← Retour vers "Arrêté ministériel fixant la description de fonction de directeur de la direction de la police de la route et les exigences de profil qui en decoulent "
Arrêté ministériel fixant la description de fonction de directeur de la direction de la police de la route et les exigences de profil qui en decoulent | Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving van directeur van de directie van de wegpolitie en de daaruit voortvloeiende profielvereisten |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN |
24 OCTOBRE 2008. - Arrêté ministériel fixant la description de | 24 OKTOBER 2008. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de |
fonction de directeur de la direction de la police de la route et les | functiebeschrijving van directeur van de directie van de wegpolitie en |
exigences de profil qui en decoulent | de daaruit voortvloeiende profielvereisten |
Le Ministre de l'Intérieur, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
Vu la loi du 26 avril 2002 relative aux éléments essentiels du statut | Gelet op de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van |
des membres du personnel des services de police et portant diverses | het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende |
autres dispositions relatives aux services de police, l'article 68; | diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, artikel 68; |
Vu l'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du | Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de |
personnel des services de police, l'article VII.III.9; | rechtspositie van het personeel van de politiediensten, artikel VII.III.9; |
Vu le protocole de négociation n° 226/7 du comité de négociation pour | Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 226/7 van het |
les services de police, conclu le 28 mai 2008; | onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 28 mei |
Vu l'avis du directeur général de la direction générale de la police | 2008; Gelet op het advies van de directeur-generaal van de algemene directie |
administrative, donné le 27 mai 2008; | bestuurlijke politie, gegeven op 27 mei 2008; |
Vu l'avis du Conseil d'Etat n° 44.788/2, donné le 14 juillet 2008, en | Gelet op het advies 44.788/2 van de Raad van State, gegeven op 14 juli |
application de l'article 84, §1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le | 2008, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 1°, van de wetten |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, |
Arrête : | Besluit : |
Article unique. La description de fonction de directeur de la | Enig artikel. De functiebeschrijving van directeur van de directie van |
direction de la police de la route et les exigences de profil qui en | de wegpolitie en de daaruit voortvloeiende profielvereisten worden in |
découlent sont fixées à l'annexe au présent arrêté. | de bijlage bij dit besluit vastgesteld. |
Bruxelles, le 24 octobre 2008. | Brussel, 24 oktober 2008. |
P. DEWAEL | P. DEWAEL |
Annexe à l'arrêté ministériel du 24 octobre 2008. | Bijlage bij het ministerieel besluit van 24 oktober 2008. |
Description de fonction de directeur de la direction de la police de | Functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van |
la route et exigences de profil qui en découlent | directeur van de directie van de wegpolitie |
I. DESCRIPTION DE FONCTION | I. FUNCTIEBESCHRIJVING |
CADRE LEGAL ET REGLEMENTAIRE | WETTELIJK EN REGLEMENTAIR KADER |
La direction de la police de la route (ci-dessous: la direction DAH) | De directie van de wegpolitie (hierna: de directie DAH) is een |
est une direction centrale de la police fédérale. Elle dépend | centrale directie van de federale politie. Ze hangt rechtstreeks af |
directement du directeur général de la police administrative (art. 12, | van de directeur-generaal bestuurlijke politie (art. 12, eerste lid, |
alinéa premier, 3°, AR 14 novembre 2006). | 3°, KB 14 november 2006). |
La direction DAH comporte des services centraux et déconcentrés et est | De directie DAH bevat centrale en gedeconcentreerde diensten en is |
responsable pour les missions spécialisées de police administrative, | verantwoordelijk voor gespecialiseerde opdrachten van bestuurlijke |
