← Retour vers "Arrêté ministériel abrogeant l'arrêté ministériel du 17 avril 2013 déterminant la liste définitive pour l'année 2011 des secteurs qui réalisent des efforts insuffisants en matière de formation en exécution de l'article 3, § 4, de l'arrêté royal du 11 octobre 2007 instaurant une cotisation patronale complémentaire au bénéfice du financement du congé-éducation payé pour les employeurs appartenant aux secteurs qui réalisent des efforts insuffisants en matière de formation en exécution de l'article 30 de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre les générations, modifié en dernier lieu par la loi du 15 mai 2014 portant exécution du pacte de compétitivité, d'emploi et de relance "
Arrêté ministériel abrogeant l'arrêté ministériel du 17 avril 2013 déterminant la liste définitive pour l'année 2011 des secteurs qui réalisent des efforts insuffisants en matière de formation en exécution de l'article 3, § 4, de l'arrêté royal du 11 octobre 2007 instaurant une cotisation patronale complémentaire au bénéfice du financement du congé-éducation payé pour les employeurs appartenant aux secteurs qui réalisent des efforts insuffisants en matière de formation en exécution de l'article 30 de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre les générations, modifié en dernier lieu par la loi du 15 mai 2014 portant exécution du pacte de compétitivité, d'emploi et de relance | Ministerieel besluit tot opheffing van het Ministerieel besluit van 17 april 2013 tot vaststelling van de definitieve lijst voor het jaar 2011 van sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 3, § 4, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, laatst gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
20 JUIN 2016. - Arrêté ministériel abrogeant l'arrêté ministériel du | 20 JUNI 2016. - Ministerieel besluit tot opheffing van het |
17 avril 2013 déterminant la liste définitive pour l'année 2011 des | Ministerieel besluit van 17 april 2013 tot vaststelling van de |
secteurs qui réalisent des efforts insuffisants en matière de | definitieve lijst voor het jaar 2011 van sectoren die onvoldoende |
formation en exécution de l'article 3, § 4, de l'arrêté royal du 11 | opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 3, § 4, |
octobre 2007 instaurant une cotisation patronale complémentaire au | van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een |
bénéfice du financement du congé-éducation payé pour les employeurs | bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het |
appartenant aux secteurs qui réalisent des efforts insuffisants en | betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren |
matière de formation en exécution de l'article 30 de la loi du 23 | die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van |
décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre les générations, | artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het |
modifié en dernier lieu par la loi du 15 mai 2014 portant exécution du | generatiepact, laatst gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014 houdende |
pacte de compétitivité, d'emploi et de relance | uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance |
Le Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werk, |
Vu la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre | Gelet op de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, |
les générations, en particulier l'article 30, modifié en dernier lieu | |
par la loi du 15 mai 2014 portant exécution du pacte de compétitivité, | inzonderheid artikel 30, laatst gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014 |
houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid | |
d'emploi et de relance; | en relance; |
Vu l'arrêté royal du 11 octobre 2007 instaurant une cotisation | Gelet op het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van |
patronale complémentaire au bénéfice du financement du congé-éducation | een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het |
payé pour les employeurs appartenant aux secteurs qui réalisent des | betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren |
efforts insuffisants en matière de formation en exécution de l'article | die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van |
30 de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre | artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het |
les générations; | generatiepact; |
Vu l'arrêté ministériel du 17 avril 2013 déterminant la liste | Gelet op het Ministerieel besluit van 17 april 2013 tot vaststelling |
définitive pour l'année 2011 des secteurs qui réalisent des efforts | van de definitieve lijst voor het jaar 2011 van sectoren die |
insuffisants en matière de formation en exécution de l'article 3, § 4, | onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van |
de l'arrêté royal du 11 octobre 2007 instaurant une cotisation | artikel 3, § 4, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot |
patronale complémentaire au bénéfice du financement du congé-éducation | invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de |
