Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 13 novembre 1991 fixant les règles applicables à l'appréciation des qualités caractérielles des candidats des forces armées | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de karakteriële hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht |
---|---|
MINISTERE DE LA DEFENSE 3 AVRIL 2013. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 13 novembre 1991 fixant les règles applicables à l'appréciation des qualités caractérielles des candidats des forces armées ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. | MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING 3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de karakteriële hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 23 décembre 1955 sur les officiers auxiliaires de la | Gelet op de wet van 23 december 1955 betreffende de hulpofficieren van |
force aérienne, pilotes et navigateurs, l'article 4; | de luchtmacht, piloten en navigatoren, artikel 4; |
Vu la loi du 21 décembre 1990 portant statut des candidats militaires | Gelet op de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de |
du cadre actif, l'article 20, alinéa 1er, modifié par les lois des 22 | kandidaat-militairen van het actief kader, artikel 20, eerste lid, |
mars 2001, 16 juillet 2005 et 20 juillet 2005, et l'article 20sexies, | gewijzigd bij de wetten van 22 maart 2001, 16 juli 2005 en 20 juli |
2005, en artikel 20sexies, § 1, eerste en tweede lid, en § 2, tweede | |
§ 1er, alinéas 1er et 2, et § 2, alinéa 2, insérés par la loi du 20 | lid, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005; |
juillet 2005; | |
Vu la loi du 20 mai 1994 portant statut des militaires court terme, | Gelet op de wet van 20 mei 1994 houdende statuut van de militairen |
l'article 7, remplacé par la loi du 27 mars 2003; | korte termijn, artikel 7, vervangen bij de wet van 27 maart 2003; |
Vu la loi du 16 mai 2001 portant statut des militaires du cadre de | Gelet op de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van |
réserve des forces armées, l'article 21, remplacé par la loi du 30 décembre 2008; | het reservekader van de krijgsmacht, artikel 21, vervangen bij de wet van 30 december 2008; |
Vu la loi du 11 novembre 2002 relative aux officiers auxiliaires des | Gelet op de wet van 11 november 2002 betreffende de hulpofficieren van |
forces armées, l'article 4, modifié par la loi du 26 avril 2009; | de krijgsmacht, artikel 4, gewijzigd bij de wet van 26 april 2009; |
Vu la loi du 10 janvier 2010 instituant l'engagement volontaire | Gelet op de wet van 10 januari 2010 tot instelling van de vrijwillige |
militaire et modifiant diverses lois applicables au personnel | militaire inzet en tot wijziging van verschillende wetten van |
militaire, l'article 25, alinéa 2; | toepassing op het militaire personeel, artikel 25, tweede lid; |
Vu l'arrêté royal du 13 novembre 1991 fixant les règles applicables à | Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van |
l'appréciation des qualités caractérielles des candidats des forces armées; | de regels die gelden bij de beoordeling van de karakteriële |
Vu le protocole de négociation N-327 du Comité de négociation du | hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht; |
Gelet op het protocol van onderhandelingen N-327 van het | |
personnel militaire, conclu le 1er février 2013; | Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 1 februari 2013; |
Vu l'avis 52.838/4 du Conseil d'Etat, donné le 4 mars 2013, en | Gelet op het advies van de Raad van State 52.838/4, gegeven op 4 maart |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le | 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition du Ministre de la Défense, | Op de voordracht van de Minister van Landsverdediging, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
CHAPITRE 1er. - Modification de l'arrêté royal du 13 novembre 1991 | HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 13 november |
fixant les règles applicables à l'appréciation des qualités | 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de |
caractérielles des candidats des forces armées | karakteriele hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht |
Article 1er.Dans l'article 1er, alinéa 1er, de l'arrêté royal du 13 |
Artikel 1.In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 13 |
novembre 1991 fixant les règles applicables à l'appréciation des | november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling |
qualités caractérielles des candidats des forces armées, remplacé par | van de karakteriële hoedanigheden van de kandidaten van de |
l'arrêté royal du 23 mai 2006 et modifié par l'arrêté royal du 26 août | krijgsmacht, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006 en |
2010, les mots «, aux candidats militaires du statut de l'engagement | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de |
woorden « , op de kandidaat-militairen van het statuut vrijwillige | |
volontaire militaire » sont insérés entre les mots « aux candidats | militaire inzet » ingevoegd tussen de woorden « op de |
officiers auxiliaires » et les mots « et aux candidats militaires de | kandidaat-hulpofficieren » en de woorden « en op de |
réserve ». | kandidaat-reservemilitairen ». |
Art. 2.A l'article 7 du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du |
Art. 2.In artikel 7 van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
23 mai 2006, les modifications suivantes sont apportées : | koninklijk besluit van 23 mei 2006, worden de volgende wijzigingen |
1° le paragraphe 1er, remplacé par l'arrêté royal du 21 décembre 2006, | aangebracht : 1° paragraaf 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december |
et le paragraphe 2 sont remplacés par ce qui suit : | 2006, en paragraaf 2, worden vervangen als volgt : |
« § 1er. Les qualités caractérielles du candidat, à l'exception du | « § 1. De karakteriële hoedanigheden van de kandidaat, met |
candidat visé à l'alinéa 2, sont appréciées, outre aux moments visés à | uitzondering van de kandidaat bedoeld in het tweede lid, worden |
l'article 20sexies, § 2, de la loi ou, selon le cas, aux moments visés | beoordeeld, naast de momenten bedoeld in artikel 20sexies, § 2, van de |
wet of, naargelang van het geval, de momenten bedoeld in artikel 21, | |
à l'article 21, alinéa 2, 3°, de la loi du 16 mai 2001 portant statut | tweede lid, 3°, van de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de |
des militaires du cadre de réserve des forces armées : | militairen van het reservekader van de krijgsmacht : |
1° à la fin de la partie de formation constituée par la phase | 1° op het einde van het vormingsgedeelte dat bestaat uit de militaire |
d'initiation militaire et la partie de la phase d'instruction | initiatiefase en het gedeelte van de fase militaire basisopleiding dat |
