Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêté Du Gouvernement Flamand du 13/11/2015
← Retour vers "Arrêté du Gouvernement flamand portant recevabilité et équivalence de la demande de dérogation aux objectifs de développement de l'enseignement maternel ordinaire et aux objectifs finaux de l'enseignement primaire ordinaire, concernant la discipline sciences et technique et la discipline homme et société "
Arrêté du Gouvernement flamand portant recevabilité et équivalence de la demande de dérogation aux objectifs de développement de l'enseignement maternel ordinaire et aux objectifs finaux de l'enseignement primaire ordinaire, concernant la discipline sciences et technique et la discipline homme et société Besluit van de Vlaamse Regering tot ontvankelijkheid en gelijkwaardigheid van de aanvraag tot afwijking van de ontwikkelingsdoelen gewoon kleuteronderwijs en de eindtermen gewoon lager onderwijs, wat het leergebied wetenschappen en techniek en het leergebied mens en maatschappij betreft
AUTORITE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID
13 NOVEMBRE 2015. - Arrêté du Gouvernement flamand portant 13 NOVEMBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot
recevabilité et équivalence de la demande de dérogation aux objectifs ontvankelijkheid en gelijkwaardigheid van de aanvraag tot afwijking
de développement de l'enseignement maternel ordinaire et aux objectifs van de ontwikkelingsdoelen gewoon kleuteronderwijs en de eindtermen
finaux de l'enseignement primaire ordinaire, concernant la discipline gewoon lager onderwijs, wat het leergebied wetenschappen en techniek
sciences et technique et la discipline homme et société en het leergebied mens en maatschappij betreft
Le Gouvernement flamand, De Vlaamse Regering,
Vu le décret sur l'Enseignement fondamental du 25 février 1997, Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel
article 44bis, inséré par le décret du 15 juillet 1997, remplacé par 44bis, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 1997, vervangen bij het
le décret du 22 juin 2007 et modifié par les décrets du 8 mai 2009 et decreet van 22 juni 2007 en gewijzigd bij de decreten van 8 mei 2009
du 25 avril 2014 ; en 25 april 2014;
Vu la demande du 27 août 2015 de la Federatie Steinerscholen Gelet op de aanvraag van 27 augustus 2015 van de Federatie
Vlaanderen vzw, Gitsschotellei 188, 2140 Anvers, de dérogation aux Steinerscholen Vlaanderen vzw, Gitsschotellei 188, 2140 Antwerpen, tot
objectifs de développement de l'enseignement maternel ordinaire et aux afwijking van de ontwikkelingsdoelen gewoon kleuteronderwijs en de
objectifs finaux de l'enseignement primaire ordinaire, concernant la eindtermen lager onderwijs, wat het leergebied wetenschappen en
discipline sciences et technique et la discipline homme et société ; techniek en het leergebied mens en maatschappij betreft;
Vu l'avis motivé positif concernant la recevabilité et l'équivalence Gelet op het gemotiveerde positieve advies over de ontvankelijkheid en
de la demande de la Federatie Steinerscholen Vlaanderen vzw, rédigé le de gelijkwaardigheid met betrekking tot de aanvraag van de Federatie
30 septembre 2015 par, d'une part, une commission d'experts Steinerscholen Vlaanderen vzw, opgesteld op 30 september 2015 door
enerzijds een commissie van onafhankelijke deskundigen en anderzijds
indépendants et, d'autre part, l'Inspection de l'Enseignement de la de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap;
Communauté flamande ;
Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le mardi 27 octobre 2015 Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27
; oktober 2015;
Sur la proposition de la Ministre flamande de l'Enseignement ; Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs;
Après délibération, Na beraadslaging,
Arrête : Besluit :

Article 1er.La demande de dérogation aux objectifs de développement

Artikel 1.De aanvraag tot afwijking van de ontwikkelingsdoelen gewoon

de l'enseignement maternel ordinaire et aux objectifs finaux de kleuteronderwijs en de eindtermen gewoon lager onderwijs, wat het
l'enseignement primaire ordinaire, concernant la discipline sciences leergebied wetenschappen en techniek en het leergebied mens en
et technique et la discipline homme et société, présentée par la maatschappij betreft, ingediend door de Federatie Steinerscholen
Federatie Steinerscholen Vlaanderen vzw, Gitsschotellei 188, 2140 Vlaanderen vzw, Gitsschotellei 188, 2140 Antwerpen, is ontvankelijk.
Anvers, est recevable. Les objectifs de développement et objectifs De vervangende ontwikkelingsdoelen en eindtermen, opgenomen in de
finaux alternatifs, repris à l'annexe, jointe au présent arrêté, sont bijlage, die bij dit besluit is gevoegd, worden gelijkwaardig
déclarés équivalents. verklaard.

Art. 2.La Ministre flamande compétente pour l'enseignement est

Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met

chargée de l'exécution du présent arrêté. de uitvoering van dit besluit.
Bruxelles, 13 novembre 2015. Brussel, 13 november 2015.
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS G. BOURGEOIS
La Ministre flamande de l'Enseignement, De Vlaamse minister van Onderwijs,
H. CREVITS H. CREVITS
Annexe. Objectifs de développement de l'enseignement maternel Bijlage. Vervangende ontwikkelingsdoelen gewoon kleuteronderwijs en
ordinaire et objectifs finaux de l'enseignement primaire ordinaire eindtermen gewoon lager onderwijs, wat het leergebied wetenschappen en
alternatifs, concernant la discipline sciences et technique et la techniek en het leergebied mens en maatschappij betreft, van de
discipline homme et société, de la Federatie Steinerscholen Vlaanderen Federatie Steinerscholen Vlaanderen vzw als vermeld in artikel 2
vzw, Gitsschotellei 188, 2140 Anvers, tels qu'énoncés à l'article 2
L'ensemble des objectifs de développement de l'enseignement maternel Het geheel van de ontwikkelingsdoelen gewoon kleuteronderwijs en de
ordinaire et des objectifs finaux de l'enseignement primaire eindtermen gewoon lager onderwijs, wat het leergebied wetenschappen en
ordinaire, concernant la discipline sciences et technique et la techniek en het leergebied mens en maatschappij betreft, zoals
discipline homme et société, tels qu'établis par l'arrêté du vastgelegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2015 tot
Gouvernement flamand du 5 juin 2015 modifiant l'article 2 et l'annexe wijziging van artikel 2 en van de bijlage van het besluit van de
de l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 mai 1997 fixant les Vlaamse Regering van 27 mei 1997 tot bepaling van de
objectifs de développement et les objectifs finaux de l'enseignement ontwikkelingsdoelen en de eindtermen van het gewoon basisonderwijs,
fondamental ordinaire, sanctionné par le décret du 17 juillet 2015, bekrachtigd bij het decreet van 17 juli 2015, wordt voor de Federatie
est remplacé pour la Federatie Steinerscholen Vlaanderen vzw par les objectifs de développement et objectifs finaux suivants : Objectifs de développement sciences et technique Nature Les jeunes enfants ET 1.1 peuvent nommer des personnes, des animaux et des plantes connus et familiers et utiliser ces dénominations de manière ciblée et adéquate. ET 1.2 montrent tout en agissant qu'ils peuvent intégrer de manière inventive et judicieuse les personnes, les animaux et les plantes qui leur sont connus et familiers dans leur environnement et leur univers mental. ET 1.3 peuvent, en ce qui concerne le développement de l'être humain, des animaux et des plantes, montrer qu'ils comprennent que la phase où Steinerscholen Vlaanderen vzw vervangen door de volgende ontwikkelingsdoelen en eindtermen: Ontwikkelingsdoelen wetenschappen en techniek Natuur De kleuters WO 1.1kunnen hen bekende en vertrouwde mensen, dieren en planten benoemen en er op een doelgerichte, aangepaste wijze mee omgaan WO 1.2 tonen handelend dat zij hen bekende en vertrouwde mensen, dieren en planten op een fantasierijke, zinvolle wijze kunnen integreren in hun belevings- en voorstellingswereld. WO 1.3 kunnen in verband met de ontwikkeling van mensen, dieren en planten, getuigen van het inzicht dat de fase van jong zijn, klein
l'on est jeune et petit et où l'on a besoin de soins précède la phase zijn en verzorging behoeven vooraf gaat aan de fase van volwassen
où l'on est adulte et grand et où l'on se prend en charge. zijn, groot zijn en zorg dragen.
