Arrêté ministériel fixant les critères spéciaux d'agrément des médecins spécialistes porteurs du titre professionnel particulier en infectiologie clinique, ainsi que des maîtres de stage et des services de stage | Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van artsen-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de klinische infectiologie, alsmede van stagemeesters en stagediensten |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE |
ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT | VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU |
7 MAI 2020. - Arrêté ministériel fixant les critères spéciaux | 7 MEI 2020. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere |
d'agrément des médecins spécialistes porteurs du titre professionnel | criteria voor de erkenning van artsen-specialisten houders van de |
particulier en infectiologie clinique, ainsi que des maîtres de stage | bijzondere beroepstitel in de klinische infectiologie, alsmede van |
et des services de stage | stagemeesters en stagediensten |
La Ministre de la Santé publique, | De Minister van Volksgezondheid, |
Vu la loi relative à l'exercice des professions des soins de santé, | Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, |
coordonnée le 10 mai 2015, l'article 88, alinéa 1er ; | gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 88, eerste lid; |
Vu l'arrêté royal du 21 avril 1983 fixant les modalités de l'agrément | Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van |
de nadere regelen voor de erkenning van artsen-specialisten en | |
des médecins spécialistes et des médecins généralistes, l'article 3, | huisartsen, artikel 3, tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk |
alinéa 2, modifié par l'arrêté royal du 10 février 2008 ; | besluit van 10 februari 2008; |
Vu l'avis du Conseil supérieur des médecins spécialistes et des | Gelet op het advies van de Hoge Raad voor artsen-specialisten en |
médecins généralistes, donné le 13 juin 2019 ; | huisartsen, gegeven op 13 juni 2019; |
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 14 février 2020; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 14 februari 2020; |
Vu l'avis n° 67.111/2 du Conseil d'Etat, donné le 14 avril 2020, en | Gelet op het advies nr. 67.111/2 van de Raad van State gegeven op 14 |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois | april 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
coordonnées sur le Conseil d'Etat, | gecoördineerde wetten op de Raad van de State, |
Arrête : | Besluit : |
CHAPITRE 1er. - Champ d'application et définitions | HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities |
Article 1er.Le présent arrêté précise les critères spéciaux |
Artikel 1.Dit besluit stelt de bijzondere erkenningscriteria vast |
d'agrément pour : | voor: |
1° les médecins qui souhaitent être agréés en tant que médecin | 1° de artsen die als arts-specialist wensen te worden erkend voor de |
spécialiste pour le titre professionnel particulier de niveau 3 de | bijzondere beroepstitel van niveau 3 van arts-specialist in de |
médecin spécialiste en infectiologie clinique, tel que visé à | klinische infectiologie, zoals bedoeld in artikel 2 van het koninklijk |
l'article 2 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 établissant la liste | besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere |
des titres professionnels particuliers réservés aux praticiens de | beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met |
l'art médical, en ce compris l'art dentaire ; | inbegrip van de tandheelkunde; |
2° les médecins spécialistes qui souhaitent être agréés comme maître | 2° de artsen-specialisten die als stagemeester in de klinische |
de stage en infectiologie clinique ; | infectiologie wensen te worden erkend; |
3° les services de stage en infectiologie clinique. | 3° de stagediensten klinische infectiologie. |
Art. 2.Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par : |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: |
1° arrêté critères généraux : l'arrêté ministériel du 23 avril 2014 | 1° algemeen criteriabesluit: ministerieel besluit van 23 april 2014 |
