Arrêté royal portant adaptation au bien-être de certaines prestations dans le régime des travailleurs salariés | Koninklijk besluit tot aanpassing aan de welvaart van bepaalde uitkeringen in de regeling voor werknemers |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
17 MAI 2019. - Arrêté royal portant adaptation au bien-être de | 17 MEI 2019. - Koninklijk besluit tot aanpassing aan de welvaart van |
certaines prestations dans le régime des travailleurs salariés | bepaalde uitkeringen in de regeling voor werknemers |
RAPPORT AU ROI | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Le projet d'arrêté royal que j'ai l'honneur de soumettre à la | Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter ondertekening |
signature de votre Majesté, a pour but d'exécuter certaines | aan Uwe Majesteit voor te leggen, heeft als doel uitvoering te geven |
adaptations au bien-être prévues dans l'accord interprofessionnel | aan bepaalde welvaartsaanpassingen voorzien in het interprofessioneel |
2019-2020. | akkoord 2019-2020. |
1. Objet de l'arrêté royal | 1. Opzet van het koninklijk besluit |
Le présent projet d'arrêté royal apporte les modifications nécessaires | |
à la réglementation du régime de pension des travailleurs salariés et | Dit ontwerp van koninklijk besluit brengt de nodige wijzigingen aan in |
de la garantie de revenus aux personnes âgées afin d'exécuter | de reglementering van het pensioenstelsel voor werknemers en van de |
certaines adaptations au bien-être, notamment l'augmentation d'un | inkomensgarantie voor ouderen teneinde bepaalde welvaartsaanpassingen |
certain nombre de prestations et plafonds de calcul. | door te voeren, meer bepaald de verhoging van een aantal uitkeringen |
en berekeningsplafonds. | |
2. Commentaire des articles | 2. Commentaar van de artikelen |
Chapitre 1er. - Adaptation du plafond salarial | Hoofdstuk 1. - Aanpassing van de loongrens |
L'article 1er multiplie le plafond salarial par 1,017 pour les années | Artikel 1 vermenigvuldigt het loonplafond met 1,017 voor de in |
à prendre en considération après 2019. | aanmerking te nemen jaren na 2019. |
Chapitre 2. - Adaptation de la pension minimum garantie pour une | Hoofdstuk 2. - Aanpassing van het gewaarborgd minimumpensioen voor een |
carrière complète | volledige loopbaan |
L'article 2 augmente la pension minimum garantie de retraite sur base | Artikel 2 verhoogt het gewaarborgd minimumrustpensioen op basis van |
d'une carrière complète de 1% à partir du 1er juillet 2019. Il fixe | een volledige loopbaan met 1% met ingang van 1 juli 2019. Het stelt de |
les nouveaux montants de base de la pension minimum garantie de | nieuwe basisbedragen voor het gewaarborgd minimumrustpensioen als |
retraite de travailleur salarié sur base d'une carrière complète à | werknemer op basis van een volledige loopbaan vast op 13.283,04 euro |
13.283,04 euros (taux ménage) et 10.629,78 euros (taux isolé). | (gezinsbedrag) en 10.629,78 euro (bedrag alleenstaande). |
L'article 3 augmente la pension minimum garantie de survie sur base | Artikel 3 verhoogt het gewaarborgd minimumoverlevingspensioen op basis |
d'une carrière complète de 1% à partir du 1er juillet 2019. Il fixe le | van een volledige loopbaan met 1% met ingang van 1 juli 2019. Het |
nouveau montant de base de la pension minimum garantie de survie de | stelt het nieuwe basisbedrag voor het minimumoverlevingspensioen als |
travailleur salarié sur base d'une carrière complète du conjoint | werknemer op basis van een volledige loopbaan van de overleden |
décédé à 10.487,73 euro. | echtgenoot vast op 10.487,73 euro. |
Chapitre 3. - Adaptation du droit minimum par année de carrière | Hoofdstuk 3. - Aanpassing van het minimumrecht per loopbaanjaar |
L'article 4 augmente le salaire de référence pris en considération | Artikel 4 verhoogt het referentieloon dat in aanmerking wordt genomen |
dans le droit minimum par année de carrière et le montant maximum de | in het minimumrecht per loopbaanjaar en het maximumpensioen dat in het |
la pension pouvant être allouée sur base de ce droit minimum par année | kader van dit minimumrecht per loopbaanjaar kan toegekend worden met |
de carrière de 2,4112%. | 2,4112%. |
