des principes généraux du droit pénal général et des règles particulières qui sont applicables aux incriminations et aux sanctions pénales et administratives du droit social; | a) het onderzoek naar de verduidelijking van de omschrijving van de gesanctioneerde gedragingen; b) het inschrijven van deze omschrijvingen en sancties in een coherent repressief schema; c) het bestuderen van een coördinatie van deze omschrijvingen en deze sancties, zowel op strafrechtelijk vlak als op het vlak van de administratieve sancties; d) het onderzoek naar de algemene principes van gemeen strafrecht en de bijzondere regels die van toepassing zijn op de misdrijfomschrijvingen en op de strafrechtelijke en administratieve sancties in het sociaal recht; |
| 3° dans les domaines de la dépénalisation et de la décriminalisation : | 3° op het vlak van de depenalisering en de decriminalisering : |
| a) la recherche de la possibilité de déterminer un critère objectif en | a) het onderzoek naar de mogelijkheid van het vaststellen van een |
| matière de dépénalisation et de décriminalisation; | objectief criterium inzake depenalisering en decriminalisering; |
| b) l'amélioration de la cohérence des sanctions, tant celles de nature pénale que celles de nature administrative; c) l'examen du développement de mesures alternatives, y compris des mesures non répressives; 4° l'étude de l'organisation des sanctions pénales et administratives du droit social, tant au niveau institutionnel qu'au niveau procédural; 5° l'examen des besoins logistiques, et plus précisément les besoins humains et matériels de tous les acteurs occupés dans le cadre des sanctions pénales et administratives du droit social; 6° l'étude des possibilités de promouvoir une collaboration internationale, en particulier au sein de l'Union Européenne. | b) het verbeteren van de coherentie van de sancties, zowel deze van strafrechtelijke als van administratiefrechtelijke aard; c) het onderzoek naar de bevordering van alternatieve, al dan niet-repressieve, maatregelen; 4° het bestuderen van de organisatie van de strafrechtelijke en administratieve sancties in het sociaal recht, zowel op institutioneel vlak als op het vlak van de procedures; 5° het onderzoek van de logistieke behoeften, in het bijzonder de menselijke en materiële behoeften van alle actoren werkzaam in het kader van de strafrechtelijke en administratieve sancties in het sociaal recht; 6° het bestuderen van de mogelijkheden om een internationale samenwerking te bevorderen, in het bijzonder in de schoot van de Europese Unie. |
Art. 3.La Commission comporte 27 membres. |
Art. 3.De Commissie bestaat uit 27 leden. |
| Elle est présidée par Mme F. Kéfer, professeur à l'Université de Liège | Zij wordt voorgezeten door Mevr. F. Kéfer, professor aan de |
| et M. J. Beuls, Premier président de la cour du travail d'Anvers. | Universiteit te Luik en de heer J. Beuls, Eerste voorzitter van het |
| arbeidshof te Antwerpen. | |
| Ils peuvent se faire assister par plusieurs membres de la commission | Zij kunen zich laten bijstaan door meedere leden van de commissie voor |
| pour la direction et la coordination des travaux. | de leiding en de coördinatie van de werkzaamheden. |
| Elle se compose des membres suivants : | Zij bestaat uit de volgende leden : |
| 1° cinq membres représentant le Ministère de l'Emploi et du Travail : | 1° vijf leden die het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid vertegenwoordigen : |
| - M. P. Pirenne, directeur général de l'Administration des Etudes, de | - de heer P. Pirenne, directeur-generaal van de Administratie van de |
| la Documentation et du Contentieux; | Studiën, de Documentatie en de Geschillen; |
| - M. M. Aseglio, directeur général de l'Administration de l'Inspection | - de heer M. Aseglio, directeur-generaal van de Administratie van de |
| des lois sociales; | Inspectie van de Sociale Wetten; |
| - M. M. De Gols, directeur général de l'Administration des Relations | - de heer M. De Gols, directeur-generaal van de Administratie van de |