ET 1.4 peuvent percevoir et nommer de manière ciblée certains aspects WO 1.4 kunnen bepaalde aspecten van weersomstandigheden gericht
des conditions météorologiques : waarnemen, en benoemen:
- dans un contexte de mouvement ou de jeu, ils montrent tout en agissant qu'ils peuvent intégrer ces aspects de la nature dans leur environnement et leur univers mental ; - lorsque la situation se présente, ils peuvent indiquer les conséquences pour eux-mêmes. ET 1.5 peuvent nommer des matières familières et utiliser ces dénominations de manière ciblée et adéquate. ET 1.6 dans un contexte de mouvement ou de jeu, montrent tout en agissant qu'ils peuvent intégrer de manière inventive et judicieuse les matières familières dans leur environnement et leur univers mental. ET 1.7 peuvent indiquer quelle partie de leur propre corps est responsable de l'ouïe, de la vue, de l'odorat, du goût et du toucher et peuvent utiliser ces facultés de manière adéquate. ET 1.8 dans leur attitude face à la nature, aux processus naturels et aux phénomènes cosmiques, font preuve de confiance, d'étonnement, de curiosité et de respect. ET 1.9 font preuve de soin et de respect dans leur comportement envers les personnes et la nature. Technique Les jeunes enfants ET 2.1 peuvent, pour des objets et systèmes techniques simples, indiquer s'ils sont faits en métal, pierre, bois, verre, papier, - zij tonen handelend in een bewegings- of spelcontext dat zij deze aspecten van de natuur in hun belevings- en voorstellingswereld kunnen integreren; - zij kunnen, wanneer de situatie zich voordoet, de gevolgen voor zichzelf aangeven. WO 1.5 kunnen hen vertrouwde stoffen benoemen en er doelgericht en op aangepaste wijze mee omgaan. WO 1.6 tonen handelend in een bewegings- of spelcontext dat zij hen vertrouwde stoffen op een fantasierijke, zinvolle wijze kunnen integreren in hun belevings- en voorstellingswereld. WO 1.7 kunnen bij zichzelf aangeven welk lichaamsdeel instaat voor het horen, zien, ruiken, proeven en tasten en kunnen deze vermogens op aangepaste wijze aanwenden. WO 1.8 tonen in hun houding tegenover de natuur, processen in de natuur en kosmische verschijnselen: vertrouwen, verwondering, nieuwsgierigheid en eerbied. WO 1.9 tonen in hun omgang met mens en natuur een houding van zorg en respect. Techniek De kleuters WO 2.1 kunnen van eenvoudige voorwerpen en technische systemen aangeven dat ze gemaakt zijn van metaal, steen, hout, glas, papier,
textile ou plastique. textiel of kunststof.
ET 2.2 peuvent, pour des techniques simples et transparentes, indiquer WO 2.2 kunnen bij eenvoudige en transparante technieken aangeven dat
qu'ils ont conscience du lien avec les éléments naturels. ze de samenhang beseffen met elementen uit de natuur.
ET 2.3 peuvent nommer des objets et systèmes techniques et montrer que WO 2.3 kunnen voorwerpen en technische systemen benoemen en aantonen
les différentes composantes sont liées entre elles. ET 2.4 dans un contexte familier, montrent tout en agissant qu'ils savent quel objet ou système technique répond au mieux à un besoin précis. ET 2.5 montrent tout en agissant, par le jeu et le mouvement, qu'ils peuvent construire des systèmes techniques simples à l'aide d'objets et de matériels connus et familiers et peuvent intégrer ceux-ci de manière inventive et judicieuse dans leurs activités. ET 2.6 peuvent, si un problème ou un défi se présente, imaginer des solutions techniques simples par l'exploration et l'expérimentation. ET 2.7 peuvent choisir les bons matériels et outils pour réaliser un système technique simple. ET 2.8 peuvent, lors de l'élaboration d'une construction technique simple, réaliser un projet imaginé par eux-mêmes suivant un plan par étapes. ET 2.9 peuvent vérifier si un système technique réalisé par eux-mêmes répond à certains critères (fixés par eux-mêmes) et déterminer comment l'améliorer au besoin. ET 2.10 sont disposés à manipuler les objets, les matériels et les systèmes techniques de manière soigneuse, sûre et hygiénique et en comprennent l'intérêt. Objectifs de développement homme et société Acquisition d'habitudes, hygiène et circulation automobile Les jeunes enfants dat verschillende onderdelen in relatie staan tot mekaar. WO 2.4 tonen handelend in een vertrouwde context dat ze weten welk voorwerp of technisch systeem het best tegemoet komt aan een bepaalde behoefte. WO 2.5 tonen handelend in spel en beweging dat ze op basis van bekende en vertrouwde voorwerpen en materialen eenvoudige technische systemen kunnen construeren en deze op fantasierijke en zinvolle wijze kunnen integreren in hun activiteiten. WO 2.6 kunnen naar aanleiding van een probleem of uitdaging door middel van exploratie en experiment eenvoudige technische oplossingen bedenken. WO 2.7 kunnen de juiste materialen en gereedschappen kiezen bij het maken van een eenvoudig technisch systeem. WO 2.8 kunnen bij het maken van een eenvoudige technische constructie een zelf bedacht ontwerp volgens een stappenplan realiseren. WO 2.9 kunnen nagaan of een zelf gemaakt technisch systeem beantwoordt aan (zelf) bepaalde vereisten en hoe het zo nodig verbeterd kan worden. WO 2.10 zijn bereid om zorgzaam, veilig en hygiënisch om te gaan met voorwerpen, materialen en technische systemen en zien het belang daarvan in. Ontwikkelingsdoelen mens en maatschappij Gewoontevorming, hygiëne en verkeer De kleuters:
ET 16 connaissent les règles de conduite en vigueur en classe en WO 16 kennen de in de klas heersende gedragsregels voor veiligheid en
matière de sécurité et peuvent les appliquer. kunnen ze toepassen.
ET 17 font montre de bonnes habitudes en matière d'hygiène WO 17 tonen goede gewoonten voor dagelijkse hygiëne.
quotidienne. ET 18 font montre de bonnes habitudes en matière d'alimentation et de WO 18 tonen goede gewoonten inzake eet- en drinkgedrag en weten onder
boisson et savent, entre autres, dans une situation concrète meer in een voor hen vertrouwde, concrete situatie dat ze door inname
familière, que l'ingestion de certains produits et plantes peut les van sommige producten en planten ziek kunnen worden.
rendre malades. ET 19 peuvent nommer des aliments et vêtements familiers et les WO 19 kunnen hen vertrouwde voedingsmiddelen en kledingstukken
manipuler de manière respectueuse et adéquate. benoemen en er respectvol en op aangepaste wijze mee omgaan.
