← Retour vers "Arrêté ministériel établissant les prescriptions minimales pour les plants de pommes de terre prébase et les classes de l'UE pour les plants prébase, les plants de base et les plants de pommes de terre certifiés, ainsi que les conditions et dénominations applicables à ces classes "
| Arrêté ministériel établissant les prescriptions minimales pour les plants de pommes de terre prébase et les classes de l'UE pour les plants prébase, les plants de base et les plants de pommes de terre certifiés, ainsi que les conditions et dénominations applicables à ces classes | Ministerieel besluit tot vaststelling van minimumeisen voor prebasispootgoed van aardappelen en tot vaststellingen van EU-klassen voor prebasispootgoed, basispootgoed en gecertificeerd pootgoed van aardappelen en van de daarvoor geldende eisen en aanduidingen |
|---|---|
| AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
| Agriculture et Pêche | Landbouw en Visserij |
| 14 OCTOBRE 2015. - Arrêté ministériel établissant les prescriptions | 14 OKTOBER 2015. - Ministerieel besluit tot vaststelling van |
| minimales pour les plants de pommes de terre prébase et les classes de | minimumeisen voor prebasispootgoed van aardappelen en tot |
| l'UE pour les plants prébase, les plants de base et les plants de | vaststellingen van EU-klassen voor prebasispootgoed, basispootgoed en |
| pommes de terre certifiés, ainsi que les conditions et dénominations | gecertificeerd pootgoed van aardappelen en van de daarvoor geldende |
| applicables à ces classes | eisen en aanduidingen |
| La Ministre flamande de l'Environnement, de la Nature et de | De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, |
| l'Agriculture, | |
| Vu le décret du 28 juin 2013 relatif à la politique de l'agriculture | Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en |
| et de la pêche, notamment l'article 4, 2°, b) ; | visserijbeleid, artikel 4, 2°, b); |
| Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 janvier 2007 portant | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 |
| réglementation du commerce et du contrôle des plants de pommes de | houdende de reglementering van de handel in en de keuring van |
| terre, notamment l'article 4, 3°, et l'article 8 ; | pootaardappelen, artikel 4, 3°, en artikel 8; |
| Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu le 21 mai 2015 ; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 mei |
| Vu la concertation entre les gouvernements régionaux et l'Autorité | 2015; Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale |
| fédérale du 21 mai 2015, sanctionnée par la Conférence | overheid op 21 mei 2015, bekrachtigd door de Interministeriële |
| interministérielle de Politique agricole du 15 juillet 2015 ; | Conferentie voor het Landbouwbeleid op 15 juli 2015; |
| Vu l'avis 57.789/1/V du Conseil d'Etat, donné le 17 août 2015, en | Gelet op advies 57.789/1/V van de Raad van State, gegeven op 17 |
| application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | augustus 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
| Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, |
| Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Le présent arrêté transpose la directive d'exécution |
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van |
| 2014/20/UE de la Commission du 6 février 2014 portant définition des | uitvoeringsrichtlijn 2014/20/EU van de Commissie van 6 februari 2014 |
| classes de l'Union de plants de pommes de terre de base et de plants | tot vaststelling van EU-klassen voor basispootgoed en gecertificeerd |
| de pommes de terre certifiés, ainsi que les conditions et | pootgoed van aardappelen en van de daarvoor geldende eisen en |
| dénominations applicables à ces classes et la directive d'exécution | aanduidingen en in de omzetting van uitvoeringsrichtlijn 2014/21/EU |
| 2014/21/UE de la Commission du 6 février 2014 portant définition de conditions minimales et de classes de l'Union pour les plants de pommes de terre prébase. Art. 2.Pour l'application du présent arrêté, on entend par : 1° « plante mère » : une plante identifiée à partir de laquelle du matériel est prélevé à des fins de propagation ; 2° « micro-propagation » : la pratique consistant à multiplier rapidement du matière végétale pour produire un grand nombre de plantes, en utilisant la culture in vitro de méristème ou de bourgeons végétatifs différentiés issus d'une plante. |
van de Commissie van 6 februari 2014 tot vaststelling van minimumeisen en EU-klassen voor prebasispootgoed van aardappelen. Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "moederplant": een geïdentificeerde plant waarvan materiaal wordt genomen met het oog op voortplanting; 2° "microvermeerdering": de snelle vermenigvuldiging van plantaardig materiaal voor de productie van een groot aantal planten met de in-vitrokweek van gedifferentieerde bladknoppen of meristemen van een plant. |
Art. 3.§ 1er. Les plants de pommes de terre prébase doivent remplir |