plus spécialement en matière de police de la route, et assure l'appui | politie, meer bepaald inzake wegpolitie, en verzekert de ondersteuning |
à ces missions. | van die opdrachten. |
L'emploi de directeur DAH relève d'une fonction à mandat de catégorie | Het ambt van directeur DAH betreft een mandaatambt van categorie 3. De |
3. La désignation se fait par le Roi pour un terme à chaque fois | aanwijzing geschiedt door de Koning voor een telkens hernieuwbare |
renouvelable de 5 ans. | termijn van 5 jaar. |
CONTENU DE LA FONCTION | INHOUD VAN DE FUNCTIE |
A. Le directeur DAH exerce son mandat conformément à la lettre de | A. De directeur DAH oefent zijn mandaat uit in overeenstemming met de |
mission dans laquelle sont contenus les objectifs à atteindre du | opdrachtbrief waarin de te bereiken doelstellingen van het mandaat |
mandat et les moyens grâce auxquels ces objectifs doivent être | zijn vervat en de ter beschikking gestelde middelen met dewelke de |
atteints (art. 72 de la loi du 26 avril 2002 relative aux éléments | doelstellingen moeten worden nagestreefd (art. 72 van de wet van 26 |
april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de | |
essentiels du statut des membres du personnel des services de police | personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere |
et portant diverses autres dispositions relatives aux services de | bepalingen met betrekking tot de politiediensten). |
police). B. Le directeur DAH rapporte directement au directeur général de la | B. De directeur DAH rapporteert rechtstreeks aan de directeur-generaal |
police administrative. | bestuurlijke politie. |
C. La direction DAH est chargée de: | C. De directie DAH staat in voor: |
- Assurer la fonction de police sur les autoroutes et les routes | - het verzekeren van de politiefunctie op de autosnelwegen en |
assimilées notamment : | gelijkgestelde wegen door onder andere : |
* en assurant prioritairement la police de la circulation routière et | * bij voorrang de politie over het wegverkeer en het vrije verkeer te |
la liberté de la circulation (art. 16 de la loi du 5 août 1992 sur la | verzekeren (art. 16 van de wet van 5 augustus 1992 op het |
fonction de police). Cette mission comprend notamment la surveillance | politieambt). Deze opdracht behelst onder meer het toezicht op het |
de la circulation, la constatation des accidents, la régulation de la | verkeer, het vaststellen van ongevallen, de verkeersregeling, de |
circulation, l'assistance aux usagers, l'éducation et l'information | bijstand aan de weggebruikers, de verkeersopvoeding en de |
routières; | verkeersinformatie; |
* en contribuant au maintien de l'ordre public au sens large, entre | * bij te dragen tot de handhaving van de openbare orde in brede zin, |
autres en y exerçant une surveillance générale et en y exécutant les | door onder andere het algemeen toezicht en de nodige controles uit te |
contrôles requis lors d'événements (manifestations sur autoroutes, | voeren bij evenementen (manifestaties op autosnelwegen, |
compétitions sportives, football), d'escortes (Escorte royale, VIP), | sportwedstrijden, voetbal), tijdens escortes (Koninklijk escorte, |
de courses cyclistes, de transports exceptionnels ou lors de | VIP), bij wielerwedstrijden, uitzonderlijke transporten of bij de |
l'exécution de plans catastrophes; | uitvoering van de rampenplannen; |
* en s'associant à l'exercice de la police judiciaire (art. 15 de la | * deel te nemen aan de opdrachten van gerechtelijke politie (art. 15 |
loi du 5 août 1992 sur la fonction de police) dans le cadre de la | van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt) in het kader van de |
circulaire du Ministre de la Justice (Col 2/2002) du 20 février 2002. | Omzendbrief van de Minister van Justitie (Col. 2/2002) van 20 februari |
Cette mission implique en particulier la prise des premières mesures | 2002. Deze opdracht behelst in het bijzonder het nemen van de eerste |
urgentes lors de la constatation de faits criminels; | maatregelen bij het vaststellen van criminele feiten; |
* en mettant en oeuvre des plans d'action visant une priorité fédérale | * actieplannen in werking te stellen die een federale prioriteit ten |
(participation à des opérations de police intégrée, exécution de | doel hebben (deelname aan geïntegreerde politieacties, uitvoering van |