fixant les critères généraux d'agrément des médecins spécialistes, des | tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van |
maîtres de stage et des services de stage ; | arts-specialisten, stagemeesters en stagediensten; |
2° candidat spécialiste : le médecin, porteur d'un titre de niveau 1 | 2° kandidaat-specialist: arts, houder van een titel van niveau 1 en |
van een titel van niveau 2, zoals bedoeld in het genoemde besluit van | |
et d'un titre de niveau 2, tels que visés dans l'arrêté précité du 25 | 25 november 1991, in opleiding voor het bekomen van de bijzondere |
novembre 1991, en formation en vue de l'obtention du titre | |
professionnel particulier de niveau 3 de médecin spécialiste en | beroepstitel van niveau 3 van arts-specialist in de klinische |
infectiologie clinique. | infectiologie. |
CHAPITRE 2. - Critères spéciaux d'agrément pour le médecin spécialiste | HOOFDSTUK 2. - Bijzondere erkenningscriteria voor de arts-specialist |
en infectiologie clinique | in de klinische infectiologie |
Art. 3.Pour être agréé comme médecin spécialiste en infectiologie |
Art. 3.Om als arts-specialist in de klinische infectiologie te worden |
clinique, le candidat spécialiste en infectiologie clinique, ci-après | erkend, dient de kandidaat-specialist in de klinische infectiologie, |
dénommé le candidat spécialiste, doit satisfaire aux dispositions du | hierna kandidaat-specialist genoemd, te voldoen aan de bepalingen van |
chapitre 2 de l'arrêté critères généraux. | hoofdstuk 2 van het algemeen criteriabesluit. |
Art. 4.Le candidat spécialiste peut être agréé comme médecin |
Art. 4.De kandidaat-specialist kan worden erkend als arts-specialist |
spécialiste en infectiologie clinique lorsqu'il: | in de klinische infectiologie wanneer hij: |
1° dispose d'un titre professionnel particulier de niveau 2, tel que | 1° beschikt over een bijzondere beroepstitel niveau 2, zoals opgesomd |
cité à l'article 1er de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 établissant | in artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende |
la liste des titres professionnels particuliers réservés aux | de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars |
praticiens de l'art médical, en ce compris l'art dentaire ; | van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde; |
2° et a suivi un stage en infectiologie clinique d'une durée de quatre | 2° en een stage in de klinische infectiologie van vier jaar heeft |
ans ou d'une durée équivalente en cas d'exercice à temps partiel. | gevolgd of van een hiermee equivalente duurtijd in geval van |
deeltijdse uitoefening. | |
Conformément à l'article 3/1 de l'arrêté critères généraux, une | Overeenkomstig artikel 3/1 van het algemeen criteriabesluit kan een |
dispense de maximum 2 ans peut être accordée. | vrijstelling worden verleend van maximum 2 jaar. |
Art. 5.Le stage se compose des modules suivants : |
Art. 5.De stage bestaat uit volgende onderdelen: |
1° douze mois de stage soit en médecine interne comprenant des | 1° twaalf maanden stage in hetzij inwendige ziekten met inbegrip van |
patients hospitalisés, soit en pédiatrie, soit en gériatrie ; | gehospitaliseerde patiënten, hetzij pediatrie, hetzij geriatrie; |
2° six mois de stage soit en hématologie clinique, soit en | 2° zes maanden stage in hetzij klinische hematologie, hetzij |
gastro-entérologie, avec un intérêt particulier en hépatologie, soit | gastro-enterologie, met bijzondere interesse in de hepatologie, hetzij |
en néphrologie, soit en pneumologie, soit en endocrinodiabétologie, | nefrologie, hetzij pneumologie, hetzij endocrinodiabetologie hetzij |
soit en néonatalogie, soit en hémato-oncologie pédiatrique ; | neonatologie, hetzij pediatrische hemato-oncologie; |
3° six mois de stage soit en soins intensifs adultes, soit en soins | 3° zes maanden stage in hetzij intensieve zorgen volwassenen, hetzij |
intensifs enfants ; | intensieve zorgen kinderen; |
4° six mois de stage soit dans un centre de référence VIH/SIDA, soit | 4° zes maanden stage in hetzij een HIV/AIDS referentiecentrum hetzij |
un stage spécifique analogue dans un établissement extrahospitalier | een gelijkaardige specifieke stage in een extramurale instelling die |