militaire de base commune aux différentes catégories de personnel; | gemeenschappelijk is voor de verschillende personeelscategorieën; |
2° à la fin de la période partielle de formation militaire de base. | 2° op het einde van de deelperiode militaire basisvorming. |
Les qualités caractérielles du candidat officier de carrière du | De karakteriële hoedanigheden van de kandidaat-beroepsofficier van de |
recrutement normal admis à l'Ecole royale militaire et du candidat | normale werving die wordt aanvaard in de Koninklijke Militaire School |
sous-officier en formation scolaire sont appréciées, outre aux moments | en van de kandidaat-beroepsonderofficier in schoolvorming worden |
visés à l'article 20sexies, § 2, de la loi, une fois pendant ou à la | beoordeeld, naast de momenten bedoeld in artikel 20sexies, § 2, van de |
fin du premier semestre de la première année de formation. | wet, eenmaal tijdens of op het einde van het eerste semester van het |
§ 2. Les qualités caractérielles du candidat officier ou sous-officier | eerste vormingsjaar. § 2. De karakteriële hoedanigheden van de kandidaat-officier of |
sont en outre appréciées trimestriellement pendant la période de stage | -onderofficier worden bovendien trimestrieel beoordeeld gedurende de |
ou d'évaluation. | stage- of evaluatieperiode. |
Les qualités caractérielles du candidat volontaire sont en outre | De karakteriële hoedanigheden van de kandidaat-vrijwilliger worden |
appréciées trimestriellement pendant la période de stage et | bovendien trimestrieel beoordeeld gedurende de stageperiode en |
semestriellement pendant la période d'évaluation. »; | semestrieel gedurende de evaluatieperiode. »; |
2° le paragraphe 3, remplacé par l'arrêté royal du 21 décembre 2006 et | 2° paragraaf 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december |
modifié par l'arrêté royal du 26 août 2010, et le paragraphe 4, | 2006 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, en |
modifié par l'arrêté royal du 21 décembre 2006, sont abrogés; | paragraaf 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 december |
2006, worden opgeheven; | |
3° le paragraphe 6 est abrogé. | 3° paragraaf 6 wordt opgeheven. |
Art. 3.Dans le même arrêté, il est inséré un article 7bis rédigé |
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, |
comme suit : | luidende : |
« Art. 7bis.§ 1er. Au début de chaque année de formation d'une |
« Art. 7 bis. § 1. Bij de aanvang van elk vormingsjaar van een periode |
période de formation scolaire, ainsi qu'au début de chaque période et | van schoolvorming, evenals bij de aanvang van elke vormingsperiode en |
partie de formation visée à l'annexe du présent arrêté, le candidat | vormingsgedeelte bedoeld in bijlage bij dit besluit wordt de kandidaat |
est informé par écrit des points suivants : | schriftelijk ingelicht betreffende de volgende punten : |
1° les moments et le caractère statutaire ou non des appréciations; | 1° de tijdstippen en de al dan niet statutaire aard van de beoordelingen; |
2° les compétences appréciées, ainsi que les indicateurs de | 2° de competenties die beoordeeld worden, evenals de |
comportement qui seront utilisés pour cette appréciation; | gedragsindicatoren die voor deze beoordeling gebruikt zullen worden; |
3° les notes et mentions à obtenir pour réussir. | 3° de te behalen cijfers en vermeldingen om te slagen. |
§ 2. Au moins un entretien de fonctionnement entre le candidat et son | § 2. Ten minste één functioneringsgesprek tussen de kandidaat en zijn |
évaluateur a lieu : | beoordelaar vindt plaats : |
1° avant la première appréciation statutaire; | 1° voor de eerste statutaire beoordeling; |
2° entre deux appréciations statutaires successives. | 2° tussen twee opeenvolgende statutaire beoordelingen. |
Lors de l'entretien de fonctionnement, les compétences du candidat | Tijdens het functioneringsgesprek worden de competenties van de |
sont discutées avec lui à l'aide des compétences et des indicateurs de | kandidaat met hem besproken met behulp van de competenties en |
comportement fixés dans l'annexe du présent arrêté. | gedragsindicatoren bepaald in de bijlage bij dit besluit. |
Un rapport succinct de l'entretien de fonctionnement est établi. Ce | Een beknopt verslag van het functioneringsgesprek wordt opgesteld. Dit |
rapport comprend au moins les points forts et les points faibles du | verslag omvat ten minste de sterke en zwakke punten van de kandidaat. |
candidat. Ce rapport est signé pour vu par le candidat et inséré dans | Het wordt door de kandidaat ondertekend voor gezien en opgenomen in |
son dossier de formation. | zijn vormingsdossier. |
§ 3. Chaque appréciation est établie à l'issue d'un entretien | § 3. Elke beoordeling wordt opgesteld na afloop van een |
d'évaluation entre le candidat et son évaluateur. | evaluatiegesprek tussen de kandidaat en zijn beoordelaar. |
Pendant cet entretien d'évaluation, les points forts et les points | Tijdens dit evaluatiegesprek worden de sterke en de zwakke punten van |
faibles du candidat sont commentés. | de kandidaat toegelicht. |
Chaque mention « très mauvais », « mauvais », « insuffisant » ou « à | Elke vermelding « zeer slecht », « slecht », « onvoldoende » of « te |
améliorer » pour une compétence doit être motivée par l'évaluateur à | verbeteren » voor een competentie moet door de beoordelaar gemotiveerd |
l'aide des indicateurs de comportement fixés dans l'annexe du présent | worden aan de hand van de gedragsindicatoren bepaald in de bijlage bij |
arrêté. | dit besluit. |
Chaque appréciation est notifiée par écrit au candidat au plus tard | Elke beoordeling wordt schriftelijk aan de kandidaat betekend ten |
cinq jours ouvrables suivant le jour de l'entretien d'évaluation. Elle | laatste vijf werkdagen volgend op de dag van het evaluatiegesprek. Ze |
est signée pour vu par le candidat et insérée dans son dossier de | wordt door de kandidaat ondertekend voor gezien en opgenomen in zijn |
formation. | vormingsdossier. |
§ 4. Le candidat peut faire valoir ses objections au contenu du rapport de l'entretien de fonctionnement ou d'évaluation établi par son évaluateur. Les objections motivées sont introduites par écrit auprès de l'évaluateur au plus tard le cinquième jour ouvrable qui suit la notification du contenu du rapport concerné au candidat. Si l'évaluateur estime ne pas devoir modifier son rapport, ni joindre de considérations au sujet de ce mémoire du candidat, il date et signe le mémoire et il joint ce mémoire au dossier de formation du candidat. Toute considération au sujet de ce mémoire, que l'évaluateur jugerait utile de joindre au contenu du rapport concerné, ainsi que les points sur lesquels il donne raison au candidat, sont portés, par écrit, à la connaissance de ce dernier, qui peut éventuellement joindre de nouveaux et derniers arguments. Le candidat date et signe ces | § 4. De kandidaat kan zijn bezwaren uiten op de inhoud van het verslag van het functionerings- of evaluatiegesprek opgesteld door zijn beoordelaar. De gemotiveerde bezwaren worden schriftelijk bij de beoordelaar ingediend ten laatste op de vijfde werkdag volgend op de kennisgeving aan de kandidaat van de inhoud van het betrokken verslag. Indien de beoordelaar van mening is dat hij zijn verslag niet hoeft te wijzigen, noch beschouwingen hoeft toe te voegen aan het verweerschrift van de kandidaat, dagtekent en ondertekent hij het verweerschrift en voegt hij dit verweerschrift aan het vormingsdossier van de kandidaat toe. Iedere beschouwing die de beoordelaar aan dit verweerschrift nodig mocht achten toe te voegen aan de inhoud van het betrokken verslag, evenals de punten waarop hij het eens is met de kandidaat, worden schriftelijk ter kennis van deze laatste gebracht, die eventueel nieuwe en laatste argumenten kan toevoegen. De kandidaat dagtekent en |