payé pour les employeurs appartenant aux secteurs qui réalisent des | financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die |
efforts insuffisants en matière de formation en exécution de l'article | behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren |
30 de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre | in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 |
les générations; | betreffende het generatiepact; |
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 8 juin 2016; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni |
Vu l'avis de Notre Ministre du Budget, donné le 10 juin 2016; | 2016; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 10 juni 2016; |
Considérant que dans le cadre de la procédure en annulation introduite | Overwegende dat in het kader van het beroep tot nietigverklaring |
contre l'arrêté ministériel du 13 avril 2011 déterminant la liste des | ingesteld tegen het Ministerieel besluit van 13 april 2011 tot |
secteurs qui réalisent des efforts insuffisants en matière de | vaststelling van de definitieve lijsten voor de jaren 2008 en 2009 van |
formation pour les années 2008 et 2009, le Conseil d'Etat a, dans son | sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren, de Raad |
arrêt n° 225.574 du 22 novembre 2013, posé deux questions | van State in zijn arrest nr. 225.574 van 22 november 2013 twee |
préjudicielles à la Cour constitutionnelle quant à la légalité de | prejudiciële vragen heeft gesteld aan het Grondwettelijk Hof aangaande |
l'article 30 de la loi du 23 décembre 2005 précitée; | de wettelijkheid van artikel 30 van de voormelde wet van 23 december |
2005; Overwegende dat het Grondwettelijk Hof in zijn arrest nr. 154/2014 van | |
Considérant que, dans son arrêt n° 154/2014 rendu le 23 octobre 2014, | 23 oktober 2014, geantwoord heeft op deze twee prejudiciële vragen en |
la Cour constitutionnelle a répondu aux deux questions préjudicielles | |
et a décidé que l'article 30 de la loi du 23 décembre 2005 précitée | vastgesteld heeft dat artikel 30 van de voormelde wet van 23 december |
est contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution; | 2005 strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet; |
Considérant que dans son arrêt n° 233.741 rendu en date du 4 février | Overwegende dat de Raad van State in zijn arrest nr. 233.741 van 4 |
2016, le Conseil d'Etat a suivi le raisonnement de la Cour | februari 2016 de redenering van het Grondwettelijk Hof heeft gevolgd |
constitutionnelle et a annulé l'arrêté ministériel du 13 avril 2011 | en het voormeld Ministerieel besluit van 13 april 2011 heeft |
précité en ce qu'il se rapporte aux efforts de formation pour l'année | vernietigd voor wat betreft de vormingsinspanningen voor het jaar |
2009; | 2009; |
Considérant qu'aucun recours en annulation n'a été introduit contre | Overwegende dat er geen enkel beroep tot nietigverklaring werd |
l'arrêté ministériel du 17 avril 2013 précité et que ce dernier n'est | ingesteld tegen het voormeld Ministerieel besluit van 17 april 2013 en |
dat deze laatste niet langer vatbaar is voor een beroep tot | |
plus susceptible de recours; | nietigverklaring; |
Considérant que dans un souci d'équité, d'égalité et de | Overwegende dat, om redenen van billijkheid, gelijkheid en |
proportionnalité, l'arrêté ministériel du 17 avril 2013 précité doit | evenredigheid, het voormeld Ministerieel besluit van 17 april 2013 |
disparaître de l'ordre juridique et ce, dans la mesure où la Cour | dient te verdwijnen uit de rechtsorde aangezien het Grondwettelijk Hof |
constitutionnelle a jugé la base légale de cet arrêté ministériel | geoordeeld heeft dat de wettelijke basis van dit Ministerieel besluit |
inconstitutionnelle; | ongrondwettig is; |
Considérant qu'il y a dès lors lieu d'abroger l'arrêté ministériel du 17 avril 2013 précité, | Overwegende dat voormeld Ministerieel besluit van 17 april 2013 derhalve dient te worden opgeheven, |
Arrête : | Besluit : |
Article unique. L'arrêté ministériel du 17 avril 2013 déterminant la | Enig artikel. Het Ministerieel besluit van 17 april 2013 tot |
liste définitive pour l'année 2011 des secteurs qui réalisent des | vaststelling van de definitieve lijst voor het jaar 2011 van sectoren |
efforts insuffisants en matière de formation en exécution de l'article | die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van |
3, § 4, de l'arrêté royal du 11 octobre 2007 instaurant une cotisation | artikel 3, § 4, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot |
patronale complémentaire au bénéfice du financement du congé-éducation | invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de |
payé pour les employeurs appartenant aux secteurs qui réalisent des | financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die |
efforts insuffisants en matière de formation en exécution de l'article | behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren |
30 de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre | in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 |
les générations est abrogé. | betreffende het generatiepact wordt opgeheven. |
Bruxelles, le 20 juin 2016. | Brussel, 20 juni 2016. |
K. PEETERS | K. PEETERS |