| individuelles de travail; | Individuele Arbeidsbetrekkingen; |
| - M. J. Van Damme, conseiller général à l'Administration des Etudes, | - de heer J. Van Damme, adviseur-generaal generaal bij de |
| de la Documentation et du Contentieux; | Administratie van de Studiën, de Documentatie en de Geschillen; |
| - M. P. Braekmans, conseiller adjoint à l'Administration des Etudes, | - de heer P. Braekmans, adjunct-adviseur bij de Administratie van de |
| de la Documentation et du Contentieux | Studiën, de Documentatie en de Geschillen; |
| 2° trois membres représentant le Ministère des Affaires sociales, de | 2° drie leden die het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en |
| la Santé publique et de l'Environnement : | Leefmilieu vertegenwoordigen : |
| - M. H. Verlinden, conseiller adjoint au Service Allocations | - de heer H. Verlinden, adjunct-adviseur bij de Dienst Kinderbijslag |
| familiales de l'Administration de la sécurité sociale; | van het Bestuur van de Sociale zekerheid; |
| - M.B. Van Braekel, conseiller adjoint au Service Assujettissement de | - de heer B. Van Braekel, adjunct-adviseur bij de Dienst Onderwerping |
| l'Administration de la Sécurité sociale; | van het Bestuur van de Sociale Zekerheid; |
| - M. D. Verbeke, inspecteur social; | - de heer D. Verbeke, sociaal inspecteur; |
| 3° cinq membres l'Ordre Judiciaire : | 3° vijf leden die de Rechtelijke Orde vertegenwoordigen : |
| - M. P. Bricout, premier avocat général à la cour du travail de Gand; | - de heer P. Bricout, eerste advocaat-generaal bij het arbeidshof te |
| - M. P. Laurent, premier avocat général à la cour du travail de Liège; | Gent; - de heer P. Laurent, eerste advocaat-generaal bij het arbeidshof te Luik; |
| - M. S. D'Halleweyn, substitut général à la cour du travail d'Anvers; | - de heer S. D'Halleweyn, substituut-generaal bij het arbeidshof te |
| - Mme N. Meunier, auditeur du travail près du tribunal du travail de Liège; | Antwerpen; - Mevr. N. Meunier, arbeidsauditeur bij de arbeidsrechtbank te Luik; |
| - Mme C. Nolens, auditeur du travail près du tribunal du travail de | - Mevr. C. Nolens, arbeidsauditeur bij de arbeidsrechtbank te |
| Tongres; | Tongeren; |
| 4° trois membres représentant l'Office national de l'Emploi : | 4° drie leden die de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening vertegenwoordigen : |
| - M. W. Langeraert, conseiller adjoint du chômage à la Direction | - de heer W. Langeraert, adjunct-adviseur van de werkloosheid bij de |
| Organisation du régime; | Directie Organsatie van het stelsel; |
| - M. R. de la Porte, conseiller adjoint du chômage à la Direction | - de heer R. de la Porte, adjunct-adviseur van de werkloosheid bij de |
| Réglementation; | Directie Reglementering; |
| - M. B. Stievenart, conseiller à la Direction Audit interne et | - de heer B. Stievenart, adviseur bij de Directie Interne audit en |
| Accompagnement; | Begeleiding; |
| 5° un membre représentant l'Office national de Sécurité sociale : | 5° één lid die de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid vertegenwoordigt : |
| - M. P. Van der Vorst, administrateur général; | - de heer P. Van der Vorst, administrateur-generaal; |
| 6° quatre membres appartenant au monde académique : | 6° vier leden behorende tot de academische wereld : |
| - M. H.-D. Bosly, professeur à l'Université Catholique de Louvain; | - de heer H.-D. Bosly, professor aan de « Université Catholique de |
| - M. W. Van Eeckhoutte, professeur à « de Rijksuniversiteit te Gent »; | Louvain »; - de heer W. Van Eeckhoutte, professor aan de Rijksuniversiteit te Gent; |
| - M. P. Traest, professeur à « de Rijksuniversiteit te Gent »; | - de heer P. Traest, professor aan de Rijksuniversiteit te Gent; |
| - M. F. Deruyck, professeur à « de Vrije Universiteit Brussel »; | - de heer F. Deruyck, professor aan de Vrije Universiteit te Brussel; |