documents, précédé de la mention « vu et pris connaissance ». Ensuite, | ondertekent deze documenten na de vermelding « gezien en voor |
ces documents sont joints par l'évaluateur au dossier de formation du | kennisname ». Vervolgens worden deze documenten door de beoordelaar |
candidat. ». | aan het vormingsdossier van de kandidaat toegevoegd. ». |
Art. 4.A l'article 8 du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du |
Art. 4.In artikel 8 van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
21 décembre 2006, les modifications suivantes sont apportées : | koninklijk besluit van 21 december 2006, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | |
1° dans l'alinéa 1er, les mots « l'article 7, à l'exception de celles | 1° in het eerste lid worden de woorden « artikel 7, met uitzondering |
visées à l'article 7, § 1er, 2° et 3°, et § 3, 2° » sont remplacés par | van degene die in artikel 7, § 1, 2° en 3°, en § 3, 2°, bedoeld zijn » |
les mots « l'article 7, § 1er »; | vervangen door de woorden « artikel 7, § 1 »; |
2° l'article 8 est complété par trois alinéas rédigés comme suit : | 2° artikel 8 wordt aangevuld met drie leden, luidende : |
« Pour posséder les qualités caractérielles requises des membres de la | « Om de karakteriële hoedanigheden te bezitten, die vereist zijn van |
catégorie de personnel pour laquelle il est formé, le candidat ne peut | de leden van de personeelscategorie waarvoor hij gevormd wordt, mag de |
en outre obtenir, lors de chaque appréciation statutaire : | kandidaat bovendien, bij elke statutaire beoordeling : |
1° une mention « très mauvais », « mauvais » ou « insuffisant » pour | 1° geen vermelding « zeer slecht », « slecht » of « onvoldoende » |
une compétence générique; | bekomen voor een generieke competentie; |
2° une mention « très mauvais » ou « mauvais », pour une compétence | 2° geen vermelding « zeer slecht » of « slecht » bekomen voor een |
spécifique. | specifieke competentie. |
Les compétences, les indicateurs de comportement, ainsi que les | De competenties, de gedragsindicatoren, evenals de vermeldingen en de |
mentions et les notes correspondantes sont fixés dans l'annexe du | overeenkomstige cijfers worden bepaald in de bijlage bij dit besluit. |
présent arrêté. Toutes les compétences et, au sein de chaque compétence, tous les | Alle competenties en, binnen elke competentie, alle gedragsindicatoren |
indicateurs de comportement ont la même pondération. ». | hebben dezelfde weging. ». |
Art. 5.Dans l'article 8bis du même arrêté, inséré par l'arrêté royal |
Art. 5.In artikel 8bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
du 21 décembre 2006 et modifié par l'arrêté royal du 26 août 2010, les | koninklijk besluit van 21 december 2006 en gewijzigd bij het |
koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de woorden « het | |
mots « n'a pas obtenu la note globale visée à l'article 8 » sont | globale cijfer bedoeld in artikel 8 niet behaald heeft » telkens |
chaque fois remplacés par les mots « n'a pas satisfait aux critères de | vervangen door de woorden « aan de criteria tot slagen bedoeld in |
réussite visés à l'article 8 ». | artikel 8 niet voldaan heeft ». |
Art. 6.Dans l'article 8ter, alinéa 2, du même arrêté, inséré par |
Art. 6.In artikel 8ter, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd |
l'arrêté royal du 21 décembre 2006, les mots « ou 3 » sont abrogés. | bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, worden de woorden « |
of derde » opgeheven. | |
Art. 7.Dans le même arrêté, l'annexe A, modifiée par les arrêtés |
Art. 7.In hetzelfde besluit worden de bijlage A, gewijzigd bij de |
royaux du 3 mai 2003, 21 décembre 2006 et 26 août 2010, et l'annexe B, | koninklijke besluiten van 3 mei 2003, 21 december 2006 en 26 augustus |
insérée par l'arrêté royal du 21 décembre 2006 et modifiée par | 2010, en de bijlage B, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 |
l'arrêté royal du 26 août 2010, sont remplacées par l'annexe jointe au | december 2006 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 augustus |
présent arrêté. | 2010, vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit. |
CHAPITRE 2. - Dispositions transitoire et finale | HOOFDSTUK 2. - Overgangs- en slotbepalingen |
Art. 8.Lors de la première appréciation statutaire qui suit la date |
Art. 8.De kandidaat wordt bij de eerste statutaire beoordeling, die |
d'entrée en vigueur du présent arrêté, le candidat est apprécié selon | op de datum van inwerkingtreding van dit besluit volgt, beoordeeld |
les dispositions qui lui étaient applicables la veille de cette date. | volgens de bepalingen die op hem van toepassing waren de dag vóór deze datum. |
Art. 9.Le ministre qui a la Défense dans ses attributions est chargé |
Art. 9.De minister bevoegd voor de Landsverdediging is belast met de |
de l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
Donné à Châteauneuf-de-Grasse, le 3 avril 2013. | Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de la Défense, | De Minister van Landsverdediging, |
P. DE CREM | P. DE CREM |
Annexe à l'arrêté royal du 3 avril 2013 modifiant l'arrêté royal du 13 | Bijlage bij het koninklijk besluit van 3 april 2013 tot wijziging van |
novembre 1991 fixant les règles applicables à l'appréciation des | het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels |
qualités caractérielles des candidats des forces armées | die gelden bij de beoordeling van de karakteriële hoedanigheden van de |
kandidaten van de krijgsmacht | |
Annexe à l'arrêté royal du 13 novembre 1991 fixant les règles | Bijlage bij het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling |
applicables à l'appréciation des qualités caractérielles des candidats | van de regels die gelden bij de beoordeling van de karakteriële |
des forces armées | hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht |
TABLEAU 1 : GRILLE D'APPRECIATION DES COMPETENCES DU CANDIDAT Description Mention Note La compétence est totalement absente. Très mauvais | TABEL 1 : BEOORDELINGSROOSTER VAN DE COMPETENTIES VAN DE KANDIDAAT Omschrijving Vermelding Cijfer De competentie is totaal niet aanwezig. Zeer slecht |
