Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêté Royal du 11/02/1991
← Retour vers "Arrêté royal fixant les droits individuels pécuniaires des personnes engagées par contrat de travail dans les services publics fédéraux. - Coordination officieuse en langue allemande "
Arrêté royal fixant les droits individuels pécuniaires des personnes engagées par contrat de travail dans les services publics fédéraux. - Coordination officieuse en langue allemande Koninklijk besluit tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten. - Officieuze coördinatie in het Duits
SERVICE PUBLIC FEDERAL STRATEGIE ET APPUI 11 FEVRIER 1991. - Arrêté royal fixant les droits individuels pécuniaires des personnes engagées par contrat de travail dans les services publics fédéraux. - Coordination officieuse en langue allemande Le texte qui suit constitue la coordination officieuse en langue FEDERALE OVERHEIDSDIENST BELEID EN ONDERSTEUNING 11 FEBRUARI 1991. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten. - Officieuze coördinatie in het Duits De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van
allemande de l'arrêté royal du 11 février 1991 fixant les droits het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de
individuels pécuniaires des personnes engagées par contrat de travail individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst
dans les ministères (Moniteur belge du 21 février 1991), tel qu'il a aangeworven in de ministeries (Belgisch Staatsblad van 21 februari
été modifié successivement par : 1991), zoals het achtereenvolgens werd gewijzigd bij :
- l'arrêté royal du 18 novembre 1991 modifiant l'arrêté royal du 11 - het koninklijk besluit van 18 november 1991 tot wijziging van het
février 1991 fixant les droits individuels pécuniaires des personnes koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de
engagées par contrat de travail dans les ministères (Moniteur belge du individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst
4 décembre 1991); aangeworven in de ministeries (Belgisch Staatsblad van 4 december
- l'arrêté royal du 4 mars 1993 modifiant ou abrogeant certaines 1991); - het koninklijk besluit van 4 maart 1993 tot wijziging of opheffing
dispositions réglementaires applicables aux agents des administrations van sommige verordeningsbepalingen die toepasselijk zijn op het
de l'Etat, des établissements scientifiques de l'Etat et de certains personeel van de rijksbesturen, van de wetenschappelijke inrichtingen
organismes d'intérêt public (Moniteur belge du 23 mars 1993); van de Staat en van sommige instellingen van openbaar nut (Belgisch Staatsblad van 23 maart 1993);
- l'arrêté royal du 8 août 1997 modifiant l'arrêté royal du 11 février - het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 tot wijziging van het
1991 fixant les droits individuels pécuniaires des personnes engagées koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de
individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst
par contrat de travail dans les ministères (Moniteur belge du 30 août aangeworven in de ministeries (Belgisch Staatsblad van 30 augustus
1997, err. du 14 octobre 1997); 1997, err. van 14 oktober 1997);
- l'arrêté royal du 23 décembre 1998 modifiant l'arrêté royal du 11 - het koninklijk besluit van 23 december 1998 tot wijziging van het
février 1991 fixant les droits individuels pécuniaires des personnes koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de
engagées par contrat de travail dans les ministères (Moniteur belge du individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst
aangeworven in de ministeries (Belgisch Staatsblad van 14 januari
14 janvier 1999, err. du 25 février 1999); 1999, err. van 25 februari 1999);
- l'arrêté royal du 30 avril 1999 modifiant l'arrêté royal du 11 - het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot wijziging van het
février 1991 fixant les droits individuels pécuniaires des personnes koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de
engagées par contrat de travail dans les ministères (Moniteur belge du individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst
10 juin 1999); aangeworven in de ministeries (Belgisch Staatsblad van 10 juni 1999);
- l'arrêté royal du 13 juin 1999 modifiant l'arrêté royal du 11 - het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot wijziging van het
février 1991 fixant les droits individuels pécuniaires des personnes koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de
engagées par contrat de travail dans les ministères (Moniteur belge du individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst
24 juin 1999); aangeworven in de ministeries (Belgisch Staatsblad van 24 juni 1999);
- l'arrêté royal du 27 octobre 2000 modifiant l'arrêté royal du 11 - het koninklijk besluit van 27 oktober 2000 tot wijziging van het
février 1991 fixant les droits individuels pécuniaires des personnes koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de
engagées par contrat de travail dans les ministères (Moniteur belge du individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst
24 novembre 2000); aangeworven (Belgisch Staatsblad van 24 november 2000);
- l'arrêté royal du 28 janvier 2002 portant diverses mesures de - het koninklijk besluit van 28 januari 2002 houdende diverse
transposition de l'Accord sur l'Espace économique européen et de la maatregelen tot omzetting van het Akkoord over de Europese Economische
directive 97/81/CE du Conseil du 15 décembre 1997 concernant l'Accord Ruimte en van de richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997
cadre, sur le travail à temps partiel conclu par l'UNICE, le CEEP et betreffende de door de UNICE, het CEEP en de EVV gesloten
la CES (Moniteur belge du 13 février 2002); Raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid (Belgisch Staatsblad van 13
februari 2002);
- l'arrêté royal du 2 août 2002 portant modification de diverses - het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende wijziging van
