Arrêté du Gouvernement flamand remplaçant l'article 8 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 mars 2006 réglant certains congés pour les membres du personnel des instituts supérieurs en Communauté flamande et de la « Hogere Zeevaartschool » et l'article 2 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juillet 2009 relatif au congé de circonstance, au congé pour cas de force majeure, au congé parental non rémunéré et au congé de naissance en cas de décès ou hospitalisation de la mère pour certains membres du personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves et modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif aux congés pour prestations réduites justifiés par des raisons sociales ou familiales et aux absences pour prestations réduites justifiées par des raisons personnelles, accordés aux membres du personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves, en ce qui concerne l'extension du congé de circonstance accordé lors du décès du partenaire ou d'un enfant | Besluit van de Vlaamse Regering tot vervanging van artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool en van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, wat betreft de uitbreiding van het omstandigheidsverlof bij overlijden van een partner of een kind |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
22 OCTOBRE 2021. - Arrêté du Gouvernement flamand remplaçant l'article | 22 OKTOBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vervanging van |
8 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 mars 2006 réglant certains | artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 |
congés pour les membres du personnel des instituts supérieurs en | tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de |
Communauté flamande et de la « Hogere Zeevaartschool » et l'article 2 | hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool |
de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juillet 2009 relatif au congé | en van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli |
de circonstance, au congé pour cas de force majeure, au congé parental | 2009 betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens |
non rémunéré et au congé de naissance en cas de décès ou | overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in |
hospitalisation de la mère pour certains membres du personnel de | geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde |
personeelsleden van het onderwijs en de centra voor | |
l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves et modifiant | leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse |
l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif aux congés pour prestations réduites justifiés par des raisons sociales ou familiales et aux absences pour prestations réduites justifiées par des raisons personnelles, accordés aux membres du personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves, en ce qui concerne l'extension du congé de circonstance accordé lors du décès du partenaire ou d'un enfant Fondements juridiques Le présent arrêté est fondé sur : - le décret du 27 mars 1991 relatif au statut des membres du personnel de l'enseignement communautaire, l'article 77, alinéa 1er ; | Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, wat betreft de uitbreiding van het omstandigheidsverlof bij overlijden van een partner of een kind Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid; |
- le décret du 27 mars 1991 relatif au statut des membres du personnel | - het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs |
de l'enseignement subventionné, l'article 51, alinéa 1er ; | van 27 maart 1991, artikel 51, eerste lid; |
- le décret du 1er décembre 1993 relatif à l'inspection et à | - het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de |
l'encadrement des cours philosophiques, l'article 21, § 1er, remplacé | begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, artikel 21, § 1, |
par le décret du 8 mai 2009 ; | vervangen bij het decreet van 8 mei 2009; |
- le décret du 8 mai 2009 relatif à la qualité de l'enseignement, | - het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs, |
l'article 142, alinéa 1er ; | artikel 142, eerste lid; |
- le Code de l'Enseignement supérieur du 11 octobre 2013, sanctionné | - de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het |
par le décret du 20 décembre 2013, l'article V.84 ; | decreet van 20 december 2013, artikel V.84; |
- le décret du 7 juillet 2017 relatif au statut des membres du | - het decreet van 7 juli 2017 betreffende de rechtspositie van de |
personnel de l'éducation de base, l'article 17. | personeelsleden in de basiseducatie, artikel 17. |
Formalités | Vormvereisten |
Les formalités suivantes sont remplies : | De volgende vormvereisten zijn vervuld: |
- Le ministre flamand compétent pour le budget a donné son accord le | - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord |
14 juillet 2021. | gegeven op 14 juli 2021. |
- La réunion commune du Comité sectoriel X, de la sous-section « | - De gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X, van |
Communauté flamande » de la section 2 du Comité des services publics | onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor |
provinciaux et locaux et du comité coordinateur de négociation visé au | de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van het |
décret du 5 avril 1995 portant création de comités de négociation dans | overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 |
april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij | |
l'enseignement libre subventionné a conclu le protocole n° 187 le 3 | gesubsidieerd onderwijs, heeft protocol nr. 187 gesloten op 3 |
septembre 2021. | september 2021. |
- Le « Vlaams Onderhandelingscomité voor de basiseducatie » (Comité | - Het Vlaams Onderhandelingscomité voor de basiseducatie, vermeld in |
flamand de négociation pour l'éducation de base), visé au décret du 23 | het decreet van 23 januari 2009 tot oprichting van |
janvier 2009 portant création de comités de négociations pour | onderhandelingscomités voor de basiseducatie en voor het Vlaams |
l'éducation de base et pour le « Vlaamse Ondersteuningscentrum voor | Ondersteuningscentrum voor het |
het Volwassenenonderwijs » (Centre flamand d'Aide à l'Education) a conclu le protocole n° 117 le 3 septembre 2021. | Volwassenenonderwijs, heeft protocol nr. 117 gesloten op 3 september 2021. |
- Le « Vlaams Onderhandelingscomité voor het Hoger Onderwijs en het | - Het Vlaams Onderhandelingscomité voor het Hoger Onderwijs en het |
Universitair Ziekenhuis Gent » (Comité flamand de négociation pour | Universitair Ziekenhuis Gent, vermeld in de Codex Hoger Onderwijs van |
l'enseignement supérieur et l'hôpital universitaire de Gand), visé au | |
Code de l'Enseignement supérieur du 11 octobre 2013, a conclu le protocole n° 116 le 14 septembre 2021. | 11 oktober 2013, heeft protocol nr.116 gesloten op 14 september 2021. |
- Le Conseil d'Etat a donné l'avis 70178/1 le 12 octobre 2021, en | - De Raad van State heeft advies 70178/1 gegeven op 12 oktober 2021, |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973. | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. |
Initiateur | Initiatiefnemer |
Le présent arrêté est proposé par le Ministre flamand de | Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, |
l'Enseignement, des Sports, du Bien-Etre des Animaux et du Vlaamse Rand. | Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand. |
Après délibération, | Na beraadslaging, |
LE GOUVERNEMENT FLAMAND ARRETE : | DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: |
CHAPITRE 1er. - Modification à l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 | HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van |
mars 2006 réglant certains congés pour les membres du personnel des | 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de |
instituts supérieurs en Communauté flamande et de la « Hogere | personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de |
Zeevaartschool » | Hogere Zeevaartschool |
Article 1er.L'article 8 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 |
Artikel 1.Artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 |
mars 2006 réglant certains congés pour les membres du personnel des | maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden |
instituts supérieurs en Communauté flamande et de la « Hogere | van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere |
Zeevaartschool », modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des | Zeevaartschool, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van |
9 novembre 2018 et 26 février 2021, est remplacé par ce qui suit : | 9 november 2018 en 26 februari 2021, wordt vervangen door wat volgt: |
« Art. 8.§ 1er. Pour l'application du présent article, on entend par : |
" Art. 8.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: |
1° placement familial de longue durée : le placement familial tel que | 1° langdurige pleegzorg: pleegzorg zoals omschreven in artikel |
décrit à l'article 30sexies, § 6, de la loi du 3 juillet 1978 relative | 30sexies § 6 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
aux contrats de travail, dans le cadre duquel l'enfant, en tant que | arbeidsovereenkomsten en waarbij het kind als deel uitmakend van dat |
membre de la famille, est inscrit au registre de la population ou au | gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de |
registre des étrangers de la commune où la famille ou le ou les | gemeente waar het gezin of de pleegouder zijn verblijfplaats heeft of |
parents d'accueil ont leur résidence ; | de pleegouders hun verblijfplaats hebben, is ingeschreven; |
2° placement familial de courte durée : toutes les formes de placement | 2° kortdurende pleegzorg: alle vormen van pleegzorg die niet voldoen |
familial ne remplissant pas les conditions du placement familial de longue durée ; 3° enfant placé : l'enfant pour lequel le membre du personnel ou son épouse ou partenaire cohabitant a été désigné dans le cadre du placement familial par le tribunal, par un service de placement familial reconnu par la communauté compétente ou par les services communautaires compétents en matière de protection de la jeunesse ; 4° père et mère d'accueil : le parent d'accueil qui a été désigné dans le cadre du placement familial par le tribunal, par un service de placement familial reconnu par la communauté compétente ou par les services communautaires compétents en matière de protection de la jeunesse. » § 2. A l'occasion des événements énumérés ci-après, les membres du personnel ont droit à un congé de circonstance pour une durée | aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg; 3° pleegkind: het kind waarvoor het personeelslid of zijn echtgenote of samenwonende partner in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming; 4° pleegvader en - moeder: de pleegouder die in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming." § 2. De personeelsleden hebben naar aanleiding van de hierna opgesomde gebeurtenissen recht op omstandigheidsverlof voor een als volgt |