contrôles orientés, etc.). | georiënteerde controles, enz.). |
- Assurer des missions d'appui au profit de la police locale qui | - het verzekeren van steunopdrachten ten voordele van de lokale |
s'inscrivent: | politie: |
* plus particulièrement, dans le cadre des mesures visant à renforcer | * in het bijzonder, in het kader van maatregelen die gericht zijn op |
la politique de contrôle sur les axes régionaux (mise à disposition | het versterken van de politiek van controles op de regionale assen |
(ter beschikking stelling van speciale uitrusting zoals | |
d'équipements spéciaux tels que radars, pèse-essieux, etc.) ou à | radartoestellen, aswegers, enz.) of op de sensibilisering van de |
sensibiliser les usagers à la problématique de la sécurité routière | weggebruikers voor de problematiek van de verkeersveiligheid (ter |
(mise à disposition du véhicule-tonneau, d'une piste de circulation, | beschikking stellen van de tuimelwagen, verkeerspiste, enz.); |
etc.); * le cas échéant, dans l'exercice de la police de la route sur | * in voorkomend geval, in de uitvoering van de politie over het |
certaines voiries régionales présentant les caractéristiques d'une | wegverkeer op sommige regionale wegen met de karakteristieken van een |
autoroute. | autosnelweg. |
Pour des besoins opérationnels et stratégiques, le directeur DAH fait | Voor beleidsmatige en operationele behoeften laat de directeur DAH |
établir des statistiques policières et effectuer des analyses | politiestatistieken opmaken en politionele strategische analyses |
policières stratégiques. | uitvoeren. |
Le directeur DAH assure la direction d'environ 1 000 membres du | De directeur DAH geeft leiding aan ongeveer 1 000 personeelsleden van |
personnel du cadre opérationnel et du cadre administratif et | het operationeel en van het administratief en logistiek kader van de |
logistique des services de police. | politiediensten. |
II. PROFIL DE FONCTION | II. FUNCTIEPROFIEL |
CONNAISSANCES GENERALES | ALGEMENE KENNIS |
1. Posséder une connaissance approfondie de l'organisation, du | 1. Grondige kennis bezitten van de organisatie, de werking, de |
fonctionnement, des structures et des différentes compétences des deux | structuren en de verschillende bevoegdheden van de twee niveaus van de |
niveaux du service de police intégré. | geïntegreerde politiedienst. |
2. Posséder une connaissance approfondie de la loi du 16 mars 1968 | 2. Grondige kennis bezitten van de wet van 16 maart 1968 betreffende |
relative à la police de la circulation routière. | de politie over het wegverkeer. |
3. Posséder une connaissance approfondie du code de la route (arrêté | 3. Grondige kennis bezitten van de wegcode (koninklijk besluit van 1 |
royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de | december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het |
la circulation routière et de l'usage de la voie publique). | wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg). |
4. Posséder une connaissance approfondie des autres documents | 4. Grondige kennis bezitten van de overige beleidsdocumenten inzake de |
essentiels en matière de réglementation de la circulation.5 | verkeersreglementering. |
5. Selon le cas, posséder la connaissance fonctionnelle de la deuxième | 5. Naargelang van het geval, de functionele kennis bezitten van de |
langue nationale ou satisfaire aux conditions du cadre bilingue. | tweede landstaal of voldoen aan de voorwaarden voor het tweetalig |
COMPREHENSION | kader. INZICHT |
6. Avoir une compréhension du concept de fonction de police guidée par | 6. Inzicht hebben in het concept van de informatiegestuurde |
l'information. | politiezorg. |
7. Avoir une compréhension des possibilités, limites et processus | 7. Inzicht hebben in de statutaire en budgettaire mogelijkheden, |
statutaires et budgétaires. | beperkingen en processen. |
APTITUDES | VAARDIGHEDEN |
8. Posséder la faculté de planifier et de dresser des priorités. | 8. Vermogen bezitten tot plannen en prioriteitstelling. |
9. Posséder la faculté d'innover et avoir le sens de l'initiative. | 9. Innoverend vermogen en zin voor initiatief bezitten. |