ayant pour finalité la prévention et le traitement du VIH/SIDA ; | de preventie en behandeling van HIV/AIDS tot doel heeft; |
5° douze mois de stage dans une polyclinique pour la médecine du | 5° twaalf maanden stage in een polikliniek voor reisgeneeskunde, of |
voyage, ou une polyclinique pour les maladies tropicales, ou une | |
clinique de vaccination, ou une polyclinique pour le traitement des | een polikliniek voor tropische ziekten, of een vaccinatiekliniek, of |
IST, avec possibilité d'un changement unique au bout de 6 mois ; | een polikliniek voor behandeling van SOA's, met mogelijkheid om na 6 |
maanden éénmaal te veranderen; | |
6° six mois de stage en microbiologie médicale au sein d'un service de | 6° zes maanden stage in medische microbiologie binnen een erkende |
stage agréé pour la microbiologie médicale. | stagedienst voor medische microbiologie. |
Art. 6.Pendant son stage, le candidat spécialiste participe : |
Art. 6.Tijdens zijn stage neemt de kandidaat-specialist deel aan: |
1° aux activités du groupe de gestion pluridisciplinaire de | 1° de activiteiten van de pluridisciplinaire |
l'antibiothérapie de l'hôpital où il accomplit son stage ; | antibiotherapiebeleidsgroep van het ziekenhuis waar hij stage loopt; |
2° aux activités du comité d'hygiène hospitalière et, le cas échéant, | 2° de activiteiten van het comité voor ziekenhuishygiëne en |
du service de prévention des infections de l'hôpital où il accomplit | desgevallend de dienst infectiepreventie van het ziekenhuis waar hij |
son stage ; | stage loopt; |
3° au service de garde supervisée en infectiologie au sein de | 3° de gesuperviseerde wachtdienst infectiologie binnen het ziekenhuis |
l'hôpital où il accomplit son stage, qui se charge également de | waar hij stage loopt die ook ten dienste staat voor advies aan |
fournir des avis à des prestataires de soins extrahospitaliers ; | extramurale zorgaanbieders; |
4° à des consultations de liaison dans l'hôpital où il accomplit son | 4° liaison consulten in het ziekenhuis waar hij stage loopt, met |
stage, en ce compris l'hôpital de jour et le service des urgences. | inbegrip van het dagziekenhuis en de spoedgevallendienst. |
Art. 7.A la fin du stage, le candidat spécialiste répond à toutes les |
Art. 7.Op het einde van de stage voldoet de kandidaat-specialist aan |
compétences finales reprises sur la liste jointe en annexe au présent | alle eindcompetenties zoals opgelijst in de bijlage bij dit besluit en |
arrêté, et il a publié au moins un article sur un sujet | heeft hij minstens één artikel rond een infectiologisch onderwerp |
d'infectiologie dans une revue scientifique avec révision par les | gepubliceerd in een peer-reviewed wetenschappelijk tijdschrift, |
pairs, conformément à l'article 20 de l'arrêté critères généraux. | overeenkomstig artikel 20 van het algemeen criteriabesluit. |
CHAPITRE 3. - Critères d'agrément des maîtres de stage | HOOFDSTUK 3. - Criteria voor de erkenning van stagemeesters |
Art. 8.Pour être agréé comme maître de stage en infectiologie |
Art. 8.Om als stagemeester in de klinische infectiologie te worden |
clinique, le candidat maître de stage doit satisfaire aux dispositions | erkend, dient de kandidaat-stagemeester te voldoen aan de bepalingen |
du chapitre 3 de l'arrêté critères généraux. | van Hoofdstuk 3 van het algemeen criteriabesluit. |
Art. 9.Le maître de stage exerce une activité à temps plein liée au |
Art. 9.De stagemeester heeft een voltijdse activiteit verbonden aan |
service du stage. | de stagedienst. |
Il se livre à de la recherche dans le domaine de l'infectiologie clinique. | Hij doet navorsing in het domein van de klinische infectiologie. |
Art. 10.L'accompagnement de stage d'un candidat spécialiste est |
Art. 10.De stagebegeleiding van één kandidaat-specialist wordt |
assuré par au moins le maître de stage et un médecin équivalent temps | waargenomen door minstens de stagemeester en één voltijds equivalente |
plein appartenant à l'équipe de stage, telle que visée à l'article | arts behorende tot het stageteam, zoals bedoeld in artikel 24/1 van |
24/1 de l'arrêté critères généraux. | het algemeen criteriabesluit. |