déterminée comme suit : | bepaalde duur : |
1° mariage ou déclaration de cohabitation légale du membre du | 1° huwelijk of afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning |
personnel : deux jours ouvrables ; | van het personeelslid: twee werkdagen; |
2° mariage ou déclaration de cohabitation légale d'un enfant du membre | 2° huwelijk of afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning |
du personnel ou d'un enfant de l'époux ou épouse ou du partenaire | van een kind van het personeelslid of een kind van de echtgenoot of |
cohabitant : deux jours ouvrables ; | echtgenote of samenwonende partner: twee werkdagen; |
3° mariage d'un parent ou allié au premier degré, qui n'est pas un | 3° huwelijk van bloed- of aanverwant in de eerste graad, die geen kind |
enfant, ou au deuxième degré, du membre du personnel, de l'époux ou | is, of in de tweede graad, van het personeelslid, van de echtgenoot of |
épouse ou du partenaire cohabitant ; le jour du mariage ; | echtgenote of samenwonende partner: de dag van het huwelijk; |
4° décès de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant, d'un enfant | 4° overlijden van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, |
du membre du personnel ou de son époux ou épouse ou son partenaire | van een kind van het personeelslid of van zijn echtgenoot of |
cohabitant ou le décès d'un enfant placé dans le cadre d'un placement | echtgenote of samenwonende partner of overlijden van een pleegkind in |
familial de longue durée au moment du décès ou dans le passé : dix | het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het |
jours ouvrables, dont trois jours à choisir par le membre du personnel | overlijden of in het verleden: tien werkdagen waarbij drie dagen door |
pendant la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le | het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag |
jour des funérailles et sept jours à choisir par le membre du | van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen |
personnel dans un délai d'un an suivant le jour du décès. A la demande | door het personeelslid te kiezen binnen het jaar na de dag van het |
du membre du personnel et moyennant l'accord de la direction de l'institut supérieur, il peut être dérogé aux deux périodes pendant lesquelles ces jours doivent être pris ; 5° décès du père, de la mère, du second mari de la mère, de la seconde femme du père, du beau-fils, de la belle-fille du membre du personnel ou de son époux ou épouse ou du partenaire cohabitant : quatre jours ouvrables à choisir par le membre du personnel dans la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le jour des funérailles. A la demande du membre du personnel et moyennant l'accord de la direction de l'institut supérieur, il peut être dérogé à la période pendant laquelle ces jours doivent être pris; 6° décès du père d'accueil ou de la mère d'accueil du membre du personnel dans le cadre du placement familial de longue durée au moment du décès : quatre jours ouvrables à choisir par le membre du personnel dans la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le jour des funérailles. A la demande du membre du personnel et moyennant l'accord de la direction de l'institut supérieur, il peut être dérogé à la période pendant laquelle ces jours doivent être pris ; 7° décès d'un parent ou allié à quelque degré que ce soit du membre du personnel ou de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant habitant sous le même toit : deux jours ouvrables à choisir par le membre du personnel dans la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le jour des funérailles. A la demande du membre du personnel et moyennant l'accord de la direction de l'institut supérieur, il peut être dérogé à la période pendant laquelle ces jours doivent être pris ; 8° décès d'un parent ou allié au deuxième degré du membre du personnel ou de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant n'habitant pas sous le même toit : un jour ouvrable à prendre par le membre du personnel le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à un autre moment à la demande du membre du personnel et moyennant l'accord de la direction de l'institut supérieur ; 9° décès d'un enfant placé du membre du personnel ou de son époux ou épouse ou partenaire cohabitant dans le cadre du placement familial de | overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 5° overlijden van de vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder, schoonzoon, schoondochter van het personeelslid of van zijn echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner: vier werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 6° overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van het personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden: vier werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 7° overlijden van een bloed- of aanverwant in om het even welke graad van het personeelslid of van echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid: twee werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 8° overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad van het personeelslid of van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, die niet onder hetzelfde dak woont als het personeelslid: één werkdag, door het personeelslid op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van het personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; 9° overlijden van een pleegkind van het personeelslid of van zijn echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner in het kader van |
