← Retour vers "Arrêté ministériel portant désignation, au sein du Service public fédéral Budget et Contrôle de la Gestion, des supérieurs hiérarchiques compétents pour faire des propositions provisoires en matière de peines disciplinaires "
Arrêté ministériel portant désignation, au sein du Service public fédéral Budget et Contrôle de la Gestion, des supérieurs hiérarchiques compétents pour faire des propositions provisoires en matière de peines disciplinaires | Ministerieel besluit houdende aanwijzing binnen de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole, van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te doen inzake tuchtstraffen |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL BUDGET ET CONTROLE DE LA GESTION | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUDGET EN BEHEERSCONTROLE |
15 NOVEMBRE 2013. - Arrêté ministériel portant désignation, au sein du | 15 NOVEMBER 2013. - Ministerieel besluit houdende aanwijzing binnen de |
Service public fédéral Budget et Contrôle de la Gestion, des | Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole, van de |
supérieurs hiérarchiques compétents pour faire des propositions | hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te |
provisoires en matière de peines disciplinaires | doen inzake tuchtstraffen |
Le Ministre du Budget, | De Minister van Begroting, |
Vu les lois sur l'emploi des langues en matière administrative, | Gelet op de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken, |
coordonnées le 18 juillet 1966; | gecoördineerd op 18 juli 1966; |
Vu l'arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de | Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het |
l'Etat; | statuut van het rijkspersoneel; |
Vu l'arrêté royal du 15 mai 2001 portant création du Service public | Gelet op het koninklijk besluit van 15 mei 2001 houdende oprichting |
fédéral Budget et Contrôle de la Gestion; | van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole; |
Vu l'arrêté ministériel du 10 février 1998 portant désignation des | Gelet op het ministerieel besluit van 10 februari 1998 tot aanwijzing |
supérieurs hiérarchiques compétents en matière disciplinaire et | van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling |
conférant aux collèges des chefs de service la compétence de formuler | alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van |
les propositions définitives de peines disciplinaires; | dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen |
Vu l'avis du Comité de direction du Service public fédéral Budget et | te formuleren; Gelet op het advies van het Directiecomité van de Federale |
Contrôle de la Gestion du 16 avril 2013; | Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole van 16 april 2013; |
Vu le Protocole n° 153/1 du Comité de Secteur I; | Gelet op het Protocol nr. 153/1 van het Sectorcomité I; |
Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
l'article 3, § 1er; | 1973, artikel 3, § 1; |
Vu l'urgence; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Considérant qu'il y a lieu de désigner sans délai les responsables | Overwegende dat het zonder verwijl noodzakelijk is de |
habilités à émettre les propositions de peines disciplinaires au sein | verantwoordelijken aan te wijzen die gemachtigd zijn een voorlopig |
du service public, | voorstel uit te brengen binnen de overheidsdienst, |
Arrête : | Besluit : |
Propositions de peines disciplinaire. - Compétence | Voorstellen van tuchtstraf. - Bevoegdheid |
Article 1er.Les agents figurant au tableau repris à l'annexe Ire du |
Artikel 1.De ambtenaren die voorkomen in de tabel van bijlage I van |
présent arrêté sont désignés comme supérieurs hiérarchiques compétents | dit besluit worden aangewezen als bevoegde hiërarchische meerderen die |
habilités à émettre une proposition provisoire en matière | gemachtigd zijn om een voorlopig voorstel uit te brengen inzake |
disciplinaire. | tuchtzaken. |
Art. 2.Si un supérieur hiérarchique visé à l'article 1er ne possède |
Art. 2.Indien een hiërarchische meerdere bedoeld in artikel 1, |
pas, conformément aux lois coordonnées sur l'emploi des langues en | |
matière administrative, la connaissance linguistique légalement | overeenkomstig de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in |
requise, la proposition provisoire de peine disciplinaire est formulée | bestuurszaken, niet over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt |
par le titulaire d'une fonction de management ou d'une fonction | wordt het voorlopig voorstel van tuchtstraf geformuleerd door de |