Par candidat spécialiste supplémentaire, l'équipe de stage est | Per bijkomende kandidaat-specialist, wordt het stageteam aangevuld met |
complétée par au moins 1 médecin équivalent temps plein | minstens 1 extra voltijds equivalente arts. |
supplémentaire. CHAPITRE 4. - Critères d'agrément des services de stage | HOOFDSTUK 4. - Criteria voor de erkenning van stagediensten |
Art. 11.Pour être agréé comme service de stage en infectiologie |
Art. 11.Om als stagedienst in de klinische infectiologie te worden |
clinique, le service de stage candidat doit satisfaire aux | erkend, dient de kandidaat-stagedienst te voldoen aan de bepalingen |
dispositions du chapitre 4 de l'arrêté critères généraux. | van Hoofdstuk 4 van het algemeen criteriabesluit. |
Art. 12.Les activités du service de stage sont axées sur les patients |
Art. 12.De activiteiten van de stagedienst zijn gericht op |
hospitalisés et ambulatoires. | gehospitaliseerde en ambulante patiënten. |
Art. 13.Le service de stage qui est agréé pour proposer tous les |
Art. 13.De stagedienst die erkend wordt voor het aanbieden van alle |
modules du trajet de formation en infectiologie clinique, dispose des | onderdelen van het vormingstraject klinische infectiologie, beschikt |
sections suivantes au sein de l'hôpital dont le service de stage fait | over volgende afdelingen binnen het ziekenhuis waarvan de stagedienst |
partie ou dans l'hôpital avec lequel le service de stage collabore : | deel uitmaakt of binnen het ziekenhuis waarmee de stagedienst samenwerkt: |
1° médecine interne ; | 1° inwendige ziekten; |
2° pédiatrie ; | 2° pediatrie; |
3° hématologie clinique ; | 3° klinische hematologie; |
4° transplantation de cellules souches ; | 4° stamceltransplantatie; |
5° oncologie médicale et hémato-oncologie pédiatrique ; | 5° medische oncologie en pediatrische hemato-oncologie; |
6° centre de transplantation ; | 6° transplantatiecentrum; |
7° soins intensifs ; | 7° intensieve zorgen; |
8° soins urgents spécialisés ; | 8° gespecialiseerde spoedgevallenzorg. |
9° chirurgie ; | 9° heelkunde; |
10° gériatrie ; | 10° geriatrie; |
11° centre de référence VIH. | 11° HIV-referentiecentrum. |
En outre, le service de stage visé à l'alinéa premier participe | Daarnaast neemt de stagedienst bedoeld in het eerste lid actief deel |
activement à la collaboration fonctionnelle en matière de maladies | aan de functionele samenwerking rond infectieziekten enerzijds en aan |
infectieuses, d'une part et à la collaboration avec des praticiens | de samenwerking met beroepsbeoefenaars van buiten het ziekenhuis |
professionnels extrahospitaliers, d'autre part. | anderzijds. |
Art. 14.Le service de stage agréé pour une partie de la formation en |
Art. 14.De stagedienst die erkend wordt voor een gedeelte van de |
infectiologie clinique : | opleiding klinische infectiologie: |
1° s'inscrit dans une collaboration médicale fonctionnelle intégrée et | 1° is ingebed in een functioneel geïntegreerde en multidisciplinaire |
pluridisciplinaire dans le domaine de l'infectiologie clinique ; | medische samenwerking in het domein van de klinische infectiologie; |
2° fait partie de ou collabore étroitement avec un hôpital disposant | 2° maakt deel uit van of werkt nauw samen met een ziekenhuis dat |
d'un service principalement axé sur la prévention, le diagnostic et le | beschikt over een dienst die zich voornamelijk richt op de preventie, |
traitement des maladies infectieuses. | diagnose en behandeling van infectieziekten. |
CHAPITRE 5. - Dispositions finales et transitoires | HOOFDSTUK 5. - Overgangs- en slotbepalingen |
Art. 15.Par dérogation aux articles 4, alinéa premier, 2°, à 7 inclus |
Art. 15.In afwijking van de artikelen 4, eerste lid, 2°, tot en met |
du présent arrêté, peut être agréé comme médecin spécialiste en | 7, van dit besluit, kan als arts-specialist in de klinische |
infectiologie clinique tout médecin spécialiste visé à l'article 4, | infectiologie worden erkend iedere arts-specialist zoals bedoeld in |
alinéa premier, 1°, du présent arrêté qui a été notoirement connu | artikel 4, eerste lid, 1°, van dit besluit die algemeen bekend staat |
