Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 19 juillet 2000 relatif à la perception et à la consignation d'une somme lors de la constatation de certaines infractions en matière de transport par route et l'arrêté royal du 19 avril 2014 relatif à la perception et à la consignation d'une somme lors de la constatation d'infractions en matière de circulation routière | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg en van het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen inzake het wegverkeer |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS 10 FEVRIER 2018. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 19 juillet 2000 relatif à la perception et à la consignation d'une somme lors de la constatation de certaines infractions en matière de transport par route et l'arrêté royal du 19 avril 2014 relatif à la perception et à la consignation d'une somme lors de la constatation d'infractions en matière de circulation routière PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée | FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 10 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg en van het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen inzake het wegverkeer FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, |
le 16 mars 1968, l'article 1er, alinéa 1er, et l'article 65, § 1er, | gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, eerste lid, en artikel 65, |
alinéa 1er, remplacé par la loi du 9 mars 2014 ; | § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 9 maart 2014; |
Vu l'arrêté royal du 19 juillet 2000 relatif à la perception et à la | Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning |
consignation d'une somme lors de la constatation de certaines | en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige |
infractions en matière de transport par route ; | inbreuken inzake het vervoer over de weg; |
Vu l'arrêté royal du 19 avril 2014 relatif à la perception et à la | Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de |
consignation d'une somme lors de la constatation d'infractions en | inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de |
matière de circulation routière ; | overtredingen inzake het wegverkeer; |
Vu l'association des gouvernements de région ; | Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen; |
Vu les avis des Inspecteurs des Finances, donnés le 2 mars 2017, le 8 | Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op 2 |
mai 2017, le 10 mai 2017 et le 27 octobre 2017 ; | maart 2017, 8 mei 2017, 10 mei 2017 en 27 oktober 2017; |
Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 11 décembre 2017 ; | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 11 december 2017; |
Vu l'avis 61.525/4 du Conseil d'Etat, donné le 12 juin 2017, en | Gelet op advies 61.525/4 van de Raad van State, gegeven op 12 juni |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition du Ministre de l'Intérieur, du Ministre de la | Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister |
Justice, du Ministre des Finances et du Ministre de la Mobilité, | van Justitie, de Minister van Financiën en de Minister van Mobiliteit, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Dans les articles 9.2.2, 11 et 21, 2°, de l'arrêté royal |
Artikel 1.In de artikelen 9.2.2, 11 en 21, 2°, van het koninklijk |
du 19 avril 2014 relatif à la perception et à la consignation d'une | besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van |
somme lors de la constatation d'infractions en matière de circulation | een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer |
routière, les mots « , conforme au modèle en annexe, » sont abrogés. | worden de woorden ", overeenkomstig het model als bijlage," opgeheven. |
Art. 2.L'article 26 du même arrêté est abrogé. |
Art. 2.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. |
Art. 3.Dans le même arrêté, l'annexe « Document explicatif relatif au |
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt de bijlage "Verklarend document |
paiement » est abrogée. | betreffende de betaling" opgeheven. |
Art. 4.Dans l'article 5, § 2, de l'arrêté royal du 19 juillet 2000 |
Art. 4.In artikel 5, § 2, van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 |
relatif à la perception et à la consignation d'une somme lors de la | betreffende de inning en de consignatie van een som bij het |
constatation de certaines infractions en matière de transport par | vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg, |
route, modifié par les arrêtés des 27 mars 2006 et 27 février 2013, le | gewijzigd bij de besluiten van 27 maart 2006 en 27 februari 2013, |
3.2, est remplacé par ce qui suit : | wordt de bepaling onder 3.2 vervangen als volgt: |
« Un document reprenant les modalités de paiement est remis ou envoyé | "Een document met de betalingsmodaliteiten wordt aan de overtreder |
à l'auteur de l'infraction. ». | overhandigd of gestuurd.". |
Art. 5.Le présent arrêté entre en vigueur le 22 février 2018. |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 22 februari 2018. |
Art. 6.Le Ministre de l'Intérieur, le Ministre de la Justice, le |
Art. 6.De Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Justitie, |
Ministre des Finances et le Ministre de la Mobilité sont chargés, | de Minister van Financiën en de Minister van Mobiliteit zijn, ieder |
chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. | wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 10 février 2018. | Gegeven te Brussel, 10 februari 2018. |
PHILIPPE | FILIP |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de l'Intérieur, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
J. JAMBON | J. JAMBON |
Le Ministre de la Justice, | De Minister van Justitie, |
K. GEENS | K. GEENS |
Le Ministre des Finances, | De Minister van Financiën, |
J. VANOVERTVELDT | J. VANOVERTVELDT |
Le Ministre de la Mobilité, | De Minister van Mobiliteit, |
Fr. BELLOT | Fr. BELLOT |