Art. 3.§ 1. Prebasispootgoed van aardappelen moet aan de volgende |
| les exigences minimales suivantes : | minimumeisen voldoen: |
| 1° ils sont issus de plantes mères exemptes des organismes nuisibles | 1° het is afkomstig van moederplanten die vrij zijn van de volgende |
| suivants : Pectobacterium spp., Dickeya spp., le virus de | schadelijke organismen: Pectobacterium spp., Dickeya spp., het |
| l'enroulement de la pomme de terre et les virus A, M, S, X et Y de la | aardappelbladrolvirus en de aardappelvirussen A, M, S, X en Y; |
| pomme de terre ; | |
| 2° ils sont dépourvus des symptômes de jambe noire ; | 2° het vertoont geen symptomen van zwartbenigheid; |
| 3° le nombre de plantes non conformes à la variété et celui de plantes | 3° het aantal niet-rasechte planten en het aantal planten van andere |
| de variétés étrangères ne dépassent pas, au total, 0,01 % ; | rassen bedragen samen niet meer dan 0,01 %; |
| 4° dans la descendance directe, le nombre de plantes présentant des | 4° in de directe nateelt bedraagt het aantal planten met symptomen van |
| symptômes de viroses ne dépasse pas 0,5 % ; | virusziekten niet meer dan 0,5 %; |
| 5° le nombre de plantes présentant des symptômes de mosaïque ou des | 5° het aantal planten met mozaïeksymptomen of symptomen van |
| symptômes causés par le virus de l'enroulement ne dépasse pas 0,1 % ; | bladrolvirus bedraagt niet meer dan 0,1 %; |
| 6° le nombre maximal de générations en champ est de quatre. | 6° het maximumaantal veldgeneraties is vier. |
| § 2. Les plants de pomme de terre prébase peuvent être commercialisés en tant que | § 2. Prebasispootgoed van aardappelen mag in de handel gebracht worden |
| « classe de l'Union PBTC » et « classe de l'Union PB ». | als "EU-klasse PBTC" en als "EU-klasse PB". |
| § 3. Le respect des exigences établies au paragraphe 2, points 2°, 3° | § 3. De naleving van de eisen, vermeld in paragraaf 2, 2°, 3° en 5°, |
| et 5°, doit être vérifié par des inspections officielles sur le | moet worden vastgesteld met officiële veldinspecties. In geval van |
| terrain. En cas de doute, ces inspections sont complétées par des | twijfel worden die inspecties aangevuld met officiële tests op |
| essais officiels sur les feuilles. | bladeren. |
| Lorsque des méthodes de micro-propagation sont utilisées, le respect | Als er methoden voor microvermeerdering worden gebruikt, wordt de |
| de l'exigence du paragraphe 2, 1°, est vérifié par des essais | naleving van de vereiste, vermeld in paragraaf 2, 1°, vastgesteld door |
| officiels ou des essais sur la plante mère effectués sous contrôle | het officieel testen of het testen onder officieel toezicht van de |
| officiel. | moederplant. |
| Lorsque des méthodes de sélection clonale sont utilisées, le respect | Als er kloonselectiemethoden worden gebruikt, wordt de naleving van de |
| de l'exigence du paragraphe 2, 1°, est vérifié par des essais | vereiste, vermeld in paragraaf 2, 1°, vastgesteld door het officieel |
| officiels ou des essais sur le stock clonal effectués sous contrôle | testen of het testen onder officieel toezicht van het kloonmateriaal. |
| officiel. Art. 4.Les lots de plants de pommes de terre prébase doivent remplir |
Art. 4.De partijen van prebasispootgoed van aardappelen moeten aan de |
| les exigences minimales suivantes : | volgende minimumeisen voldoen: |
| 1° le volume de terre et de corps étrangers ne dépasse pas 1,0 % de la | 1° de aanhangende grond en andere vreemde bestanddelen bedragen samen |
| masse ; | niet meer dan 1,0 % massa; |
| 2° les pommes de terre atteintes de pourriture autre que le | 2° het aandeel aardappelen met ander rot dan ring- of bruinrot |
| flétrissement bactérien ou la pourriture brune ne sont pas présentes | |
| en quantité supérieure à 0,2 % de la masse ; | bedraagt niet meer dan 0,2 % massa; |
| 3° les pommes de terre présentant des défauts externes, y compris les | 3° het aandeel aardappelen met uitwendige onvolkomenheden, inclusief |
| tubercules déformés ou endommagés, ne dépassent pas 3,0 % de la masse | misvormde of beschadigde knollen, bedraagt niet meer dan 3,0 % massa; |
| ; 4° les pommes de terre atteintes de gale commune sur plus d'un tiers | 4° het aandeel aardappelen met aardappelschurft op meer dan een derde |
| de leur surface ne dépassent pas 5,0 % de la masse ; | van hun oppervlak bedraagt niet meer dan 5,0 % massa; |
| 5° les pommes de terre atteintes de rhizoctone brun sur plus de 10 % | 5° het aandeel aardappelen met lakschurft op meer dan 10 % van hun |
| de leur surface ne dépassent pas 1,0 % de la masse ; | oppervlak bedraagt niet meer dan 1,0 % massa; |
| 6° les pommes de terre atteintes de gale poudreuse sur plus de 10 % de | 6° het aandeel aardappelen met poederschurft op meer dan 10 % van hun |
| leur surface ne dépassent pas 1,0 % de la masse ; | oppervlak bedraagt niet meer dan 1,0 % massa; |
| 7° les tubercules flétris à la suite d'une déshydratation excessive ou | 7° het aandeel knollen die verschrompeld zijn als gevolg van |