courte durée au moment du décès : un jour ouvrable à prendre par le | kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden: één werkdag, |
membre du personnel le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à | door het personeelslid op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze |
un autre moment à la demande du membre du personnel et moyennant | dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van het |
l'accord de la direction de l'institut supérieur; | personeelslid met akkoord van het hogeschoolbestuur; |
10° participation à un jury, convocation comme témoin ou comparution | 10° deelneming aan een jury, oproeping als getuige of persoonlijke |
personnelle devant un tribunal : le temps nécessaire ; | verschijning voor een rechtbank: de nodige tijd; |
11° exercice des fonctions de président ou d'assesseur d'un bureau de | 11° uitoefening van het ambt van voorzitter of bijzitter in een |
vote principal, d'un bureau unique de vote ou d'un bureau de | hoofdstembureau, enig stembureau of bureau voor stemopneming bij de |
dépouillement de votes lors des élections législatives, provinciales | parlements-, de provincieraads- en de gemeenteraadsverkiezingen, met |
et communales, y compris les élections du Parlement européen : le | inbegrip van het Europees Parlement: de nodige tijd. |
temps nécessaire. | |
« § 3. Le congé de circonstance est assimilé à une période d'activité | " § 3. Het omstandigheidsverlof wordt met dienstactiviteit |
de service. Le congé de circonstance est rémunéré. | gelijkgesteld. Het omstandigheidsverlof wordt bezoldigd. |
§ 4. Lorsqu'un membre du personnel travaille dans plusieurs | § 4. Wanneer een personeelslid in meerdere instellingen werkt |
institutions pendant les jours où il prend un congé de circonstance, | gedurende de dagen waarop hij omstandigheidsverlof neemt, dan geldt |
ce congé vaut pour l'ensemble des institutions, étant entendu qu'il | dit verlof voor alle instellingen, met dien verstande dat het in zijn |
est limité dans sa totalité au nombre de jours ouvrables fixé au | totaliteit beperkt is tot de in dit artikel vastgelegde aantal |
présent article. » | werkdagen." |
CHAPITRE 2. - Modification à l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 | HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 |
juillet 2009 relatif au congé de circonstance, au congé pour cas de | juli 2009 betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens |
overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in | |
force majeure, au congé parental non rémunéré et au congé de naissance | geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde |
en cas de décès ou hospitalisation de la mère pour certains membres du | personeelsleden van het onderwijs en de centra voor |
personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves et | leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse |
modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif | Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde |
aux congés pour prestations réduites justifiés par des raisons | prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de |
sociales ou familiales et aux absences pour prestations réduites | afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke |
justifiées par des raisons personnelles, accordés aux membres du | aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en |
personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves | de centra voor leerlingenbegeleiding |
Art. 2.L'article 2 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juillet |
Art. 2.Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli |
2009 relatif au congé de circonstance, au congé pour cas de force | 2009 betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens |
majeure, au congé parental non rémunéré et au congé de naissance en | overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het geboorteverlof in |
cas de décès ou hospitalisation de la mère pour certains membres du | geval van overlijden of hospitalisatie van de moeder voor bepaalde |
personeelsleden van het onderwijs en de centra voor | |
personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves et | leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse |
modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif | Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde |
aux congés pour prestations réduites justifiés par des raisons | prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de |
sociales ou familiales et aux absences pour prestations réduites | afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke |
justifiées par des raisons personnelles, accordés aux membres du | aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en |
personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves, | de centra voor leerlingenbegeleiding, gewijzigd bij de besluiten van |
modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 15 février 2019 et | de Vlaamse Regering van 15 februari 2019 en 26 februari 2021, wordt |
26 février 2021, est remplacé par ce qui suit : | vervangen door wat volgt: |
« Art. 2.§ 1er. Pour l'application du présent article, on entend par : |
" Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: |
1° placement familial de longue durée : le placement familial tel que | 1° langdurige pleegzorg: pleegzorg zoals omschreven in artikel |
décrit à l'article 30sexies, § 6, de la loi du 3 juillet 1978 relative | 30sexies § 6 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