| 7° deux représentants du Ministre de l'Emploi : | 7° twee vertegenwoordigers van de Minister van Werkgelegenheid : |
| - M. J.-P. Janssens, conseiller; | - de heer J.-P. Janssens, adviseur; |
| - Mme M.-S. Hody, collaboratrice; | - Mevr. M.-S. Hody, medewerker; |
| 8° un représentant du Ministre des Affaires sociales : | 8° één vertegenwoordiger van de Minister van Sociale Zaken : |
| - M. V. Vandenameele, collaborateur; | - de heer V. Vandenameele, medewerker; |
| 9° un représentant du Ministre de la Justice : | 9° één vertegenwoordiger van de Minister van Justitie : |
| - M. P. De Koster, chef de cabinet adjoint. | - de heer P. De Koster, adjunct-kabinetschef. |
Art. 4.La Commission peut se faire assister par des experts |
Art. 4.De Commissie kan zich laten bijstaan door deskundigen die niet |
| non-membres de la Commission. | behoren tot haar leden. |
Art. 5.La Commission est assistée par deux chercheurs et deux membres |
Art. 5.De Commissie wordt bijgestaan door twee onderzoekers en twee |
| du personnel administratif. | administratieve personeelsleden. |
| Ils doivent faire partie d'une administration publique ou d'un | Zij moeten behoren tot een overheidsdienst of een openbare instelling. |
| organisme d'intérêt public. Ils ne peuvent pas faire partie d'un | Zij mogen geen deel uitmaken van een ministerieel kabinet. |
| cabinet minsitériel. | |
| Les chercheurs reçoivent la même allocation qui est accordée aux | De onderzoekers ontvangen dezelfde toelage die aan de leden van het |
| membres du personnel des ministères détachés dans les cabinets | personeel der ministeries die bij de ministeriële kabinetten |
| ministériels comme conseiller en vertu de l'article 13 et suivants de | gedetacheerd zijn als adviseur overeenkomstig artikel 13 en volgende |
| l'arrêté royal du 20 mai 1965 relatif à la composition et au | van het koninklijk besluit van 20 mei 1965 betreffende de |
| fonctionnement des cabinets ministériels et au personnel des | samenstelling en de werking van de ministeriële kabinetten en |
| ministères appelé à faire partie du cabinet du président ou d'un | betreffende het personeel van de ministeries aangewezen om van het |
| membre du Gouvernement d'une Communauté ou d'une Région. L'allocation | kabinet van de voorzitter of van een lid van de Regering van een |
| précitée n'est pas cumulable avec les jetons de présence visés à | Gemeenschap of een Gewest deel uit te maken. Voormelde toelage is niet |
| l'article 8, 1°. | verenigbaar met de presentiegelden bedoeld in artikel 8, 1°. |
Art. 6.La Commission peut constituer en son sein des sous-comités |
Art. 6.De Commissie kan in haar schoot sub-comités instellen volgens |
| suivant des modalités déterminées par elle-même. | de door haar bepaalde modaliteiten. |
Art. 7.Le secrétariat de la Commission est assuré par des |
Art. 7.Het secretariaat van de Commissie wordt waargenomen door |
| fonctionnaires du Ministère de l'Emploi et du Travail. | ambtenaren van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. |
Art. 8.Pour autant qu'ils ne fassent pas partie d'un cabinet |
Art. 8.Voor zover zij geen deel uimaken van een ministerieel kabinet |
| ministériel ou qu'ils n'appartiennent pas à une administration | of niet tot een overheidsdienst of een openbare instelling behoren, |
| publique ou à un organisme d'intérêt public, les membres de la | ontvangen de leden van de Commissie en van de sub-comités, alsook de |
| Commission et des sous-comités, ainsi que les experts reçoivent : | deskundigen : |
| 1° un jeton de présence de EUR 37,18 par jour de réunion; | 1° een presentiegeld van EUR 37,18 per zittingsdag; |
| 2° s'ils assistent à une réunion tenue en dehors de leur résidence | 2° indien zij een vergadering bijwonen die buiten hun administratieve |
| administrative : | standplaats wordt gehouden : |
| a) le remboursement des frais de parcours, aux conditions fixées par | a) de terugbetaling van hun reiskosten onder de voorwaarden bepaald |
