← Retour vers "Arrêté du Gouvernement flamand réglant certains congés et certaines mises en disponibilité pour les membres du personnel des instituts supérieurs en Communauté flamande et de la "Hogere Zeevaartschool" "
| Arrêté du Gouvernement flamand réglant certains congés et certaines mises en disponibilité pour les membres du personnel des instituts supérieurs en Communauté flamande et de la "Hogere Zeevaartschool" | Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van sommige verloven en terbeschikkingstellingen voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool |
|---|---|
| AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
| 31 MARS 2006. - Arrêté du Gouvernement flamand réglant certains congés | 31 MAART 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van |
| et certaines mises en disponibilité pour les membres du personnel des | sommige verloven en terbeschikkingstellingen voor de personeelsleden |
| instituts supérieurs en Communauté flamande et de la "Hogere | van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere |
| Zeevaartschool" | Zeevaartschool |
| Le Gouvernement flamand, | De Vlaamse Regering, |
| Vu le décret du 5 juillet 1989 relatif à l'enseignement, notamment | Gelet op het decreet van 5 juli 1989 betreffende het onderwijs, |
| l'article 27, 2°; | inzonderheid op artikel 27, 2°; |
| Vu le décret du 13 juillet 1994 relatif aux instituts supérieurs en | Gelet op het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de |
| Communauté flamande, notamment les articles 68, 74, premier alinéa, | Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 68 en 74, eerste |
| 3°; | lid, 3°; |
| Vu le décret du 9 juin 1998 relatif à la Hogere Zeevaartschool, | Gelet op het decreet van 9 juni 1998 betreffende de Hogere |
| notamment l'article 6; | Zeevaartschool, inzonderheid op artikel 6; |
| Vu l'arrêté royal n° 76 du 20 juillet 1982 relatif à la mise en | Gelet op het koninklijk besluit nr. 76 van 20 juli 1982 betreffende de |
| disponibilité pour convenances personnelles des membres du personnel | terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voor de |
| de l'enseignement subventionné; | personeelsleden van het Gesubsidieerd onderwijs; |
| Vu l'arrêté royal du 8 décembre 1967 pris en application de l'article | Gelet op het koninklijk besluit van 8 december 1967, genomen ter |
| 3 de l'arrêté royal du 28 février 1967 déterminant les positions | uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari |
| administratives du personnel administratif, du personnel de maîtrise, | 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden |
| gens de métier et de service des établissements d'enseignement | van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en |
| gardien, primaire, spécial, moyen, technique, artistique et normal de | dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor |
| l'Etat, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand | lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en |
| normaalonderwijs, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse | |
| du 29 octobre 2004; | Regering van 29 oktober 2004; |
| Vu l'arrêté royal du 21 octobre 1968 pris en application de l'article | Gelet op het koninklijk besluit van 21 oktober 1968 genomen ter |
| 7 de l'arrêté royal du 28 février 1967 déterminant les positions | uitvoering van artikel 7 van het koninklijk besluit van 28 februari |
| administratives du personnel administratif, du personnel de maîtrise, | 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden |
| gens de métier et de service des établissements d'enseignement | van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en |
| gardien, primaire, spécial, moyen, technique, artistique et normal de | dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor |
| lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en | |
| l'Etat; | normaalonderwijs; |
| Vu l'arrêté royal du 15 janvier 1974, pris en exécution de l'article | Gelet op het koninklijk besluit van 15 januari 1974, genomen ter |
| 160 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du | toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart |
| personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire | 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- |
| d'éducation, du personnel paramédical des établissements | en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het |
| d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, technique, | paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, |
| artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces | buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de |
| établissements et des membres du personnel du service d'inspection | Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en |
| chargé de la surveillance de ces établissements, modifié en dernier | van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op |
| lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 décembre 1993; | deze inrichtingen, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1993; |
| Vu l'arrêté royal du 18 janvier 1974, pris en exécution de l'article | Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1974 genomen ter |
| 164 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du | toepassing van artikel 164 van het koninklijk besluit van 22 maart |
| personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire | 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- |
| d'éducation, du personnel paramédical des établissements | en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het |
| d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, technique, | paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, |
| artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces | buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de |
