Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêté Royal du 09/12/2004
← Retour vers "Arrêté royal portant modification de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police "
Arrêté royal portant modification de l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten
SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE ET SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
9 DECEMBRE 2004. - Arrêté royal portant modification de l'arrêté royal 9 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het
services de police personeel van de politiediensten
ALBERT II, Roi des Belges, ALBERT II, Koning der Belgen,
A tous, présents et à venir, Salut. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Vu l'article 121 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de Gelet op artikel 121 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie
police intégré, structuré à deux niveaux, tel que remplacé par la loi van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus,
du 26 avril 2002; zoals vervangen bij de wet van 26 april 2002;
Vu l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de
personnel des services de police, notamment l'article XI.III.4; rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid
op artikel XI.III.4;
Vu l'arrêté royal du 3 décembre 2002 accordant une prime d'intégration Gelet op het koninklijk besluit van 3 december 2002 tot toekenning van
à certains agents de certains services publics; een integratiepremie aan sommige personeelsleden van sommige
overheidsdiensten;
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 3 février 2003; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3
Considérant que l'avis du Conseil consultatif des bourgmestres n'a pas februari 2003; Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet
été régulièrement donné dans le délai requis et qu'aucune demande de regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen
prolongation du délai n'a été formulée; qu'en conséquent, il y a été verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan
passé outre; is voorbijgegaan;
Vu l'accord de Notre Ministre du Budget du 19 avril 2004; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 19
Vu l'accord de Notre Ministre de la Fonction publique du 14 avril 2003; april 2004; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 14 april 2003;
Vu le protocole n° 128 du 23 juin 2004 du comité de négociation pour Gelet op het protocol nr. 128 van 23 juni 2004 van het
les services de police; onderhandelingscomité voor de politiediensten;
Vu l'avis n° 37.650/2 du Conseil d'Etat, donné le 20 septembre 2004; Gelet op het advies nr. 37.650/2 van de Raad van State, gegeven op 20 september 2004;
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Intérieur et de Notre Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze
Ministre de la Justice, Minister van Justitie,
Nous avons arrêté et arrêtons : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Article 1er.Dans l'article XI.III.4 de l'arrêté royal du 30 mars 2001

Artikel 1.In artikel XI.III.4 van het koninklijk besluit van 30 maart

portant position juridique du personnel des services de police est 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de
inséré un point politiediensten wordt een punt
4°bis rédigé comme suit : 4°bis ingevoegd, luidende :
« 4°bis de la prime d'intégration; ». « 4°bis de integratiepremie; ».

Art. 2.Le présent arrêté produit ses effets le 1er décembre 2002.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2002.

Art. 3.Notre Ministre de la Justice et Notre Ministre de l'Intérieur

Art. 3.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse

sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit
arrêté. besluit.
Donné à Bruxelles, le 9 décembre 2004. Gegeven te Brussel, 9 december 2004.
ALBERT ALBERT
Par le Roi : Van Koningswege :
La Vice-Première Ministre et Ministre de la Justice, De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
Mme L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
Le Vice-Premier Ministre et Ministre de l'Intérieur, De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL P. DEWAEL
^