comme particulièrement compétent et médicalement actif en | als bijzonder bekwaam en medisch actief in de klinische infectiologie |
infectiologie clinique pendant les 5 dernières années précédant la | gedurende de laatste 5 jaren, voorafgaand aan de datum van |
date d'entrée en vigueur du présent arrêté. | inwerkingtreding van dit besluit. |
Le demandeur motive sa demande d'agrément par au moins un des | De aanvrager motiveert zijn aanvraag om erkend te worden met minstens |
documents justificatifs suivants : | een van de volgende overtuigingsstukken: |
1° une preuve d'une formation clinique spécifiquement consacrée à | 1° een bewijs van een klinische opleiding specifiek gewijd aan de |
l'infectiologie clinique, axée sur l'acquisition des compétences | klinische infectiologie, gericht op het verwerven van de |
finales énumérées en annexe au présent arrêté ; | eindcompetenties opgesomd in bijlage van dit besluit; |
2° un certificat ou diplôme d'une formation de plusieurs jours en | 2° een certificaat of diploma van een meerdaagse opleiding in de |
infectiologie; | infectiologie; |
3° la documentation d'une activité clinique combinée pertinente en | 3° documentatie van een relevante gecombineerde klinische activiteit |
infectiologie, comprenant notamment des consultations pour des | in de infectiologie, die onder andere bestaat uit consultaties voor |
patients ambulatoires, en clinique du voyage, en clinique post-voyage, | |
des consultations au chevet de patients hospitalisés, la participation | ambulante patiënten, reiskliniek, post-travel kliniek, consulten aan |
au groupe pluridisciplinaire de gestion de l'antibiothérapie, et la | bed bij gehospitaliseerde patiënte, deelname aan de pluridisciplinaire |
disponibilité pour des avis cliniques demandés par des professionnels | antibioticabeleidsgroep, en beschikbaarheid voor klinische adviezen |
des soins de santé actifs dans le secteur ambulatoire ; | gevraagd door gezondheidszorgbeoefenaars actief in de ambulante |
4° la preuve de la participation active à des congrès scientifiques et | sector; 4° bewijs van actieve deelname aan wetenschappelijke congressen en |
symposiums dans le domaine de l'infectiologie clinique ; des | symposia in het domein van de klinische infectiologie; |
publications scientifiques pertinentes pour l'infectiologie clinique | wetenschappelijke publicaties pertinent voor de klinische |
dans des revues soumises à une révision par les pairs. | infectiologie in tijdschriften met peer-review. |
Art. 16.L'ancienneté du maître de stage telle que visée à l'article |
Art. 16.De anciënniteit van de stagemeester zoals bedoeld in artikel |
24 de l'arrêté critères généraux ne sera exigée que neuf ans après | 24 van het algemeen criteriabesluit zal slechts worden vereist negen |
l'entrée en vigueur du présent arrêté. | jaar na de inwerkingtreding van dit besluit. |
L'ancienneté des collaborateurs de l'équipe de stage telle que visée à | De anciënniteit van de medewerkers van het stageteam zoals bedoeld in |
l'article 24/1 de l'arrêté critères généraux ne sera exigée que six | artikel 24/1 van het algemeen criteriabesluit zal slechts worden |
ans après l'entrée en vigueur du présent arrêté. | vereist zes jaar na inwerkingtreding van dit besluit. |
Bruxelles, le 7 mai 2020. | Brussel, 7 mei 2020. |
M. DE BLOCK | M. DE BLOCK |
ANNEXE - COMPETENCES FINALES FORMATION EN INFECTIOLOGIE CLINIQUE | BIJLAGE - EINDCOMPETENTIES OPLEIDING KLINISCHE INFECTIOLOGIE |
A. Compétences générales de formation | A. Algemene opleidingscompetenties |
1. Expertise en infectiologie ; | 1. Expertise in de infectiologie; |
2. Expertise pour distinguer la pathologie infectieuse de la | 2. Expertise in het onderscheiden van infectieuze pathologie van |
pathologie non infectieuse dans une multitude de sous-domaines médicaux ; | niet-infectieuze pathologie in een veelheid van medische deelgebieden; |
3. Appliquer la connaissance scientifique générale et la méthodologie | 3. Toepassen van algemene wetenschappelijke kennis en methodiek binnen |
scientifique générale dans le domaine de la pathologie infectieuse et | het domein van infectieuze pathologie en op wetenschappen |