| établissements et des membres du personnel du service d'inspection | Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en |
| chargé de la surveillance de ces établissements; | van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op |
| deze inrichtingen; | |
| Vu l'arrêté royal du 14 janvier 1979 relatif aux congés de | Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 1979 betreffende het |
| circonstances accordés à certains membres du personnel temporaire des | omstandigheidsverlof, toegekend aan sommige tijdelijk aangestelde |
| établissements d'enseignement de l'Etat; | personeelsleden van het rijksonderwijs; |
| Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif aux | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 |
| congés pour prestations réduites justifiés par des raisons sociales ou | betreffende het verlof voor verminderde prestaties gewettigd door |
| familiales et aux absences pour prestations réduites justifiées par | sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde |
| des raisons personnelles, accordés aux membres du personnel de | prestaties wegens sociale aangelegenheid en de afwezigheid voor |
| verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden ten gunste | |
| l'enseignement et des centres psycho-médico-sociaux, modifié par les | van de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale |
| arrêtés du Gouvernement flamand des 18 novembre 1991, 19 décembre | centra, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 |
| 1991, 12 mai 1993 et 3 mars 2000; | november 1991, 19 december 1991, 12 mei 1993 en 3 maart 2000; |
| Vu l'accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 25 octobre | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
| 2005; Vu le protocole n° 9 du 18 janvier 2006 portant les conclusions des | begroting, gegeven op 25 oktober 2005;Gelet op protocol nr. 9 van 18 |
| négociations menées en réunion du Comité coordinateur de négociation | januari 2006 houdende de conclusies van de onderhandelingen die |
| de l'enseignement supérieur; | gevoerd werden in de vergadering van het Vlaams onderhandelingscomité |
| voor het hoger onderwijs; | |
| Vu l'avis n° 39.880/1 du Conseil d'Etat, donné le 2 mars 2006, en | Gelet op het advies nr. 39.880/1 van de Raad van State, gegeven op 2 |
| application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois | maart 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
| coordonnées sur le Conseil d'Etat; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Sur la proposition du Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement | Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; |
| et de la Formation; | Na beraadslaging, |
| Après délibération, | |
| Arrête : | Besluit : |
| CHAPITRE Ier. - Dispositions générales | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Article 1er.§ 1er. Le présent arrêté s'applique : |
Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op : |
| 1° aux membres du personnel des instituts supérieurs, visés par le | 1° de personeelsleden van de hogescholen, bedoeld in het decreet van |
| décret du 13 juillet 1994 relatif aux instituts supérieurs en | 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap voor |
| Communauté flamande, dans la mesure où ils sont rémunérés à charge des | zover ze worden betaald ten laste van de werkingsuitkeringen, met |
| allocations de fonctionnement, à l'exception des professeurs invités; | uitzondering van de gastprofessoren; |
| 2° aux membres du personnel de la "Hogere Zeevaartschool" visée dans | 2° de personeelsleden van de Hogere Zeevaartschool, bedoeld in het |
| le décret du 9 juin 1998 relatif à la "Hogere Zeevaartschool"; | decreet van 9 juni 1998 betreffende de Hogere Zeevaartschool; |
| 3° aux membres du personnel visés à l'article 182, § 1er, 1° à 3° | 3° de personeelsleden, vermeld in artikel 182, § 1, 1° tot en met 3°, |
| inclus, et à l'article 195bis, § 8, du décret du 13 juillet 1994 | en in artikel 195bis, § 8, van het decreet van 13 juli 1994 |
| relatif aux instituts supérieurs en Communauté flamande, qui sont | betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, die effectief in |
| effectivement en fonction dans un institut supérieur. | een hogeschool zijn tewerkgesteld. |
| § 2. Les Chapitres III et IV ne s'appliquent pas aux membres du | § 2. Hoofdstuk III en Hoofdstuk IV is niet van toepassing op de |
| personnel visés à l'article 182, § 1er, 1° à 3° inclus, et à l'article | personeelsleden vermeld in artikel 182, § 1, 1° tot en met 3°, en in |
| 195bis, § 8, du décret du 13 juillet 1994 relatif aux instituts | artikel 195bis, § 8, van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de |
| supérieurs en Communauté flamande, qui ne sont pas en fonction dans un | hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, die niet in een hogeschool zijn |
| institut supérieur. Lesdits membres du personnel sont régis par la | tewerkgesteld. Hiervoor gelden de regels die van toepassing zijn op |
| réglementation en vigueur auprès de leur poste de travail effectif. | hun effectieve werkrelatie. |
| CHAPITRE II. - Protection de la maternité
Art. 2.Le membre du personnel visé à l'article 1er obtient le congé accordé par l'article 39 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail en vue de la protection de la maternité, dénommée ci-après le congé de maternité. Le congé de maternité est assimilé à une période d'activité de service. Art. 3.La période d'absence pour cause de maladie ou d'invalidité pendant la période du congé prénatal est convertie en congé de maternité. La conversion se fait dans la mesure où il n'y a pas eu de reprise de service. Lorsque l'absence précitée excède la période pour laquelle le membre du personnel temporaire a été désigné, la disposition du premier alinéa n'est pas applicable à la période après la date à laquelle la désignation temporaire est terminée. Art. 4.Le congé de maternité des membres du personnel est rémunéré. Le congé de maternité des membres du personnel temporaires n'est pas rémunéré. Art. 5.A l'expiration du congé de maternité ou immédiatement après ce congé, le membre du personnel peut obtenir un congé d'allaitement. Pendant ce congé, qui ne peut excéder une durée de trois mois et doit être pris en une seule période, le membre du personnel n'est par rémunéré. Ce congé est assimilé à une période d'activité de service. Lorsque l'absence précitée excède la période pour laquelle le membre du personnel temporaire a été désigné, la disposition du premier alinéa n'est pas applicable à la période après la date à laquelle la désignation temporaire est terminée. |