ET 20 dans des situations concrètes, peuvent faire la différence, chez WO 20 kunnen in concrete situaties bij zichzelf en bij anderen het
eux-mêmes et chez les autres, entre être malade, en bonne santé et verschil tussen ziek, gezond en gewond zijn herkennen.
blessé. ET 21 dans des situations concrètes familières, peuvent reconnaître WO 21 kunnen in hen vertrouwde, concrete situaties gedragingen
des comportements favorables ou néfastes pour leur santé. herkennen die bevorderlijk of schadelijk zijn voor hun gezondheid.
ET 22 savent où ils peuvent jouer et où ils ne le peuvent pas suivant WO 22 weten waar ze mogen spelen en waar niet volgens de heersende
les règles en vigueur dans l'école. regels van de school.
ET 23 ont conscience du danger que représente la circulation WO 23 beseffen dat verkeer gevaarlijk is.
automobile. ET 24 peuvent appliquer les règlementations routières nécessaires avec WO 24 kunnen onder begeleiding de in de concrete schoolomgeving
un accompagnement et dans l'environnement scolaire concret. noodzakelijke verkeersregels toepassen.
Phénomènes socioculturels Sociaal-culturele verschijnselen
Les jeunes enfants De kleuters
ET 25 dans des situations concrètes connues, affichent une confiance WO 25 tonen in concrete, hen vertrouwde situaties voldoende
suffisante dans leurs propres capacités. zelfvertrouwen in eigen mogelijkheden.
ET 26 peuvent poursuivre une occupation de manière ciblée en restant WO 26 kunnen geconcentreerd en doelgericht met iets bezig zijn, ook te
concentrés, même au milieu des autres ; midden van de anderen;
- ils peuvent observer et percevoir de manière ciblée : différences de - zij kunnen gericht kijken en waarnemen: kleur-, vorm- en
couleur, de forme et d'orientation ; richtingsverschillen;
- ils peuvent écouter de manière sélective et ciblée, en s'isolant des - zij kunnen selectief, gericht luisteren, door zich af te sluiten
bruits non pertinents. (voir également TN 1, MV 8, WI 17 à WI 24 voor geluiden die niet van belang zijn. (zie ook TN 1, MV 8, WI 17
inclus) t.e.m. WI 24)
ET 27 connaissent et comprennent les usages, règles de vie et WO 27 kennen en begrijpen de voor hen van toepassing zijnde
conventions qui s'appliquent à eux. omgangsvormen, leefregels en afspraken.
ET 28 dans des situations concrètes dans un contexte de soin, de WO 28 kunnen in concrete situaties binnen een verzorgende, bewegings-
mouvement ou de jeu, peuvent établir des conventions avec l'aide d'un of spelcontext met de hulp van een hen bekende en vertrouwde
adulte connu et familier. volwassene afspraken maken.
ET 29 pendant une activité ou un jeu, peuvent respecter les règles et WO 29 kunnen zich bij een activiteit of spel aan de regels en
conventions. afspraken houden.
ET 30 dans des situations concrètes, peuvent avoir de l'empathie pour WO 30 kunnen in concrete situaties meeleven met de gevoelens van
les sentiments des autres. anderen.
ET 31 peuvent aider et sont disposés à se faire aider au besoin. WO 31 kunnen helpen en zijn bereid zich indien nodig te laten helpen.
ET 32 dans un contexte social, de mouvement ou de jeu, peuvent se WO 32 kunnen in een sociale, bewegings- of spelcontext respectvol
comporter entre eux avec respect, sans angoisse et dans un esprit de angstvrij en in wederzijds vertrouwen met elkaar omgaan.
confiance mutuelle.
ET 33 développent leur confiance envers le monde en s'appuyant sur la WO 33 ontwikkelen vertrouwen in de wereld op basis van de aanwezigheid
présence d'adultes familiers et sur les usages, règles de vie et van vertrouwde volwassenen en de in de school en klas toegepaste
conventions appliqués dans l'école. omgangsvormen, leefregels en afspraken.
ET 34 tout en agissant, montrent qu'ils comprennent les comportements WO 34 geven handelend blijk van een inzicht in voor hen herkenbare en
professionnels connus et familiers. vertrouwde beroepsmatige handelswijzen.
ET 35 tout en agissant, montrent qu'ils comprennent le déroulement des WO 35 geven handelend blijk van inzicht in het handelingsverloop of
actes ou la suite de mouvements caractéristiques du comportement kenmerkend bewegingsverloop van de betreffende handelswijze.
concerné. ET 36 font preuve de respect et de gratitude envers le travail WO 36 tonen een houding van eerbied en dankbaarheid voor menselijke
d'autrui. arbeid.
ET 37 dans un contexte social, de mouvement ou de jeu, montrent tout WO 37 tonen handelend in een sociale, bewegings- of spelcontext, dat
en agissant que dans une situation concrète, ils savent faire la
différence entre : donner, prendre, recevoir, acheter et vendre, zij in een concrete situatie een onderscheid kunnen maken tussen:
échanger, emprunter et prêter. (voir également WI 29) geven, nemen, krijgen, kopen en verkopen, ruilen, lenen. (zie ook WI
Orientation dans le temps 29) Oriëntatie in de tijd
Les jeunes enfants De kleuters:
ET 38 comprennent que 'hier' est passé et que 'demain' doit encore WO 38 begrijpen dat 'gisteren' voorbij is en dat 'morgen' nog moet
venir. komen.
ET 39 montrent, en étant capables de situer correctement des WO 39 tonen, doordat zij hen bekende en vertrouwde vaste
événements fixes connus et familiers, qu'ils comprennent bien les gebeurtenissen juist kunnen situeren dat zij de begrippen vandaag, dag
notions d'aujourd'hui, jour et nuit, matin et soir, matinée et en nacht, ochtend en avond, voormiddag en namiddag (of synoniemen
après-midi (ou des synonymes de ces termes). daarvan) juist begrijpen.
ET 40 montrent qu'ils possèdent une notion du temps : WO 40 tonen tijdsbesef:
- en agissant de manière ciblée en fonction de l'activité suivante ; - en étant capables de désigner un nombre limité d'événements ou d'activités fixes et familiers dans le déroulement de leur journée et dans l'ordre correct ; - en démontrant leur compréhension de la notion de semaine au moyen de la succession d'un nombre limité d'événements ou d'activités fixes et familiers ; - en situant des événements importants pour eux dans les saisons, soit au moyen des notions de printemps, été, automne, hiver, des fêtes annuelles, soit au moyen d'événements ou d'activités marquants pendant - aan de hand van het doelgericht handelen in functie van de eerstvolgende activiteit; - doordat zij een beperkt aantal vertrouwde vaste gebeurtenissen of activiteiten in het verloop van hun dag in een juiste volgorde kunnen aangeven; - door aan de hand van de opeenvolging van een beperkt aantal vertrouwde vaste gebeurtenissen of activiteiten getuigenis te geven van hun inzicht in het begrip week; - door een voor hen belangrijke gebeurtenis te situeren in de seizoenen, hetzij aan de hand van de begrippen lente, zomer, herfst, winter, van jaarfeesten of kenmerkende gebeurtenissen of activiteiten
la saison concernée. uit het desbetreffende seizoen.
ET 41 peuvent se rappeler d'au moins deux activités passées en les WO 41 kunnen terugblikken op minstens twee voorbije activiteiten door
classant dans le bon ordre et en les évoquant par la parole. deze in de juiste volgorde te rangschikken en te verwoorden.
ET 42 peuvent anticiper en : WO 42 kunnen in de tijd vooruitzien door:
- projetant de réaliser un acte et en exécutant l'acte projeté au - zich een handeling voor te nemen en de voorgenomen handeling uit te
moment prévu à cet effet ; voeren op het daarvoor bestemde tijdstip;
- présentant un planning d'au moins deux activités. - een planning van minstens twee activiteiten aan te geven.