1 | 1 |
Démontre de sévères manquements dans la compétence. | Geeft blijk van ernstige tekortkomingen voor de competentie. |
Mauvais | Slecht |
2 | 2 |
Possède la compétence de manière insuffisante. | Bezit de competentie in onvoldoende mate. |
Insuffisant | Onvoldoende |
3 | 3 |
Possède la compétence moyennant une amélioration. | Bezit de competentie mits een verbetering. |
A améliorer | Te verbeteren |
4 | 4 |
Possède la compétence de manière suffisante. | Bezit de competentie in voldoende mate. |
Suffisant | Voldoende |
6 | 6 |
Possède la compétence en grande partie. | Bezit de competentie in grote mate. |
Bon | Goed |
7 | 7 |
Possède presque complètement la compétence. | Bezit de competentie in zeer grote mate. |
Très bon | Zeer goed |
8 | 8 |
Excelle pour la compétence. | Munt uit in de competentie. |
Excellent | Uitstekend |
9 | 9 |
TABLEAU 2 : NIVEAU DES INDICATEURS DE COMPORTEMENT POUR L'APPRECIATION | TABEL 2 : NIVEAU VAN DE GEDRAGSINDICATOREN VOOR DE BEOORDELING VAN DE |
DES COMPETENCES DU CANDIDAT | COMPETENTIES VAN DE KANDIDAAT |
Tableau 2.1 : Candidat volontaire | Tabel 2.1 : Kandidaat-vrijwilliger |
Indicateurs de comportement | Gedragsindicatoren |
N° Compétences Période partielle de formation militaire de base Période partielle de formation professionnelle spécialisée Période de stage Période d'évaluation | Nr Competenties Deelperiode militaire basisvorming Deelperiode gespecialiseerde professionele vorming Stageperiode Evaluatie- periode |
1. | 1. |
Collaborer | Samenwerken |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
2. | 2. |
Respecter les autres | Respecteren van anderen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
3. | 3. |
Etre flexible | Flexibel zijn |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
4. | 4. |
Agir de manière intègre | Integer handelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
5. | 5. |
Faire preuve de loyauté envers l'organisation | Organisatieloyaliteit tonen |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
6. | 6. |
Etre orienté vers les résultats | Resultaatgericht handelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
7. | 7. |
Suivre les règles | Opvolgen van regels |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
8. | 8. |
Communiquer | Communiceren |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
9. | 9. |
Gérer le temps et le stress | Tijd en stress beheren |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
10. | 10. |
Travailler de manière autonome | Onafhankelijk handelen |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
11. | 11. |
Se développer | Zichzelf ontwikkelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Tableau 2.2 : Candidat sous-officier en formation scolaire | Tabel 2.2 : Kandidaat-onderofficier in schoolvorming |
Indicateurs de comportement | Gedragsindicatoren |
N° | Nr |
Compétences | Competenties |
Phase d'initiation militaire et partie de la phase d'instruction | Militaire initiatiefase en gedeelte van de fase militaire |
militaire de base commune aux différentes catégories de personnel | basisopleiding dat gemeenschappelijk is voor de verschillende |
personeelscategorieën | |
Partie de la phase d'instruction militaire de base spécifique aux sous-officiers Première année de formation Deuxième année de formation Période partielle de formation professionnelle spécialisée Période de stage Période d'évaluation | Gedeelte van de fase militaire basisopleiding specifiek voor de onderofficieren Eerste vormingsjaar Tweede vormingsjaar Deelperiode gespecialiseerde professionele vorming Stage-periode Evaluatie- periode |
1. | 1. |
Collaborer | Samenwerken |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
2. | 2. |
Respecter les autres | Respecteren van anderen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
3. | 3. |
Etre flexible | Flexibel zijn |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
4. | 4. |
Agir de manière intègre | Integer handelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
5. Faire preuve de loyauté envers l'organisation Non appréciée Non appréciée Non appréciée Non appréciée Non appréciée | 5. Organisatieloyaliteit tonen Niet beoordeeld Niet beoordeeld Niet beoordeeld Niet beoordeeld Niet beoordeeld |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
6. | 6. |
Etre orienté vers les résultats | Resultaatgericht handelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
7. | 7. |
Suivre les règles | Opvolgen van regels |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
8. | 8. |
Communiquer | Communiceren |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
9. | 9. |
Gérer le temps et le stress | Tijd en stress beheren |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
10. | 10. |
Travailler de manière autonome | Onafhankelijk handelen |
Non appréciée* | Niet beoordeeld* |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
11. | 11. |
Se développer | Zichzelf ontwikkelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
12. Motiver les autres Non appréciée Non appréciée Non appréciée Non appréciée | 12. Anderen motiveren Niet beoordeeld Niet beoordeeld Niet beoordeeld Niet beoordeeld |
Niveau 1** | Niveau 1** |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
13. Diriger Non appréciée Non appréciée Non appréciée Non appréciée | 13. Richting geven Niet beoordeeld Niet beoordeeld Niet beoordeeld Niet beoordeeld |
Niveau 1** | Niveau 1** |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
14. | 14. |
Montrer l'exemple | Het voorbeeld geven |
Non appréciée* | Niet beoordeeld* |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
* Toutefois, si la partie de la phase d'instruction militaire de base | * Indien het gedeelte van de fase militaire basisopleiding, dat |
commune aux différentes catégories de personnel est organisée après la | gemeenschappelijk is voor de verschillende personeelscategorieën, |
georganiseerd wordt na het einde van het eerste vormingsjaar, wordt | |
fin de la première année de formation, cette compétence est appréciée | deze compententie evenwel beoordeeld op basis van de overeenstemmende |
sur base des indicateurs de comportement correspondant au niveau 1. | gedragsindicatoren van niveau 1. |
** Si le candidat sous-officier suit une orientation technique, cette | ** Indien de kandidaat-onderofficier een technische richting volgt, |
compétence n'est pas appréciée au cours de la période partielle de | wordt deze competentie niet beoordeeld gedurende de deelperiode |
formation professionnelle spécialisée. | gespecialiseerde professionele vorming. |
Tableau 2.3 : Candidat sous-officier autre que celui visé au tableau | Tabel 2.3 : Kandidaat-onderofficier, andere dan diegene bedoeld in |
2.2 | tabel 2.2 |
Indicateurs de comportement | Gedragsindicatoren |
N° | Nr |