dispositions réglementaires applicables aux membres du personnel de diverse verordeningsbepalingen die van toepassing zijn op de
certains services publics (Moniteur belge du 30 août 2002); personeelsleden van sommige overheidsdiensten (Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2002);
- l'arrêté royal du 5 septembre 2002 portant réforme de la carrière de - het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van
certains agents des administrations de l'Etat (Moniteur belge du 26 de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen (Belgisch
septembre 2002, err. du 4 octobre 2002); Staatsblad van 26 september 2002, err. van 4 oktober 2002);
- l'arrêté royal du 12 décembre 2002 portant des modifications de - het koninklijk besluit van 12 december 2002 houdende wijzigingen van
diverses dispositions réglementaires en matière de congés et diverse reglementaire bepalingen betreffende de verloven en
d'absences accordés aux membres du personnel des administrations de afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen
l'état (Moniteur belge du 25 décembre 2002); (Belgisch Staatsblad van 25 december 2002);
- l'arrêté royal du 25 avril 2004 portant modification de diverses - het koninklijk besluit van 25 april 2004 houdende wijziging van
dispositions réglementaires relatives aux mesures de compétences verscheidene reglementaire bepalingen betreffende de
(Moniteur belge du 30 avril 2004); competentiemetingen (Belgisch Staatsblad van 30 april 2004);
- l'arrêté royal du 3 août 2004 portant modification de diverses - het koninklijk besluit van 3 augustus 2004 houdende wijziging van
dispositions réglementaires relatives aux niveaux B, C et D (Moniteur verscheidene reglementaire bepalingen betreffende de niveaus B, C en D
belge du 16 août 2004, err. du 27 août 2004); (Belgisch Staatsblad van 16 augustus 2004, err. van 27 augustus 2004);
- l'arrêté royal du 4 août 2004 relatif à la carrière du niveau A des - het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan
agents de l'Etat (Moniteur belge du 16 août 2004, err. du 27 août van niveau A van het Rijkspersoneel (Belgisch Staatsblad van 16
2004); augustus 2004, err. van 27 augustus 2004);
- l'arrêté royal du 10 août 2005 relatif à la carrière du niveau D des - het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan
agents de l'Etat et portant diverses dispositions en matière de van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen
mesures de compétences et de formations certifiées (Moniteur belge du betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen
17 août 2005); (Belgisch Staatsblad van 17 augustus 2005);
- l'arrêté royal du 30 janvier 2006 modifiant certaines dispositions - het koninklijk besluit van 30 januari 2006 tot wijziging van sommige
relatives à la carrière des agents de l'état (Moniteur belge du 7 bepalingen betreffende de loopbaan van het Rijkspersoneel (Belgisch
février 2006, err. du 21 février 2006); Staatsblad van 7 februari 2006, err. van 21 februari 2006);
- l'arrêté royal du 10 juin 2006 portant modification de l'arrêté - het koninklijk besluit van 10 juni 2006 houdende wijziging van het
royal du 11 février 1991 fixant les droits individuels pécuniaires des koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de
personnes engagées par contrat de travail dans les services publics individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst
in dienst genomen in de federale overheidsdiensten (Belgisch
fédéraux (Moniteur belge du 16 juin 2006); Staatsblad van 16 juni 2006);
- l'arrêté royal du 22 novembre 2006 portant diverses mesures en - het koninklijk besluit van 22 november 2006 houdende diverse
matière de carrière des agents de l'Etat des niveaux A, B, C et D maatregelen inzake de loopbaan van het Rijkspersoneel van de niveaus
(Moniteur belge du 6 décembre 2006); A, B, C en D (Belgisch Staatsblad van 6 december 2006);
- l'arrêté royal du 17 janvier 2007 modifiant diverses dispositions - het koninklijk besluit van 17 januari 2007 houdende wijzigingen van
réglementaires relatives au contrôle des absences pour maladie des diverse reglementaire bepalingen betreffende de controle van
membres du personnel des administrations de l'Etat et relatives aux afwezigheden wegens ziekte van de personeelsleden van de rijksbesturen
congés et absences accordés aux membres du personnel des en betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de
administrations de l'Etat (Moniteur belge du 19 février 2007); personeelsleden van de rijksbesturen (Belgisch Staatsblad van 19
februari 2007);
- l'arrêté royal du 19 novembre 2008 portant simplification de - het koninklijk besluit van 19 november 2008 houdende vereenvoudiging
diverses dispositions réglementaires relatives à la carrière des van verscheidene reglementaire bepalingen betreffende de loopbaan van
agents de l'Etat (Moniteur belge du 26 novembre 2008, err. des 8 het Rijkspersoneel (Belgisch Staatsblad van 26 november 2008, err. van
décembre 2008 et 17 décembre 2008); 8 december 2008 en 17 december 2008);
- l'arrêté royal du 29 août 2009 relatif aux formations certifiées - het koninklijk besluit van 29 augustus 2009 betreffende de
(Moniteur belge du 11 septembre 2009); gecertificeerde opleidingen (Belgisch Staatsblad van 11 september
- l'arrêté royal du 25 octobre 2013 relatif à la carrière pécuniaire 2009); - het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke
des membres du personnel de la fonction publique fédérale (Moniteur loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
belge du 14 novembre 2013); (Belgisch Staatsblad van 14 november 2013);
- l'arrêté royal du 11 décembre 2019 instaurant une pension - het koninklijk besluit van 11 december 2019 tot invoering van een
complémentaire à certains membres du personnel de la fonction publique aanvullend pensioen aan sommige personeelsleden van het federaal
fédérale, du personnel judiciaire et aux membres du personnel des openbaar ambt, van het gerechtspersoneel en het personeel van de
services de police (Moniteur belge du 20 décembre 2019). politiediensten (Belgisch Staatsblad van 20 december 2019).