| d'une déshydratation causée par la gale argentée ne dépassent pas 0,5 | overmatige uitdroging of door zilverschurft veroorzaakte uitdroging, |
| % de la masse ; | bedraagt niet meer dan 0,5 % massa; |
| 8° le nombre total de pommes de terre des catégories visées aux points | 8° het totale aantal aardappelen uit de categorieën, vermeld in punt |
| 2° à 7° inclus, ne dépasse pas 6,0 % de la masse. | 2° tot en met 7°, bedraagt niet meer dan 6,0 % massa. |
Art. 5.Les plants de pommes de terre prébase relevant de la classe de |
Art. 5.Prebasispootgoed van aardappelen van de EU-klasse PBTC moet |
| l'Union PBTC doivent remplir les exigences minimales suivantes : | aan de volgende eisen voldoen: |
| 1° les exigences applicables aux plants de pommes de terre : | 1° de eisen voor de pootaardappelen: |
| a) la culture est exempte de plantes non conformes à la variété ou de | a) in het gewas zijn geen niet-rasechte planten en planten van andere |
| plantes de variétés étrangères ; b) la culture est exempte de plantes atteintes de jambe noire ; c) dans la descendance directe, la culture est exempte de plantes atteintes de viroses ; d) la culture est exempte de plantes présentant des symptômes de mosaïque ou des symptômes causés par le virus de l'enroulement ; e) les plantes, y compris les tubercules, sont produites grâce à la micro-propagation ; f) les plantes, y compris les tubercules, sont produites dans une installation protégée et dans un milieu de croissance dépourvu d'organismes nuisibles ; g) les tubercules ne sont pas multipliés au-delà de la première génération ; | rassen aanwezig; b) in het gewas zijn geen planten met zwartbenigheid aanwezig; c) in de directe nateelt zijn geen virusziekten in het gewas aanwezig; d) in het gewas zijn geen planten met mozaïeksymptomen of symptomen van bladrolvirus aanwezig; e) de planten, knollen inbegrepen, worden geproduceerd met microvermeerdering; f) de planten, knollen inbegrepen, worden geproduceerd in een beschermde faciliteit en in een groeimedium dat vrij is van ziekten; g) de knollen worden na de eerste generatie niet meer vermenigvuldigd; |
| 2° les lots sont exempts de plants de pomme de terre relevant des | 2° de partijen bevatten geen pootaardappelen die tot de volgende |
| catégories suivantes : | categorieën behoren: |
| a) plants atteints de pourriture ; | a) pootaardappelen met rot; |
| b) plants atteints du rhizoctone brun ; | b) pootaardappelen met lakschurft; |
| c) plants atteints de gale commune ; | c) pootaardappelen met aardappelschurft; |
| d) plants atteints de gale poudreuse ; | d) pootaardappelen met poederschurft; |
| e) plants présentant un flétrissement excessif dû à la déshydratation | e) overmatig verschrompelde pootaardappelen als gevolg van uitdroging; |
| ; f) plants présentant des défauts externes, y compris des tubercules | f) pootaardappelen met uitwendige onvolkomenheden, inclusief misvormde |
| déformés ou endommagés. | of beschadigde knollen. |
Art. 6.Les plants de pomme de terre prébase peuvent être |
Art. 6.Prebasispootgoed van aardappelen mag als EU-klasse PB in de |
| commercialisés sous la classe de l'Union PB s'ils remplissent les | handel worden gebracht als het aan de volgende eisen voldoet: |
| exigences suivantes : | |
| 1° lors d'une inspection officielle, les plants de pommes de terre ont | 1° na officiële inspectie is vastgesteld dat de pootaardappelen |
| été reconnus comme satisfaisant aux exigences suivantes : | voldoen aan de volgende eisen: |
| a) le nombre de plantes non conformes à la variété et celui de plantes | a) het aantal niet-rasechte planten en het aantal planten van andere |
| de variétés étrangères ne dépassent pas, au total, 0,01 % ; | rassen bedragen samen niet meer dan 0,01 %; |
| b) les plantes sont dépourvues des symptômes de jambe noire ; | b) de planten vertonen geen symptomen van zwartbenigheid; |
| c) dans la descendance directe, le pourcentage en nombre de plantes présentant des symptômes de viroses graves ne dépasse pas 0,5 % ; d) le nombre de plantes présentant des symptômes de mosaïque ou des symptômes causés par le virus de l'enroulement ne dépasse pas, au total, 0,1 % ; 2° lors d'une inspection officielle, les lots de pommes de terre ont été reconnus comme satisfaisant aux tolérances applicables aux lots en ce qui concerne les impuretés, les défauts et maladies suivants : a) les plants de pommes de terre atteintes de pourriture autre que le flétrissement bactérien ou la pourriture brune ne sont pas présents en quantité supérieure à 0,2 % de la masse ; b) les plants de pommes de terre atteintes de rhizoctone brun sur plus | c) in de directe nateelt bedraagt het aantal planten met symptomen van virusziekten niet meer dan 0,5 %; d) het aantal planten met mozaïeksymptomen of met symptomen van bladrolvirus bedraagt samen niet meer dan 0,1 %; 2° na officiële inspectie is vastgesteld dat de partijen aardappelen voldoen aan de toleranties voor de partijen met betrekking tot de volgende onzuiverheden, onvolkomenheden en ziekten: a) het aandeel pootaardappelen met ander rot dan ring- of bruinrot bedraagt niet meer dan 0,2 % massa; |