L'article 4, § 1er, alinéa 1er fixe le nouveau salaire de référence du | Artikel 4, § 1, eerste lid legt het nieuwe referentieloon van het |
droit minimum par année de carrière à 18.088,35 euros. L'article 4, § | minimumrecht per loopbaanjaar vast op 18.088,35 euro. Artikel 4, § 1, |
1er, alinéa 2 prévoit que cette augmentation vise les pensions et les | tweede lid voorziet dat deze verhoging de pensioenen en de |
allocations de transition qui prennent cours effectivement et pour la | overgangsuitkeringen beoogt die daadwerkelijk en voor de eerste maal |
première fois au plus tôt le 1er janvier 2020. | ten vroegste ingaan op 1 januari 2020. |
L'article 4, § 2, alinéa 1er fixe les nouveaux montants de la pension | Artikel 4, § 2, eerste lid legt de nieuwe bedragen van het |
maximum pouvant être allouée sur base de ce droit minimum par année de | maximumpensioen dat in het kader van dit minimumrecht per loopbaanjaar |
carrière à 14.384,32 euros (taux ménage) et 11.507,45 euros (taux | kan toegekend worden vast op 14.384,32 euro (gezinsbedrag) en |
isolé). L'article 4, § 2, alinéa 2 prévoit que cette augmentation vise | 11.507,45 euro (bedrag alleenstaande). Artikel 4, § 2, tweede lid |
les pensions qui prennent cours effectivement et pour la première fois | voorziet dat deze verhoging de pensioenen beoogt die daadwerkelijk en |
au plus tôt le 1er janvier 2020. | voor de eerste maal ten vroegste ingaan op 1 januari 2020. |
Chapitre 4. - Adaptation de certaines pensions | Hoofdstuk 4. - Aanpassing van sommige pensioenen |
L'article 5 augmente les pensions, à l'exception des pensions minima, | Artikel 5 verhoogt de pensioenen, met uitzondering van de |
qui ont pris cours effectivement et pour la première fois au plus tard | minimumpensioenen, die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten |
le 1er décembre 2009 de 0,785% au 1er août 2019. | laatste op 1 december 2009 zijn ingegaan met 0,785% op 1 augustus 2019. |
Chapitre 5. - Adaptation du pécule de vacances | Hoofdstuk 5. - Aanpassing van het vakantiegeld |
L'article 6 augmente le pécule de vacances et le pécule | Artikel 6 verhoogt het vakantiegeld en de aanvullende toeslag, met |
complémentaire, avec effet au 1er mai 2020, pour, compte tenu de la | ingang van 1 mei 2020, om, rekening houdend met de verhoging |
majoration intervenue en mai 2019, atteindre une augmentation de 7,9 % | doorgevoerd in mei 2019, een verhoging met 7,9 % ten opzichte van de |
par rapport aux montants de base de 2018. | basisbedragen van 2018 te bereiken. |
L'article 6, alinéa 1er, fixe les nouveaux montants de base du pécule | Het artikel 6, eerste lid, stelt de nieuwe basisbedragen van het |
de vacances à 192,96 euros (taux ménage) et 115,72 euros (taux isolé | vakantiegeld vast op 192,96 euro (gezinsbedrag) en 115,72 euro (bedrag |
et pension de survie) et du pécule complémentaire à 756,31 euros (taux | alleenstaande en overlevingspensioen) en van de aanvullende toeslag op |
ménage) et 605,05 euros (taux isolé et pension de survie). | 756,31 euro (gezinsbedrag) en 605,05 euro (bedrag alleenstaande en |
overlevingspensioen). | |
L'article 6, alinéa 2, adapte le coefficient afin d'augmenter de | Het artikel 6, tweede lid, past de verhogingscoëfficiënt aan teneinde |
manière identique le pécule de vacances et le pécule complémentaire au | het tot het maandelijks pensioenbedrag beperkte vakantiegeld en de |
pécule de vacances, limités à la mensualité de pension, sans que le | aanvullende toeslag bij het vakantiegeld op een identieke wijze te |
montant total puisse excéder les montants de base maxima adaptés. | verhogen, zonder dat het totaalbedrag de aangepaste maximum |
basisbedragen kan overschrijden. | |
Chapitre 6. - Adaptation de la garantie de revenus aux personnes âgées | Hoofdstuk 6. - Aanpassing van de inkomensgarantie voor ouderen |
L'article 7 prévoit une double augmentation du montant de la garantie | Artikel 7 voorziet in een dubbele verhoging van het bedrag van de |
de revenus aux personnes âgées. | inkomensgarantie voor ouderen. |
Article 7, 1° prévoit une augmentation de 0,3 % avec effet le 1er | Artikel 7, 1° voorziet in een verhoging met 0,3 % met ingang van 1 |
juillet 2019. Il fixe le nouveau montant à 6.408,89 euros. | juli 2019. Het stelt het nieuwe bedrag vast op 6.408,89 euro. |