des soins aux patients axés sur la science ; | georiënteerde patiëntenzorg; |
4. Etablir des diagnostics d'une façon autonome et choisir un | 4. Het zelfstandig stellen van diagnose en instellen van behandeling |
traitement pour les présentations fréquentes et plus rares de | van frequente en zeldzame presentaties van infectieuze pathologie in |
pathologie infectieuse survenant dans les différents domaines de la médecine ; | vele deelgebieden van de geneeskunde; |
5. En tant que candidat spécialiste, être capable de travailler sous | 5. Als kandidaat-specialist in de klinische infectiologie kunnen |
supervision ; | werken onder supervisie; |
6. Assurer et veiller à la continuité des soins au patient ; | 6. Zorgen voor en aandacht besteden aan de continuïteit van zorg voor |
7. Assurer le suivi de la pathologie infectieuse chez le patient ; | de patiënt; 7. Het opvolgen van de infectieuze pathologie bij de patiënt; |
8. Etre capable de travailler et de communiquer au sein d'une équipe | 8. Kunnen werken en communiceren binnen een multidisciplinair team; |
multidisciplinaire ; 9. Etre capable de communiquer efficacement avec le patient, sa | 9. Op doelmatige wijze kunnen communiceren met patiënt, familie en |
famille et d'autres prestataires de soins ; | andere zorgverstrekkers; |
10. Etre capable d'évaluer correctement quand une concertation avec ou | 10. Correct kunnen inschatten wanneer overleg met of doorverwijzing |
un renvoi à un médecin d'une autre discipline est nécessaire ; | naar een arts uit een andere discipline noodzakelijk is; |
11. En tant qu'expert en infectiologie, conseiller les médecins et | 11. Als expert infectiologie advies geven aan artsen en medewerkers |
collaborateurs d'autres services ainsi que des personnes externes ; | van andere diensten en aan externen; |
12. Connaître les méthodes et principes de mise en place et de mise en | 12. Vertrouwd zijn met de methodes, de opmaak en de implementatie van |
oeuvre de la recherche scientifique en infectiologie ; | wetenschappelijk onderzoek in de infectiologie; |
13. Etre capable d'analyser et d'interpréter des données scientifiques en infectiologie ; 14. Etre capable de communiquer de façon claire et transparente des données scientifiques en infectiologie et leurs implications aux médecins d'autres disciplines ; 15. Etre capable de formuler une problématique en infectiologie, de collecter, analyser, interpréter et rapporter des données ; 16. Participer de façon ciblée à la recherche scientifique en infectiologie ; 17. Acquérir des connaissances et une perception de l'évaluation de sa propre performance ; 18. Améliorer la performance de ses propres actions au sein du service ; 19. Travailler à l'amélioration de la qualité de l'approche et du traitement en infectiologie et à la garantie de la qualité ; 20. Contribuer à une organisation efficace du traitement des maladies infectieuses et à une politique de gestion efficace des antibiotiques dans l'hôpital ; 21. Soutenir l'élaboration d'une vision et le développement de mesures visant à optimaliser le traitement des maladies infectieuses et la gestion des antibiotiques à l'hôpital ; 22. Pouvoir participer au groupe de gestion de l'antibiothérapie et au comité d'hygiène hospitalière, et y présenter et défendre sa propre vision ; 23. Assumer une responsabilité au sein du groupe de gestion de l'antibiothérapie, et y contribuer à définir la politique. B. Compétences spécifiques 1. Diagnostic et traitement des pathologies infectieuses courantes, y compris les infections systémiques, respiratoires, gastro-intestinales, hépatiques, urinaires, cutanées, musculosquelettiques et neurologiques, en collaboration avec les spécialistes concernés, sans nécessairement pouvoir effectuer lui-même les procédures de diagnostic ou le traitement non médicamenteux ; 2. Diagnostic différentiel non infectieux des maladies infectieuses et des symptômes associés aux infections, comme la fièvre et l'inflammation en particulier ; 3. Evaluation diagnostique, clinique et traitement de la septicémie, y compris la connaissance des principes de thérapie urgente et intensive, sans nécessairement pouvoir effectuer lui-même le traitement intensif ; 4. Evaluation