d'encadrement ou par un agent appartenant à la même classe ou à une | houder van een management- of een staffunctie of de ambtenaar behorend |
classe supérieure à celle reprise dans la colonne 2 de l'annexe Ire, qui possède la connaissance linguistique légalement requise et qui dans la structure organisationnelle occupe dans l'ordre croissant de la hiérarchie la place la plus proche de l'agent qui fait l'objet d'une procédure disciplinaire. Lorsque personne ne possède la connaissance linguistique légalement requise dans la ligne hiérarchique, un agent ou un titulaire d'une fonction de management ou d'une fonction d'encadrement qui possède la connaissance linguistique légalement requise et qui sera chargé de formuler une proposition provisoire de peine disciplinaire est alors désigné par décision ministérielle individuelle. | tot dezelfde of een hogere klasse dan deze bedoeld in kolom 2 van bijlage I, die over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt en die in de organisatiestructuur in de opklimmende orde van de hiërarchie de plaats bekleedt welke het dichtst staat bij de ambtenaar die het voorwerp uitmaakt van een tuchtprocedure. Wanneer in de hiërarchische lijn niemand over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt, wordt, bij een individuele ministeriële beslissing, een ambtenaar of een houder van een managementfunctie of een staffunctie aangewezen die over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt en belast met het formuleren van een voorlopig voorstel van tuchtstraf. |
Art. 3.L'arrêté ministériel du 10 février 1998 portant désignation |
Art. 3.Het ministerieel besluit van 10 februari 1998 tot aanwijzing |
des supérieurs hiérarchiques compétents en matière disciplinaire et | van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling |
conférant aux collèges des chefs de service la compétence de formuler | alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van |
les propositions définitives de peines disciplinaires est abrogé en ce | dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen |
qui concerne le Service public fédéral Budget et Contrôle de la | te formuleren wordt opgeheven voor wat betreft de Federale |
Gestion et son personnel. | Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole en zijn personeelsleden. |
Art. 4.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2014. |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014. |
Bruxelles, 15 novembre 2013. | Brussel, 15 november 2013. |
O. CHASTEL | O. CHASTEL |
Annexe Ire | Bijlage I |
Agent auquel une sanction disciplinaire peut être infligée | Ambtenaar aan wie een tuchtstraf kan worden opgelegd |
Agent désigné en tant que supérieur hiérarchique compétent pour | Ambtenaar aangewezen als bevoegde hiërarchische meerdere om een |
émettre une proposition provisoire | voorlopig voorstel uit te brengen |
Niveau A | Niveau A |
Fonctions de management - 1 | Managementfuncties - 1 |
Fonctions d'encadrement - 1 | Staffuncties - 1 |
Le Président du Comité de direction | De Voorzitter van het Directiecomité |
Fonctions de management - 2 | Managementfuncties - 2 |
Fonctions d'encadrement - 2 | Staffuncties - 2 |
Le chef du service au sein duquel l'agent exerce ses fonctions, au | Het hoofd van de dienst waar de ambtenaar zijn functies uitoefent, |
moins titulaire d'une fonction de management N-1 ou d'une fonction | titularis van tenminste een managementsfunctie N-1 of een staffunctie |
d'encadrement N-1. | N-1 |
Classes A4 & A5 | Klassen A4 & A5 |
Classe A3 | Klasse A3 |
Classes A1 & A2 | Klassen A1 & A2 |
Selon le cas, le Directeur général titulaire du mandat de la Direction générale de | Al naargelang het geval, de Directeur-generaal-mandaathouder van het |
l'agent auquel la sanction disciplinaire s'adresse; le Directeur | Directoraat-generaal waartoe de ambtenaar op wie de tuchtstraf wordt |
d'encadrement du service d'encadrement concerné; | uitgedrukt behoort; de Stafdirecteur van de betrokken stafdienst; |
- à défaut, le supérieur hiérarchique, titulaire d'un A3 au moins, dont l'agent relève. Niveaux B, C, D le supérieur hiérarchique dont l'agent relève, titulaire d'un A1 au moins. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 15 novembre 2013. Le Ministre du Budget, | - bij gebrek, de hiërarchische meerdere, ten minste titularis van een A3, onder wiens gezag de ambtenaar staat. Niveaus B, C, D de hiërarchische meerdere, tenminste titularis van een A1. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 november 2013. De Minister van Begroting, |
O. CHASTEL | O. CHASTEL |