HOOFDSTUK II. - Moederschapsbescherming
Art. 2.Het personeelslid, vermeld in artikel 1, krijgt het verlof dat met het oog op de moederschapsbescherming toegestaan is door artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971, hierna bevallingsverlof genoemd.Het bevallingsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit. Art. 3.De periode van afwezigheid wegens ziekte of gebrekkigheid gedurende de periode van het prenataal verlof wordt omgezet in bevallingsverlof. De omzetting naar bevallingsverlof gebeurt enkel voorzover er geen werkhervatting is geweest.Als de voormelde afwezigheid langer duurt dan de periode waarvoor het tijdelijke personeelslid werd aangesteld, geldt de bepaling van het eerste lid niet voor de periode na de datum waarop de tijdelijke aanstelling geëindigd is. Art. 4.Het bevallingsverlof van benoemde personeelsleden wordt bezoldigd. Het bevallingsverlof van tijdelijke personeelsleden wordt niet bezoldigd. Art. 5.Na het verstrijken van en onmiddellijk aansluitend op het bevallingsverlof kan het personeelslid een borstvoedingsverlof krijgen. Gedurende dat verlof dat de duur van drie maanden niet mag overschrijden en dat ononderbroken moet worden genomen, wordt het personeelslid niet vergoed. Dat verlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. Als de voormelde afwezigheid langer duurt dan de periode waarvoor het tijdelijke personeelslid werd aangesteld, geldt de bepaling van het eerste lid voor de periode tot de datum waarop de tijdelijke aanstelling geëindigd is. |
Art. 6.Le congé de paternité visé à l'article 39 de la loi sur le |
Art. 6.Het vaderschapsverlof zoals bedoeld in artikel 39 van de |
| travail du 16 mars 1971 est assimilé à une période d'activité de | arbeidswet van 16 maart 1971, wordt gelijkgesteld met |
| service. | dienstactiviteit. |
| Les membres du personnel nommés à titre définitif sont rémunérés | Benoemde personeelsleden worden gedurende dit vaderschapsverlof |
| pendant ce congé de paternité. | bezoldigd. |
| Le congé de paternité des membres du personnel temporaires n'est pas | Het vaderschapsverlof van tijdelijke personeelsleden wordt niet |
| rémunéré. | bezoldigd. |
Art. 7.§ 1er. Le membre du personnel qui, en application des articles |
Art. 7.§ 1. Het personeelslid dat met toepassing van artikel 42 en 43 |
| 42 et 43 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, est dispensé du | van de arbeidswet van 16 maart 1971 is vrijgesteld van arbeid, is |
| travail, est en congé d'office pour la période nécessitée. Le congé | ambtshalve met verlof voor de nodige periode. Het verlof eindigt zodra |
| prend fin dès que le membre du personnel a droit au congé prénatal. | het personeelslid recht heeft op prenataal verlof. |
| En cas d'allaitement naturel par le membre du personnel féminin, tel | Als het personeelslid borstvoeding geeft zoals vermeld in artikel 7, |
| que visé à l'article 7, 2°, de l'arrêté royal du 2 mai 1995 concernant | 2°, van het koninklijk besluit van 2 mei 1995 inzake |
| la protection de la maternité, le congé ne peut pas dépasser une | moederschapsbescherming, mag het verlof een periode van vijf maanden |
| période de cinq mois prenant cours le jour de l'accouchement. | vanaf de dag van de bevalling niet overschrijden. |
| § 2. Pendant ce congé, le membre du personnel nommé à titre définitif | § 2. Tijdens dit verlof heeft het benoemde personeelslid recht op |
| a droit à une rémunération. | bezoldiging. |
| Pendant ce congé, le membre du personnel temporaire n'a pas droit à | Het tijdelijke personeelslid heeft tijdens dit verlof geen recht op |
| une rémunération. | bezoldiging. |
| § 3. Ce congé est assimilé à une période d'activité de service. | § 3. Dit verlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit. |
| CHAPITRE III. - Congé de circonstance | HOOFDSTUK III. - Omstandigheidsverlof |
Art. 8.§ 1er. A l'occasion des événements énumérés ci-après, les |
Art. 8.§ 1. De personeelsleden hebben naar aanleiding van de hierna |
| membres du personnel ont droit à un congé de circonstance pour une | opgesomde gebeurtenissen recht op omstandigheidsverlof voor een als |
| durée déterminée comme suit : | volgt bepaalde duur : |
| 1° mariage du membre du personnel : un jour ouvrable; | 1° huwelijk van het personeelslid : één werkdag; |
| 2° accouchement de l'épouse du fonctionnaire ou de la personne avec | 2° bevalling van de echtgenote of de samenwonende partner : tien |
| laquelle il vit maritalement : dix jours ouvrables, à prendre dans une | werkdagen, te nemen binnen een periode van dertig kalenderdagen vanaf |
| période de trente jours calendrier à partir de l'accouchement, étant | de bevalling, met dien verstande dat minimum zeven dagen |
| entendu que sept jours au moins doivent être pris de façon consécutive | aaneensluitend moeten worden genomen. |
| ; 3° décès de l'époux(se) ou de la personne avec laquelle le membre du | 3° overlijden van de echtgenoot, samenwonende partner, van een bloed- |
| personnel vit maritalement, d'un parent ou allié au premier degré : | of aanverwant in de 1e graad : vier werkdagen; |
| quatre jours ouvrables; | |
| 4° Mariage d'un enfant du membre du personnel, de l'époux(se) ou du | 4° huwelijk van een kind van het personeelslid of een kind van de |