ET 43 peuvent adapter leur comportement aux signaux de temps. WO 43 kunnen hun gedrag aanpassen aan tijdsignalen.
ET 44 peuvent attendre leur tour. WO 44 kunnen hun beurt afwachten.
Orientation dans l'espace Oriëntatie in de ruimte
Les jeunes enfants De kleuters
ET 45 dans un contexte social, de mouvement ou de jeu, peuvent tout en WO 45 kunnen handelend in een sociale, bewegings- of spelcontext de
agissant nommer les principales parties du corps : tête, ventre, bras,
mains, doigts, jambes, pieds, orteils, oreilles, yeux, nez, bouche. belangrijkste lichaamsdelen benoemen: hoofd, buik, armen, handen,
(voir également WI 1) vingers, benen, voeten, tenen, oren, ogen, neus, mond. (zie ook WI 1)
ET 46 peuvent exprimer leur perception de la profondeur en montrant WO 46 kunnen uiting geven aan hun waarneming van diepte door in hun
dans leurs actions qu'ils sont capables d'estimer la place que prend handelingen te tonen dat zij kunnen inschatten hoeveel ruimte hun
leur propre corps. (voir également WI 46) eigen lichaam inneemt. (zie ook WI 46)
ET 47 peuvent exprimer leur perception de la profondeur en montrant WO 47 kunnen uiting geven aan hun waarneming van diepte door handelend
tout en agissant dans un contexte domestique, de mouvement ou de jeu, in een huishoudelijke, bewegings- of spelcontext te tonen dat zij
qu'ils sont capables d'estimer la place que prend un objet. (voir kunnen inschatten hoeveel ruimte een voorwerp inneemt. (zie ook WI 8,
également WI 8, MV dessiner, LO) MV tekenen, LO)
ET 48 montrent, tout en agissant, dans un contexte domestique, de WO 48 tonen handelend in een huishoudelijke, bewegings- of spelcontext
mouvement ou de jeu, qu'ils comprennent la signification correcte des
directions spatiales et de qualités telles que au-dessus - en dessous, dat zij de juiste betekenis begrijpen van ruimtelijke richtingen en
à côté de, derrière - devant, entre, loin - près / plus loin - plus kwaliteiten zoals boven-onder, naast, achter-voor, tussen,
près, grand - petit / plus grand - plus petit, gros - mince / plus ver-dichtbij / verder-dichter, groot-klein / groter-kleiner, dik-dun /
gros - plus mince, lourd - léger / plus lourd - plus léger, plein - dikker-dunner, zwaar-licht / zwaarder-lichter, vol-leeg, veel-weinig /
vide, beaucoup - peu / plus - moins. (voir également WI 27 et WI 28) meer-minder. (zie ook WI 27 en WI 28)
ET 49 trouvent seuls leur chemin dans un cadre familier. (voir WI 14) WO 49 vinden zelfstandig hun weg in een vertrouwde omgeving. (zie WI
ET 50 peuvent aménager un espace en fonction de leur jeu. (voir WI 15) 14) WO 50 kunnen een ruimte inrichten in functie van hun spel. (zie WI 15)
ET 51 peuvent, suivant des indications, ranger un espace limité. (voir WO 51 kunnen, mits aanwijzingen, orde brengen in een beperkte ruimte.
WI 16) (zie WI 16)
Objectifs finaux sciences et technique Eindtermen wetenschappen en techniek
Nature Natuur
Homme Mens
Les enfants De kinderen
ET 1.1 peuvent décrire la silhouette humaine. WO 1.1 kunnen de gestalte van de mens beschrijven.
ET 1.2 peuvent décrire la fonction WO 1.2 kunnen de functie beschrijven
- de la tête en ce qui concerne le système nerveux et sensoriel et en - van het hoofd m.b.t. het zenuw-zintuigsysteem, in het bijzonder de
particulier la fonction des sens ; functie van de zintuigen;
- du buste en ce qui concerne le système rythmique et le métabolisme, - van de romp m.b.t. het ritmische systeem en de stofwisseling,
et notamment la circulation sanguine et la respiration ; waaronder bloedsomloop en ademhaling;
- des membres en ce qui concerne le système moteur. - van de ledematen m.b.t. het bewegingssysteem.
Animal Dier
Les enfants De kinderen
ET 1.3 peuvent décrire l'aspect, le comportement et le mode de vie WO 1.3 kunnen van een aantal dieren uiterlijk, gedrag, leefwijze
d'un certain nombre d'animaux. beschrijven.
ET 1.4 peuvent prodiguer des soins simples aux animaux de leur WO 1.4 kunnen eenvoudige verzorgende handelingen met betrekking tot
environnement. dieren uit hun omgeving uitvoeren.
ET 1.5 peuvent situer un nombre limité d'animaux dans leur milieu WO 1.5 kunnen een beperkt aantal dieren in hun leefmilieu (land,
(terre, eau, air). water, lucht) situeren.
ET 1.6 * comprennent qu'il existe un lien entre l'aspect d'un animal, WO 1.6 * beseffen dat er een verband bestaat tussen het uiterlijke van
son mode de vie et son milieu. een dier en zijn levenswijze en omgeving.
ET 1.7 * comprennent que l'animal dépend de son milieu. WO 1.7 * beseffen dat het dier afhankelijk is van zijn omgeving.
Plantes Plant
Les enfants De kinderen
ET 1.8 peuvent décrire l'aspect d'un nombre limité de plantes : ils WO 1.8 kunnen van een beperkt aantal planten het uiterlijk
peuvent localiser et nommer la racine, la tige, la feuille, la fleur beschrijven: zij kunnen wortel, stengel, blad, bloem, vrucht
et le fruit. lokaliseren en benoemen.
ET 1.9 peuvent prodiguer des soins simples aux plantes de leur WO 1.9 kunnen eenvoudige verzorgende handelingen uitvoeren met
environnement. betrekking tot de planten uit hun omgeving.
ET 1.10 peuvent décrire la fonction de la racine, de la tige, de la WO 1.10 kunnen de functie beschrijven van wortel, stengel, blad,
feuille, de la fleur et du fruit. bloem, vrucht.
ET 1.11 peuvent nommer un nombre limité de 'plantes' selon leur stade WO 1.11 kunnen een beperkt aantal 'planten' benoemen volgens de
de développement : algues, champignons, mousses, fougères ; les ontwikkelingsgraad: wieren, paddenstoelen, mossen, varens; de hogere
plantes supérieures exemplaires (par ex. conifères - feuillus, par ex. planten exemplarisch (bijv. naaldbomen - loofbomen, bijv.
liliacées - rosacées). lelieachtigen - roosachtigen).
ET 1.12* comprennent que les plantes sont dépendantes du sol, de l'air, de la lumière, de la chaleur, de l'eau et du climat. ET 1.13* font preuve de respect et de soin envers les humains, les animaux, les plantes et les roches parce qu'ils savent que ces richesses naturelles dépendent les unes des autres pour leur survie. Roches et paysages Les enfants ET 1.14 en se basant sur le paysage, peuvent décrire et reconnaître la forme d'un massif granitique, un massif calcaire et les caractéristiques qui indiquent une origine volcanique. ET 1.15 connaissent la différence entre le granit, le calcaire et la roche volcanique. ET 1.16 peuvent montrer, au moyen d'exemples simples, que la forme WO 1.12* beseffen dat de plant afhankelijk is van bodem, lucht, licht, warmte, water en klimaat. WO 1.13* tonen respect en zorg voor mensen, dieren, planten en gesteenten vanuit het besef dat deze natuurrijken elkaar voor hun voortbestaan nodig hebben. Gesteenten en landschappen De kinderen WO 1.14 kunnen uitgaande van het landschap de vorm van een granietgebergte, een kalkgebergte en de kenmerken die wijzen op een vulkanische oorsprong, beschrijven en herkennen. WO 1.15 kennen het onderscheid tussen graniet en kalk en vulkanisch gesteente. WO 1.16 kunnen aan de hand van eenvoudige voorbeelden illustreren dat
d'un paysage est influencée par la roche présente et l'action de de vorm van een landschap beïnvloed wordt door het aanwezige gesteente
l'eau, du vent, de la chaleur et de l'homme. en de inwerking van water, wind, warmte en van de mens.