| de 10 % de leur surface ne dépassent pas 1,0 % de la masse ; | b) het aandeel pootaardappelen met lakschurft op meer dan 10 % van hun |
| oppervlak bedraagt niet meer dan 1,0 % massa; | |
| c) les plants de pommes de terre atteintes de gale commune sur plus | c) het aandeel pootaardappelen met aardappelschurft op meer dan een |
| d'un tiers de leur surface ne dépassent pas 5,0 % de la masse ; | derde van hun oppervlak bedraagt niet meer dan 5,0 % massa; |
| d) les plants de pommes de terre atteintes de gale poudreuse sur plus | |
| de 10 % de leur surface ne dépassent pas 1,0 % de la masse ; | d) het aandeel pootaardappelen met poederschurft op meer dan 10 % van |
| hun oppervlak bedraagt niet meer dan 1,0 % massa; | |
| e) les tubercules flétris à la suite d'une déshydratation excessive ou | e) het aandeel knollen die verschrompeld zijn als gevolg van |
| d'une déshydratation causée par la gale argentée ne dépassent pas 0,5 | overmatige uitdroging of door zilverschurft veroorzaakte uitdroging, |
| % de la masse ; | bedraagt niet meer dan 0,5 % massa; |
| f) les plants de pommes de terre présentant des défauts externes, y | f) het aandeel pootaardappelen met uitwendige onvolkomenheden, |
| compris les tubercules déformés ou endommagés, ne dépassent pas 3,0 % | inclusief misvormde of beschadigde knollen, bedraagt niet meer dan 3,0 |
| de la masse ; | % massa; |
| g) le volume de terre et de corps étrangers ne dépasse pas 1,0 % de la | g) de aanhangende grond en andere vreemde bestanddelen bedragen samen |
| masse ; | niet meer dan 1,0 % massa; |
| h) le nombre total de plants de pommes de terre couverts par des | h) het totale aandeel pootaardappelen dat onder de toleranties, |
| tolérances telles que celles visées aux points a) à f) inclus, ne dépasse pas 6,0 % de la masse. | vermeld in punt a) tot en met f), valt, bedraagt niet meer dan 6,0 % massa. |
Art. 7.Les plants de pommes de terre de base peuvent être |
Art. 7.Basispootgoed van aardappelen mag als EU-klasse S in de handel |
| commercialisés sous la classe de l'Union S s'ils remplissent les | worden gebracht als het aan de volgende eisen voldoet: |
| exigences suivantes : | |
| 1° lors d'une inspection officielle, les plants de pommes de terre ont | 1° na officiële inspectie is vastgesteld dat de pootaardappelen |
| été reconnus comme satisfaisant aux exigences suivantes : | voldoen aan de volgende eisen: |
| a) le nombre de plantes non conformes à la variété et celui de plantes | a) het aantal niet-rasechte planten en het aantal planten van andere |
| de variétés étrangères ne dépassent pas, au total, 0,1 % ; | rassen bedragen samen niet meer dan 0,1 %; |
| b) le nombre de plantes atteintes de jambe noire ne dépasse pas 0,1 % ; c) dans la descendance directe, le pourcentage en nombre de plantes présentant des symptômes de viroses graves ne dépasse pas 1,0 % ; d) le nombre de plantes présentant des symptômes de mosaïque ou des symptômes causés par le virus de l'enroulement ne dépasse pas, au total, 0,2 % ; e) le nombre de générations, y compris les générations de plants de pommes de terre prébase en champ et de plants de pommes de terre de base est limité à cinq ; f) si la génération n'est pas indiquée sur l'étiquette officielle, les pommes de terre en question sont considérées comme appartenant à la cinquième génération. 2° lors d'une inspection officielle, les lots de pommes de terre ont été reconnus comme satisfaisant aux tolérances applicables aux lots en ce qui concerne les impuretés, les défauts et maladies suivants : a) les plants de pommes de terre atteints de pourriture autre que le flétrissement bactérien ou la pourriture brune ne dépassent pas 0,5 % de la masse, dont les plants de pommes de terre atteints de pourriture humide ne dépassent pas 0,2 % ; b) les plants de pommes de terre atteintes de rhizoctone brun sur plus | b) het aantal door zwartbenigheid aangetaste planten bedraagt niet meer dan 0,1 %; c) in de directe nateelt bedraagt het aantal planten met symptomen van virusziekten niet meer dan 1,0 %; d) het aantal planten met mozaïeksymptomen en het aantal planten met symptomen van bladrolvirus bedragen samen niet meer dan 0,2 %; e) het maximumaantal generaties, met inbegrip van de generaties van pre-basispootgoed op het veld en basispootgoed, bedraagt vijf; f) als de generatie niet op het officiële etiket vermeld staat, worden de aardappelen geacht te behoren tot de vijfde generatie. 2° na officiële inspectie is vastgesteld dat de partijen aardappelen voldoen aan de toleranties voor de partijen met betrekking tot de volgende onzuiverheden, onvolkomenheden en ziekten: a) het aandeel pootaardappelen met ander rot dan ring- of bruinrot bedraagt niet meer dan 0,5 % massa, waarvan ten hoogste 0,2 % massa natrot; |