Cette coordination officieuse en langue allemande a été établie par le Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale
Service central de traduction allemande à Malmedy. dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.
MINISTERIUM DES ÖFFENTLICHEN DIENSTES MINISTERIUM DES ÖFFENTLICHEN DIENSTES
11. FEBRUAR 1991 - [Königlicher Erlass zur Festlegung der 11. FEBRUAR 1991 - [Königlicher Erlass zur Festlegung der
individuellen finanziellen Rechte der in den föderalen öffentlichen individuellen finanziellen Rechte der in den föderalen öffentlichen
Diensten durch Arbeitsvertrag eingestellten Personen] Diensten durch Arbeitsvertrag eingestellten Personen]
[Überschrift ersetzt durch Art. 187 des K.E. vom 5. September 2002 [Überschrift ersetzt durch Art. 187 des K.E. vom 5. September 2002
(B.S. vom 26. September 2002)] (B.S. vom 26. September 2002)]
Artikel 1 - Vorliegender Erlass ist anwendbar auf Personen, die [in Artikel 1 - Vorliegender Erlass ist anwendbar auf Personen, die [in
den föderalen öffentlichen Diensten, [im Ministerium der den föderalen öffentlichen Diensten, [im Ministerium der
Landesverteidigung], in den föderalen öffentlichen Landesverteidigung], in den föderalen öffentlichen
Programmierungsdiensten und in den von ihnen abhängenden Diensten] Programmierungsdiensten und in den von ihnen abhängenden Diensten]
durch Arbeitsvertrag eingestellt sind. durch Arbeitsvertrag eingestellt sind.
[In Stufe A können Einstellungen [in den Klassen A1 und A2] und in den [In Stufe A können Einstellungen [in den Klassen A1 und A2] und in den
Klassen A3 und A4 gemäß Artikel 6bis § 2 des Königlichen Erlasses vom Klassen A3 und A4 gemäß Artikel 6bis § 2 des Königlichen Erlasses vom
2. Oktober 1937 zur Festlegung des Statuts der Staatsbediensteten 2. Oktober 1937 zur Festlegung des Statuts der Staatsbediensteten
vorgenommen werden.] vorgenommen werden.]
[Art. 1 Abs. 1 (früherer einziger Absatz) abgeändert durch Art. 188 [Art. 1 Abs. 1 (früherer einziger Absatz) abgeändert durch Art. 188
des K.E. vom 5. September 2002 (B.S. vom 26. September 2002) und Art. des K.E. vom 5. September 2002 (B.S. vom 26. September 2002) und Art.
1 des K.E. vom 11. Dezember 2019 (B.S. vom 20. Dezember 2019); Abs. 2 1 des K.E. vom 11. Dezember 2019 (B.S. vom 20. Dezember 2019); Abs. 2
eingefügt durch Art. 198 des K.E. vom 4. August 2004 (B.S. vom 16. eingefügt durch Art. 198 des K.E. vom 4. August 2004 (B.S. vom 16.
August 2004) und abgeändert durch Art. 27 des K.E. vom 22. November August 2004) und abgeändert durch Art. 27 des K.E. vom 22. November
2006 (B.S. vom 6. Dezember 2006) und Art. 78 des K.E. vom 19. November 2006 (B.S. vom 6. Dezember 2006) und Art. 78 des K.E. vom 19. November
2008 (B.S. vom 26. November 2008)] 2008 (B.S. vom 26. November 2008)]
[Art. 1bis - Vorliegender Erlass ist ebenfalls anwendbar auf [Art. 1bis - Vorliegender Erlass ist ebenfalls anwendbar auf
Praktikanten, die im Rahmen des Gesetzes über Praktika für Jugendliche Praktikanten, die im Rahmen des Gesetzes über Praktika für Jugendliche
eingestellt sind, vorbehaltlich dessen, was für ihre eingestellt sind, vorbehaltlich dessen, was für ihre
Praktikumsentschädigung vorgesehen ist.] Praktikumsentschädigung vorgesehen ist.]