| partenaire cohabitant : deux jours ouvrables; | samenwonende partner : twee werkdagen; |
| 5° décès d'un parent ou allié du membre du personnel, de quelque degré | 5° overlijden van een bloed- of aanverwant, die onder hetzelfde dak |
| que ce soit, habitant sous le même toit : deux jours ouvrables; | als het personeelslid woont, ongeacht de graad van verwantschap : twee |
| 6° décès d'un parent ou allié au second degré du membre du personnel | werkdagen; 6° overlijden van een bloed- of aanverwant in de 2e graad die niet |
| qui ne vit pas sous le même toit : un jour ouvrable; | onder hetzelfde dak woont als het personeelslid : één werkdag; |
| 7° participation à un jury, convocation comme témoin ou comparution | 7° deelneming aan een jury, oproeping als getuige of persoonlijke |
| personnelle devant un tribunal : le temps nécessaire; | verschijning voor een rechtbank : de nodige tijd; |
| 8° exercice des fonctions de président ou d'assesseur d'un bureau de | 8° uitoefening van het ambt van voorzitter of bijzitter in een |
| vote principal, d'un bureau unique de vote ou d'un bureau de | hoofdstembureau, enig stembureau of bureau voor stemopneming bij de |
| dépouillement lors des élections législatives, provinciales et | parlements-, de provincieraads- en de gemeenteraadsverkiezingen, met |
| communales, y compris les élections du Parlement européen : le temps nécessaire; | inbegrip van het Europees Parlement : de nodige tijd; |
| § 2. Le congé de circonstance est assimilé à une période d'activité de | § 2. Het omstandigheidsverlof wordt met dienstactiviteit |
| service. | gelijkgesteld. |
| Le congé de circonstance est rémunéré pour les membres du personnel | Het omstandigheidsverlof wordt voor benoemde personeelsleden |
| nommés à titre définitif. | bezoldigd. |
| Le congé de circonstance est rémunéré pour les membres du personnel | Het omstandigheidsverlof wordt voor tijdelijke personeelsleden |
| temporaires, compte tenu du fait, qu'il existe une dérogation pour ce | bezoldigd, waarbij een afwijkende regeling geldt voor het |
| qui concerne le congé de circonstance à l'occasion de l'accouchement | omstandigheidsverlof naar aanleiding van de bevalling van de |
| de l'épouse ou du partenaire cohabitant. | echtgenote of de samenwonende partner. |
| Pour le congé de circonstance à l'occasion de l'accouchement de | Het tijdelijke personeelslid ontvangt voor het omstandigheidsverlof |
| l'épouse ou du partenaire cohabitant, le membre du personnel | naar aanleiding van de bevalling van de echtgenote of samenwonende |
| temporaire reçoit son traitement pour trois des dix jours ouvrables | partner, gedurende drie van de tien werkdagen zijn salaris. Tijdens de |
| qui lui sont accordés. Pendant les autres sept jours, le paiement du | resterende zeven dagen wordt de betaling van het salaris geschorst en |
| traitement est suspendu, tandis que le membre du personnel reçoit une | ontvangt het personeelslid een uitkering via het ziekenfonds, die door |
| allocation de la part de sa mutualité, complétée par l'institut | |
| supérieur de la différence pour atteindre le traitement net. | de hogeschool wordt aangevuld tot aan het nettosalaris. |
| § 3. Lorsqu'un membre du personnel travaille dans différents instituts | § 3. Wanneer een personeelslid in meerdere instellingen werkt |
| supérieurs pendant les jours où il prend un congé de circonstance, ce | gedurende de dagen waarop hij omstandigheidsverlof neemt, dan geldt |
| congé vaut pour l'ensemble des instituts, de sorte qu'il est limité | dit verlof voor alle instellingen, met dien verstande dat het in zijn |
| dans sa totalité au nombre de jours ouvrables fixé au présent article. | totaliteit beperkt is tot de in dit artikel vastgelegde aantal werkdagen. |
| Les membres du personnel qui travaillent aussi bien dans le secteur | Personeelsleden die zowel in de privé-sector als in het onderwijs |
| privé que dans l'enseignement, n'ont qu'une seule fois droit à une | werken, hebben slechts één maal recht op een periode van tien |
| période de congé de circonstance de dix jours ouvrables à l'occasion | werkdagen omstandigheidsverlof naar aanleiding van de bevalling van de |
| de l'accouchement de son épouse ou partenaire cohabitant. | echtgenote of samenwonende partner. |
| CHAPITRE IV. - Congé pour prestations réduites | HOOFDSTUK IV. - Verlof voor verminderde prestaties |
Art. 9.§ 1er. La direction de l'institut supérieur peut accorder un |
Art. 9.§ 1. Het hogeschoolbestuur kan aan de personeelsleden op hun |
| congé pour prestations réduites à ses membres du personnel s'ils le | |
| demandent. Le membre du personnel qui bénéficie d'un congé pour | verzoek een verlof voor verminderde prestaties toestaan. Het |
| prestations réduites doit continuer à accomplir au moins une charge de | personeelslid dat een verlof voor verminderde prestaties geniet, moet |
| 10% d'une charge à temps plein auprès de l'institut supérieur ou de | ten minste een opdracht van 10 % van een voltijdse opdracht aan de |
| plusieurs instituts supérieurs ou d'autres établissements | hogeschool of meerdere hogescholen of andere onderwijsinstellingen |
| d'enseignement. Les prestations restant à accomplir doivent toujours | blijven vervullen. De nog te verrichten prestaties moeten steeds |
| être arrondies à l'unité supérieure. | worden afgerond naar de hogere eenheid. |
| § 2. La direction de l'institut supérieur peut uniquement refuser | § 2. Het hogeschoolbestuur kan een personeelslid enkel omwille van de |
| qu'un membre du personnel accomplisse sa charge par des prestations | goede werking van de hogeschool weigeren zijn opdracht met verminderde |
| réduites en raison du bon fonctionnement de l'institut supérieur. | prestaties uit te oefenen. Als het verzoek niet of slechts |