ET 1.17 peuvent montrer, au moyen d'exemples simples, que la forme WO 1.17 kunnen aan de hand van eenvoudige voorbeelden illustreren dat
d'un paysage et la qualité de la roche influencent le mode de vie de de vorm van landschap en de kwaliteit van het gesteente de levenswijze
l'homme. van de mens beïnvloedt.
ET 1.18 peuvent percevoir avec tous leurs sens, de manière ciblée et WO 1.18 kunnen een beperkt aantal fenomenen in verband met het
spontanée, un nombre limité de phénomènes liés au paysage et exprimer landschap met al hun zintuigen gericht en onbevangen waarnemen en hun
leurs observations de manière systématique. waarnemingen op systematische wijze weergeven.
ET 1.19* font preuve d'intérêt pour la diversité des paysages que l'on WO 1.19* tonen belangstelling voor de verscheidenheid in landschappen
rencontre sur terre et peuvent apprécier ceux-ci dans leur beauté die op aarde voorkomen en kunnen deze waarderen in hun specifieke
spécifique. schoonheid.
Météo et climat Weer en klimaat
Les enfants De kinderen
ET 1.20 peuvent expliquer verbalement et distinguer les phénomènes WO 1.20 kunnen de volgende weersverschijnselen verwoorden en
climatiques suivants : précipitations, quelques types de nuages onderscheiden: neerslag, enkele eenvoudige wolkentypes, windsoorten in
simples, les types de vents en fonction de leur direction. functie van de windstreken.
ET 1.21 peuvent différencier et situer sur le planisphère trois zones WO 1.21 kunnen drie klimaatzones onderscheiden en situeren op de
climatiques : zone chaude, froide et tempérée. wereldkaart: warme, koude en gematigde zone.
ET 1.22 connaissent la différence entre la météo et le climat. WO 1.22 kennen het verschil tussen weer en klimaat.
ET 1.23 peuvent décrire simplement le cycle de l'eau. WO 1.23 kunnen op eenvoudige wijze de kringloop van het water
ET 1.24 peuvent percevoir de manière ciblée et spontanée un nombre limité de phénomènes météorologiques et exprimer leurs observations (voir également apprendre à apprendre et formation artistique). Phénomènes physiques Les enfants ET 1.25 peuvent, au moyen d'exemples simples, décrire succinctement quelques caractéristiques du phénomène du son, de la lumière, de la chaleur, de l'électricité et du magnétisme. ET 1.26 peuvent (à titre d'exemple) percevoir de manière ciblée et spontanée des phénomènes naturels au moyen d'expériences (voir également apprendre à apprendre). ET 1.27 peuvent évoquer verbalement et consigner par écrit leurs observations de manière systématique (voir également apprendre à apprendre). ET 1.28 peuvent décrire les phénomènes dans leur relation de cause à effet. Environnement Les enfants ET 1.29* dans leur comportement, se montrent disposés à prendre soin des minéraux, plantes, animaux et humains et de l'environnement autour d'eux. ET 1.30* dans leur comportement, se montrent disposés à éviter les déchets et ne pas gaspiller l'énergie, le papier, la nourriture et l'eau. Technique Les enfants ET 2.1 peuvent décrire quel besoin se trouve à la base d'un système technique simple et transparent. ET 2.2 peuvent, en partant d'un besoin précis, nommer les systèmes techniques qui y répondent ou imaginer eux-mêmes des solutions beschrijven. WO 1.24 kunnen een beperkt aantal weerkundige fenomenen op weerkundig gebied gericht en onbevangen waarnemen en hun waarnemingen weergeven (zie ook leren leren en muzische vorming). Fysische verschijnselen De kinderen WO 1.25 kunnen aan de hand van eenvoudige voorbeelden beknopt enkele kenmerken beschrijven van de fenomenen geluid, licht, warmte, elektriciteit, magnetisme. WO 1.26 kunnen (exemplarisch) gericht en onbevangen natuurkundige fenomenen aan de hand van proeven waarnemen (zie ook leren leren). WO 1.27 kunnen hun waarnemingen op systematische wijze verwoorden en opschrijven (zie ook leren leren). WO 1.28 kunnen de fenomenen in hun causale samenhang beschrijven. Milieu De kinderen WO 1.29* tonen zich in hun gedrag bereid om zorgzaam om te gaan met mineraal, plant, dier en mens en het milieu in hun omgeving. WO 1.30* tonen zich in hun gedrag bereid om zorgvuldig om te gaan met afval, energie, papier, voedsel en water. Techniek De kinderen WO 2.1 kunnen beschrijven welke behoefte er aan de basis ligt van een eenvoudig en transparant technisch systeem. WO 2.2 kunnen, uitgaand van een bepaalde behoefte, benoemen welke technische systemen hieraan beantwoorden of zelf technische
techniques et en étudier la faisabilité. oplossingen bedenken en de realiseerbaarheid ervan aftasten.
ET 2.3 comprennent comment, au travers de constructions innovantes et WO 2.3 beseffen hoe de mens door innovatieve constructies en het
de l'utilisation d'auxiliaires techniques, l'homme est capable de gebruik van technische hulpmiddelen in staat is de investering in
réduire l'investissement en énergie humaine. menselijke energie te verminderen.
ET 2.4 peuvent décrire le fonctionnement et le processus de WO 2.4 kunnen de werking en het ontwikkelingsproces van eenvoudige en
développement de systèmes techniques simples et transparents. ET 2.5 peuvent, pour des systèmes techniques simples et transparents, décrire comment le fonctionnement de ceux-ci est lié aux caractéristiques des matières premières naturelles et phénomènes utilisés. ET 2.6 connaissent et maîtrisent les techniques de base pour manipuler, entretenir et ranger des systèmes techniques simples. ET 2.7 * sont prêts à travailler de manière soigneuse, sûre, précise et hygiénique. ET 2.8 ont une connaissance du processus technique dans la mesure où ils : - comprennent la problématique et peuvent élaborer une solution ; - savent à quels critères le travail doit répondre et de quels matériaux et outils ils ont besoin ; transparante technische systemen beschrijven. WO 2.5 kunnen bij eenvoudige en transparante technische systemen beschrijven hoe de werking ervan samenhangt met de eigenschappen van de gebruikte natuurlijke grondstoffen en fenomenen. WO 2.6 kennen en beheersen basistechnieken voor het hanteren, onderhouden en wegbergen van eenvoudige technische systemen. WO 2.7* zijn bereid om zorgzaam, veilig, nauwkeurig en hygiënisch te werken. WO 2.8 hebben inzicht in het technisch proces doordat zij: - de probleemstelling begrijpen en een oplossing kunnen ontwikkelen; - weten aan welke eisen het werkstuk moet voldoen en welke materialen en hulpmiddelen zij nodig hebben;
- peuvent comprendre ou concevoir un plan simple ; - een eenvoudig plan kunnen begrijpen of ontwerpen;
- savent quelles étapes doivent être exécutées consécutivement ; - weten welke stappen er achtereenvolgens uitgevoerd moeten worden;
- peuvent exécuter un plan simple étape par étape ; - een eenvoudig ontwerp stap voor stap kunnen uitvoeren;
- peuvent mettre en service le système technique ; - het technisch systeem in gebruik kunnen nemen;
- peuvent observer et décrire précisément les qualités techniques et - de technische kwaliteiten en de werking van bepaalde technische
le fonctionnement de certains systèmes techniques ; systemen nauwgezet kunnen observeren en beschrijven;
- sont disposés à contrôler le système technique et à l'améliorer au - bereid zijn om het technisch systeem te controleren en te verbeteren
besoin. indien nodig.