[Art. 1bis eingefügt durch Art. 1 des K.E. vom 8. August 1997 (B.S. [Art. 1bis eingefügt durch Art. 1 des K.E. vom 8. August 1997 (B.S.
vom 30. August 1997)] vom 30. August 1997)]
Art. 2 - [ § 1 - [In Artikel 1 erwähnte Personen erhalten: Art. 2 - [ § 1 - [In Artikel 1 erwähnte Personen erhalten:
1. eine Entlohnung, die gemäß den Bestimmungen des Königlichen 1. eine Entlohnung, die gemäß den Bestimmungen des Königlichen
Erlasses vom 25. Oktober 2013 über die Besoldungslaufbahn der Erlasses vom 25. Oktober 2013 über die Besoldungslaufbahn der
Personalmitglieder des föderalen öffentlichen Dienstes berechnet wird, Personalmitglieder des föderalen öffentlichen Dienstes berechnet wird,
ohne dass sie weniger als die garantierte Besoldung betragen darf, die ohne dass sie weniger als die garantierte Besoldung betragen darf, die
im Königlichen Erlass vom 29. Juni 1973 zur Gewährung einer im Königlichen Erlass vom 29. Juni 1973 zur Gewährung einer
garantierten Besoldung an gewisse Bedienstete der föderalen garantierten Besoldung an gewisse Bedienstete der föderalen
öffentlichen Dienste vorgesehen ist, öffentlichen Dienste vorgesehen ist,
2. die normale Entlohnung für den Karenztag wie in Artikel 52 § 1 2. die normale Entlohnung für den Karenztag wie in Artikel 52 § 1
Absatz 2 beziehungsweise Artikel 71 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über Absatz 2 beziehungsweise Artikel 71 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über
die Arbeitsverträge erwähnt, die Arbeitsverträge erwähnt,
3. ein Urlaubsgeld unter den gleichen Bedingungen, wie sie für 3. ein Urlaubsgeld unter den gleichen Bedingungen, wie sie für
Staatsbedienstete festgelegt sind, Staatsbedienstete festgelegt sind,
4. eine Jahresendzulage unter den Bedingungen, die im Königlichen 4. eine Jahresendzulage unter den Bedingungen, die im Königlichen
Erlass vom 28. November 2008 zur Ersetzung, für das Personal Erlass vom 28. November 2008 zur Ersetzung, für das Personal
bestimmter öffentlicher Dienste, des Königlichen Erlasses vom 23. bestimmter öffentlicher Dienste, des Königlichen Erlasses vom 23.
Oktober 1979 zur Gewährung einer Jahresendzulage an gewisse Inhaber Oktober 1979 zur Gewährung einer Jahresendzulage an gewisse Inhaber
eines zu Lasten der Staatskasse besoldeten Amtes festgelegt sind, eines zu Lasten der Staatskasse besoldeten Amtes festgelegt sind,
5. eine Haushalts- oder Ortszulage unter den Bedingungen, die im 5. eine Haushalts- oder Ortszulage unter den Bedingungen, die im
Königlichen Erlass vom 25. Oktober 2013 über die Besoldungslaufbahn Königlichen Erlass vom 25. Oktober 2013 über die Besoldungslaufbahn
der Personalmitglieder des föderalen öffentlichen Dienstes festgelegt der Personalmitglieder des föderalen öffentlichen Dienstes festgelegt
sind, sind,
6. Zulagen, Entschädigungen und Gehaltszuschläge, die unter den 6. Zulagen, Entschädigungen und Gehaltszuschläge, die unter den
gleichen Bedingungen wie für Staatsbedienstete für die Ausübung des gleichen Bedingungen wie für Staatsbedienstete für die Ausübung des
gleichen Amtes gewährt werden, gleichen Amtes gewährt werden,
7. einen Führungszuschlag unter den Bedingungen, die im Königlichen 7. einen Führungszuschlag unter den Bedingungen, die im Königlichen
Erlass vom 25. Oktober 2013 über die Besoldungslaufbahn der Erlass vom 25. Oktober 2013 über die Besoldungslaufbahn der
Personalmitglieder des föderalen öffentlichen Dienstes festgelegt Personalmitglieder des föderalen öffentlichen Dienstes festgelegt
sind.] sind.]
[Gemäß dem Gesetz vom 28. April 2003 über ergänzende Pensionen und das [Gemäß dem Gesetz vom 28. April 2003 über ergänzende Pensionen und das
Besteuerungssystem für diese Pensionen und für bestimmte Besteuerungssystem für diese Pensionen und für bestimmte
Zusatzleistungen im Bereich der sozialen Sicherheit wird eine Zusatzleistungen im Bereich der sozialen Sicherheit wird eine
ergänzende Altersversorgung auf der Grundlage einer Beitragszusage ergänzende Altersversorgung auf der Grundlage einer Beitragszusage
eingeführt. Der Jahresbeitrag wird vom Arbeitgeber finanziert und eingeführt. Der Jahresbeitrag wird vom Arbeitgeber finanziert und
entspricht: entspricht:
a) 1 Prozent der Referenzentlohnung 2017 wie in § 2 für das Jahr 2017 a) 1 Prozent der Referenzentlohnung 2017 wie in § 2 für das Jahr 2017
bestimmt, bestimmt,
b) 1,5 Prozent der Referenzentlohnung 2018 wie in § 3 für das Jahr b) 1,5 Prozent der Referenzentlohnung 2018 wie in § 3 für das Jahr
2018 bestimmt, 2018 bestimmt,
c) 3 Prozent der Referenzentlohnung ab 2019 wie in § 4 bestimmt.] c) 3 Prozent der Referenzentlohnung ab 2019 wie in § 4 bestimmt.]