| Lorsque la demande n'est pas agréée ou n'est agréée qu'en partie, la | gedeeltelijk wordt ingewilligd, wordt de beslissing omstandig |
| décision est amplement motivée. | gemotiveerd. |
Art. 10.§ 1er. Le congé pour prestations réduites est assimilé à une |
Art. 10.§ 1. Het verlof voor verminderde prestaties wordt |
| période d'activité de service. | gelijkgesteld met dienstactiviteit. |
| § 2. Pendant la période où le membre du personnel accomplit sa charge | § 2. Het personeelslid ontvangt tijdens de periode waarin hij zijn |
| par des prestations réduites, il reçoit un traitement qui correspond | opdracht met verminderde prestaties uitoefent, een salaris dat |
| au volume de la charge encore effectivement exercée auprès de | overeenkomt met het volume van de nog effectief uitgeoefende opdracht |
| l'institut supérieur. | aan de hogeschool. |
Art. 11.La durée totale du congé pour prestations réduites pris par |
Art. 11.De totale duur van het verlof voor verminderde prestaties dat |
| un membre du personnel au cours de sa carrière complète ne peut | een personeelslid over zijn hele loopbaan neemt, mag de vijf jaar niet |
| dépasser cinq ans. Pour déterminer si ces cinq ans sont atteints, il | overschrijden. Om te bepalen of deze vijf jaar bereikt zijn, wordt ook |
| est également tenu compte des congés pour prestations réduites pris | rekening gehouden met de duur van de verloven voor verminderde |
| avant le 1er janvier 2006 sur la base d'autres réglementations, à | prestaties die op basis van andere regelgeving werden genomen voor |
| l'exception de l'absence pour prestations réduites justifiées par des | 1.1.2006, met uitzondering van de afwezigheid voor verminderde |
| raisons personnelles. | prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden. |
| Après l'expiration de la période de cinq ans, le congé pour | Na het verstrijken van de termijn van vijf jaar wordt het verlof voor |
| prestations réduites est automatiquement converti en une mise en | verminderde prestaties automatisch omgezet in een deeltijdse |
| disponibilité pour convenances personnelles. | terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden. |
Art. 12.Le volume, la date initiale et la durée du congé pour prestations réduites sont fixés par voie d'un contrat conclu entre la direction de l'institut supérieur et le membre du personnel. Le congé pour prestations réduites expire toujours à la fin d'une année académique, y compris les vacances d'été, sauf si la direction de l'institut supérieur accorde une dérogation en la matière. Pour les membres du personnel temporaires, le congé pour prestations réduites expire toujours à la fin de la désignation. La direction de l'institut supérieur peut autoriser le membre du personnel, à sa demande et moyennant un préavis d'un mois, à mettre fin prématurément à son congé pour prestations réduites. La direction de l'institut supérieur peut accepter un préavis plus court. Art. 13.Le congé pour cause de maladie ou d'infirmité ou la mise en disponibilité pour cause de maladie ou d'infirmité ne met pas fin aux prestations réduites. Pour la fixation du traitement d'attente en cas de la mise en disponibilité pour cause de maladie ou d'invalidité, le traitement lié aux prestations encore effectivement accomplies est pris comme traitement d'activité. |
Art. 12.Het volume, de aanvangsdatum en de duur van het verlof voor verminderde prestaties worden bepaald bij overeenkomst tussen het hogeschoolbestuur en het personeelslid. Het verlof voor verminderde prestaties eindigt steeds op het einde van een academiejaar, de zomervakantie inbegrepen, tenzij het hogeschoolbestuur hierop een afwijking toestaat. Voor tijdelijke personeelsleden eindigt het verlof voor verminderde prestaties steeds bij het einde van de aanstelling. Het hogeschoolbestuur kan het personeelslid, op zijn verzoek en mits een opzeggingsperiode van één maand in acht wordt genomen, toestaan vervroegd een einde te maken aan het verlof voor verminderde prestaties. Het hogeschoolbestuur kan een kortere opzeggingstermijn aanvaarden. Art. 13.Het verlof wegens ziekte of gebrekkigheid of de terbeschikkingstelling wegens ziekte of gebrekkigheid maken geen einde aan de verminderde prestaties. Voor het vaststellen van het wachtgeld bij terbeschikkingstelling wegens ziekte of gebrekkigheid wordt als activiteitssalaris genomen het salaris dat verbonden is aan de nog effectief uitgeoefende prestaties. |
Art. 14.§ 1er. Le congé pour prestations réduites est suspendu au |
Art. 14.§ 1. Het verlof voor verminderde prestaties wordt opgeschort |
| moment où le membre du personnel est absent pour cause : | op het ogenblik dat het personeelslid afwezig is wegens : |
| 1° de congé de maternité; | 1° bevallingsverlof; |
| 2° de congé d'allaitement; | 2° borstvoedingsverlof; |
| 3° d'une mise en disponibilité pour convenances personnelles; | 3° een terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden; |
| 4° de congé syndical; | 4° vakbondsverlof; |
| 5° de congé en vue de l'accomplissement de rappels ordinaires ou | 5° verlof voor het vervullen van gewone of spoedwederoproepingen bij |
| d'urgence auprès des forces armées ou de la protection civile; | de strijdkrachten of bij de burgerlijke bescherming; |
| 6° de congé pour des raisons impérieuses d'ordre familial; | 6° verlof om dwingende redenen van familiaal belang; |
| 7° de congé pour accomplir un stage dans un autre emploi de l'Etat, | 7° verlof om een stage te vervullen in een andere betrekking van de |