10. Posséder la faculté de chercher à atteindre des objectifs dans le | 10. Vermogen bezitten om de doelstellingen na te streven binnen de |
cadre des possibilités et contraintes et de gérer les attentes | mogelijkheden en beperkingen en om met concurrerende verwachtingen van |
concurrentes des partenaires. | partners om te gaan. |
11. Posséder la faculté de situer, comprendre et appliquer les | 11. Vermogen bezitten om hedendaagse managementconcepten te kaderen, |
concepts de management contemporains. | te begrijpen en toe te passen. |
12. Posséder la faculté de penser de manière stratégique, en termes de | 12. Vermogen bezitten tot strategisch, procesmatig en transversaal |
processus et de manière transversale. | denken. |
13. Pouvoir organiser un service qui comprend des composantes | 13. Een dienst bestaande uit centrale en gedeconcentreerde componenten |
centrales et déconcentrées. | kunnen organiseren. |
14. Pouvoir diriger, accompagner et motiver les gens, pouvoir susciter | 14. Mensen kunnen leiden, begeleiden en motiveren, betrokkenheid |
l'implication et pouvoir déléguer. | kunnen creëren en kunnen delegeren. |
15. Etre apte à décider et savoir prendre des responsabilités. | 15. Besluitvaardig zijn en verantwoordelijkheid kunnen nemen. |
16. Etre sensibilisé à la prise de conscience des risques. | 16. Voeling hebben voor risicobesef. |
ATTITUDES 17. Etre convaincu du concept de fonctionnement intégré, de la complémentarité des deux composantes de la police intégrée et de la responsabilité de la direction DAH à l'égard de la police fédérale et des corps de police locale. 18. Etre orienté, tant de manière anticipative que réactive, vers l'amélioration continue de son propre fonctionnement et du fonctionnement de la direction DAH comme une organisation qui s'instruit. Oser remettre des certitudes en question et chercher des solutions. 19. Rechercher en permanence le partenariat et s'attacher à l'orientation vers le client ainsi qu'à sa satisfaction. 20. Posséder de l'autorité et la faire rayonner. 21. Etre disposé à la concertation et à la négociation, être ouvert à la discussion et être prêt à réviser son jugement, faire preuve d'une capacité d'écoute. 22. Rendre compte aux autorités compétentes en parfaite transparence. CARACTERISTIQUES PERSONNELLES 23. Etre résistant au stress, être hautement tolérant à la frustration et avoir la faculté d'encaisser. 24. Pouvoir communiquer de manière claire, transparente et convaincante. 25. Disposer d'une grande intégrité. Savoir juger de manière impartiale et savoir adopter une attitude impartiale. 26. Savoir se montrer discret. 27. Faire preuve d'une grande disponibilité. Vu pour être annexé à l'arrêté ministériel du 24 octobre 2008 fixant la description de fonction de directeur de la direction de la police de la route et les exigences de profil qui en découlent. | ATTITUDES 17. Doordrongen zijn van het concept van de geïntegreerde werking, van de complementariteit van de beide componenten van de geïntegreerde politie en van de verantwoordelijkheid van de directie DAH ten aanzien van de federale politie en van de korpsen van de lokale politie. 18. Gericht zijn, zowel anticipatief als reactief, op de voortdurende verbetering van het eigen functioneren en van het functioneren van de directie DAH als een lerende organisatie. Zekerheden in vraag durven stellen en zoeken naar oplossingen. 19. Permanent streven naar partnerschap en oog hebben voor klantgerichtheid en klantentevredenheid. 20. Gezag bezitten en uitstralen. 21. Bereid zijn tot overleg en onderhandeling, openstaan voor discussie en bereid zijn de eigen mening te herzien, luisterbereidheid tonen. 22. In volkomen transparantie rekenschap afleggen aan de bevoegde overheden. PERSOONLIJKE EIGENSCHAPPEN 23. Stressbestendig zijn, met een hoge frustratietolerantie en incasseringsvermogen. 24. Duidelijk, transparant en overtuigend kunnen communiceren. 25. Over een grote integriteit beschikken. Onpartijdig kunnen oordelen en zich onpartijdig kunnen opstellen. 26. Discreet aangelegd zijn. 27. Een grote beschikbaarheid bezitten. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 24 oktober 2008 tot vaststelling van de functiebeschrijving van directeur van de directie van de wegpolitie en de daaruit voortvloeiende profielvereisten. |
P. DEWAEL | P. DEWAEL |