diagnostique, clinique et traitement des infections opportunistes, dans le contexte d'un déficit immunitaire acquis et congénital ; 5. Evaluation diagnostique, clinique et traitement de la pathologie tropicale, y compris la pathologie liée aux voyages, la prévention, le diagnostic et le traitement des problèmes de santé spécifiques aux migrants et aux voyageurs ; 6. Connaissance diagnostique et thérapeutique des pathogènes à risque de bioterrorisme et de pandémie ; 7. Evaluation diagnostique, clinique et traitement de l'infection à VIH et du SIDA, y compris le traitement en équipe multidisciplinaire ; 8. Evaluation diagnostique, clinique, traitement et prévention des infections sexuellement transmissibles ; 9. Evaluation diagnostique, clinique et traitement de la tuberculose ; 10. Prévention de la pathologie infectieuse, y compris les principes d'hygiène hospitalière, connaissance approfondie de la vaccination, de la prophylaxie et des conseils avant un voyage ; 11. Traitement anti-infectieux au moyen d'antimicrobiens : mécanisme d'action, spectre et indication, pharmacologie clinique ; 12. Diagnostic microbiologique : connaissance des principes de test, indications, implications, limites, sans nécessairement être capable d'effectuer lui-même les tests ; 13. Collaboration avec le microbiologiste médical sur le choix du test diagnostique, les limites du diagnostic et les implications des résultats microbiologiques ; 14. Collaboration avec le pharmacien sur le choix et la prescription d'agents antimicrobiens ; 15. Traitement des infections à germes difficiles à traiter, y compris les germes multirésistants et des foyers infectieux difficiles à aseptiser, y compris les infections sur corps étrangers ; 16. Etre capable d'analyser et d'ajuster la politique antibiotique au niveau hospitalier, y compris d'en assumer la responsabilité au niveau hospitalier dans le cadre du groupe de gestion de l'antibiothérapie ; 17. Spécifiquement pour les pédiatres, être capable de traiter les infections néonatales et congénitales (en collaboration avec les gynécologues et les néonatologues) ; 18. Prévention, diagnostic et traitement des zoonoses ; 19. Connaissance des principes du concept "One health". C. Compétences pédagogiques 1. Rôle dans la formation des étudiants en médecine, des candidats spécialistes et candidats infectiologues dans le cadre du domaine de l'infectiologie clinique ; 2. Rôle dans la formation continue des médecins généralistes et spécialistes concernant les aspects infectiologiques de leur discipline. D. Compétences au niveau de la collaboration avec les pouvoirs publics 1. Communiquer avec les diverses instances publiques, entre autres avec les médecins actifs au niveau des autorités communautaires, et communiquer avec/conseiller ces instances en matière de maladies infectieuses, plus particulièrement sur les pathogènes comportant un risque de pandémie ou de bioterrorisme. Vu pour être joint à l'arrêté ministériel du 7 mai 2020 fixant les critères spéciaux d'agrément des médecins spécialistes porteurs du titre professionnel particulier en infectiologie clinique, ainsi que des maîtres de stage et des services de stage. La Ministre de la Santé publique, | 13. Wetenschappelijke gegevens in de infectiologie kunnen analyseren en interpreteren; 14. Wetenschappelijke gegevens in de infectiologie en implicaties ervan transparant en duidelijk kunnen communiceren aan artsen van andere disciplines; 15. Een probleemstelling in de infectiologie kunnen formuleren, data verzamelen, analyseren, interpreteren en rapporteren; 16. Doelgericht participeren aan wetenschappelijk onderzoek in de infectiologie; 17. Kennis en inzicht verwerven in de evaluatie van de eigen performantie; 18. Het verbeteren van de performantie van het eigen handelen binnen de dienst; 19. Werken aan de kwaliteitsverbetering van de benadering en behandeling van de infectiologie en aan de borging van de kwaliteit; 20. Meewerken aan een efficiënt georganiseerde behandeling van infectieziekten en een efficiënt georganiseerd antibioticabeleid in het ziekenhuis; 21. Het ondersteunen van zowel de ontwikkeling van een visie als het uitzetten van beleidsmaatregelen