aux contrats de travail, dans le cadre duquel l'enfant, en tant que | arbeidsovereenkomsten en waarbij het kind als deel uitmakend van dat |
membre de la famille, est inscrit au registre de la population ou au | gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de |
registre des étrangers de la commune où la famille ou le ou les | gemeente waar het gezin of de pleegouder zijn verblijfplaats heeft of |
parents d'accueil ont leur résidence ; | de pleegouders hun verblijfplaats hebben, is ingeschreven; |
2° placement familial de courte durée : toutes les formes de placement | 2° kortdurende pleegzorg: alle vormen van pleegzorg die niet voldoen |
familial ne remplissant pas les conditions du placement familial de longue durée ; 3° enfant placé : l'enfant pour lequel le membre du personnel ou son épouse ou partenaire cohabitant a été désigné dans le cadre du placement familial par le tribunal, par un service de placement familial reconnu par la communauté compétente ou par les services communautaires compétents en matière de protection de la jeunesse ; 4° père et mère d'accueil : le parent d'accueil qui a été désigné dans le cadre du placement familial par le tribunal, par un service de placement familial reconnu par la communauté compétente ou par les services communautaires compétents en matière de protection de la jeunesse. § 2. Les membres du personnel, visés à l'article 1er, bénéficient d'un congé de circonstance à l'occasion des événements suivants : 1° mariage du membre du personnel et déclaration de cohabitation légale par le membre du personnel : deux jours ouvrables ; 2° mariage ou déclaration de cohabitation légale d'un enfant du membre du personnel, de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant : deux jours ouvrables ; | aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg; 3° pleegkind: het kind waarvoor het personeelslid of zijn echtgenote of samenwonende partner in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming; 4° pleegvader en - moeder: de pleegouder die in het kader van pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming. § 2. De personeelsleden, vermeld in artikel 1, krijgen omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen: 1° huwelijk van het personeelslid en het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door het personeelslid: twee werkdagen; 2° huwelijk of afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning van een kind van het personeelslid, van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner: twee werkdagen; |
3° mariage d'un parent ou allié au premier degré, qui n'est pas un | 3° huwelijk van bloed- of aanverwant in de eerste graad, die geen kind |
enfant, ou au deuxième degré, du membre du personnel, de l'époux ou | is, of in de tweede graad, van het personeelslid, van de echtgenoot of |
épouse ou du partenaire cohabitant : le jour du mariage ; | echtgenote of samenwonende partner: de dag van het huwelijk; |
4° décès de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant, d'un enfant | 4° overlijden van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, |
du membre du personnel ou de son époux ou épouse ou son partenaire | van een kind van het personeelslid of van zijn echtgenoot of |
cohabitant ou le décès d'un enfant placé dans le cadre d'un placement | echtgenote of samenwonende partner of overlijden van een pleegkind in |
familial de longue durée au moment du décès ou dans le passé : dix | het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het |
jours ouvrables dont trois jours à choisir par le membre du personnel | overlijden of in het verleden: tien werkdagen waarbij drie dagen door |
pendant la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le | het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag |
jour des funérailles et sept jours à choisir par le membre du | van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen |
personnel dans un délai d'un an suivant le jour du décès. A la demande | door het personeelslid te kiezen binnen het jaar na de dag van het |
du membre du personnel et moyennant l'accord du pouvoir organisateur | overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen opgenomen |
ou de l'autorité du centre, il peut être dérogé aux deux périodes | moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met |
pendant lesquelles ces jours doivent être pris; | akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; |
5° décès du père, de la mère, du second mari de la mère, de la seconde | 5° overlijden van de vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder, |
femme du père, du beau-fils ou de la belle-fille du membre du | schoonzoon, schoondochter van het personeelslid of van zijn echtgenoot |
personnel ou de son époux ou épouse ou de son partenaire cohabitant : | of echtgenote of samenwonende partner: vier werkdagen, door het |
quatre jours ouvrables à choisir par le membre du personnel dans la | personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van |