Article 7, 2° prévoit une augmentation de 0,8973 % avec effet le 1er | Artikel 7, 2° voorziet in een verhoging met 0,8973 % met ingang van 1 |
janvier 2020. Il fixe le nouveau montant à 6.466,40 euros. | januari 2020. Het stelt het nieuwe bedrag vast op 6.466,40 euro. |
Chapitre 7. - Disposition commune | Hoofdstuk 7. - Gemeenschappelijke bepaling |
L'article 8 stipule que l'année de prise de cours d'une pension de | Artikel 8 stelt dat het ingangsjaar van een overlevingspensioen |
survie correspond à l'année au cours de laquelle la pension de | overeenstemt met het jaar tijdens hetwelk het rustpensioen van de |
retraite du conjoint décédé a pris cours effectivement et pour la | overleden echtgenoot daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan |
première fois si celui-ci bénéficiait de cette pension au moment de son décès. | wanneer deze op het ogenblik van zijn overlijden dit pensioen genoot. |
Chapitre 8. - Dispositions finales | Hoofdstuk 8. - Slotbepalingen |
L'article 9 fixe la date d'entrée en vigueur de l'arrêté au 1er | Artikel 9 legt de datum van inwerkingtreding van het besluit vast op 1 |
juillet 2019 à l'exception de l'article 5 qui entre en vigueur le 1er | juli 2019 met uitzondering van artikel 5 dat in werking treedt op 1 |
août 2019, des articles 1, 4 et 7, 2° qui entrent en vigueur le 1er | augustus 2019, van de artikelen 1, 4 en 7, 2° die in werking treden op |
janvier 2020 et de l'article 6 qui entre en vigueur le 1er mai 2020. | 1 januari 2020 en van artikel 6 dat in werking treedt op 1 mei 2020. |
L'article 10 charge le Ministre des Pensions de l'exécution de | Artikel 10 belast de Minister van Pensioenen met de uitvoering van het |
l'arrêté. | besluit. |
J'ai l'honneur d'être, | Ik heb de eer te zijn, |
Sire, | Sire, |
de Votre Majesté | Van Uwe Majesteit, |
le très respectueux et très fidèle serviteur, | de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, |
Le Ministre des Pensions, | De Minister van Pensioenen, |
D. BACQUELAINE | D. BACQUELAINE |
17 MAI 2019. - Arrêté royal portant adaptation au bien-être de | 17 MEI 2019. - Koninklijk besluit tot aanpassing aan de welvaart van |
certaines prestations dans le régime des travailleurs salariés | bepaalde uitkeringen in de regeling voor werknemers |
PHILIPPE, Roi des Belges, | FILIP, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu l'arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967 relatif à la pension de | Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende |
retraite et de survie des travailleurs salariés, l'article 7, alinéa | het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, artikel 7, tiende |
10, inséré par l'arrêté royal du 23 décembre 1996, l'article 22, | lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december 1996, |
alinéa 2, remplacé par la loi du 30 mars 1994 et l'article 29, § 4, | artikel 22, tweede lid, vervangen bij de wet van 30 maart 1994 en |
inséré par la loi du 28 mars 1973 et remplacé par l'arrêté royal du 23 | artikel 29, § 4, ingevoegd bij de wet van 28 maart 1973 en vervangen |
décembre 1996 ; | bij het koninklijk besluit van 23 december 1996; |
Vu la loi du 8 août 1980 relative aux propositions budgétaires | Gelet op de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire |
1979-1980, l'article 152, modifié en dernier lieu par l'arrêté royal | voorstellen 1979-1980, artikel 152, laatst gewijzigd bij het |
du 21 juillet 2017 et l'article 153, modifié en dernier lieu par | koninklijk besluit van 21 juli 2017 en artikel 153, laatst gewijzigd |
l'arrêté royal du 21 juillet 2017 ; | bij het koninklijk besluit van 21 juli 2017; |
Vu l'arrêté royal du 23 décembre 1996 portant exécution des articles | Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering |
15, 16 et 17 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la | van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot |
sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des | modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de |
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, artikel 8, § 10, 1°, | |
pensions, l'article 8, § 10, 1°, inséré par la loi du 23 décembre 2005 | ingevoegd bij de wet van 23 december 2005 en gewijzigd bij de wet van |