| d'une Communauté, d'une Région, de provinces, de communes, d'un établissement public y assimilé, d'une école officielle ou d'une école libre subventionnée ou d'un centre officiel ou subventionné; 8° de congé pour présenter sa candidature aux élections législatives ou provinciales; 9° de congé pour suivre des cours de l'école de protection civile, soit comme volontaire de ce corps, soit comme élève n'appartenant pas à ce corps; 10° de congé pour accomplir, en temps de paix, des prestations auprès du corps de protection civile en tant que volontaire de ce corps; 11° de congé en vue de l'accomplissement de certaines prestations | staat, een gemeenschap, een gewest, de provincies, de gemeenten, een daarmee gelijkgestelde openbare instelling, een officiële of een gesubsidieerde vrije school of centrum; 8° verlof om zijn kandidatuur voor de wetgevende of provinciale verkiezingen voor te dragen; 9° verlof om de cursussen bij te wonen van de school voor burgerlijke bescherming, hetzij als vrijwillige dienstnemer bij dat korps, hetzij als niet tot dat korps behorende leerling; 10° verlof om in vredestijd prestaties te verrichten bij het korps voor burgerlijke bescherming als vrijwillige dienstnemer bij dat korps; 11° verlof voor het vervullen van sommige militaire prestaties in |
| militaires en temps de paix ainsi que de services dans la protection | vredestijd en van diensten bij de civiele bescherming of van taken van |
| civile ou de tâches d'utilité publique en application des lois portant | openbaar nut op grond van de wetten houdende het statuut van de |
| le statut des objecteurs de conscience, coordonnées le 20 février | gewetensbezwaarden, gecoördineerd op 20 februari 1980; |
| 1980; 12° de congé pour accomplir certaines prestations au bénéfice de | 12° verlof voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van |
| groupes politiques reconnus dans les chambres législatives de l'Etat, | de in de wetgevende vergaderingen van de staat en van de |
| des Communautés ou des Régions, ou au bénéfice des présidents de ces | gemeenschappen of de gewesten erkende politieke groepen, |
| groupes; 13° de congé pour faire partie du cabinet du roi; | respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen; |
| 14° d'une interruption de carrière pour la prestation de soins | 13° verlof om van het kabinet van de koning deel uit te maken; |
| palliatifs, pour la prestation de soins à un membre de la famille | 14° een loopbaanonderbreking voor palliatieve verzorging, de |
| souffrant d'une maladie grave ou pour un congé parental; | verzorging van een zwaar ziek familielid, of voor ouderschapsverlof; |
| 15° de congé de paternité; | 15° vaderschapsverlof; |
| 16° de congé pour l'accueil en vue d'adoption et de tutelle officieuse. | 16° verlof voor de opvang met het oog op adoptie en pleegvoogdij. |
| § 2. Durant la période où un membre du personnel bénéficie d'un congé | § 2. Gedurende de periode dat een personeelslid een verlof voor |
| pour prestations réduites, il ne peut exercer aucune activité | verminderde prestaties geniet, mag het geen winstgevende activiteit |
| lucrative. | uitoefenen. |
| CHAPITRE V. - Congé de maladie des membres du personnel temporaires | HOOFDSTUK V. - Ziekteverlof van tijdelijke personeelsleden die behoren |
| appartenant à la catégorie du personnel enseignant des instituts | tot de categorie van het onderwijzend personeel van de hogescholen en |
| supérieurs et à la catégorie du personnel directeur et enseignant de | tot de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel van de |
| la "Hogere Zeevaartschool" | Hogere Zeevaartschool |
Art. 15.Les membres du personnel des instituts supérieurs en |
Art. 15.Tijdelijk aangestelde personeelsleden van de hogescholen in |
| Communauté flamande désignés à titre temporaire, pour autant qu'ils | de Vlaamse Gemeenschap, voor zover ze lid zijn van het onderwijzend |
| soient membres du personnel enseignant et qu'ils soient payés à charge | personeel en voor zover ze worden betaald ten laste van de |
| des allocations de fonctionnement et les membres du personnel | werkingsuitkeringen en de tijdelijk aangestelde leden van het |
| directeur et enseignant de la "Hogere Zeevaartschool" désignés à titre | bestuurs-en onderwijzend personeel van de Hogere Zeevaartschool, die |
| temporaire qui, une fois en service, sont pour la première fois | eenmaal zij hun dienst hebben opgenomen een eerste keer afwezig zijn |
| absents pour cause de maladie ou d'infirmité, reçoivent un nombre de jours de congé de maladie rémunérés, calculé au prorata d'un jour par série de dix jours de services effectivement rendus comme membre du personnel temporaire depuis le 1er avril 1969. Si le membre du personnel est à nouveau absent pour cause de maladie ou d'infimité, le nombre de jours de congé de maladie rémunérés auxquels il peut prétendre est déterminé par le résultat de la soustraction ayant pour premier terme le nombre de jours calculé conformément à l'alinéa précité et pour second terme le nombre de jours de congé de maladie rémunéré dont il a bénéficié depuis le 1er avril 1969. | wegens ziekte of gebrekkigheid, krijgen een aantal dagen bezoldigd ziekteverlof, berekend naar rata van één dag per reeks van tien dagen werkelijke diensten verstrekt als tijdelijk personeelslid sedert 1 april 1969. Wanneer het personeelslid opnieuw afwezig is wegens ziekte of gebrekkigheid, wordt het aantal dagen bezoldigd ziekteverlof waarop het aanspraak kan maken, bepaald door het resultaat van de aftrekking met als eerste term het overeenkomstig het vorige lid berekend aantal dagen en als tweede term het aantal dagen bezoldigd ziekteverlof dat het sedert 1 april 1969 heeft genoten. |
Art. 16.Par dérogation à l'article 15, le membre du personnel ayant |
Art. 16.In afwijking van artikel 15, kan het personeelslid dat |
| été désigné pour toute la durée de l'année académique et étant absent | aangesteld werd voor de volledige duur van het academiejaar en dat, |
| pour cause de maladie ou d'infirmité une fois en service, peut | eenmaal zijn dienst opgenomen, afwezig is wegens ziekte of |
| prétendre pour l'année en question à trente jours de congé de maladie | gebrekkigheid, voor dat jaar aanspraak maken op dertig dagen bezoldigd |
| rémunérés, si l'application de l'article 15 précité lui est moins | ziekteverlof, indien de toepassing van voormeld artikel 15 voor hem |
