Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 30 avril 1999, conclue au sein de la Commission paritaire pour les entreprises forestières, octroyant une prime de fidélité | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot toekenning van een getrouwheidspremie |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
16 AVRIL 2000. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 16 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
collective de travail du 30 avril 1999, conclue au sein de la | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, |
Commission paritaire pour les entreprises forestières, octroyant une | gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot |
prime de fidélité (1) | toekenning van een getrouwheidspremie (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | |
Vu la demande de la Commission paritaire pour les entreprises | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
forestières; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf; | |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 30 avril 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, |
Commission paritaire pour les entreprises forestières, octroyant une | gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot |
prime de fidélité. | toekenning van een getrouwheidspremie. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Aalst, 16 avril 2000. | Gegeven te Aalst, 16 april 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Références au Moniteur belge : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 février 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire pour les entreprises forestières | Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf |
Convention collective de travail du 30 avril 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 |
Prime de fidélité | Getrouwheidspremie |
(Convention enregistrée le 11 juin 1999 sous le numéro 50923/CO/146) | (Overeenkomst geregistreerd op 11 juni 1999 onder het nummer 50923/CO/146) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs, ouvriers et ouvrières des entreprises ressortissant à | de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen welke |
la Commission paritaire pour les entreprises forestières. | ressorteren onder het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf. |
CHAPITRE II. - Octroi d'une prime de fidélité | HOOFDSTUK II. - Toekenning van een getrouwheidspremie |
Art. 2.Les employeurs octroient une prime de fidélité à leurs |
Art. 2.De werkgevers kennen aan hun werklieden en werksters met ten |
ouvriers et ouvrières ayant au moins 6 mois de service au sein de | minste 6 maanden dienst in de onderneming en dit tijdens het |
l'entreprise, et cela pendant l'année civile. | kalenderjaar een getrouwheidspremie toe. |
Art. 3.Cette prime est au moins égale à 8,50 p.c. du salaire brut |
Art. 3.Deze premie is minstens gelijk aan 8,50 pct. van het |
individuel gagné pendant la période du 1er janvier jusqu'au 31 décembre de l'année concernée. | individuele brutoloon verdiend gedurende de periode van 1 januari tot 31 december van het betrokken jaar. |
Art. 4.La prime de fidélité est payable au siège de l'entreprise |
Art. 4.De getrouwheidspremie is betaalbaar op de zetel van de |
entre le 25 et le 31 décembre de l'année à laquelle elle se rapporte. | onderneming tussen 25 en 31 december van het jaar waarop zij betrekking heeft. |
Art. 5.Les ouvriers et ouvrières qui sont pensionnés ou qui prennent |
Art. 5.De werklieden en werksters die in de loop van het betrokken |
n'importe quelle forme de prépension au cours de l'année concernée, | jaar worden gepensioneerd of eender welke vorm van brugpensioen nemen, |
bénéficient de la prime de fidélité suivant les dispositions de l'article 3. | genieten de getrouwheidspremie volgens de bepalingen van artikel 3. |
Les ayants droit à la succession des ouvriers ou ouvrières qui sont | De rechthebbenden op de nalatenschap van de werklieden of werksters |
décédés au cours de l'année concernée bénéficient de la prime dans les | die in de loop van het betrokken jaar zijn overleden genieten de |
mêmes conditions que pour les pensionnés et les ayants droit à la | premie in dezelfde voorwaarden als voor de gepensioneerden en |
prépension. | rechthebbenden op brugpensioen. |
Art. 6.En cas de résiliation suite à des circonstances économiques ou |
Art. 6.Bij opzegging ingevolge economische omstandigheden of wegens |