Compétences | Competenties |
Phase d'initiation militaire et partie de la phase d'instruction | Militaire initiatiefase en gedeelte van de fase militaire |
militaire de base commune aux différentes catégories de personnel Partie de la phase d'instruction militaire de base spécifique aux sous-officiers Période partielle de formation professionnelle spécialisée Période de stage Période d'évaluation | basisopleiding dat gemeenschappelijk is voor de verschillende personeelscategorieën Gedeelte van de fase militaire basisopleiding specifiek voor de onderofficieren Deelperiode gespecialiseerde professionele vorming Stageperiode Evaluatie- periode |
1. | 1. |
Collaborer | Samenwerken |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
2. | 2. |
Respecter les autres | Respecteren van anderen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
3. | 3. |
Etre flexible | Flexibel zijn |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
4. | 4. |
Agir de manière intègre | Integer handelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
5. | 5. |
Faire preuve de loyauté envers l'organisation | Organisatieloyaliteit tonen |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
6. | 6. |
Etre orienté vers les résultats | Resultaatgericht handelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
7. | 7. |
Suivre les règles | Opvolgen van regels |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
8. | 8. |
Communiquer | Communiceren |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
9. | 9. |
Gérer le temps et le stress | Tijd en stress beheren |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
10. | 10. |
Travailler de manière autonome | Onafhankelijk handelen |
Non appréciée* | Niet beoordeeld* |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
11. | 11. |
Se développer | Zichzelf ontwikkelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
12. | 12. |
Motiver les autres | Anderen motiveren |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Niveau 1** | Niveau 1** |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
13. | 13. |
Diriger | Richting geven |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Niveau 1** | Niveau 1** |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
14. | 14. |
Montrer l'exemple | Het voorbeeld geven |
Non appréciée* | Niet beoordeeld* |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
* Toutefois, si la partie de la phase d'instruction militaire de base | * Indien het gedeelte van de fase militaire basisopleiding, dat |
commune aux différentes catégories de personnel est organisée après la | gemeenschappelijk is voor de verschillende personeelscategorieën, |
georganiseerd wordt na het einde van het eerste vormingsjaar, wordt | |
fin de la première année de formation, cette compétence est appréciée | deze compententie evenwel beoordeeld op basis van de overeenstemmende |
sur base des indicateurs de comportement correspondant au niveau 1. | gedragsindicatoren van niveau 1. |
** Si le candidat sous-officier suit la partie de formation « | ** Indien de kandidaat-onderofficier het vormingsgedeelte « algemene |
instruction générale technique », cette compétence n'est pas appréciée | technische opleiding » volgt, wordt deze competentie niet beoordeeld |
au cours de la période partielle de formation professionnelle spécialisée. | gedurende de deelperiode gespecialiseerde professionele vorming. |
Tableau 2.4 : Candidat officier de carrière issu du recrutement normal | Tabel 2.4 : Kandidaat-beroepsofficier gesproten uit de normale of |
ou complémentaire | aanvullende werving |
Indicateurs de comportement | Gedragsindicatoren |
N° | Nr |
Compétences | Competenties |
Phase d'initiation militaire et partie de la phase d'instruction militaire de base commune aux différentes catégories de personnel Première année de formation Deuxième année de formation Troisième année de formation Quatrième année de formation Cinquième année de formation et suivantes | Militaire initiatiefase en gedeelte van de fase militaire basisopleiding dat gemeenschappelijk is voor de verschillende personeelscategorieën Eerste vormingsjaar Tweede vormingsjaar Derde vormingsjaar Vierde vormingsjaar Vijfde vormingsjaar en volgende |
1. | 1. |
Collaborer | Samenwerken |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
2. | 2. |
Respecter les autres | Respecteren van anderen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
3. | 3. |
Etre flexible | Flexibel zijn |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
4. | 4. |
Agir de manière intègre | Integer handelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
5. | 5. |
Faire preuve de loyauté envers l'organisation | Organisatieloyaliteit tonen |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
6. | 6. |
Etre orienté vers les résultats | Resultaatgericht handelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
7. | 7. |
Suivre les règles | Opvolgen van regels |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
8. | 8. |
Communiquer | Communiceren |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
9. | 9. |
Gérer le temps et le stress | Tijd en stress beheren |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
10. | 10. |
Travailler de manière autonome | Onafhankelijk handelen |
Non appréciée* | Niet beoordeeld* |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
11. | 11. |
Se développer | Zichzelf ontwikkelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
12. Motiver les autres Non appréciée Non appréciée Non appréciée Non appréciée | 12. Anderen motiveren Niet beoordeeld Niet beoordeeld Niet beoordeeld Niet beoordeeld |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
13. Diriger Non appréciée Non appréciée Non appréciée Non appréciée | 13. Richting geven Niet beoordeeld Niet beoordeeld Niet beoordeeld Niet beoordeeld |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
14. | 14. |
Montrer l'exemple | Het voorbeeld geven |
Non appréciée* | Niet beoordeeld* |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
* Toutefois, si la partie de la phase d'instruction militaire de base | * Indien het gedeelte van de fase militaire basisopleiding, dat |
commune aux différentes catégories de personnel est organisée après la | gemeenschappelijk is voor de verschillende personeelscategorieën, |
georganiseerd wordt na het einde van het eerste vormingsjaar, wordt | |
fin de la première année de formation, cette compétence est appréciée | deze compententie evenwel beoordeeld op basis van de overeenstemmende |
sur base des indicateurs de comportement correspondant au niveau 1. | gedragsindicatoren van niveau 1. |
Tableau 2.5 : Candidat officier autre que celui visé au tableau 2.4 | Tabel 2.5 : Kandidaat-officier, andere dan diegene bedoeld in tabel 2.4 |
Indicateurs de comportement | Gedragsindicatoren |
N° | Nr |
Compétences | Competenties |
Phase d'initiation militaire et partie de la phase d'instruction | Militaire initiatiefase en gedeelte van de fase militaire |