période prenant cours le jour du décès et s'achevant le jour des funérailles. A la demande du membre du personnel et moyennant l'accord du pouvoir organisateur ou de l'autorité du centre, il peut être dérogé à la période pendant laquelle ces jours doivent être pris ; 6° décès du père d'accueil ou de la mère d'accueil du membre du personnel dans le cadre du placement familial de longue durée au moment du décès : quatre jours ouvrables à choisir par le membre du personnel dans la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le jour des funérailles. A la demande du membre du personnel et moyennant l'accord du pouvoir organisateur ou de l'autorité du centre, il peut être dérogé à la période pendant laquelle ces jours doivent être pris ; 7° décès d'un parent ou allié à quelque degré que ce soit du membre du personnel ou de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant habitant sous le même toit : deux jours ouvrables à choisir par le membre du personnel dans la période prenant cours le jour du décès et s'achevant le jour des funérailles. A la demande du membre du personnel et moyennant l'accord du pouvoir organisateur ou de l'autorité du centre, il peut être dérogé à la période pendant laquelle ces jours doivent être pris ; 8° décès d'un parent ou allié au deuxième degré du membre du personnel ou de l'époux ou épouse ou du partenaire cohabitant n'habitant pas sous le même toit : un jour ouvrable à prendre par le membre du personnel le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à un autre moment à la demande du membre du personnel et moyennant l'accord du pouvoir organisateur ou de l'autorité du centre ; 9° décès d'un enfant placé du membre du personnel ou de son époux ou | het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 6° overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van het personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden: vier werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 7° overlijden van een bloed- of aanverwant in om het even welke graad van het personeelslid of van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid: twee werkdagen, door het personeelslid te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen opgenomen moeten worden, afgeweken worden op vraag van het personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 8° overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad van het personeelslid of van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, die niet onder hetzelfde dak woont als het personeelslid: één werkdag, door het personeelslid op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van het personeelslid met een akkoord van de inrichtende macht of het centrumbestuur; 9° overlijden van een pleegkind van het personeelslid of van zijn |
épouse ou son partenaire cohabitant dans le cadre du placement | echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner in het kader van |
familial de courte durée au moment du décès : un jour ouvrable à | kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden: één werkdag, |
prendre par le membre du personnel le jour des funérailles. Ce jour | door het personeelslid op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze |
peut être pris à un autre moment à la demande du membre du personnel | dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van het |
et moyennant l'accord du pouvoir organisateur ou de l'autorité du | personeelslid met akkoord van de inrichtende macht of het |
centre ; | centrumbestuur; |
10° participation à une réunion du conseil de famille, convoquée par | 10° bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen |
le juge de paix : un jour ouvrable ; | door de vrederechter: één werkdag; |
11° convocation comme témoin devant un collège juridictionnel ou | 11° oproeping als getuige voor een rechtscollege of persoonlijke |
comparution personnelle sur sommation d'un collège juridictionnel : le | verschijning op aanmaning van een rechtscollege: de nodige tijd; |
temps nécessaire ; | |
12° exercice des fonctions de président, d'assesseur ou de secrétaire | 12° de uitoefening van het ambt van voorzitter, van bijzitter of van |
d'un bureau de vote ou d'un bureau de dépouillement de votes : le | secretaris van een stembureau of een stemopnemingsbureau: de nodige |
temps nécessaire ; | tijd; |
13° participation à un jury de cour d'assises : la durée de la | 13° om deel uit te maken van de jury van het hof van assisen: de duur |
session. | van de zitting. |
§ 3. Par dérogation au § 2, 1°, les membres du personnel | § 3. In afwijking van § 2, 1°, krijgen de leden van het administratief |
administratif, le collaborateur administratif du personnel de gestion | personeel, de administratief medewerker van het beleids- en |
et d'appui, le collaborateur administratif du personnel d'appui et les | ondersteunend personeel, de administratief medewerker van het |
membres nommés à titre définitif du personnel de maîtrise, gens de | ondersteunend personeel en de vastbenoemde leden van het meesters-, |
métier et de service obtiennent quatre jours ouvrables pour leur | vak- en dienstpersoneel voor hun huwelijk of voor het afleggen van een |
mariage ou pour la déclaration de cohabitation légale. | verklaring van wettelijke samenwoning vier werkdagen. |
§ 4. Le congé ne peut être pris que par jour entier. » | § 4. Het verlof moet met volledige dagen worden genomen." |
CHAPITRE 3. - Dispositions finales | HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen |
Art. 3.Le présent arrêté produit ses effets le 1er septembre 2021. |
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2021. |
Art. 4.Le ministre flamand compétent pour l'enseignement et la |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is |
formation est chargé de l'exécution du présent arrêté. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 22 octobre 2021. | Brussel, 22 oktober 2021. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
J. JAMBON | J. JAMBON |
Le Ministre flamand de l'Enseignement, des Sports, du Bien-Etre des | De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse |
Animaux et du Vlaamse Rand, | Rand, |
B. WEYTS | B. WEYTS |