et modifié par la loi du 18 mars 2016 ; | 18 maart 2016; |
Vu la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux | Gelet op de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een |
personnes âgées, l'article 6, § 5, remplacé par la loi du 8 décembre 2013 ; | inkomensgarantie voor ouderen, artikel 6, § 5, vervangen bij de wet van 8 december 2013; |
Vu l'arrêté royal du 21 décembre 1967 portant règlement général du | Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling |
régime de pension de retraite et de survie des travailleurs salariés; | van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers; |
Considérant la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité | Overwegende de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, |
entre les générations, l'article 72, modifié par les lois des 27 | artikel 72, gewijzigd bij de wetten van 27 december 2006 en 19 |
décembre 2006 et 19 décembre 2014, l'article 73, modifié par la loi du | december 2014, artikel 73, gewijzigd bij de wet van 19 december 2014 |
19 décembre 2014 et l'article 73bis, inséré par la loi du 27 décembre | en artikel 73bis, ingevoegd bij de wet van 27 december 2006 en |
2006 et modifié par la loi du 19 décembre 2014 ; | gewijzigd bij de wet van 19 december 2014; |
Vu l'avis du Conseil national du Travail, donné le 23 avril 2019 ; | Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 23 april 2019; |
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 4 avril 2019 ; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 |
Vu l'accord du Ministre du Budget du 5 avril 2019 ; | april 2019; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 5 april 2019; |
Vu l'analyse d'impact de la réglementation réalisée conformément aux | Gezien de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig |
articles 6 et 7 de la loi du 15 décembre 2013 portant des dispositions | artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse |
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; | |
diverses en matière de simplification administrative ; | Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 10 april 2019 |
Vu la demande d'avis dans un délai de trente jours, adressée au | bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § |
Conseil d'Etat le 10 avril 2019, en application de l'article 84 § 1er | 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd |
alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 | op 12 januari 1973; |
janvier 1973 ; Considérant l'absence de communication de l'avis dans ce délai ; | Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; |
Vu l'article 84, § 4, alinéa 2, des lois sur le Conseil d'Etat, | Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van |
coordonnées le 12 janvier 1973 ; | State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition du Ministre des Pensions et de l'avis des Ministres | Op de voordracht van de Minister van Pensioenen en op het advies van |
qui en ont délibéré en Conseil, | de in Raad vergaderde Ministers, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
CHAPITRE 1er. - Adaptation du plafond salarial | HOOFDSTUK 1. - Aanpassing van de loongrens |
Article 1er.Le montant annuel visé à l'article 7, alinéa 3, de |
Artikel 1.Het jaarbedrag bedoeld in artikel 7, derde lid, van het |
l'arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967 relatif à la pension de | koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en |
retraite et de survie des travailleurs salariés est pour les années après 2019 multiplié par 1,017. | overlevingspensioen voor werknemers wordt voor de jaren na 2019 vermenigvuldigd met 1,017. |
CHAPITRE 2. - Adaptation de la pension minimum garantie pour une | HOOFDSTUK 2. - Aanpassing van het gewaarborgd minimumpensioen voor een |
carrière complète | volledige loopbaan |
Art. 2.Les montants de 13.151,52 euros et de 10.524,53 euros visés à |
Art. 2.De bedragen van 13.151,52 euro en van 10.524,53 euro bedoeld |
l'article 152 de la loi du 8 août 1980 relative aux propositions | in artikel 152 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de |
budgétaires 1979-1980 sont respectivement remplacés avec effet au 1er | budgettaire voorstellen 1979-1980 worden met ingang van 1 juli 2019 |
