Arrêté royal fixant les droits minimaux au sens de l'article 9bis, § 5, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités | Koninklijk besluit tot bepaling van de minimale rechten in de zin van artikel 9bis, § 5, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE ET SERVICE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER EN FEDERALE |
PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION | OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE |
3 JULI 2005. - Arrêté royal fixant les droits minimaux au sens de | 3 JULI 2005. - Koninklijk besluit tot bepaling van de minimale rechten |
l'article 9bis, § 5, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les | in de zin van artikel 9bis, § 5, van de wet van 19 december 1974 tot |
relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents | regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van |
relevant de ces autorités | haar personeel |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les | Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen |
autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces | tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op |
autorités, notamment l'article 9bis, § 5, remplacé par la loi du 5 | artikel 9bis, § 5, vervangen bij de wet van 5 juni 2004; |
juin 2004; Vu la loi du 5 juin 2004 modifiant la loi du 19 décembre 1974 | Gelet op de wet van 5 juni 2004 tot wijziging van de wet van 19 |
organisant les relations entre les autorités publiques et les | december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en |
syndicats des agents relevant de ces autorités, notamment l'article 6; | de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op artikel 6; |
Vu l'arrêté royal du 5 mai 1998 portant exécution de l'article 3, § 1er, | Gelet op het koninklijk besluit van 5 mei 1998 houdende uitvoering van |
alinéa 9, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre | artikel 3, § 1, negende lid, van de wet van 19 december 1974 tot |
les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces | regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van |
autorités; | haar personeel; |
Vu l'arrêté royal du 19 avril 1999 déterminant les éléments et les | Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 1999 tot vaststelling van |
points de référence au sens de l'article 9bis, § 6, de la loi du 19 | de elementen en de referentiepunten in de zin van artikel 9bis, § 6, |
décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques | van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen |
et les syndicats des agents relevant de ces autorités, modifié par les | tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, gewijzigd bij |
arrêtés royaux des 20 juillet 2000 et 11 décembre 2001; | de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en 11 december 2001; |
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 8 novembre 2004; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 |
Vu le protocole n° 145/6 du 6 décembre 2004 du comité commun à | november 2004; Gelet op het protocol nr. 145/6 van 6 december 2004 van het |
l'ensemble des services publics; | gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten; |
Vu l'avis 38.150/1 du Conseil d'Etat, donné le 3 mai 2005; | Gelet op advies 38.150/1 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2005; |
Sur la proposition de Notre Premier Ministre et de Notre Ministre de | Op de voordracht van Onze Eerste Minister en van Onze Minister van |
la Fonction publique et de l'avis de Nos Ministres qui en ont délibéré | Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde |
en Conseil, | Ministers, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est considéré comme droit minimal ayant trait à la durée |
|
maximale du travail la règle qui détermine que la moyenne du temps de | |
travail maximum ne peut dépasser 38 heures par semaine. | Artikel 1.De regel dat de gemiddelde maximumarbeidsduur 38 uur per |
week niet mag overschrijden wordt beschouwd als minimaal recht in | |
verband met de maximale arbeidsduur. | |
Art. 2.Les règles suivantes sont considérées comme droits minimaux |
Art. 2.De volgende regels worden beschouwd als minimale rechten in |
verband met het minimale aantal dagen jaarlijks vakantieverlof. | |
ayant trait au nombre minimum de jours de congé de vacances. | Het personeelslid heeft recht op een jaarlijks bezoldigd |
Le membre du personnel a droit à un congé annuel de vacances rémunéré | vakantieverlof waarvan de duur naargelang de leeftijd als volgt is |
dont la durée est fixée comme suit selon l'âge : | bepaald : |
1° moins de quarante-cinq ans : vingt-six jours ouvrables; | 1° minder dan vijfenveertig jaar : zesentwintig werkdagen; |
2° à partir de quarante-cinq ans : vingt-sept jours ouvrables; | 2° vanaf vijfenveertig jaar : zevenentwintig werkdagen; |
3° à partir de cinquante ans : vingt-huit jours ouvrables; | 3° vanaf vijftig jaar : achtentwintig werkdagen; |
4° à partir de soixante ans : vingt-neuf jours ouvrables; | 4° vanaf zestig jaar : negenentwintig werkdagen; |
5° à partir de soixante et un ans : trente jours ouvrables; | 5° vanaf eenenzestig jaar : dertig werkdagen; |