| de 10 % de leur surface ne dépassent pas 5,0 % de la masse ; | b) het aandeel pootaardappelen met lakschurft op meer dan 10 % van hun |
| oppervlak bedraagt niet meer dan 5,0 % massa; | |
| c) les plants de pommes de terre atteintes de gale commune sur plus | c) het aandeel pootaardappelen met aardappelschurft op meer dan een |
| d'un tiers de leur surface ne dépassent pas 5,0 % de la masse ; | derde van hun oppervlak bedraagt niet meer dan 5,0 % massa; |
| d) les plants de pommes de terre atteintes de gale poudreuse sur plus | |
| de 10 % de leur surface ne dépassent pas 3,0 % de la masse ; | d) het aandeel pootaardappelen met poederschurft op meer dan 10 % van |
| hun oppervlak bedraagt niet meer dan 3,0 % massa; | |
| e) les tubercules flétris à la suite d'une déshydratation excessive ou | e) het aandeel knollen die verschrompeld zijn als gevolg van |
| d'une déshydratation causée par la gale argentée ne dépassent pas 1,0 | overmatige uitdroging of door zilverschurft veroorzaakte uitdroging, |
| % de la masse ; | bedraagt niet meer dan 1,0 % massa; |
| f) les plants de pommes de terre présentant des défauts externes, y | f) het aandeel pootaardappelen met uitwendige onvolkomenheden, |
| compris les tubercules déformés ou endommagés, ne dépassent pas 3,0 % de la masse ; g) le volume de terre et de corps étrangers ne dépasse pas 1,0 % de la masse ; h) le nombre total de plants de pommes de terre couverts par des tolérances telles que celles visées aux points a) à f) inclus, ne dépasse pas 6,0 % de la masse. Art. 8.Les plants de pommes de terre de base peuvent être commercialisés sous la classe de l'Union SE s'ils remplissent les exigences suivantes : |
inclusief misvormde of beschadigde knollen, bedraagt niet meer dan 3,0 % massa; g) aanhangende grond en andere vreemde bestanddelen bedragen samen niet meer dan 1,0 % massa; h) het totale aandeel pootaardappelen dat onder de toleranties, vermeld in punt a) tot en met f), valt, bedraagt niet meer dan 6,0 % massa. Art. 8.Basispootgoed van aardappelen mag als EU-klasse SE in de handel worden gebracht als het aan de volgende eisen voldoet: |
| 1° lors d'une inspection officielle, les plants de pommes de terre ont | 1° na officiële inspectie is vastgesteld dat de pootaardappelen |
| été reconnus comme satisfaisant aux exigences suivantes : | voldoen aan de volgende eisen: |
| a) le nombre de plantes non conformes à la variété et celui de plantes | a) het aantal niet-rasechte planten en het aantal planten van andere |
| de variétés étrangères ne dépassent pas, au total, 0,1 % ; | rassen bedragen samen niet meer dan 0,1 %; |
| b) le nombre de plantes atteintes de jambe noire ne dépasse pas 0,5 % ; c) dans la descendance directe, le pourcentage en nombre de plantes présentant des symptômes de viroses graves ne dépasse pas 2,0 % ; d) le nombre de plantes présentant des symptômes de mosaïque ou des symptômes causés par le virus de l'enroulement ne dépasse pas, au total, 0,5 % ; e) le nombre de générations, y compris les générations de plants de pommes de terre prébase en champ et de plants de pommes de terre de base est limité à six ; f) si la génération n'est pas indiquée sur l'étiquette officielle, les pommes de terre en question sont considérées comme appartenant à la sixième génération. 2° lors d'une inspection officielle, les lots de pommes de terre ont été reconnus comme satisfaisant aux tolérances applicables aux lots en ce qui concerne les impuretés, les défauts et maladies suivants : a) les plants de pommes de terre atteints de pourriture autre que le flétrissement bactérien ou la pourriture brune ne dépassent pas 0,5 % de la masse, dont les plants de pommes de terre atteints de pourriture humide ne dépassent pas 0,2 % ; b) les plants de pommes de terre atteintes de rhizoctone brun sur plus | b) het aantal door zwartbenigheid aangetaste planten bedraagt niet meer dan 0,5 %; c) in de directe nateelt bedraagt het aantal planten met symptomen van virusziekten niet meer dan 2,0 %; d) het aantal planten met mozaïeksymptomen of met symptomen van bladrolvirus bedraagt samen niet meer dan 0,5 %; e) het maximumaantal generaties, met inbegrip van de generaties van pre-basispootgoed op het veld en basispootgoed, bedraagt zes; f) als de generatie niet op het officiële etiket vermeld staat, worden de aardappelen geacht te behoren tot de zesde generatie. 2° na officiële inspectie is vastgesteld dat de partijen aardappelen voldoen aan de toleranties voor de partijen met betrekking tot de volgende onzuiverheden, onvolkomenheden en ziekten: a) het aandeel pootaardappelen met ander rot dan ring- of bruinrot bedraagt niet meer dan 0,5 % massa, waarvan ten hoogste 0,2 % massa natrot; |
| de 10 % de leur surface ne dépassent pas 5,0 % de la masse ; | b) het aandeel pootaardappelen met lakschurft op meer dan 10 % van hun |
| oppervlak bedraagt niet meer dan 5,0 % massa; | |
| c) les plants de pommes de terre atteintes de gale commune sur plus | c) het aandeel pootaardappelen met aardappelschurft op meer dan een |