| favorable. | minder gunstig is. |
| Si, par contre, le membre du personnel intéressé quitte sa fonction | Indien het betrokken personeelslid echter vrijwillig of gedwongen zijn |
| volontairement ou de force avant la fin de l'année scolaire ou | functie neerlegt vóór het einde van het school- of academiejaar, wordt |
| académique, le montant égal à la différence entre la rémunération | het bedrag, gelijk aan het verschil tussen de bezoldiging die het op |
| qu'il a reçue sur la base du premier alinéa du présent article et la | grond van het eerste lid van dit artikel heeft gekregen en de |
| rémunération à laquelle il aurait pu prétendre par application de | bezoldiging waarop het aanspraak zou kunnen maken hebben bij |
| l'article 15, est réclamé à l'intéressé. | toepassing van artikel 15, aan de belanghebbende teruggevraagd. |
Art. 17.L'absence rémunérée pour cause de maladie ou d'infirmité, |
Art. 17.De bezoldigde afwezigheid wegens ziekte of gebrekkigheid, |
| visée aux articles 15 et 16, est une période de congé assimilée à des | bedoeld in de artikelen 15 en 16, is een periode van verlof |
| activités de service. | gelijkgesteld met dienstactiviteit. |
Art. 18.Si l'absence pour cause de maladie ou d'infirmité d'un membre |
Art. 18.Indien de afwezigheid wegens ziekte of gebrekkigheid van een |
| du personnel visé à l'article 16 excède la période pour laquelle il a | in artikel 16 bedoeld personeelslid langer duurt dan de periode |
| été désigné, l'application des dispositions de l'article 16 ou 17 ne peut avoir pour conséquence, que l'intéressé soit rémunéré pendant une période après la date à laquelle la désignation temporaire est terminée. CHAPITRE VI. - Mise en disponibilité pour convenances personnelles
Art. 19.La direction de l'institut supérieur peut accorder à un membre du personnel, à sa demande, une mise en disponibilité pour convenances personnelles. Cette mise en disponibilité peut être complète ou à temps partiel. Lors d'une mise en disponibilité à temps partiel, le membre du personnel reçoit un traitement lié à ses prestations effectives. Lors d'une mise en disponibilité complète, le membre du personnel ne reçoit ni un traitement, ni un traitement d'attente. Le membre du personnel ne peut invoquer ni une maladie ni une infirmité qu'il a encourue pendant la période de mise en disponibilité complète. |
waarvoor het werd aangesteld, mag de toepassing van de bepalingen van artikel 16 of 17 niet tot gevolg hebben dat de betrokkene bezoldigd wordt gedurende een periode na de datum waarop zijn tijdelijke aanstelling geëindigd is. HOOFDSTUK VI. - Terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden
Art. 19.Het hogeschoolbestuur kan een personeelslid, op zijn verzoek, een terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden toestaan. Deze terbeschikkingstelling kan volledig of deeltijds zijn. Bij een deeltijdse terbeschikkingstelling ontvangt het personeelslid een salaris verbonden aan zijn effectieve prestaties. Bij een volledige terbeschikkingstelling ontvangt het personeelslid noch salaris noch wachtgeld. Het personeelslid kan geen ziekte of gebrekkigheid inroepen die hij gedurende de periode van volledige terbeschikkingstelling heeft opgedaan. |
Art. 20.Le volume, la date initiale et la durée de la mise en |
Art. 20.Het volume, de aanvangsdatum en de duur van de |
| disponibilité pour convenances personnelles sont fixés par voie d'un | terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden worden |
| contrat conclu entre la direction de l'institut supérieur et le membre | bepaald bij overeenkomst tussen het hogeschoolbestuur en het |
| du personnel. | personeelslid. |
| La mise en disponibilité pour convenances personnelles à temps partiel | De deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke |
| expire toujours à la fin d'une année académique, y compris les | aangelegenheden eindigt steeds op het einde van een academiejaar, de |
| vacances d'été, sauf si la direction de l'institut supérieur accorde | zomervakantie inbegrepen, tenzij het hogeschoolbestuur hierop een |
| une dérogation en la matière. | afwijking toestaat. |
| La mise en disponibilité des membres du personnel temporaires expire | Voor tijdelijke personeelsleden eindigt de terbeschikkingstelling |
| toujours à la fin de la désignation. | steeds bij het einde van de aanstelling. |
| CHAPITRE VII. - Dispositions transitoires | HOOFDSTUK VII. - Overgangsbepalingen |
Art. 21.Par dérogation à l'article 8, § 2, quatrième alinéa, le congé |
Art. 21.In afwijking van artikel 8, § 2, vierde lid, wordt het |
| de circonstance du membre du personnel temporaire à l'occasion de | omstandigheidsverlof naar aanleiding van de bevalling van de |
| l'accouchement de l'épouse ou du partenaire cohabitant est rémunéré | echtgenote of de samenwonende partner voor de tijdelijke |
| pour ce qui concerne les accouchements ayant eu lieu entre le 1er | personeelsleden bezoldigd en dit voor de bevallingen die plaatsvonden |
| septembre 2005 et l'approbation définitive du présent arrêté. | tussen 1 september 2005 en de definitieve goedkeuring van dit besluit. |
Art. 22.Par dérogation à l'article 8, § 1er, 2°, le congé de |
Art. 22.In afwijking van artikel 8, § 1, 2° kan het |
| circonstance à l'occasion de l'accouchement de l'épouse ou du | omstandigheidsverlof n.a.v. de bevalling van de echtgenote of de |
| partenaire cohabitant, pour ce qui concerne tous les accouchements | samenwonende partner, voor alle bevallingen die plaatsvonden tussen 1 |
| ayant eu lieu entre le 1er septembre 2005 et l'approbation définitive | september 2005 en de definitieve goedkeuring van dit besluit, |
| du présent arrêté, peut être pris à titre exceptionnel jusqu'à la fin | uitzonderlijk genomen worden tot het einde van het academiejaar |
| de l'année académique 2005-2006. | 2005-2006. |