militaire de base commune aux différentes catégories de personnel Partie de la phase d'instruction militaire de base spécifique aux officiers Période partielle de formation professionnelle spécialisée Période de stage Période d'évaluation | basisopleiding dat gemeenschappelijk is voor de verschillende personeelscategorieën Gedeelte van de fase militaire basisopleiding specifiek voor de officieren Deelperiode gespecialiseerde professionele vorming Stageperiode Evaluatie- periode |
1. | 1. |
Collaborer | Samenwerken |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
2. | 2. |
Respecter les autres | Respecteren van anderen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
3. | 3. |
Etre flexible | Flexibel zijn |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
4. | 4. |
Agir de manière intègre | Integer handelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
5. | 5. |
Faire preuve de loyauté envers l'organisation | Organisatieloyaliteit tonen |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
6. | 6. |
Etre orienté vers les résultats | Resultaatgericht handelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
7. | 7. |
Suivre les règles | Opvolgen van regels |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
8. | 8. |
Communiquer | Communiceren |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
9. | 9. |
Gérer le temps et le stress | Tijd en stress beheren |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
10. | 10. |
Travailler de manière autonome | Onafhankelijk handelen |
Non appréciée* | Niet beoordeeld* |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
11. | 11. |
Se développer | Zichzelf ontwikkelen |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
13. | 12. |
Motiver les autres | Anderen motiveren |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
13. | 13. |
Diriger | Richting geven |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Non appréciée | Niet beoordeeld |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
14. | 14. |
Montrer l'exemple | Het voorbeeld geven |
Non appréciée* | Niet beoordeeld* |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
15. | 15. |
Penser en vue de rechercher des solutions | Oplossingsgericht denken |
Non appréciée* | Niet beoordeeld* |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
* Toutefois, si la partie de la phase d'instruction militaire de base | * Indien het gedeelte van de fase militaire basisopleiding, dat |
commune aux différentes catégories de personnel est organisée après la | gemeenschappelijk is voor de verschillende personeelscategorieën, |
georganiseerd wordt na het einde van het eerste vormingsjaar, wordt | |
fin de la première année de formation, cette compétence est appréciée | deze compententie evenwel beoordeeld op basis van de overeenstemmende |
sur base des indicateurs de comportement correspondant au niveau 1. | gedragsindicatoren van niveau 1. |
TABLEAU 3 : COMPETENCES ET INDICATEURS DE COMPORTEMENT | TABEL 3 : COMPETENTIES EN GEDRAGSINDICATOREN |
Tableau 3.1 : Compétences génériques et indicateurs de comportement | Tabel 3.1 : Generieke competenties en gedragsindicatoren |
Les compétences génériques sont des compétences exigées de tous les | Generieke competenties zijn competenties die vereist worden van alle |
militaires et qui résultent de la mission, la vision et des valeurs de | militairen en die voortvloeien uit de missie, visie en waarden van |
la Défense. | Defensie. |
Indicateurs de comportement | Gedragsindicatoren |
N° | Nr |
Compétences génériques | Generieke competenties |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
1. | 1. |
Collaborer : être à même de travailler en commun pour atteindre les objectifs, tant avec ses subordonnés qu'avec ses collègues et ses supérieurs. Fait preuve d'esprit d'équipe. Coopère sans réticence. Est ouvert aux idées des autres. Participe activement aux travaux du groupe. Encourage la participation de chacun. Partage spontanément connaissances et informations. | Samenwerken : in staat zijn om samen te werken, zowel met medewerkers als met collega's en meerderen om objectieven te bereiken. Geeft blijk van groepsgeest. Werkt samen zonder terughoudendheid. Staat open voor de ideeën van anderen. Neemt actief deel aan het werk van de groep. Moedigt de deelname van eenieder aan. Deelt spontaan kennis en informatie. |
Propose des initiatives. | Stelt initiatieven voor. |
Favorise les échanges d'idées. | Moedigt gedachte-uitwisselingen aan. |
2. | 2. |
Respecter les autres : respecter le principe d'équivalence des individus indépendamment de leur sexe, origine, âge, conception de la vie, orientation sexuelle ou caractéristiques physiques. Travailler dans un climat d'égalité de traitement. Tient compte des caractéristiques des autres. Traite les autres avec respect. Fait preuve d'empathie envers les autres. Favorise l'équivalence et la tolérance dans l'organisation. Souligne l'importance de la valeur ajoutée de la diversité. Prend des mesures en cas de comportement intolérant. | Respecteren van anderen : respecteren van de gelijkwaardigheid van iedereen ongeacht geslacht, afkomst, leeftijd, levensvisie, geaardheid of fysieke eigenschappen. Werken in een sfeer van gelijke behandeling. Houdt rekening met de eigenschappen van de anderen. Behandelt de anderen met respect. Geeft blijk van empathie naar de anderen toe. Bevordert gelijkwaardigheid en tolerantie in de organisatie. Wijst op de meerwaarde van diversiteit. Neemt maatregelen bij intolerant gedrag. |
3. | 3. |
Etre flexible : être à même de s'adapter à des changements de situation en restant ouvert aux suggestions et idées nouvelles. Exécute des tâches nouvelles. Exécute une mission supplémentaire si les circonstances l'exigent. Réagit aux problèmes imprévisibles. Adapte sa méthode de travail aux contraintes de temps, aux demandes ou besoins urgents. Anticipe les changements possibles. Adapte son point de vue en fonction des circonstanceschangeantes. Modifie son emploi du temps et son calendrier en fonction des changements de priorités et problèmes urgents. | Flexibel zijn : zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden en open blijven staan voor suggesties en nieuwe ideeën. Voert nieuwe taken uit. Voert een bijkomende opdracht uit als de omstandigheden daar om vragen. Reageert op onverwachte problemen. Past zijn werkwijze aan in functie van tijdsdruk, dringende vragen of behoeften. Anticipeert op mogelijke veranderingen. Past zijn standpunt aan in functie van wijzigende omstandigheden. Verandert zijn agenda en planning in functie van gewijzigde prioriteiten en dringende problemen. |
4. Agir de manière intègre : respecter des normes éthiques dans ses activités personnelles et professionnelles. Reste honnête en toutes circonstances, même en cas de difficulté. Respecte le caractère confidentiel des informations qui lui sont confiées. Donne un avis honnête. Agit de manière correcte, respectueuse et éthique même dans les situations où une grande pression externe est exercée. Assume la responsabilité de ses actes. Sans objet | 4. Integer handelen : respecteren van ethische normen zowel in de persoonlijke als in de professionele activiteiten. Blijft eerlijk in alle omstandigheden, zelfs in geval van moeilijkheden. Respecteert het vertrouwelijk karakter van de hem toevertrouwde informatie. Geeft een eerlijk advies. Handelt correct, respectvol en ethisch zelfs in situaties waar een grote externe druk wordt uitgeoefend. Neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen. Zonder voorwerp |
5. | 5. |
Faire preuve de loyauté envers l'organisation : se montrer attaché à son métier et à l'organisation et en défendre les intérêts auprès des autres en adoptant un comportement conforme à la culture, aux besoins, aux priorités et aux objectifs de l'organisation. Fait preuve d'intérêt pour l'organisation. Décrit l'organisation positivement tout en restant honnête. Est capable de relativiser les critiques à l'égard de l'organisation. Sans objet | Organisatieloyaliteit tonen : zich verbonden tonen met zijn beroep en de organisatie en de belangen ervan verdedigen bij anderen door een gedrag aan te nemen passend bij de cultuur, behoeften, prioriteiten en doelen van de organisatie. Toont belangstelling voor de organisatie. Stelt de organisatie in een positief maar eerlijk daglicht. Weet kritiek op de organisatie te relativeren. Zonder voorwerp |
Tableau 3.2 : Compétences spécifiques et indicateurs de comportement | Tabel 3.2 : Specifieke competenties en gedragsindicatoren |
Indicateurs de comportement | Gedragsindicatoren |
N° | Nr |
Compétences spécifiques | Specifieke competenties |
Niveau 1 | Niveau 1 |
Niveau 2 | Niveau 2 |
1. | 1. |
Etre orienté vers les résultats : | Resultaatgericht handelen : |
se concentrer activement sur l'obtention de résultats et la | actief gericht zijn op het behalen van resultaten en het realiseren |
réalisation d'objectifs et être disposé à intervenir en cas de | van doelstellingen en de bereidheid vertonen om in te grijpen bij |
résultats décevants. Faire preuve de persévérance et d'intérêt pour | tegenvallende resultaten. Blijk geven van volharding en belang hechten |
son travail. | aan zijn werk. |
Contrôle systématiquement son propre travail. | Controleert systematisch het eigen werk. |
Rapporte spontanément l'état d'avancement de son propre travail. | Rapporteert spontaan over de voortgang van zijn werk. |
Justifie la contribution de chaque action dans le résultat à obtenir. | Verantwoordt de bijdrage van elke actie in het te behalen resultaat. |
Apporte des corrections si les résultats sont décevants. | Stuurt bij in geval van tegenvallende resultaten. |
Vérifie régulièrement les échéances de son travail. | Gaat regelmatig de deadlines van zijn werk na. |
Sans objet | Zonder voorwerp |
2. | 2. |
Suivre les règles : | Opvolgen van regels : |
se conformer aux règles de conduite et aux procédures en vigueur au sein de l'organisation et inciter les autres à faire de même. Respecte les voies hiérarchiques. Prend soin de sa tenue et de son équipement. Montre du respect envers ses collègues et ses supérieurs. Exécute les décisions prises au sein de l'équipe ou par le chef. Respecte les promesses et les accords convenus. S'adapte aux règles même si elles sont contraires à ses propres souhaits. Sans objet | zich houden aan de gedragsregels en aan de procedures die gelden in de schoot van de organisatie en de anderen aansporen om hetzelfde te doen. Respecteert de hiërarchische weg. Draagt zorg voor zijn kledij en uitrusting. Toont respect voor zijn oversten en collega's. Voert de beslissingen uit die binnen het team of door de chef genomen zijn. Respecteert de overeengekomen beloften en afspraken. Past zich aan de regels aan, zelfs indien deze strijdig zijn met de persoonlijke wensen. Zonder voorwerp |
3. | 3. |
Communiquer : | Communiceren : |
être capable d'échanger des idées et des opinions avec les autres en | in staat zijn ideeën en meningen met anderen uit te wisselen door |
faisant usage d'un langage, de gestes ou d'attitudes clairs, tout en adaptant son style et sa méthode en fonction de la situation et du personnel. S'exprime de manière compréhensible. Laisse les autres s'exprimer. Structure ses idées afin de transmettre clairement le message voulu. Vérifie si son interlocuteur l'a bien compris. Reformule le message s'il n'a pas été compris par les interlocuteurs. Réagit de manière appropriée aux questions posées. Adapte son niveau de langage à son auditoire. Réagit de manière adéquate aux silences et les exploite efficacement. Argumente ses opinions calmement et de manière convaincante. Discute de divergences en n'ayant pas peur du conflit. | gebruik te maken van duidelijke taal, gebaren of houdingen, met aanpassing van stijl en methode naargelang de situatie en het personeel. Drukt zich verstaanbaar uit. Laat de anderen zich uitdrukken. Structureert zijn ideeën om de gewenste boodschap duidelijk over te brengen. Controleert of de andere hem goed begrepen heeft. Herformuleert de boodschap wanneer deze door de anderen niet goed begrepen is. Reageert op gepaste wijze op de gestelde vragen. Past het niveau van zijn taal aan het publiek aan. Weet om te gaan met stiltes en gebruikt ze doeltreffend. Verdedigt zijn mening op een kalme en overtuigende manier. Bespreekt meningsverschillen zonder het conflict uit de weg te gaan. |
4. | 4. |
Gérer le temps et le stress : conserver un comportement efficace dans des situations complexes même en cas de délais courts et face à une charge de travail élevée, en cas de revers, de déception ou de critique. Connaît ses limites afin de respecter les délais. Planifie son travail de manière efficiente. Tente d'éviter les pertes de temps. Continue à agir efficacement sous pression du temps. Reste calme et serein lorsqu'il est mis sous pression. Contrôle ses émotions dans des situations stressantes. Réagit d'une manière adéquate aux pressions verbales. Réagit d'une manière adéquate aux pressions physiques. Ne se sent pas personnellement visé par la critique et continue à travailler de manière constructive. Continue à prendre des décisions adéquates en situation de stress. | Tijd en stress beheren : behouden van een doeltreffend gedrag in complexe situaties zelfs bij tijds- en werkdruk, bij tegenslag, teleurstelling of kritiek. Kent zijn grenzen teneinde de termijnen te respecteren. Plant zijn werk efficiënt. Tracht tijdverlies te vermijden. Gaat door met doelmatig handelen onder tijdsdruk. Blijft kalm en sereen wanneer hij onder druk komt te staan. Controleert de eigen emoties bij stresserende omstandigheden. Gaat op een gepaste manier om met verbale druk. Gaat op een gepaste manier om met fysieke druk. Neemt kritiek niet persoonlijk op en gaat door met werken op een constructieve manier. Blijft juiste beslissingen nemen in stresssituaties. |
5. Travailler de manière autonome : être à même d'exercer sa fonction et de faire preuve d'initiative en l'absence de directives spéciales ou de supervision. Prend des initiatives en cas de situation inattendue. Prend les bonnes décisions au bon moment en l'absence de son chef. Agit de manière autonome et efficiente dans des situations complexes. Anticipe ce qui doit être fait. Sans objet | 5. Onafhankelijk handelen : in staat zijn om bij gebrek aan speciale instructies of toezicht zijn functie uit te oefenen en initiatief te tonen. Neemt het initiatief bij onverwachte omstandigheden. Neemt de juiste beslissingen op het juiste moment bij afwezigheid van de chef. Handelt op een zelfstandige en efficiënte manier in complexe situaties. Anticipeert op wat gedaan moet worden. Zonder voorwerp |
6. | 6. |
Se développer : entreprendre des actions en vue d'accroître ou d'améliorer ses compétences, afin d'améliorer ses performances. Recherche ses points forts et ses points à améliorer. A une attitude positive face au feedback de ses supérieurs et de ses collègues. Se remet régulièrement en question pour améliorer ses connaissances. Sans objet | Zichzelf ontwikkelen : ondernemen van acties om eigen competenties te vergroten of te verbeteren, om beter te presteren. Zoekt naar eigen sterktes en te verbeteren punten. Staat open voor feedback van zowel meerderen als medewerkers. Stelt zichzelf regelmatig in vraag om zijn kennis te verbeteren. Zonder voorwerp |
7. | 7. |
Motiver les autres : | Anderen motiveren : |
encourager les autres à adopter une attitude positive dans l'exécution | aanmoedigen van anderen om een positieve instelling aan te nemen in de |
de leur tâche pour réaliser les objectifs de l'organisation ou du groupe. Reconnaît la valeur du travail de ses collaborateurs. Apprécie ses collaborateurs à leur juste valeur. Dit clairement à ses collaborateurs ce qu'il attend d'eux. Transmet à ses collègues enthousiasme et assiduité au travail. Encourage les collaborateurs à persévérer. Sans objet | uitvoering van hun taak om zodoende de objectieven van de organisatie of van de groep te verwezenlijken. Erkent de waarde van het werk van de medewerkers. Apprecieert medewerkers naar hun juiste waarde. Zegt duidelijk aan de medewerkers wat van hen verwacht wordt. Draagt het enthousiasme en de werkijver over op de collega's. Moedigt de medewerkers aan om door te zetten. Zonder voorwerp |
8. | 8. |
Diriger : | Richting geven : |
diriger le personnel sous sa responsabilité dans le cadre de l'exercice de ses tâches en adaptant le style et la méthode selon le personnel concerné et la situation. Montre ses qualités de chef en prévoyant, ordonnant et contrôlant. Prend des décisions rapides en tant que chef. Donne des ordres clairs et précis en toute circonstance. Décentralise et délègue ses responsabilités quand la situation l'exige. Soutient son personnel. Se fait respecter et obéir. Sans objet | richting geven aan het personeel onder zijn verantwoordelijkheid in de uitvoering van hun taken, door stijl en methode aan te passen naargelang het betrokken personeel en de situatie. Toont zijn kwaliteiten als chef door te voorzien, te bevelen en te controleren. Neemt als chef snel beslissingen. Geeft in alle omstandigheden duidelijke en precieze orders. Decentraliseert en delegeert zijn verantwoordelijkheden indien de situatie het vereist. Steunt zijn personeel. Dwingt respect en gehoorzaamheid af. Zonder voorwerp |
9. | 9. |
Montrer l'exemple : | Het voorbeeld geven : |
être représentatif des valeurs, des normes et des règles de | vertegenwoordigen van de waarden, normen en regels van de organisatie, |
l'organisation en étant conscient de l'influence de son comportement sur les autres et en agissant en conséquence. Est conscient de l'impact de son comportement sur les autres. Ose se remettre en question. Reconnaît ses erreurs. S'applique à remédier à ses points faibles. Se laisse guider par les valeurs de l'organisation lorsqu'il prend des décisions. Fait toujours preuve d'un comportement accepté par l'organisation. | zich bewust zijn van de invloed van het eigen gedrag op anderen en ernaar handelen. Is zich bewust van de impact van het eigen gedrag op de anderen. Durft zichzelf in vraag te stellen. Erkent zijn fouten. Maakt er werk van om persoonlijke zwakke punten te verbeteren. Laat zich bij beslissingen leiden door de organisatiewaarden. Vertoont steeds gedrag dat door de organisatie wordt aanvaard. |
Obtient le respect des autres grâce à son propre comportement. | Krijgt via het eigen gedrag het respect van de anderen. |
10. Penser en vue de rechercher des solutions : analyser logiquement les problèmes pour en distinguer les causes des conséquences de manière à tirer les conclusions qui s'imposent dans le but de trouver une solution. Collecte toutes les informations concernant le problème. Distingue les informations pertinentes des informations non pertinentes. Aborde le problème de manière logique. Considère le problème sous différents angles. Définit clairement le fond du problème. Formule un avis fondé sur les informations recueillies. Tient compte des opinions des autres dans ses propositions. Formule des solutions aux problèmes pour lesquels on ne dispose pas d'informations suffisantes. Compare les solutions proposées en fonction de leurs avantages et de | 10. Oplossingsgericht denken : analyseren van de problemen op een logische wijze om een onderscheid te maken tussen oorzaak en gevolg waaruit conclusies getrokken worden met als doel een oplossing te vinden. Verzamelt alle informatie in verband met het probleem. Onderscheidt de relevante van de irrelevante informatie. Pakt het probleem op een logische manier aan. Bekijkt een probleem vanuit verschillende invalshoeken. Omlijnt duidelijk de kern van het probleem. Formuleert een mening op basis van de verzamelde informatie. Houdt rekening met de meningen van de anderen in zijn voorstellen. Formuleert oplossingen voor problemen waarover onvoldoende informatie beschikbaar is. Vergelijkt de verschillende voorgestelde oplossingen op grond van de |
leurs inconvénients. | voordelen en nadelen ervan. |
Envisage la solution proposée dans un contexte plus large. | Plaatst de voorgestelde oplossing in een breder kader. |
Vu pour être annexé à notre arrêté du 3 avril 2013 modifiant l'arrêté | Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 3 april 2013 tot |
royal du 13 novembre 1991 fixant les règles applicables à | wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling |
l'appréciation des qualités caractérielles des candidats des forces | van de regels die gelden bij de beoordeling van de karakteriële |
armées. | hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de la Défense | De Minister van Landsverdediging, |
P. DE CREM | P. DE CREM |