| d'un tiers de leur surface ne dépassent pas 5,0 % de la masse ; | derde van hun oppervlak bedraagt niet meer dan 5,0 % massa; |
| d) les plants de pommes de terre atteintes de gale poudreuse sur plus | |
| de 10 % de leur surface ne dépassent pas 3,0 % de la masse ; | d) het aandeel pootaardappelen met poederschurft op meer dan 10 % van |
| hun oppervlak bedraagt niet meer dan 3,0 % massa; | |
| e) les tubercules flétris à la suite d'une déshydratation excessive ou | e) het aandeel knollen die verschrompeld zijn als gevolg van |
| d'une déshydratation causée par la gale argentée ne dépassent pas 1,0 | overmatige uitdroging of door zilverschurft veroorzaakte uitdroging, |
| % de la masse ; | bedraagt niet meer dan 1,0 % massa; |
| f) les plants de pommes de terre présentant des défauts externes, y | f) het aandeel pootaardappelen met uitwendige onvolkomenheden, |
| compris les tubercules déformés ou endommagés, ne dépassent pas 3,0 % de la masse ; g) le volume de terre et de corps étrangers ne dépasse pas 1,0 % de la masse ; h) le nombre total de plants de pommes de terre couverts par des tolérances telles que celles visées aux points a) à f) inclus, ne dépasse pas 6,0 % de la masse. Art. 9.Les plants de pommes de terre de base peuvent être commercialisés sous la classe de l'Union E s'ils remplissent les exigences suivantes : |
inclusief misvormde of beschadigde knollen, bedraagt niet meer dan 3,0 % massa; g) aanhangende grond en andere vreemde bestanddelen bedragen samen niet meer dan 1,0 % massa; h) het totale aandeel pootaardappelen dat onder de toleranties, vermeld in punt a) tot en met f), valt, bedraagt niet meer dan 6,0 % massa. Art. 9.Basispootgoed van aardappelen mag als EU-klasse E in de handel worden gebracht als het aan de volgende eisen voldoet: |
| 1° lors d'une inspection officielle, les plants de pommes de terre ont | 1° na officiële inspectie is vastgesteld dat de pootaardappelen |
| été reconnus comme satisfaisant aux exigences suivantes : | voldoen aan de volgende eisen: |
| a) le nombre de plantes non conformes à la variété et celui de plantes | a) het aantal niet-rasechte planten en het aantal planten van andere |
| de variétés étrangères ne dépassent pas, au total, 0,1 % ; | rassen bedragen samen niet meer dan 0,1 %; |
| b) le nombre de plantes atteintes de jambe noire ne dépasse pas 1,0 % ; c) dans la descendance directe, le pourcentage en nombre de plantes présentant des symptômes de viroses graves ne dépasse pas 4,0 % ; d) le nombre de plantes présentant des symptômes de mosaïque ou des symptômes causés par le virus de l'enroulement ne dépasse pas, au total, 0,8 % ; e) le nombre de générations, y compris les générations de plants de pommes de terre prébase en champ et de plants de pommes de terre de base est limité à sept ; f) si la génération n'est pas indiquée sur l'étiquette officielle, les pommes de terre en question sont considérées comme appartenant à la septième génération. 2° lors d'une inspection officielle, les lots de pommes de terre ont été reconnus comme satisfaisant aux tolérances applicables aux lots en ce qui concerne les impuretés, les défauts et maladies suivants : a) les plants de pommes de terre atteints de pourriture autre que le flétrissement bactérien ou la pourriture brune ne dépassent pas 0,5 % de la masse, dont les plants de pommes de terre atteints de pourriture humide ne dépassent pas 0,2 % ; b) les plants de pommes de terre atteintes de rhizoctone brun sur plus | b) het aantal door zwartbenigheid aangetaste planten bedraagt niet meer dan 1,0 %; c) in de directe nateelt bedraagt het aantal planten met symptomen van virusziekten niet meer dan 4,0 %; d) het aantal planten met mozaïeksymptomen of met symptomen van bladrolvirus bedragen samen niet meer dan 0,8 %; e) het maximumaantal generaties, met inbegrip van de generaties van pre-basispootgoed op het veld en basispootgoed, bedraagt zeven; f) als de generatie niet op het officiële etiket vermeld staat, worden de aardappelen geacht te behoren tot de zevende generatie. 2° na officiële inspectie is vastgesteld dat de partijen aardappelen voldoen aan de toleranties voor de partijen met betrekking tot de volgende onzuiverheden, onvolkomenheden en ziekten: a) het aandeel pootaardappelen met ander rot dan ring- of bruinrot bedraagt niet meer dan 0,5 % massa, waarvan ten hoogste 0,2 % massa natrot; |
| de 10 % de leur surface ne dépassent pas 5,0 % de la masse ; | b) het aandeel pootaardappelen met lakschurft op meer dan 10 % van hun |
| oppervlak bedraagt niet meer dan 5,0 % massa; | |
| c) les plants de pommes de terre atteintes de gale commune sur plus | c) het aandeel pootaardappelen met aardappelschurft op meer dan een |
| d'un tiers de leur surface ne dépassent pas 5,0 % de la masse ; | derde van hun oppervlak bedraagt niet meer dan 5,0 % massa; |
| d) les plants de pommes de terre atteintes de gale poudreuse sur plus | |