6° à partir de soixante-deux ans : trente et un jours ouvrables; | 6° vanaf tweeënzestig jaar : eenendertig werkdagen; |
7° à partir de soixante-trois ans : trente-deux jours ouvrables; | 7° vanaf drieënzestig jaar : tweeëndertig werkdagen; |
8° à partir de soixante-quatre ans : trente-trois jours ouvrables. | 8° vanaf vierenzestig jaar : drieëndertig werkdagen. |
Art. 3.Les règles suivantes sont considérées comme droits minimaux |
Art. 3.De volgende regels worden beschouwd als minimale rechten in |
ayant trait aux droits statutaires et pécuniaires en cas de congé de maternité. | verband met de statutaire en geldelijke rechten bij bevallingsverlof. |
Les périodes de congé de maternité visées à l'article 39 de loi du 16 | De periodes van bevallingsverlof bedoeld in artikel 39 van de |
mars 1971 sur le travail sont assimilées à des périodes d'activité de | arbeidswet van 16 maart 1971 worden gelijkgesteld met periodes van |
service. | dienstactiviteit. |
Pendant ces périodes le membre du personnel a droit à sa rémunération. | Gedurende die periodes heeft het personeelslid recht op zijn bezoldiging. |
Art. 4.Les règles suivantes sont considérées comme droits minimaux |
Art. 4.De volgende regels worden beschouwd als minimale rechten in |
ayant trait au pécule de vacances. | verband met het vakantiegeld. |
Le montant brut du pécule de vacances est compris entre 65 p.c. et 92 | Het brutobedrag van het vakantiegeld ligt tussen 65 pct. en 92 pct. |
p.c. d'un douzième du ou des traitement(s) annuel(s) lié(s) à l'indice | van één twaalfde van de jaarwedde(n) die gekoppeld is (zijn) aan de |
des prix à la consommation, qui détermine(nt) le ou les traitement(s) | index van de consumptieprijzen, die de wedde(n) bepalen welke |
du(s) dans le mois de référence de l'année de vacances. Ce résultat | verschuldigd is (zijn) voor de referentiemaand van het vakantiejaar. |
final sera atteint pour tous les niveaux au plus tard dans le courant | Dat eindresultaat zal voor alle niveaus bereikt worden uiterlijk in de |
de l'année budgétaire 2009. | loop van het begrotingsjaar 2009. |
Art. 5.Les règles suivantes sont considérées comme droits minimaux |
Art. 5.De volgende regels worden beschouwd als minimale rechten in |
ayant trait au revenu mensuel minimum garanti pour des prestations | verband met het gewaarborgd maandelijks minimuminkomen voor volledige |
complètes. | prestaties. |
La rétribution mensuelle du membre du personnel ayant l'âge de vingt | De maandelijkse bezoldiging van het personeelslid dat eenentwintig |
et un ans ne peut jamais être inférieure à un douzième de 13.234,20 | jaar is mag nooit minder bedragen dan één twaalfde van 13.234,20 euro. |
euros. L'indexation se fait par rattachement à l'indice-pivot 138,01. | De indexering geschiedt door koppeling aan het spilindexcijfer 138,01. |
Art. 6.L'article 2, 1°, a) et b), et l'article 3 de la loi du 5 juin |
Art. 6.Artikel 2, 1°, a) en b), en artikel 3 van de wet van 5 juni |
2004 modifiant la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations | 2004 tot wijziging van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de |
entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de | betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel |
ces autorités entrent en vigueur à la date de la publication du | treden in werking de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad |
présent arrêté au Moniteur belge. | wordt bekendgemaakt. |
Art. 7.L'arrêté royal du 5 mai 1998 portant exécution de l'article 3, |
Art. 7.Het koninklijk besluit van 5 mei 1998 houdende uitvoering van |
§ 1er, alinéa 9, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les | artikel 3, § 1, negende lid, van de wet van 19 december 1974 tot |
relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents | regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van |
relevant de ces autorités est abrogé. | haar personeel wordt opgeheven. |
Art. 8.L'arrêté royal du 19 avril 1999 déterminant les éléments et |
Art. 8.Het koninklijk besluit van 19 april 1999 tot vaststelling van |
les points de référence au sens de l'article 9bis, § 6, de la loi du | de elementen en de referentiepunten in de zin van artikel 9bis, § 6, |
19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités | van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen |
publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités, | tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, gewijzigd bij |
modifié par les arrêtés royaux des 20 juillet 2000 et 11 décembre | de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en 11 december 2001, wordt |
2001, est abrogé. | opgeheven. |
Art. 9.Notre Premier Ministre et Notre Ministre de la Fonction |
Art. 9.Onze Eerste Minister en Onze Minister van Ambtenarenzaken |
publique sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du | zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
présent arrêté. | |
Donné à Bruxelles, le 3 juillet 2005. | Gegeven te Brussel, 3 juli 2005. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Premier Ministre, | De Eerste Minister, |
G. VERHOFSTADT | G. VERHOFSTADT |
Le Ministre de la Fonction publique, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
Ch. DUPONT | Ch. DUPONT |