juillet 2019 par les montants de 13.283,04 euros et de 10.629,78 | respectievelijk vervangen door de bedragen van 13.283,04 euro en |
euros. | 10.629,78 euro. |
Art. 3.Le montant de 10.383,89 euros visé à l'article 153 de la même |
Art. 3.Het bedrag van 10.383,89 euro bedoeld in artikel 153 van |
loi est remplacé avec effet au 1er juillet 2019 par le montant de | dezelfde wet wordt met ingang van 1 juli 2019 vervangen door het |
10.487,73 euros. | bedrag van 10.487,73 euro. |
CHAPITRE 3. - Adaptation du droit minimum par année de carrière | HOOFDSTUK 3. - Aanpassing van het minimumrecht per loopbaanjaar |
Art. 4.§ 1er. Le montant de 17.662,47 euros visé à l'article 8, § 1er, |
Art. 4.§ 1. Het bedrag van 17.662,47 euro bedoeld in artikel 8, § 1, |
alinéa 1er, de l'arrêté royal du 23 décembre 1996 portant exécution | eerste lid van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot |
des articles 15, 16 et 17 de la loi du 26 juillet 1996 portant | uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 |
modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des | tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de |
régimes légaux des pensions est remplacé par le montant de 18.088,35 | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels wordt vervangen door |
euros. | het bedrag van 18.088,35 euro. |
Les dispositions du présent paragraphe s'appliquent aux pensions et | De bepalingen van deze paragraaf zijn van toepassing op de pensioenen |
allocations de transition qui prennent cours effectivement et pour la | en de overgangsuitkeringen die daadwerkelijk en voor de eerste maal |
première fois au plus tôt le 1er janvier 2020. | ten vroegste op 1 januari 2020 ingaan. |
§ 2. Les montants de 14.045,65 euros et de 11.236,52 euros visés à | § 2. De bedragen van 14.045,65 euro en van 11.236,52 euro bedoeld in |
l'article 8, § 1er, alinéa 1er, 2°, du même arrêté sont respectivement | artikel 8, § 1, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit worden |
remplacés par les montants de 14.384,32 euros et de 11.507,45 euros. | respectievelijk vervangen door de bedragen van 14.384,32 euro en 11.507,45 euro. |
Les dispositions du présent paragraphe s'appliquent aux pensions qui | De bepalingen van deze paragraaf zijn van toepassing op de pensioenen |
prennent cours effectivement et pour la première fois au plus tôt le 1er | die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari |
janvier 2020. | 2020 ingaan. |
CHAPITRE 4. - Adaptation de certaines pensions | HOOFDSTUK 4. - Aanpassing van sommige pensioenen |
Art. 5.A l'exclusion des pensions visées aux articles 152 et 153 de |
Art. 5.Met uitsluiting van de pensioenen bedoeld in de artikelen 152 |
la loi du 8 août 1980 relative aux propositions budgétaires 1979-1980, | en 153 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire |
des pensions visées à l'article 7, §§ 1er et 2, de l'arrêté royal du | voorstellen 1979-1980, van de pensioenen bedoeld in artikel 7, §§ 1 en |
14 février 2003 portant détermination du montant minimum garanti de | 2, van het koninklijk besluit van 14 februari 2003 tot vaststelling |
van het gewaarborgd minimumpensioen voor werknemers, opgeheven bij het | |
pension pour travailleurs salariés, abrogé par l'arrêté royal du 28 | koninklijk besluit van 28 september 2006 tot uitvoering van de |
septembre 2006 portant exécution des articles 33, 33bis, 34 et 34bis | artikelen 33, 33bis, 34 en 34bis van de herstelwet van 10 februari |
de la loi de redressement du 10 février 1981 relative aux pensions du | 1981 inzake pensioenen van de sociale sector, maar waarvan de |
secteur social, mais dont les dispositions restent d'application pour | bepalingen van toepassing blijven op de pensioenen die daadwerkelijk |
les pensions qui ont pris cours effectivement et pour la première fois | en voor de eerste maal ten laatste op 1 september 2006 zijn ingegaan |
au plus tard le 1er septembre 2006 et des pensions visées à l'article | en van de pensioenen bedoeld in artikel 7, §§ 1 en 2, van het |
7, §§ 1er et 2, de l'arrêté royal du 28 septembre 2006 portant | koninklijk besluit van 28 september 2006 tot uitvoering van de |