| l'arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale en | bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene |
| matière de frais de parcours; | regeling inzake reiskosten; |
| b) le remboursement des frais de séjour conformément aux dispositions | b) een vergoeding voor verblijfkosten bepaald bij het koninklijk |
| de l'arrêté royal du 24 décembre 1964 fixant les indemnités pour frais | besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen |
| de séjour des membres du personnel des ministères. | wegens verblijfkosten toegekend aan leden van het personeel der |
| Pour l'application du point 2°, les membres de la Commission ainsi que | ministeries. Voor de toepassing van punt 2° worden de leden en deskundigen |
| les experts sont assimilés aux fonctionnaires de rangs 10 à 14. | gelijkgesteld met de ambtenaren van de rangen 10 tot 14. |
Art. 9.Le président qui ne fait pas partie d'un cabinet ministériel |
Art. 9.De voorzitter die geen deel uitmaakt van een ministerieel |
| ou qui n'appartient pas à une administration publique ou à un | kabinet of niet behoort tot een overheidsdienst of een openbare |
| organisme d'intérêt public à temps plein, reçoit une indemnité anuelle | instelling met een voltijdse tewerkstelling, ontvangt een jaarlijkse |
| de EUR 34 705. | vergoeding van EUR 34 705. |
| L'indemnité visée à l'alinéa 1er n'est pas cumulable avec les jetons | De in het eerste lid bedoelde vergoeding is niet verenigbaar met de |
| de présence visés à l'article 8, 1°. | presentiegelden bedoeld in artikel 8, 1°. |
| Le montant visé à l'alinéa 1er est payé mensuellement à concurrence de | Het in het eerste lid vermelde bedrag wordt maandelijks betaald naar |
| 1/12 de l'indemnité annuelle. | rato van 1/12 van de jaarlijkse vergoeding. |
| La règle de la mobilité applicable aux traitements du personnel des | De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der |
| ministères s'applique également à cette indemnité. Elle est liée à | ministeries geldt ook voor deze vergoeding. Zij is gekoppeld aan het |
| l'indice-pivot 138,01. | spilindexcijfer 138,01. |
Art. 10.Les allocations et les indemnités mentionnées aux articles 5, |
|
| alinéa 3, 8 et 9, alinéa 1er et les frais de fonctionnement du | Art. 10.De in de artikelen 5, derde lid, 8 en 9, eerste lid bedoelde |
| secrétariat sont à charge du budget du Ministère de l'Emploi et du | toelagen en vergoedingen en de kosten voor de werking van het |
| Travail. Art. 11.Pour la période du 1er janvier 2001 au 31 décembre 2001, les |
secretariaat zijn ten laste van de begroting van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. |
| montants de « BEF 1 500 » et de « BEF 1 400 000 » sont respectivement | Art. 11.Voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2001 |
| d'application au lieu des montants de « EUR 37,18 » et de « EUR 34 705 | gelden in plaats van de bedragen van « EUR 37,18 » en « EUR 34 705 », |
| », indiqués aux articles 8, 1° et 9, alinéa 1er. | vermeld in de artikelen 8, 1° en 9, eerste lid, respectievelijk de |
| bedragen van « BEF 1 500 » en « BEF 1 400 000 ». | |
Art. 12.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2001. |
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001. |
Art. 13.Notre Ministre de l'Emploi, Notre Ministre des Affaires |
Art. 13.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Sociale |
| sociales et des Pensions et Notre Ministre de la Justice sont chargés, | Zaken en van Pensioenen en Onze Minister van Justitie zijn belast, |
| chacun en ce que le concerne, de l'exécution du présent arrêté. | ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit. |
| Donné à Bruxelles, le 19 juillet 2001. | Gegeven te Brussel, 19 juli 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| Le Ministre des Affaires sociales et des Pensions, | De Minister van Sociale Zaken en van Pensioenen, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
| Le Ministre de la Justice, | De Minister van Justitie, |
| M. VERWILGHEN | M. VERWILGHEN |