[ § 1bis - [In Abweichung von § 1 Nr. 1 und Artikel 6bis des [ § 1bis - [In Abweichung von § 1 Nr. 1 und Artikel 6bis des
Königlichen Erlasses vom 2. Oktober 1937 zur Festlegung des Statuts Königlichen Erlasses vom 2. Oktober 1937 zur Festlegung des Statuts
der Staatsbediensteten können Sachverständige mit besonderer der Staatsbediensteten können Sachverständige mit besonderer
Qualifikation, deren Mitarbeit für die Erfüllung [einer genau Qualifikation, deren Mitarbeit für die Erfüllung [einer genau
bestimmten Arbeit] unentbehrlich ist, mit dem Einverständnis des für bestimmten Arbeit] unentbehrlich ist, mit dem Einverständnis des für
den Öffentlichen Dienst zuständigen Ministers in den Klassen A3 oder den Öffentlichen Dienst zuständigen Ministers in den Klassen A3 oder
A4 [...] eingestellt werden. Es wird von den Bewerbern eine für die A4 [...] eingestellt werden. Es wird von den Bewerbern eine für die
Funktion zweckdienliche Berufserfahrung von sechs Jahren für die Funktion zweckdienliche Berufserfahrung von sechs Jahren für die
Klasse A3 und von neun Jahren für die Klasse A4 verlangt.] Klasse A3 und von neun Jahren für die Klasse A4 verlangt.]
In Artikel 1 erwähnte Dienste, die die in Absatz 1 bestimmte In Artikel 1 erwähnte Dienste, die die in Absatz 1 bestimmte
Abweichung geltend machen möchten, reichen beim Minister des Abweichung geltend machen möchten, reichen beim Minister des
Öffentlichen Dienstes eine Funktionsbeschreibung ein, die die Öffentlichen Dienstes eine Funktionsbeschreibung ein, die die
Beschreibung selbst, die erforderlichen besonderen Qualifikationen, Beschreibung selbst, die erforderlichen besonderen Qualifikationen,
die verlangte zweckdienliche Berufserfahrung und die vorgeschlagene die verlangte zweckdienliche Berufserfahrung und die vorgeschlagene
Entlohnung enthält. Entlohnung enthält.
Geht aus der Akte des ausgewählten Bewerbers hervor, dass seine Geht aus der Akte des ausgewählten Bewerbers hervor, dass seine
Qualifikationen oder seine zweckdienliche Berufserfahrung eine Qualifikationen oder seine zweckdienliche Berufserfahrung eine
Erweiterung der Funktion erlauben und somit eine höhere Gehaltsstufe Erweiterung der Funktion erlauben und somit eine höhere Gehaltsstufe
rechtfertigen, wird ein zusätzlicher Antrag auf Einverständnis an den rechtfertigen, wird ein zusätzlicher Antrag auf Einverständnis an den
Minister des Öffentlichen Dienstes gerichtet. Minister des Öffentlichen Dienstes gerichtet.
Dem Abweichungsantrag wird die günstige Stellungnahme des Dem Abweichungsantrag wird die günstige Stellungnahme des
Finanzinspektors beigefügt. Finanzinspektors beigefügt.
Der in Absatz 2 erwähnte Beschluss des Ministers des Öffentlichen Der in Absatz 2 erwähnte Beschluss des Ministers des Öffentlichen
Dienstes wird der betreffenden Behörde binnen fünfzehn Tagen nach Dienstes wird der betreffenden Behörde binnen fünfzehn Tagen nach
Erhalt der Akte mitgeteilt, der in Absatz 3 erwähnte Beschluss wird Erhalt der Akte mitgeteilt, der in Absatz 3 erwähnte Beschluss wird
binnen sieben Tagen mitgeteilt. Nach Ablauf dieser Fristen wird das binnen sieben Tagen mitgeteilt. Nach Ablauf dieser Fristen wird das
Stillschweigen des Ministers als Einverständnis angesehen.] Stillschweigen des Ministers als Einverständnis angesehen.]
§ 2 - [Die Referenzentlohnung 2017 ist das Ergebnis der § 2 - [Die Referenzentlohnung 2017 ist das Ergebnis der
Multiplikation: Multiplikation:
1. der gemäß § 4 berechneten Referenzentlohnung für das Jahr 2019 1. der gemäß § 4 berechneten Referenzentlohnung für das Jahr 2019
2. mit einem Bruch, dessen Zähler aus der Anzahl voller Monate im Jahr 2. mit einem Bruch, dessen Zähler aus der Anzahl voller Monate im Jahr
2017 des am 1. Juli 2019 laufenden Arbeitsvertrags besteht und dessen 2017 des am 1. Juli 2019 laufenden Arbeitsvertrags besteht und dessen
Nenner 12 entspricht.]] Nenner 12 entspricht.]]
[ § 3 - [Die Referenzentlohnung 2018 ist das Ergebnis der [ § 3 - [Die Referenzentlohnung 2018 ist das Ergebnis der
Multiplikation: Multiplikation:
1. der gemäß § 4 berechneten Referenzentlohnung für das Jahr 2019 1. der gemäß § 4 berechneten Referenzentlohnung für das Jahr 2019
2. mit einem Bruch, dessen Zähler aus der Anzahl voller Monate im Jahr 2. mit einem Bruch, dessen Zähler aus der Anzahl voller Monate im Jahr
2018 des am 1. Juli 2019 laufenden Arbeitsvertrags besteht und dessen 2018 des am 1. Juli 2019 laufenden Arbeitsvertrags besteht und dessen
Nenner 12 entspricht. Nenner 12 entspricht.