| de 10 % de leur surface ne dépassent pas 3,0 % de la masse ; | d) het aandeel pootaardappelen met poederschurft op meer dan 10 % van |
| hun oppervlak bedraagt niet meer dan 3,0 % massa; | |
| e) les tubercules flétris à la suite d'une déshydratation excessive ou | e) het aandeel knollen die verschrompeld zijn als gevolg van |
| d'une déshydratation causée par la gale argentée ne dépassent pas 1,0 | overmatige uitdroging of door zilverschurft veroorzaakte uitdroging, |
| % de la masse ; | bedraagt niet meer dan 1,0 % massa; |
| f) les plants de pommes de terre présentant des défauts externes, y | f) het aandeel pootaardappelen met uitwendige onvolkomenheden, |
| compris les tubercules déformés ou endommagés, ne dépassent pas 3,0 % de la masse ; g) le volume de terre et de corps étrangers ne dépasse pas 1,0 % de la masse ; h) le nombre total de plants de pommes de terre couverts par des tolérances telles que celles visées aux points a) à f) inclus, ne dépasse pas 6,0 % de la masse. Art. 10.Les plants de pommes de terre certifiés peuvent être commercialisés sous la classe de l'Union A s'ils remplissent les exigences suivantes : 1° lors d'une inspection officielle, les plants de pommes de terre ont été reconnus comme satisfaisant aux exigences suivantes : |
inclusief misvormde of beschadigde knollen, bedraagt niet meer dan 3,0 % massa; g) aanhangende grond en andere vreemde bestanddelen bedragen samen niet meer dan 1,0 % massa; h) het totale aandeel pootaardappelen dat onder de toleranties, vermeld in punt a) tot en met f), valt, bedraagt niet meer dan 6,0 % massa. Art. 10.Gecertificeerd pootgoed van aardappelen mag als EU-klasse A in de handel worden gebracht als het aan de volgende eisen voldoet: 1° na officiële inspectie is vastgesteld dat de pootaardappelen voldoen aan de volgende eisen: |
| a) le nombre de plantes non conformes à la variété et celui de plantes | a) het aantal niet-rasechte planten en het aantal planten van andere |
| de variétés étrangères ne dépassent pas, au total, 0,2 % ; b) le nombre de plantes atteintes de jambe noire ne dépasse pas 2,0 % ; c) dans la descendance directe, le pourcentage en nombre de plantes présentant des symptômes de viroses graves ne dépasse pas 8,0 % ; d) le nombre de plantes présentant des symptômes de mosaïque ou des symptômes causés par le virus de l'enroulement ne dépasse pas, au total, 2,0 % ; 2° lors d'une inspection officielle, les lots de pommes de terre ont été reconnus comme satisfaisant aux tolérances applicables aux lots en ce qui concerne les impuretés, les défauts et maladies suivants : a) les plants de pommes de terre atteints de pourriture autre que le flétrissement bactérien ou la pourriture brune ne dépassent pas 0,5 % de la masse, dont les plants de pommes de terre atteints de pourriture humide ne dépassent pas 0,2 % ; b) les plants de pommes de terre atteintes de rhizoctone brun sur plus | rassen bedragen samen niet meer dan 0,2 %; b) het aantal door zwartbenigheid aangetaste planten bedraagt niet meer dan 2,0 %; c) in de directe nateelt bedraagt het aantal planten met symptomen van virusziekten niet meer dan 8,0 %; d) het aantal planten met mozaïeksymptomen of met symptomen van bladrolvirus bedraagt samen niet meer dan 2,0 %; 2° na officiële inspectie is vastgesteld dat de partijen aardappelen voldoen aan de toleranties voor de partijen met betrekking tot de volgende onzuiverheden, onvolkomenheden en ziekten: a) het aandeel pootaardappelen met ander rot dan ring- of bruinrot bedraagt niet meer dan 0,5 % massa, waarvan ten hoogste 0,2 % massa natrot; |
| de 10 % de leur surface ne dépassent pas 5,0 % de la masse ; | b) het aandeel pootaardappelen met lakschurft op meer dan 10 % van hun |
| oppervlak bedraagt niet meer dan 5,0 % massa; | |
| c) les plants de pommes de terre atteintes de gale commune sur plus | c) het aandeel pootaardappelen met aardappelschurft op meer dan een |
| d'un tiers de leur surface ne dépassent pas 5,0 % de la masse ; | derde van hun oppervlak bedraagt niet meer dan 5,0 % massa; |
| d) les plants de pommes de terre atteintes de gale poudreuse sur plus | |
| de 10 % de leur surface ne dépassent pas 3,0 % de la masse ; | d) het aandeel pootaardappelen met poederschurft op meer dan 10 % van |
| hun oppervlak bedraagt niet meer dan 3,0 % massa; | |
| e) les tubercules flétris à la suite d'une déshydratation excessive ou | e) het aandeel knollen die verschrompeld zijn als gevolg van |
| d'une déshydratation causée par la gale argentée ne dépassent pas 1,0 | overmatige uitdroging of door zilverschurft veroorzaakte uitdroging, |
| % de la masse ; | bedraagt niet meer dan 1,0 % massa; |
| f) les plants de pommes de terre présentant des défauts externes, y | f) het aandeel pootaardappelen met uitwendige onvolkomenheden, |