ET 2.9* font preuve de respect pour le matériel, leurs propres WO 2.9* tonen respect voor materiaal, de technische vaardigheden en
capacités et réalisations techniques et celles des autres, et peuvent technische realisaties van zichzelf en van anderen en kunnen
aussi appréhender les systèmes techniques sous un angle esthétique. technische systemen ook vanuit een esthetisch oogpunt benaderen.
Objectifs finaux homme et société Eindtermen mens en maatschappij
Santé, mode de vie et circulation automobile Gezondheid, levensstijl en verkeer
Les enfants De kinderen
ET 36 connaissent (à titre d'exemple) le procédé de production WO 36 kennen (exemplarisch) het productieproces van voedingsmiddelen,
d'aliments, d'objets usuels ou de logements. gebruiksvoorwerpen of woningbouw.
ET 37* comprennent que les aliments, les vêtements, les logements et WO 37* beseffen dat voedsel, kleding, huisvesting en
les objets usuels dont l'homme a besoin dépendent de processus gebruiksvoorwerpen die de mens nodig heeft, afhangen van natuurlijke
naturels et du travail de l'homme. processen en menselijke arbeid.
ET 38 font preuve de respect et de gratitude envers ces processus WO 38 brengen eerbied en dankbaarheid op voor deze natuurlijke
naturels et le travail et le montrent par une utilisation soigneuse processen en voor arbeid en tonen dit door zorgvuldig om te gaan met
des éléments précités. het bovenvermelde.
ET 39 peuvent témoigner de considération et de respect envers l'être WO 39 kunnen eerbied en respect opbrengen voor de mens in zijn
humain dans son humanité et en tant qu'individu, dans sa diversité en mens-zijn en als individu in onderlinge verscheidenheid ook wat
ce qui concerne également sa constitution et son état de santé. (voir betreft constitutie en gezondheidstoestand. (zie ook sociale
également aptitudes sociales) vaardigheden)
ET 40 connaissent les règles de conduite et les habitudes de l'école WO 40 kennen de gedragsregels en gewoonten van de school voor gezonde
en matière d'alimentation saine, de mode de vie sain et d'hygiène. voeding, levensstijl en hygiëne.
ET 41* sont disposés à accorder une valeur positive à ce comportement. WO 41* zijn bereid een positieve waarde toe te kennen aan dit gedrag.
ET 42 peuvent, dans une situation d'urgence évidente pour eux, appeler WO 42 kunnen in een voor hen overzichtelijke noodsituatie hulp
de l'aide ou aider eux-mêmes et sont prêts à se faire aider en cas de inroepen, of zelf helpen en zijn bereid zich te laten helpen bij pijn
douleur ou de maladie. (voir également aptitudes sociales) of ziekte.(zie ook sociale vaardigheden)
ET 43 connaissent les règles de conduite de l'école en matière de WO 43 kennen de gedragsregels van de school inzake veiligheid en
sécurité et peuvent les appliquer. kunnen deze toepassen.
ET 44* sont disposés à accorder une valeur positive à ce comportement. WO 44* zijn bereid een positieve waarde toe te kennen aan dit gedrag.
ET 45 savent ce que l'on attend d'eux en cas d'alarme à l'école et WO 45 weten wat er van hen verwacht wordt bij alarm op school en
peuvent également le mettre en pratique. kunnen dit ook uitvoeren.
ET 46 connaissent la situation en matière de circulation automobile WO 46 kennen de verkeersituatie in hun schoolomgeving en kunnen er
autour de l'école et sont capables de s'y déplacer en toute sécurité. zich veilig in verplaatsen.
ET 47 disposent de réflexes, d'un sens de l'équilibre et de capacités WO 47 beschikken over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsgevoel en
de coordination suffisants et connaissent la réglementation routière coördinatie en kennen de verkeersregels voor fietsers en voetgangers,
pour les cyclistes et les piétons de manière à pouvoir se déplacer om zich zelfstandig en veilig te kunnen verplaatsen langs een voor hen
seuls en toute sécurité sur un itinéraire familier. (voir également vertrouwde route. (zie ook lichamelijke opvoeding)
éducation physique)
ET 48* dans leur comportement, se montrent prêts à tenir compte des WO 48* tonen zich in hun gedrag bereid rekening te houden met de
autres usagers. andere weggebruikers.
Histoire Geschiedenis
Les enfants De kinderen
ET 49 peuvent se représenter correctement des événements historiques WO 49 kunnen zich een concrete voorstelling maken van historische
et les évoquer par la parole et l'image. gebeurtenissen en deze weergeven in woord en beeld.
ET 50 peuvent évoquer verbalement et systématiquement les faits WO 50 kunnen de behandelde historische feiten op systematische wijze
historiques traités. (en relation avec la méthode telle que décrite verwoorden. (in samenhang met de methode zoals die aangegeven wordt in
dans `apprendre à apprendre') leren leren)
ET 51 peuvent ressentir le caractère dramatique et épique de WO 51 kunnen zich inleven in het dramatisch-epische karakter van de
l'histoire. (voir également `apprendre à apprendre', formation geschiedenis. (zie ook leren leren, muzische vorming: toneel,
artistique : théâtre, récitation, dessin, peinture) recitatie, tekenen, schilderen)
ET 52 peuvent représenter le temps de manière spatiale. WO 52 kunnen tijd ruimtelijk voorstellen.
ET 53 peuvent décrire quelques aspects géographiques et historiques WO 53 kunnen enkele kenmerkende aardrijkskundige en geschiedkundige
caractéristiques de leur environnement scolaire ou de leur habitat. aspecten van hun school- of woonomgeving beschrijven.
ET 54 connaissent la chronologie et peuvent décrire succinctement des WO 54 kennen de chronologische volgorde en kunnen beknopt kenmerkende
éléments caractéristiques de différentes périodes culturelles :- elementen beschrijven uit verschillende cultuurperiodes:
culture orientale : Inde, Perse, Mésopotamie, Egypte ;- culture - Oosterse cultuur: Indië, Perzië, Tweestromenland, Egypte;
grecque (entre autres naissance et fonctionnement de la démocratie) ;- - Griekse cultuur (o.a. opkomst en werking van de democratie);
culture romaine (entre autres naissance du droit : public et privé) ;- - Romeinse cultuur (o.a. opkomst van het recht: publiek en privaat);
histoire de la Méditerranée. - Middeleeuwse geschiedenis.
ET 55 sont attentifs à la notion d'évolution et comprennent que par le WO 55 hebben oog voor het element evolutie doordat zij inzien dat de
passé et en d'autres lieux, les hommes ont vécu, ressenti et pensé mensen in het verleden en op andere plaatsen op een andere wijze
différemment des hommes d'ici et de maintenant. leefden, voelden en dachten dan de mensen hier en nu.
ET 56 comprennent que certaines conditions contribuent à déterminer WO 56 zien in dat bepaalde voorwaarden het menselijk handelen mee
l'action des hommes, comme le temps, les données géographiques, les bepalen, zoals tijd, aardrijkskundige gegevens, ideeën.
idées. ET 57 peuvent s'imaginer dans des situations plus éloignées d'eux dans WO 57 kunnen zich inleven in situaties die in tijd en plaats verder
le temps et l'espace. van hen af staan.
ET 58* sont disposés à le faire. WO 58* zijn bereid dit te doen.
ET 59* font preuve d'intérêt pour le passé et sentent un lien WO 59* tonen interesse in en een gevoel van persoonlijke verbondenheid
personnel avec le passé. met het verleden.
ET 60* comprennent que chaque culture possède des caractéristiques WO 60* beseffen dat elke cultuur typische kenmerken bezit, zichtbaar
typiques, qui s'expriment de manière visible à travers le mode de vie in de leefwijze van de mensen
des personnes. Aardrijkskunde
Géographie Aspects spatiaux Ruimtelijke aspecten
Les enfants De kinderen
ET 61 en se fondant sur les mouvements et la position du soleil, WO 61 kunnen uitgaande van de bewegingen en de stand van de zon bij
peuvent déterminer approximativement les points cardinaux et, sur benadering de windrichtingen bepalen en op basis daarvan een windroos
cette base, dessiner une rose des vents sur laquelle ils peuvent tekenen waarop ze de hoofd- en tussenrichtingen kunnen aangeven.
indiquer les points principaux et intermédiaires.
ET 62 dans le cadre d'un exercice d'orientation réel, dans un lieu WO 62 kunnen bij een oriëntatie in de werkelijkheid, op een hen
connu, peuvent indiquer les points cardinaux (principaux et intermédiaires). bekende plaats de windstreken (hoofd- en tussenrichtingen) aangeven.
ET 63 connaissent la notion d'échelle et peuvent l'utiliser comme WO 63 kennen het begrip schaal en kunnen het gebruiken als eenvoudige
rapport simple entre kilomètre et centimètre. (voir également W 31) verhouding tussen kilometer en centimeter. (zie ook W 31)
ET 64 connaissent la notion de plan et peuvent dessiner le plan de WO 64 kennen het begrip plattegrond en kunnen die tekenen van de
l'environnement immédiat, de la classe, de l'école ou de leur directe omgeving, klas, school of eigen huis.
habitation. ET 65 peuvent se décrire l'un à l'autre un chemin connu entre deux WO 65 kunnen aan elkaar een bekende weg beschrijven tussen twee
lieux dans leur propre commune ou ville ou dans celle où est située plaatsen in de eigen gemeente of stad of die waar de school gelegen
l'école. Ils peuvent également désigner cet itinéraire sur un plan. is. Ze kunnen deze reisweg ook aanduiden op een plattegrond.
ET 66 peuvent situer leur propre ville, commune ou village ou celui ou WO 66 kunnen hun eigen stad, gemeente of dorp of die waar hun school
celle où l'école est située sur une carte et en décrire quelques gelegen is situeren op een kaart en enkele kenmerkende
aspects géographiques et historiques caractéristiques. aardrijkskundige en geschiedkundige aspecten ervan beschrijven.
ET 67 connaissent les principales rivières belges et peuvent les WO 67 kennen de hoofdrivieren van België en kunnen die op de kaart
situer sur la carte. aanduiden.
ET 68 peuvent désigner les différents continents, les pôles, WO 68 kunnen de verschillende werelddelen, polen, evenaar, keerkringen
l'équateur, les tropiques et les mers qui entourent l'Europe sur un planisphère. en zeeën rond Europa op een wereldkaart aanduiden.
ET 69 ont une représentation d'un planisphère de sorte que dans une WO 69 hebben een voorstelling van een wereldkaart zodat ze in een
situation d'application concrète, ils peuvent désigner un continent. concrete toepassingssituatie een werelddeel kunnen aanduiden.
Aspects politiques Politieke aspecten
Les enfants De kinderen
ET 70 peuvent utiliser des notions telles que village, ville, région, WO 70 kunnen begrippen zoals, dorp, stad, streek, provincie, land en
province, pays et continent dans un contexte correct. werelddeel in een juiste context hanteren.
ET 70bis connaissent les quatre régions linguistiques, peuvent les WO 70bis kennen de vier taalgebieden en kunnen de taalgebieden bij
désigner approximativement sur la carte de Belgique et savent que benadering aanduiden op de kaart van België en weten dat dit gegeven
cette donnée forme la base de la manière dont la Belgique est de grondslag vormt voor de wijze waarop België bestuurd wordt.
administrée. ET 71 ont une représentation de la carte de la Flandre et de la WO 71 hebben een voorstelling van de kaart van Vlaanderen en van
Belgique de telle manière que dans une situation d'application België zodat ze in een praktische toepassingssituatie de provincies en
pratique, ils peuvent désigner les provinces et les chefs-lieux de de provinciehoofdplaatsen op een kaart kunnen aanduiden.
province sur une carte.
ET 71bis savent que la Communauté flamande est l'une des communautés WO 71bis weten dat de Vlaamse Gemeenschap een van de gemeenschappen is
belges et que la Belgique fait partie de l'Union européenne. van België en dat België deel uitmaakt van de Europese Unie.
ET 72 connaissent les principales villes européennes et peuvent les WO 72 kennen de belangrijkste steden van Europa en kunnen deze
désigner sur une carte. aanduiden op een kaart.
ET 73 ont une représentation de la carte d'Europe de telle manière que WO 73 hebben een voorstelling van de kaart van Europa zodat ze in een
dans une situation d'application concrète, ils peuvent désigner les concrete toepassingssituatie de betrokken landen op een kaart kunnen
pays concernés sur une carte. aanduiden.
Aspects socioéconomiques Sociaaleconomische aspecten
Les enfants De kinderen
ET 74 peuvent (à titre d'exemple) décrire le chemin entre la matière WO 74 kunnen (exemplarisch) de weg van grondstof naar
première et le produit de consommation pour des produits qu'ils utilisent eux-mêmes. consumptieproduct beschrijven van producten die zij zelf gebruiken.
ET 75 sont à cet égard attentifs : WO 75 hebben daarbij aandacht voor:
- à l'aspect travail, salaire et répartition inégale de la richesse ; - het aspect arbeid, loon en ongelijke verdeling van welvaart;
- au fait que les matières premières sont prélevées dans la terre ou - het gegeven dat de grondstoffen onttrokken worden aan de aarde of de
la nature ; natuur;
- aux aspects écologiques du mode de production, de distribution et de - de ecologische aspecten van de wijze van productie, distributie en
consommation ; consumptie;
- à la fonction du commerce (vente, bénéfice, perte, publicité...), à - de functie van de handel (verkoop, winst, verlies, reclame ...), het
l'aspect financier et bancaire. geld- en bankwezen.
ET 76 peuvent, au moyen d'exemples simples, montrer que partout dans WO 76 kunnen aan de hand van eenvoudige voorbeelden illustreren dat de
le monde, les hommes dépendent les uns des autres pour la satisfaction mensen over de hele wereld voor de voorziening in hun behoeften van
de leurs besoins. elkaar afhankelijk zijn.
ET 77 peuvent, au moyen d'exemples simples, montrer WO 77 kunnen aan de hand van eenvoudige voorbeelden illustreren
- qu'il existe un lien entre l'homme et son domicile sur terre ; - dat er een verband bestaat tussen de mens en zijn woonplaats op
- que l'homme peut utiliser à son profit les possibilités liées aux aarde; - dat de mens de mogelijkheden van klimaatomstandigheden en landschap
conditions climatiques et au paysage. voor zichzelf kan benutten.