§ 4 - Die Referenzentlohnung für das betreffende Jahr ab 2019 ist das § 4 - Die Referenzentlohnung für das betreffende Jahr ab 2019 ist das
Ergebnis der Multiplikation: Ergebnis der Multiplikation:
1. des Prozentsatzes der vom Arbeitgeber für das betreffende Jahr 1. des Prozentsatzes der vom Arbeitgeber für das betreffende Jahr
gezahlten Zeiträume im Verhältnis zu einer Vollzeitbeschäftigung, gezahlten Zeiträume im Verhältnis zu einer Vollzeitbeschäftigung,
einschließlich der Zeiträume des mit dem Mutterschutz verbundenen einschließlich der Zeiträume des mit dem Mutterschutz verbundenen
Urlaubs, des umstandsbedingten Urlaubs anlässlich einer Geburt, des Urlaubs, des umstandsbedingten Urlaubs anlässlich einer Geburt, des
Vaterschaftsurlaubs und des Adoptionsurlaubs, Vaterschaftsurlaubs und des Adoptionsurlaubs,
2. mit einem Zwölftel des Bruttojahresgehalts, wie es sich aus der 2. mit einem Zwölftel des Bruttojahresgehalts, wie es sich aus der
Anwendung von § 1 Absatz 1 Nr. 1 ergibt, das für den Monat Januar Anwendung von § 1 Absatz 1 Nr. 1 ergibt, das für den Monat Januar
oder, falls dies nicht möglich ist, für den Monat des Dienstantritts oder, falls dies nicht möglich ist, für den Monat des Dienstantritts
oder der Arbeitswiederaufnahme des betreffenden Jahres geschuldet oder der Arbeitswiederaufnahme des betreffenden Jahres geschuldet
wird, multipliziert mit 13,92. wird, multipliziert mit 13,92.
Das Zwölftel des in Absatz 1 Nr. 2 erwähnten Bruttojahresgehalts wird Das Zwölftel des in Absatz 1 Nr. 2 erwähnten Bruttojahresgehalts wird
gegebenenfalls erhöht um: gegebenenfalls erhöht um:
- 1/12 der im Besoldungsstatut des betreffenden öffentlichen Dienstes - 1/12 der im Besoldungsstatut des betreffenden öffentlichen Dienstes
oder der betreffenden Einrichtung vorgesehenen Haushalts- oder oder der betreffenden Einrichtung vorgesehenen Haushalts- oder
Ortszulage auf der Grundlage des im Monat Januar oder, falls dies Ortszulage auf der Grundlage des im Monat Januar oder, falls dies
nicht möglich ist, im Monat des Dienstantritts oder der nicht möglich ist, im Monat des Dienstantritts oder der
Arbeitswiederaufnahme des betreffenden Jahres festgelegten Rechts, Arbeitswiederaufnahme des betreffenden Jahres festgelegten Rechts,
multipliziert mit 13,92, multipliziert mit 13,92,
- 1/12 der im Königlichen Erlass vom 25. Oktober 2013 über die - 1/12 der im Königlichen Erlass vom 25. Oktober 2013 über die
Besoldungslaufbahn der Personalmitglieder des föderalen öffentlichen Besoldungslaufbahn der Personalmitglieder des föderalen öffentlichen
Dienstes erwähnten Verbesserungen in der Gehaltstabelle oder, in deren Dienstes erwähnten Verbesserungen in der Gehaltstabelle oder, in deren
Ermangelung, 1/12 des Betrags der Kompetenzentwicklungszulage, wenn Ermangelung, 1/12 des Betrags der Kompetenzentwicklungszulage, wenn
diese anstelle des Betrags der Verbesserung in der Gehaltstabelle diese anstelle des Betrags der Verbesserung in der Gehaltstabelle
geschuldet wird, auf der Grundlage des im Monat Januar oder, falls geschuldet wird, auf der Grundlage des im Monat Januar oder, falls
dies nicht möglich ist, im Monat des Dienstantritts oder der dies nicht möglich ist, im Monat des Dienstantritts oder der
Arbeitswiederaufnahme des betreffenden Jahres festgelegten Rechts, Arbeitswiederaufnahme des betreffenden Jahres festgelegten Rechts,
multipliziert mit 13,92, multipliziert mit 13,92,
- 1/12 der in Artikel 26 des Königlichen Erlasses vom 3. März 2005 zur - 1/12 der in Artikel 26 des Königlichen Erlasses vom 3. März 2005 zur
Festlegung von Sonderbestimmungen in Bezug auf das Besoldungsstatut Festlegung von Sonderbestimmungen in Bezug auf das Besoldungsstatut
des Personals des Föderalen Öffentlichen Dienstes Finanzen erwähnten des Personals des Föderalen Öffentlichen Dienstes Finanzen erwähnten
Ergänzung auf der Grundlage des im Monat Januar oder, falls dies nicht Ergänzung auf der Grundlage des im Monat Januar oder, falls dies nicht
möglich ist, im Monat des Dienstantritts oder der möglich ist, im Monat des Dienstantritts oder der
Arbeitswiederaufnahme des betreffenden Jahres festgelegten Rechts, Arbeitswiederaufnahme des betreffenden Jahres festgelegten Rechts,
multipliziert mit 13,92, multipliziert mit 13,92,
- 1/12 der in Artikel 27 des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 3. - 1/12 der in Artikel 27 des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 3.