| compris les tubercules déformés ou endommagés, ne dépassent pas 3,0 % de la masse ; g) le volume de terre et de corps étrangers ne dépasse pas 2,0 % de la masse ; h) le nombre total de plants de pommes de terre couverts par des tolérances telles que celles visées aux points a) à f) inclus, ne dépasse pas 8,0 % de la masse. Art. 11.Les plants de pommes de terre certifiés peuvent être commercialisés sous la classe de l'Union B s'ils remplissent les exigences suivantes : 1° lors d'une inspection officielle, les plants de pommes de terre ont été reconnus comme satisfaisant aux exigences suivantes : |
inclusief misvormde of beschadigde knollen, bedraagt niet meer dan 3,0 % massa; g) aanhangende grond en andere vreemde bestanddelen bedragen samen niet meer dan 2,0 % massa; h) het totale aandeel pootaardappelen dat onder de toleranties, vermeld in punt a) tot en met f), valt, bedraagt niet meer dan 8,0 % massa. Art. 11.Gecertificeerd pootgoed van aardappelen mag als EU-klasse B in de handel worden gebracht als het aan de volgende eisen voldoet: 1° na officiële inspectie is vastgesteld dat de pootaardappelen voldoen aan de volgende eisen: |
| a) le nombre de plantes non conformes à la variété et celui de plantes | a) het aantal niet-rasechte planten en het aantal planten van andere |
| de variétés étrangères ne dépassent pas, au total, 0,5 % ; b) le nombre de plantes atteintes de jambe noire ne dépasse pas 4,0 % ; c) dans la descendance directe, le pourcentage en nombre de plantes présentant des symptômes de viroses graves ne dépasse pas 10,0 % ; d) le nombre de plantes présentant des symptômes de mosaïque ou des symptômes causés par le virus de l'enroulement ne dépasse pas, au total, 6,0 % ; 2° lors d'une inspection officielle, les lots de pommes de terre ont été reconnus comme satisfaisant aux tolérances applicables aux lots en ce qui concerne les impuretés, les défauts et maladies suivants : a) les plants de pommes de terre atteints de pourriture autre que le flétrissement bactérien ou la pourriture brune ne dépassent pas 0,5 % de la masse, dont les plants de pommes de terre atteints de pourriture humide ne dépassent pas 0,2 % ; b) les plants de pommes de terre atteintes de rhizoctone brun sur plus | rassen bedragen samen niet meer dan 0,5 %; b) het aantal door zwartbenigheid aangetaste planten bedraagt niet meer dan 4,0 %; c) in de directe nateelt bedraagt het aantal planten met symptomen van virusziekten niet meer dan 10,0 %; d) het aantal planten met mozaïeksymptomen of met symptomen van bladrolvirus bedraagt samen niet meer dan 6,0 %; 2° na officiële inspectie is vastgesteld dat de partijen aardappelen voldoen aan de toleranties voor de partijen met betrekking tot de volgende onzuiverheden, onvolkomenheden en ziekten: a) het aandeel pootaardappelen met ander rot dan ring- of bruinrot bedraagt niet meer dan 0,5 % massa, waarvan ten hoogste 0,2 % massa natrot; |
| de 10 % de leur surface ne dépassent pas 5,0 % de la masse ; | b) het aandeel pootaardappelen met lakschurft op meer dan 10 % van hun |
| oppervlak bedraagt niet meer dan 5,0 % massa; | |
| c) les plants de pommes de terre atteintes de gale commune sur plus | c) het aandeel pootaardappelen met aardappelschurft op meer dan een |
| d'un tiers de leur surface ne dépassent pas 5,0 % de la masse ; | derde van hun oppervlak bedraagt niet meer dan 5,0 % massa; |
| d) les plants de pommes de terre atteintes de gale poudreuse sur plus | |
| de 10 % de leur surface ne dépassent pas 3,0 % de la masse ; | d) het aandeel pootaardappelen met poederschurft op meer dan 10 % van |
| hun oppervlak bedraagt niet meer dan 3,0 % massa; | |
| e) les tubercules flétris à la suite d'une déshydratation excessive ou | e) het aandeel knollen die verschrompeld zijn als gevolg van |
| d'une déshydratation causée par la gale argentée ne dépassent pas 1,0 | overmatige uitdroging of door zilverschurft veroorzaakte uitdroging, |
| % de la masse ; | bedraagt niet meer dan 1,0 % massa; |
| f) les plants de pommes de terre présentant des défauts externes, y | f) het aandeel pootaardappelen met uitwendige onvolkomenheden, |
| compris les tubercules déformés ou endommagés, ne dépassent pas 3,0 % | inclusief misvormde of beschadigde knollen, bedraagt niet meer dan 3,0 |
| de la masse ; | % massa; |
| g) le volume de terre et de corps étrangers ne dépasse pas 2,0 % de la | g) aanhangende grond en andere vreemde bestanddelen bedragen samen |
| masse ; | niet meer dan 2,0 % massa; |
| h) le nombre total de plants de pommes de terre couverts par des | h) het totale aandeel pootaardappelen dat onder de toleranties, |
| tolérances telles que celles visées aux points a) à f) inclus, ne dépasse pas 8,0 % de la masse. | vermeld in punt a) tot en met f), valt, bedraagt niet meer dan 8,0 % massa. |
Art. 12.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2016. |
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016. |
| Bruxelles, le 14 octobre 2015. | Brussel, 14 oktober 2015. |
| La Ministre flamande de l'Environnement, de la Nature et de | De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, |
| l'Agriculture, | |
| J. SCHAUVLIEGE | J. SCHAUVLIEGE |