exécution des articles 33, 33bis, 34 et 34bis de la loi de | artikelen 33, 33bis, 34 en 34bis van de herstelwet van 10 februari |
redressement du 10 février 1981 relative aux pensions du secteur | 1981 inzake pensioenen van de sociale sector, worden de pensioenen in |
social, les pensions dans le régime des travailleurs salariés qui ont | de werknemersregeling die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten |
pris cours effectivement au plus tard le 1er décembre 2009, sont | laatste op 1 december 2009 zijn ingegaan verhoogd met 0,785 % op 1 |
augmentées de 0,785 % au 1er août 2019. | augustus 2019. |
CHAPITRE 5. - Adaptation du pécule de vacances | HOOFDSTUK 5. - Aanpassing van het vakantiegeld |
Art. 6.Les montants 185,45 euros, de 111,22 euros, de 726,87 euros et |
Art. 6.De bedragen van 185,45 euro, 111,22 euro, 726,87 euro en |
de 581,50 euros visés à l'article 56, § 3, de l'arrêté royal du 21 | 581,50 euro bedoeld in artikel 56, § 3, van het koninklijk besluit van |
décembre 1967 portant règlement général du régime de pension de | 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement |
retraite et de survie des travailleurs salariés, sont respectivement | betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, worden |
remplacés avec effet au 1er mai 2020 par les montants de 192,96 euros, | respectievelijk vervangen met ingang van 1 mei 2020 door de bedragen |
de 115,72 euros, de 756,31 euros et de 605,05 euros. | van 192,96 euro, 115,72 euro, 756,31 euro en 605,05 euro. |
Le coefficient de 1,24621475 visé à l'article 56, § 5, du même arrêté | De verhogingscoëfficiënt van 1,24621475 bedoeld in artikel 56, § 5, |
est remplacé avec effet au 1er mai 2020 par le coefficient de | van hetzelfde besluit wordt met ingang van 1 mei 2020 vervangen door |
1,29668825. | de verhogingscoëfficiënt van 1,29668825. |
CHAPITRE 6. - Adaptation de la garantie de revenus aux personnes âgées | HOOFDSTUK 6. - Aanpassing van de inkomensgarantie voor ouderen |
Art. 7.Le montant de 6.389,72 euros visé à l'article 6, § 1er, de la |
Art. 7.Het bedrag van 6.389,72 euro bedoeld in artikel 6, § 1, van de |
loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes | wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor |
âgées est remplacé : | ouderen, wordt vervangen: |
1° au 1er juillet 2019 par le montant de 6.408,89 euros ; | 1° door het bedrag van 6.408,89 euro op 1 juli 2019; |
2° au 1er janvier 2020 par le montant de 6.466,40 euros. | 2° door het bedrag van 6.466,40 euro op 1 januari 2020. |
CHAPITRE 7. - Disposition commune | HOOFDSTUK 7. - Gemeenschappelijke bepaling |
Art. 8.Lorsqu'il s'agit d'une pension de survie, l'année de prise de |
Art. 8.Wanneer het een overlevingspensioen betreft, is het in |
cours à prendre en considération est l'année au cours de laquelle la | aanmerking te nemen ingangsjaar het jaar tijdens welk het rustpensioen |
pension de retraite du conjoint décédé a pris cours effectivement et | van de overleden echtgenoot daadwerkelijk en voor de eerste maal is |
pour la première fois si celui-ci bénéficiait de cette pension au | ingegaan wanneer deze op het ogenblik van zijn overlijden dit pensioen |
moment de son décès. | genoot. |
CHAPITRE 8. - Dispositions finales | HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen |
Art. 9.Les dispositions du présent arrêté entrent en vigueur le 1er |
Art. 9.De bepalingen van dit besluit treden in werking op 1 juli 2019 |
juillet 2019, à l'exception : | met uitzondering van: |
1° de l'article 5 qui entre en vigueur le 1er août 2019 ; | 1° artikel 5 dat in werking treedt op 1 augustus 2019; |
2° des articles 1er, 4 et 7, 2° qui entrent en vigueur le 1er janvier 2020 ; | 2° artikelen 1, 4 en 7, 2° die in werking treden op 1 januari 2020; |
3° de l'article 6 qui entre en vigueur le 1er mai 2020. | 3° artikel 6 dat in werking treedt op 1 mei 2020. |
Art. 10.Le ministre qui a les Pensions dans ses attributions est |
Art. 10.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de |
chargé de l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 17 mai 2019. | Gegeven te Brussel, 17 mei 2019. |
PHILIPPE | FILIP |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre des Pensions, | De Minister van Pensioenen |
D. BACQUELAINE | D. BACQUELAINE |