| CHAPITRE VIII. - Dispositions finales | HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen |
Art. 23.Sont abrogés, pour autant qu'ils portent sur les membres du |
Art. 23.Worden opgeheven, voor zover ze betrekking hebben op de in |
| personnel des instituts supérieurs visés à l'article 1er : | artikel 1 vermelde personeelsleden van de hogescholen : |
| 1° l'arrêté royal n° 76 du 20 juillet 1982 relatif à la mise en | 1° het koninklijk besluit nr. 76 van 20 juli 1982 betreffende de |
| disponibilité pour convenances personnelles des membres du personnel | terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voor de |
| de l'enseignement subventionné; | personeelsleden van het Gesubsidieerd onderwijs; |
| 2° l'article 4 de l'arrêté royal du 8 décembre 1967 pris en | 2° artikel 4 van het koninklijk besluit van 8 december 1967, genomen |
| application de l'article 3 de l'arrêté royal du 28 février 1967 | ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 |
| déterminant les positions administratives du personnel administratif, | februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van |
| du personnel de maîtrise, gens de métier et de service des | de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- |
| établissements d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, | en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, |
| technique, artistique et normal de l'Etat; | voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en |
| normaalonderwijs; | |
| 3° le chapitre V de l'arrêté royal du 21 octobre 1968 pris en | 3° hoofdstuk V van het koninklijk besluit van 21 oktober 1968 genomen |
| application de l'article 7 de l'arrêté royal du 28 février 1967 | ter uitvoering van artikel 7 van het koninklijk besluit van 28 |
| déterminant les positions administratives du personnel administratif, | februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van |
| du personnel de maîtrise, gens de métier et de service des | de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- |
| établissements d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, | en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, |
| technique, artistique et normal de l'Etat; | voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en |
| normaalonderwijs; | |
| 4° l'article 5 de l'arrêté royal du 15 janvier 1974, pris en exécution | 4° artikel 5 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974, genomen |
| de l'article 160 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut | ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart |
| des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel | 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- |
| auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical des établissements | en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het |
| d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, technique, | paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, |
| artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces | buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de |
| établissements et des membres du personnel du service d'inspection | Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en |
| chargé de la surveillance de ces établissements; | van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op |
| deze inrichtingen; | |
| 5° le chapitre V de l'arrêté royal du 18 janvier 1974, pris en | 5° hoofdstuk V van het koninklijk besluit van 18 januari 1974 genomen |
| exécution de l'article 164 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le | ter toepassing van artikel 164 van het koninklijk besluit van 22 maart |
| statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel | 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- |
| auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical des établissements | en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het |
| d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, technique, | paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, |
| artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces | buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de |
| établissements et des membres du personnel du service d'inspection | Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en |
| chargé de la surveillance de ces établissements; | van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op |
| 6° l'article 2 de l'arrêté royal du 14 janvier 1979 relatif aux congés | deze inrichtingen; 6° artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 januari 1979 |
| de circonstances accordés à certains membres du personnel temporaire | betreffende het omstandigheidsverlof, toegekend aan sommige tijdelijk |
| des établissements d'enseignement de l'Etat. | aangestelde personeelsleden van het rijksonderwijs. |
Art. 24.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de son approbation |
Art. 24.Dit besluit treedt in werking op de datum van goedkeuring |
| par le Gouvernement flamand, à l'exception : | door de Vlaamse Regering met uitzondering van : |
| 1° des Chapitres II et V, qui produisent leurs effets le 1er juillet | 1° Hoofdstuk II en Hoofdstuk V die uitwerking hebben met ingang van 1 |
| 2004; | juli 2004; |
| 2° de l'article 8, § 1er, 2°, qui produit ses effets le 1er septembre | 2° artikel 8, § 1, 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september |
| 2005. | 2005. |
Art. 25.Le Ministre flamand qui a l'enseignement dans ses |
Art. 25.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast |
| attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. | met de uitvoering van dit besluit. |
| Bruxelles, le 31 mars 2006. | Brussel, 31 maart 2006. |
| Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| Y. LETERME | Y. LETERME |
| Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement et de la Formation, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |