Arrêté ministériel relatif à l'approbation du règlement d'ordre intérieur du Conseil du Fonds budgétaire des matières premières | Ministerieel besluit betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Raad van het Begrotingsfonds voor de grondstoffen |
---|---|
MINISTERE DES CLASSES MOYENNES ET DE L'AGRICULTURE 30 JUIN 1999. - Arrêté ministériel relatif à l'approbation du règlement d'ordre intérieur du Conseil du Fonds budgétaire des matières premières Le vice-premier Ministre et Ministre du budget chargé de l'Agricutlure et des Petites et Moyennes entreprises, | MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW 30 JUNI 1999. - Ministerieel besluit betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Raad van het Begrotingsfonds voor de grondstoffen De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, belast met Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, |
Vu la loi du 24 décembre 1976 relative aux propositions budgétaires | Gelet op de wet van 24 december 1976 betreffende de budgettaire |
1976-1977, chapitre VI, section 1ère, modifiée par la loi du 21 | voorstellen 1976-1977, hoofdstuk VI, afdeling 1, gewijzigd bij de wet |
décembre 1994 portant des dispositions sociales et diverses, chapitre | van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, hoofdstuk |
VII, section 2. | VII, afdeling 2. |
Vu la loi organique du 27 décembre 1990 créant des fonds budgétaires, | Gelet op de organieke wet van 27 december 1990 houdende de oprichting |
modifiée par la loi du 24 décembre 1993 créant des fonds budgétaires | van begrotingsfondsen, gewijzigd bij de wet van 24 december 1993 tot |
et par la loi du 21 décembre 1994 portant des dispositions sociales et | oprichting van begrotingsfondsen en bij de wet van 21 december 1994 |
diverses, chapitre VII, section 3; | houdende sociale en diverse bepalingen, hoofdstuk VII, afdeling 3. |
Vu l'arrêté royal du 19 août 1998 relatif à l'organisation, à la | Gelet op het koninklijk besluit van 19 augustus 1998 betreffende de |
composition et au fonctionnement du Conseil du Fonds budgétaire des | organisatie, de samenstelling en de werkwijze van de Raad van het |
matières premières; | Begrotingsfonds voor de grondstoffen; |
Vu la décision du Conseil du Fonds budgétaire des matières premières | Gelet op de beslissing van de Raad van het Begrotingsfonds voor de |
du 18 janvier 1999, | grondstoffen van 18 januari 1999, |
Arrête : | Besluit : |
Article unique. Le règlement d'ordre intérieur du Conseil du Fonds | Enig artikel. Het huishoudelijk reglement van de Raad van het |
budgétaire des matières premières, dont le texte est annexé au présent | Begrotingsfonds voor de grondstoffen, waarvan de tekst bij dit besluit |
arrêté, est approuvé. | gevoegd is, wordt goedgekeurd. |
Bruxelles, le 30 juin 1999, | Brussel, 30 juni 1999. |
H. VAN ROMPUY | H. VAN ROMPUY |
Annexe à l'arrêté ministériel du 30 juin 1999 | Bijlage bij het ministerieel besluit van 30 juni 1999 |
Règlement d'ordre intérieur du Conseil du Fonds budgétaire des | Huishoudelijk reglement van de Raad van het Begrotingsfonds voor de |
matières premières. | grondstoffen. |
Article 1er.Le Président du Conseil fixe l'endroit, le jour et |
Artikel 1.De voorzitter van de Raad bepaalt de plaats, de dag en het |
l'heure de la réunion. Il fixe également l'ordre du jour. | uur van de vergadering. Hij stelt eveneens de agenda vast. |
Lorsque cinq membres au moins le demandent, il est tenu de réunir le | Wanneer ten minste vijf leden erom verzoeken, is hij gehouden de Raad |
Conseil dans les trente jours et d'inscrire à l'ordre du jour les | binnen de dertig dagen bijeen te roepen en de punten die in het |
points mentionnés dans la demande de réunion. | verzoek tot bijeenroeping zijn opgegeven op de agenda te plaatsen. |
Art. 2.Le président ou, par ordre, un secrétaire convoque les membres |
Art. 2.De voorzitter of, in opdracht een secretaris, roept de leden |
du Conseil et les suppléants par simple lettre au moins sept jours | van de Raad en de plaatsvervangers op bij gewone brief ten minste |
ouvrables avant la réunion. | zeven werkdagen voor de vergadering. |
La convocation mentionne l'ordre du jour. | De oproeping vermeldt de agenda. |
Le cas échéant, un dossier est joint à la convocation. | Bij de oproeping wordt in voorkomend geval een dossier gevoegd. |
Art. 3.En cas d'urgence : - soit le délai de convocation visé à l'article 2, 1er alinéa est réduit à au moins 72 heures. Le cas échéant la convocation ainsi que l'ordre du jour sont communiqués aux membres ainsi qu'aux suppléants par télécopie du président ou, par ordre, d'un secrétaire; - soit la consultation des membres effectifs est organisée par écrit. Art. 4.Tout membre empêché d'assister à la réunion invite immédiatement son suppléant à l'y remplacer. Art. 5.La présence d'un membre suppléant n'est autorisée qu'en cas d'absence du membre effectif correspondant. Art. 6.La réunion ne peut délibérer sur des points qui ne sont pas mentionnés dans l'ordre du jour, sauf si, au sein des membres présents, il se trouve une majorité à la fois parmi les fonctionnaires et parmi les représentants de la profession qui approuve la modification de l'ordre du jour. Art. 7.Le président ouvre et clôt les réunions. Il conduit les débats et organise les votes si le consensus n'est pas atteint. Art. 8.Les secrétaires assistent le président. Ils rédigent le procès-verbal de la réunion. Il conservent les archives du Conseil. En cas d'indisponibilité d'un secrétaire, le Président désigne un remplaçant parmi les agents de l'Inspection générale des Matières premières et Produits transformés. Art. 9.A l'ouverture de chaque réunion, le procès-verbal de la réunion précédente est soumis à l'approbation du Conseil. Les procès-verbaux approuvés sont signés par le président. Art. 10.Les associations et secteurs représentés au Conseil sont obligés de signaler au président la révocation éventuelle du mandat de leur représentant. En cas de poste devenu vacant, le président veille à ce qu'un nouveau membre soit désigné. Art. 11.Le président règle la procédure de tout ce qui n'est pas prévu par le présent règlement. Vu pour être annexé à l'arrêté ministériel du 30 juin 1999. Le Vice-Premier Ministre et Ministre du Budget chargé de l'Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises, |
Art. 3.In geval van hoogdringendheid : - wordt ofwel de termijn van oproeping bedoeld bij artikel 2, eerste lid verminderd tot ten minste 72 uur. In voorkomend geval worden de oproeping en de dagorde per fax door de voorzitter of in opdracht, door een secretaris aan de leden en de plaatsvervangers medegedeeld; - wordt ofwel de raadpleging van de effectieve leden schriftelijk georganiseerd. Art. 4.Ieder lid dat de vergadering niet kan bijwonen, verzoekt onmiddellijk zijn plaatsvervanger hem op de vergadering te vervangen. Art. 5.De aanwezigheid van een plaatsvervanger is enkel toegelaten bij afwezigheid van een effectief lid. Art. 6.De vergadering kan niet beraadslagen over punten die niet op de agenda voorkomen, tenzij bij de aanwezige leden, een meerderheid enerzijds van de ambtenaren en anderzijds van de vertegenwoordigers van het beroep, zich akkoord verklaren met de agendawijziging. Art. 7.De voorzitter opent en sluit de vergadering. Hij leidt de besprekingen en organiseert de stemming indien geen consensus wordt bereikt. Art. 8.De secretarissen staan de voorzitter bij. Ze maken de notulen op van de vergadering. Ze bewaren het archief van de Raad. Ingeval een secretaris niet beschikbaar is, duidt de Voorzitter een vervanger aan uit de personeelsleden van de Inspectie-generaal Grondstoffen en Verwerkte producten. Art. 9.Bij het begin van elke vergadering worden de notulen van de vorige vergadering aan de Raad ter goedkeuring voorgelegd. De goedgekeurde notulen worden door de voorzitter ondertekend. Art. 10.De verenigingen en de vertegenwoordigde sectoren in de Raad, zijn verplicht de voorzitter op de hoogte te brengen van het eventueel herroepen van het mandaat van hun vertegenwoordiger. Ingeval een plaats vacant is, waakt de voorzitter erover dat er een nieuw lid wordt aangeduid. Art. 11.Voor alles wat niet in dit reglement is bepaald, regelt de voorzitter de procedure. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 30 juni 1999. De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroding, belast met Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, |
H. VAN ROMPUY | H. VAN ROMPUY |