März 2005 erwähnten Gehaltsergänzung auf der Grundlage des im Monat März 2005 erwähnten Gehaltsergänzung auf der Grundlage des im Monat
Januar oder, falls dies nicht möglich ist, im Monat des Dienstantritts Januar oder, falls dies nicht möglich ist, im Monat des Dienstantritts
oder der Arbeitswiederaufnahme des betreffenden Jahres festgelegten oder der Arbeitswiederaufnahme des betreffenden Jahres festgelegten
Rechts, multipliziert mit 13,92, Rechts, multipliziert mit 13,92,
- 1/12 des in Artikel 32 des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 3. - 1/12 des in Artikel 32 des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 3.
März 2005 erwähnten Gehaltszuschlags auf der Grundlage des im Monat März 2005 erwähnten Gehaltszuschlags auf der Grundlage des im Monat
Januar oder, falls dies nicht möglich ist, im Monat des Dienstantritts Januar oder, falls dies nicht möglich ist, im Monat des Dienstantritts
oder der Arbeitswiederaufnahme des betreffenden Jahres festgelegten oder der Arbeitswiederaufnahme des betreffenden Jahres festgelegten
Rechts, multipliziert mit 13,92. Rechts, multipliziert mit 13,92.
Für den in Absatz 1 Nr. 1 erwähnten Prozentsatz der vom Arbeitgeber Für den in Absatz 1 Nr. 1 erwähnten Prozentsatz der vom Arbeitgeber
gezahlten Zeiträume werden Änderungen in Zusammenhang mit gezahlten Zeiträume werden Änderungen in Zusammenhang mit
Teilzeitarbeit erst am ersten Tag des folgenden Monats berücksichtigt. Teilzeitarbeit erst am ersten Tag des folgenden Monats berücksichtigt.
Für die Zeiträume vor der Eröffnung des Anspruchs auf ergänzende Für die Zeiträume vor der Eröffnung des Anspruchs auf ergänzende
Altersversorgung für den betreffenden öffentlichen Dienst oder die Altersversorgung für den betreffenden öffentlichen Dienst oder die
betreffende Einrichtung wird für den Prozentsatz der von dem in Absatz betreffende Einrichtung wird für den Prozentsatz der von dem in Absatz
1 Nr. 1 erwähnten Arbeitgeber gezahlten Zeiträume der Prozentsatz des 1 Nr. 1 erwähnten Arbeitgeber gezahlten Zeiträume der Prozentsatz des
Monats Juli 2019 berücksichtigt. Monats Juli 2019 berücksichtigt.
Für den Zeitraum vom 1. Januar 2019 bis zum 1. Juli 2019 wird auf die Für den Zeitraum vom 1. Januar 2019 bis zum 1. Juli 2019 wird auf die
gleiche Weise wie für das Jahr 2018 verfahren, wobei die Anzahl voller gleiche Weise wie für das Jahr 2018 verfahren, wobei die Anzahl voller
Monate des ersten Halbjahres 2019 des am 1. Juli 2019 laufenden Monate des ersten Halbjahres 2019 des am 1. Juli 2019 laufenden
Arbeitsvertrags und ein Nenner von 6 berücksichtigt werden.]] Arbeitsvertrags und ein Nenner von 6 berücksichtigt werden.]]
[ § 5 - [...]] [ § 5 - [...]]
[Art. 2 ersetzt durch Art. 2 des K.E. vom 8. August 1997 (B.S. vom 30. [Art. 2 ersetzt durch Art. 2 des K.E. vom 8. August 1997 (B.S. vom 30.
August 1997); § 1 ersetzt durch Art. 84 Nr. 1 des K.E. vom 25. Oktober August 1997); § 1 ersetzt durch Art. 84 Nr. 1 des K.E. vom 25. Oktober
2013 (B.S. vom 14. November 2013); § 1 Abs. 2 eingefügt durch Art. 2 2013 (B.S. vom 14. November 2013); § 1 Abs. 2 eingefügt durch Art. 2
Nr. 1 des K.E. vom 11. Dezember 2019 (B.S. vom 20. Dezember 2019); § Nr. 1 des K.E. vom 11. Dezember 2019 (B.S. vom 20. Dezember 2019); §
1bis eingefügt durch Art. 4 Nr. 2 des K.E. vom 3. August 2004 (B.S. 1bis eingefügt durch Art. 4 Nr. 2 des K.E. vom 3. August 2004 (B.S.