om behandeling van infectieziekten en antibioticabeleid in het ziekenhuis te optimaliseren; 22. Het kunnen participeren binnen de antibioticabeleidsgroep en de commissie ziekenhuishygiëne, waarin hij de eigen visie presenteert en verdedigt; 23. Het opnemen van verantwoordelijkheid binnen de antibioticabeleidsgroep, waarin hij/zij mee het beleid vormt geeft. B. Specifieke competenties 1. Diagnostiek en behandeling van courante infectieuze pathologie, inclusief systemische, respiratoire, gastro-intestinale, hepatologische, urinaire, cutane, musculoskeletale en neurologische infecties, in samenwerking met de betrokken specialisten, en zonder noodzakelijkerwijze de diagnostische procedures of niet-medicamenteuze therapie zelf te kunnen uitvoeren; 2. Niet-infectieuze differentieel diagnostiek van de infectieuze aandoeningen en van met infecties geassocieerde symptomen, zoals in het bijzonder koorts en inflammatie; 3. Diagnostische en klinische evaluatie en behandeling van sepsis, inclusief kennis van de principes van spoedeisende en intensieve therapie, zonder noodzakelijkerwijze de intensieve therapie zelf te kunnen uitvoeren; 4. Diagnostische en klinische evaluatie en behandeling van opportunistische infecties, in het kader van aangeboren en verworven immuundeficiëntie; 5. Diagnostische en klinische evaluatie en behandeling van tropische pathologie, inclusief reis-gerelateerde pathologie, preventie, diagnose en behandeling van specifieke gezondheidsproblemen van migranten en reizigers. 6° Diagnostische en therapeutische kennis van pathogenen die risico's inhouden op bioterrorisme en op pandemie. 7. Diagnostische en klinische evaluatie en behandeling van HIV-infectie en AIDS, inclusief de behandeling in multidisciplinair team; 8. Diagnostische en klinische evaluatie, behandeling en preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen; 9. Diagnostische en klinische evaluatie en behandeling van tuberculose; 10. Preventie van infectieuze pathologie, inclusief principes van ziekenhuishygiëne, doorgedreven kennis van vaccinatie en profylaxe en reisadvies; 11. Antimicrobiële behandeling met antimicrobiële middelen: werkingsmechanisme, spectrum en indicatie, klinische farmacologie; 12. Microbiologische diagnostiek: kennis testprincipe, indicaties, implicaties, beperkingen, zonder de testen noodzakelijkerwijze zelf te kunnen uitvoeren; 13. Samenwerking met de medisch microbioloog op vlak van keuze van diagnostiek, beperkingen van diagnostiek en implicaties van microbiologische resultaten; 14. Samenwerking met de apotheker over keuze en voorschrift van antimicrobiële middelen; 15. Behandeling van infecties met moeilijk te behandelen kiemen, inclusief multiresistente kiemen en van moeilijk te steriliseren infectieuze haarden, inclusief vreemd lichaam-infecties; 16. Antibioticabeleid op ziekenhuisniveau kunnen analyseren en bijsturen, inclusief opnemen van verantwoordelijkheid hiervoor op ziekenhuisniveau in kader van de antibioticabeleidsgroep; 17. Specifiek voor de pediaters, in staat zijn om neonatale en congenitale infecties te behandelen in samenwerking met gynaecologen en neonatologen; 18. Preventie, diagnose en behandeling van zoönosen; 19. Kennis van de principes van het one health concept. C. Pedagogische competenties 1. Rol in de opleiding binnen het domein van de klinische infectiologie van de studenten geneeskunde, van de kandidaat-specialisten en van de infectiologen; 2. Rol in de bijscholing van huisartsen en arts-specialisten betreffende infectiologische aspecten van hun vakgebied. D. Competenties op vlak van samenwerking met de overheid 1. Samenwerken met de diverse overheidsinstanties, onder meer met de artsen werkzaam in de gemeenschapsoverheden, en communiceren met/adviseren van deze instanties betreffende infectieuze aandoeningen, in het bijzonder betreffende ziekteverwekkers die een risico op pandemieën of bioterrorisme met zich meedragen. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 7 mei 2020 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de klinische infectiologie, alsmede van stagemeesters en stagediensten. De Minister van Volksgezondheid, |
M. DE BLOCK | M. DE BLOCK |