ET 78 témoigne de respect et de compréhension envers les conditions et WO 78 brengen respect en begrip op voor de leefomstandigheden en
le mode de vie des autres hommes et des autres peuples. leefwijze van andere mensen en andere volkeren.
Aptitudes générales Algemene vaardigheden
Les enfants De kinderen
ET 79 peuvent rechercher les lieux qu'ils découvrent au cours sur une WO 79 kunnen plaatsen waar ze in de les kennis mee maken, opzoeken op
carte adaptée au contexte. een in de context passende kaart.
ET 80 peuvent consulter un atlas et peuvent à cet égard : WO 80 kunnen een atlas raadplegen en kunnen daartoe:
- utiliser le registre alphabétique (voir TN 7) - het alfabetisch register hanteren (zie TN 7)
- manier des cartes simples en utilisant les points cardinaux, la - eenvoudige kaarten hanteren gebruik makend van windrichting, legende
légende et l'échelle ; en schaal;
ET 81 peuvent consulter des sources simples, adaptées à leur niveau, WO 81 kunnen eenvoudige, aan hun niveau aangepaste bronnen raadplegen
pour élargir leurs connaissances sur la nature et la vie quotidienne om meer te weten te komen over de natuur en het dagelijkse leven van
des hommes dans leur propre région, leur propre pays et ailleurs dans le monde. de mensen in eigen streek, eigen land en elders in de wereld.
Attitudes Attitudes
Les enfants De kinderen
ET 82* font montre d'étonnement, d'engagement personnel, d'intérêt et WO 82* tonen verwondering, innerlijke betrokkenheid, interesse en
de respect envers la nature qui les entoure et des phénomènes naturels respect voor de hen omringende natuur en voor natuurfenomenen die in
plus éloignés d'eux dans le temps et l'espace. tijd en ruimte verder van hen afstaan.
ET 83* font montre d'étonnement, d'engagement personnel, d'intérêt et WO 83* tonen verwondering, innerlijke betrokkenheid, interesse en
de respect envers des phénomènes culturels, sociaux et économiques respect t.a.v. culturele, maatschappelijke en economische
dans leur environnement et dans des lieux plus éloignés d'eux dans le verschijnselen in hun omgeving en op plaatsen die in tijd en ruimte
temps et l'espace. verder van hen afstaan.
Explication (citation extraite de la demande motivée) Toelichting (citaat uit de gemotiveerde aanvraag)
« La présente demande renouvelée de dérogation a pour objectif le "De nu voorliggende hernieuwde aanvraag tot afwijking gebeurt met oog
maintien de l'équivalence actuellement en vigueur des objectifs de op het behoud van de momenteel geldende gelijkwaardigheid van de
développement et des objectifs finaux alternatifs de la Federatie vervangende ontwikkelingsdoelen en eindtermen van de Federatie
Steinerscholen vzw et des autorités scolaires affiliées avec Steinerscholen vzw en de aangesloten schoolbesturen met scholen
l'enseignement fondamental. basisonderwijs.
L'article 44 bis, § 2, 2° du décret enseignement fondamental du 27 Artikel 44 bis, § 2, 2° van het decreet basisonderwijs van 27 maart
mars 1997 établit que les objectifs de développement et objectifs 1997 bepaalt dat ook de vervangende ontwikkelingsdoelen en eindtermen
finaux alternatifs doivent reprendre au moins des contenus pour les minstens inhouden dienen te bevatten voor de verschillende
différentes disciplines. leergebieden.
L'arrêté du Gouvernement flamand du 5 juin 2015 classe les objectifs de développement et objectifs finaux actuels de l'ancienne discipline éveil conformément aux nouvelles disciplines sciences et technique et homme et société, sans modifications de fond. De ce fait, ces objectifs de développement et objectifs finaux établis laissent encore trop peu de marge pour les conceptions pédagogiques et didactiques propres et demeurent incompatibles avec elles. Les objectifs de développement et objectifs finaux alternatifs présentés ci-dessous sont également simplement les objectifs de développement et objectifs finaux actuels, sans modification et déjà reclassés, de la discipline éveil, subdivisés sur la base des nouvelles disciplines sciences et technique et homme et société. Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2015 ordent de bestaande ontwikkelingsdoelen resp. eindtermen van het vroegere leergebied wereldoriëntatie overeenkomstig de nieuwe leergebieden wetenschappen en techniek en mens en maatschappij, zonder inhoudelijke wijzigingen. Hierdoor laten deze vastgelegde ontwikkelingsdoelen en eindtermen nog steeds onvoldoende ruimte voor de eigen pedagogische en onderwijskundige opvattingen en blijven ze er onverzoenbaar mee. De hieronder voorgestelde vervangende ontwikkelingsdoelen en eindtermen zijn eveneens slechts de ongewijzigde, reeds herschikte, bestaande ontwikkelingsdoelen en eindtermen wereldoriëntatie, opgedeeld op basis van de nieuwe leergebieden wetenschappen en techniek en mens en maatschappij. Aan de inhoudelijke
L'équivalence de contenu n'est par conséquent pas altérée. gelijkwaardigheid wordt aldus niet geraakt.
Pour ce qui est de la motivation sur le fond, il nous semble dès lors Voor de inhoudelijke motivering lijkt het ons daarom voldoende te
suffisant de renvoyer aux motivations précédentes des dérogations verwijzen naar de vorige motiveringen voor de aangevraagde en
demandées et obtenues : verkregen afwijkingen :
1° la motivation telle que publiée au Moniteur belge du 27 juin 1998 1° de motivering zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27
(p. 21216 et suivantes), en tant que partie I de l'annexe à l'arrêté juni 1998 (p. 21216 en volgende), als deel I van de bijlage bij het
du Gouvernement flamand du 17 décembre 1997 besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1997
2° la motivation telle que publiée au Moniteur belge du 12 juillet 2° de motivering zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12
2011 (p. 41520 et suivantes), plus précisément aux annexes 6 juli 2011 (p. 41520 en volgende), meer bepaald in de bijlagen 6
(objectifs de développement éveil nature - enseignement fondamental),
7 (objectifs de développement technique - enseignement fondamental), (ontwikkelingsdoelen wereldoriëntatie natuur - basisonderwijs), 7
10 (objectifs finaux éveil nature - enseignement fondamental) et 11 (ontwikkelingsdoelen wereldoriëntatie techniek - basisonderwijs), 10
(eindtermen wereldoriëntatie natuur - basisonderwijs) en 11
(objectifs finaux technique - enseignement fondamental) » (eindtermen wereldoriëntatie techniek - basisonderwijs)"
Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 novembre Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering
2015 portant recevabilité et équivalence de la demande de dérogation van 13 november 2015 tot ontvankelijkheid en gelijkwaardigheid van de
aux objectifs de développement de l'enseignement maternel ordinaire et aanvraag tot afwijking van de ontwikkelingsdoelen gewoon
aux objectifs finaux de l'enseignement primaire ordinaire, concernant kleuteronderwijs en de eindtermen gewoon lager onderwijs, wat het
la discipline sciences et technique et la discipline homme et société leergebied wetenschappen en techniek en het leergebied mens en maatschappij betreft.
Bruxelles, 13 novembre 2015 Brussel, 13 november 2015
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS G. BOURGEOIS
La Ministre flamande de l'Enseignement, De Vlaamse minister van Onderwijs,
H. CREVITS H. CREVITS
^
Etaamb.be utilise des cookies
Etaamb.be utilise les cookies pour retenir votre préférence linguistique et pour mieux comprendre comment etaamb.be est utilisé.
ContinuerPlus de details
x