vom 16. August 2004); § 1bis Abs. 1 ersetzt durch Art. 199 Nr. 3 des vom 16. August 2004); § 1bis Abs. 1 ersetzt durch Art. 199 Nr. 3 des
K.E. vom 4. August 2004 (B.S. vom 16. August 2004) und abgeändert K.E. vom 4. August 2004 (B.S. vom 16. August 2004) und abgeändert
durch Art. 13 Nr. 2 des K.E. vom 30. Januar 2006 (B.S. vom 7. Februar durch Art. 13 Nr. 2 des K.E. vom 30. Januar 2006 (B.S. vom 7. Februar
2006); § 2 aufgehoben durch Art. 84 Nr. 2 des K.E. vom 25. Oktober 2006); § 2 aufgehoben durch Art. 84 Nr. 2 des K.E. vom 25. Oktober
2013 (B.S. vom 14. November 2013) und wieder aufgenommen durch Art. 2 2013 (B.S. vom 14. November 2013) und wieder aufgenommen durch Art. 2
Nr. 2 des K.E. vom 11. Dezember 2019 (B.S. vom 20. Dezember 2019); §§ Nr. 2 des K.E. vom 11. Dezember 2019 (B.S. vom 20. Dezember 2019); §§
3 und 4 eingefügt durch Art. 189 Nr. 2 des K.E. vom 5. September 2002 3 und 4 eingefügt durch Art. 189 Nr. 2 des K.E. vom 5. September 2002
(B.S. vom 26. September 2002), aufgehoben durch Art. 84 Nr. 2 des K.E. (B.S. vom 26. September 2002), aufgehoben durch Art. 84 Nr. 2 des K.E.
vom 25. Oktober 2013 (B.S. vom 14. November 2013) und wieder vom 25. Oktober 2013 (B.S. vom 14. November 2013) und wieder
aufgenommen durch Art. 2 Nr. 2 des K.E. vom 11. Dezember 2019 (B.S. aufgenommen durch Art. 2 Nr. 2 des K.E. vom 11. Dezember 2019 (B.S.
vom 20. Dezember 2019); § 5 eingefügt durch Art. 28 Nr. 4 des K.E. vom vom 20. Dezember 2019); § 5 eingefügt durch Art. 28 Nr. 4 des K.E. vom
22. November 2006 (B.S. vom 6. Dezember 2006) und aufgehoben durch 22. November 2006 (B.S. vom 6. Dezember 2006) und aufgehoben durch
Art. 84 Nr. 2 des K.E. vom 25. Oktober 2013 (B.S. vom 14. November Art. 84 Nr. 2 des K.E. vom 25. Oktober 2013 (B.S. vom 14. November
2013)] 2013)]
Art. 3 - [Unbeschadet der Bestimmungen von Artikel 11 des Königlichen Art. 3 - [Unbeschadet der Bestimmungen von Artikel 11 des Königlichen
Erlasses vom 11. Dezember 2019 zur Einführung einer ergänzenden Erlasses vom 11. Dezember 2019 zur Einführung einer ergänzenden
Altersversorgung für bestimmte Mitglieder des Personals des föderalen Altersversorgung für bestimmte Mitglieder des Personals des föderalen
öffentlichen Dienstes, des Gerichtspersonals und des Personals der öffentlichen Dienstes, des Gerichtspersonals und des Personals der
Polizeidienste gilt der in Artikel 2 § 1 Absatz 2 erwähnte Vorteil für Polizeidienste gilt der in Artikel 2 § 1 Absatz 2 erwähnte Vorteil für
die in Artikel 1 erwähnten Personen ab dem Datum ihres Dienstantritts die in Artikel 1 erwähnten Personen ab dem Datum ihres Dienstantritts
wie in ihrem am 1. Juli 2019 laufenden Arbeitsvertrag festgelegt, wie in ihrem am 1. Juli 2019 laufenden Arbeitsvertrag festgelegt,
frühestens jedoch ab dem 1. Januar 2017.] frühestens jedoch ab dem 1. Januar 2017.]
[Art. 3 aufgehoben durch Art. 85 des K.E. vom 25. Oktober 2013 (B.S. [Art. 3 aufgehoben durch Art. 85 des K.E. vom 25. Oktober 2013 (B.S.
vom 14. November 2013) und wieder aufgenommen durch Art. 3 des K.E. vom 14. November 2013) und wieder aufgenommen durch Art. 3 des K.E.
vom 11. Dezember 2019 (B.S. vom 20. Dezember 2019)] vom 11. Dezember 2019 (B.S. vom 20. Dezember 2019)]
[Art. 3bis - In Abweichung von Artikel 1 ist Artikel 2 § 1 Absatz 2 [Art. 3bis - In Abweichung von Artikel 1 ist Artikel 2 § 1 Absatz 2
nicht anwendbar auf Personen, die mit einem Beschäftigungsvertrag für nicht anwendbar auf Personen, die mit einem Beschäftigungsvertrag für
Studenten eingestellt sind.] Studenten eingestellt sind.]
[Art. 3bis eingefügt durch Art. 4 des K.E. vom 11. Dezember 2019 (B.S. [Art. 3bis eingefügt durch Art. 4 des K.E. vom 11. Dezember 2019 (B.S.
vom 20. Dezember 2019)] vom 20. Dezember 2019)]
Art. 4 - Vorliegender Erlass wird wirksam mit 1. Januar 1991. Art. 4 - Vorliegender Erlass wird wirksam mit 1. Januar 1991.
Art. 5 - Unsere Minister und Unsere Staatssekretäre sind, jeder für Art. 5 - Unsere Minister und Unsere Staatssekretäre sind, jeder für
seinen Bereich, mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses seinen Bereich, mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses
beauftragt. beauftragt.
^