à des circonstances atmosphériques au cours de l'année civile, quelle | weersomstandigheden in de loop van het kalenderjaar, welke ook de duur |
que soit la durée ou le moment des prestations de travail, les | of het tijdstip der arbeidsprestaties was, hebben de werklieden en |
ouvriers et ouvrières ont droit à la prime de fidélité suivant les | werksters recht op de getrouwheidspremie volgens de bepalingen van |
dispositions de l'article 3 et par conséquent, l'obligation en matière | artikel 3 en vervalt derhalve de verplichting inzake dienstprestaties |
de prestations de service prévue à l'article 2 est supprimée. | voorzien bij artikel 2. |
En cas de résiliation ordinaire au cours de l'année pour des motifs | Bij gewone opzegging in de loop van het jaar om redenen andere dan |
autres que des circonstances économiques ou atmosphériques et à | |
l'exclusion du préavis pour motif grave, les ouvriers et ouvrières | economische of weersomstandigheden en met uitsluiting van de opzegging |
remplissant les conditions en matière d'ancienneté prévues à l'article | om dringende redenen hebben de werklieden en werksters die voldoen aan |
2, ont droit à la prime de fidélité suivant les dispositions de | de bepalingen inzake anciënniteit voorzien in artikel 2, recht op de |
l'article 3. | getrouwheidspremie volgens de bepalingen van artikel 3. |
Art. 7.Les ouvriers et ouvrières ayant 7 ans ou plus de service et |
Art. 7.De werklieden en werksters met 7 jaar of meer dienst en die |
qui donnent volontairement leur démission ont droit à la prime de | vrijwillig ontslag nemen hebben recht op de getrouwheidspremie pro |
fidélité au prorata du nombre de mois presté pendant l'année en cours. | rata het aantal gewerkte maanden in het lopende jaar. |
Les ouvriers et ouvrières ayant moins de 7 ans de service qui donnent | De werklieden en werksters met minder dan 7 jaar dienst, die nà 1 |
leur démission après le 1er octobre de l'année en cours et qui | oktober van het lopende jaar ontslag nemen en voldoen aan de |
remplissent les conditions de l'article 2 ont droit à la prime de | bepalingen van artikel 2, hebben recht op de getrouwheidspremie |
fidélité suivant les dispositions de l'article 3. | volgens de bepalingen van artikel 3. |
Ceux qui donnent leur démission avant le premier octobre n'ont pas | Zij die vóór 1 oktober ontslag nemen hebben geen recht op de |
droit à la prime de fidélité. | getrouwheidspremie. |
Art. 8.Pour le calcul des prestations de service entrent en |
Art. 8.Voor de berekening van de dienstprestaties komen zowel de |
considération tant les jours de prestations de travail que les jours y | dagen arbeidsprestaties in aanmerking als de daarmede gelijkgestelde |
assimilés tels que fixés par la législation concernant les vacances | dagen zoals bepaald bij de wetgeving betreffende de vakantie der |
des ouvriers salariés. | loonarbeiders. |
CHAPITRE III. - Dispositions finales | HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen |
Art. 9.La présente convention collective de travail remplace celle du |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 31 mei |
31 mai 1979 conclue au sein de la Commission paritaire des entreprises | 1979 gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf tot |
forestières octroyant une prime de fidélité, rendue obligatoire par | toekenning van een getrouwheidspremie, algemeen verbindend verklaard |
l'arrêté royal du 23 janvier 1980, publié au Moniteur belge du 18 | bij koninklijk besluit van 23 januari 1980, bekendgemaakt in het |
avril 1980. | Belgisch Staatsblad van 18 april 1980. |
CHAPITRE IV. - Validité | HOOFDSTUK IV. - Geldigheid |
Art. 10.La présente convention collective de travail entre en vigueur |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
au 1er janvier 1999 et est conclue pour une durée indéterminée. | januari 1999 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. |
Chacune des parties contractantes peut la dénoncer moyennant | Elk van de kontrakterende partijen kan ze opzeggen, mits een opzegging |
notification d'un préavis de 3 mois par lettre recommandée à la poste, | van 3 maanden te betekenen bij een ter post aangetekende brief, |
adressée au président de la Commission paritaire des entreprises | gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het |
forestières. | bosbouwbedrijf. |
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 16 avril 2000. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april 2000. |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |