Arrêté du Gouvernement flamand fixant la procédure et les modalités d'une offre de formation continuée à assurer dans le cadre de la politique des nouveaux médias | Besluit van de Vlaamse regering houdende regeling van de procedure en voorwaarden voor het verzekeren van een nascholingsaanbod in het kader van het beleid rond nieuwe media |
---|---|
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE 10 DECEMBRE 1999. - Arrêté du Gouvernement flamand fixant la procédure et les modalités d'une offre de formation continuée à assurer dans le cadre de la politique des nouveaux médias Le Gouvernement flamand, Vu les lois sur la comptabilité de l'Etat coordonnées par l'arrêté | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 10 DECEMBER 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende regeling van de procedure en voorwaarden voor het verzekeren van een nascholingsaanbod in het kader van het beleid rond nieuwe media De Vlaamse regering, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd bij |
royal du 17 juillet 1991; | koninklijk besluit van 17 juli 1991; |
Vu le décret du 19 décembre 1998 contenant le budget général des | Gelet op het decreet van 19 december 1998 houdende de algemene |
dépenses de la Communauté flamande pour l'année budgétaire 1999, tel | uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar |
que modifié par le décret du 18 mai 1999; | 1999, zoals gewijzigd bij decreet van 18 mei 1999, |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 novembre 1994 portant | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1994 tot |
organisation du contrôle budgétaire, tel que modifié par l'arrêté du | regeling van de begrotingscontrole, zoals gewijzigd bij besluit van de |
Gouvernement flamand du 8 juillet 1997; | Vlaamse regering van 8 juli 1997; |
Vu l'arrêté du Gouvernement du 19 décembre 1997 fixant les | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1997 tot |
attributions des membres du Gouvernement flamand, tel que modifié par | bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, |
l'arrêté du Gouvernement flamand du 28 septembre 1998 et par l'arrêté | zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 28 september |
du Gouvernement flamand du 19 décembre 1998; | 1998 en bij besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1998; |
Vu l'avis favorable de l'Inspection des Finances, rendu le 28 juin | Gelet op het gunstig advies van de inspectie van Financiën gegeven op 28 juni 1999; |
1999; | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting, |
Vu l'accord du Ministre flamand compétent pour le Budget, donné le 9 | gegeven op 9 juli 1999; |
juillet 1999; Vu l'avis du Conseil d'Etat donné le 28 octobre 1999, par application | Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 28 oktober 1999 |
de l'article 84, premier alinéa, 1°, des lois coordonnées sur le | met toepassing van het artikel 84, eerste lid, 1°, van de |
Conseil d'Etat; | |
Sur la proposition du Ministre flamand de l'Enseignement et de la | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Formation; Après en avoir délibéré, | Op voorstel van Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming; |
Na beraadslaging, | |
Arrête : | Besluit : |
CHAPITRE Ier. - Dispositions générales
Article 1er.Dans les limites des crédits inscrits annuellement au budget, des projets de formation continuée introduits par des réseaux régionaux d'expertise peuvent être subventionnés aux conditions suivantes. Ces réseaux régionaux d'expertise forment un cadre structurel dans lequel des projets de formation continuée sont mis sur pied. Art. 2.Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par : 1° ministre : le Ministre flamand ayant l'enseignement dans ses attributions; |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Binnen de daartoe jaarlijks op de begroting uitgetrokken kredieten kunnen onder de hierna volgende voorwaarden, nascholingsprojecten worden betoelaagd, ingediend door regionale expertisenetwerken. Deze regionale expertisenetwerken vormen een structureel kader waarbinnen nascholingsprojecten worden uitgevoerd. Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° minister : de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs; |
2° secrétaire général : le secrétaire général du Département de | 2° Secretaris-generaal : de secretaris-generaal van het departement |
l'Enseignement du Ministère de la Communauté flamande ou le | Onderwijs van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of de door hem |
fonctionnaire désigné par lui; | aangewezen ambtenaar; |
3° écoles : chaque établissement d'enseignement fondamental ordinaire et spécial et d'enseignement secondaire ordinaire et spécial agréé et subventionné ou financé par la Communauté flamande et chaque centre d'enseignement de promotion sociale, école hospitalière, école d'enseignement artistique à temps partiel et établissement d'éducation de base agréé et financé ou subventionné par la Communauté flamande; 4° établissement coordinateur : le partenaire désigné par tous les établissements concernés qui introduit la proposition, assure la coordination, gère les moyens, veille au suivi, justifie et rend compte; | 3° scholen : alle door de Vlaamse Gemeenschap erkende en gesubsidieerde of gefinancierde instellingen voor gewoon en buitengewoon basisonderwijs en voor gewoon en buitengewoon secundair onderwijs en alle door de Vlaamse Gemeenschap erkende en gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinscentra voor sociale promotie, ziekenhuisscholen, scholen van het deeltijds kunstonderwijs en de onderwijsinstellingen voor basiseducatie; 4° penvoerende instelling : de door alle betrokken instellingen aangeduide partner die het voorstel indient, instaat voor de coördinatie, de middelen beheert, de voortgang ervan bewaakt en verantwoording en rekenschap aflegt; |
5° TIC : technologie de l'information et de la communication. | 5° ICT : informatie- en communicatietechnologie. |
CHAPITRE II. - Description, mission et composition des réseaux | HOOFDSTUK II. - Omschrijving, opdracht en samenstelling van de |
régionaux d'expertise | regionale expertisenetwerken |
Art. 3.Des réseaux régionaux d'expertise représentent plusieurs |
Art. 3.Regionale expertisenetwerken zijn allerlei vormen van |
dispositifs de coopération, axés sur le développement d'une offre de | |
formation continuée visant à apprendre aux enseignants comment ils | samenwerking, die erop gericht zijn een nascholingsaanbod te |
peuvent intégrer les TIC sous tous leurs aspects dans leurs leçons. En | ontwikkelen om leerkrachten te leren hoe ze ICT in al zijn aspecten |
cas de création de réseaux régionaux d'expertise, quatre conditions fonctionnelles doivent être remplies : - une expertise est requise dans le domaine de la formation continuée centrée sur les aspects pédagogiques, techniques et organisationnels de l'introduction des nouveaux médias dans l'enseignement; - le réseau doit être suffisamment développé (sur le plan géographique et/ou digital) de manière à ce qu'il puisse donner un appui aux écoles; - le réseau doit être composé de manière à réunir des membres de tous réseaux d'enseignement; | kunnen integreren in hun lessen. Bij de vorming van Regionale expertisenetwerken moeten vier functionele voorwaarden worden vervuld : - expertise inzake nascholing in de pedagogische, technische en organisatorische aspecten van de introductie van nieuwe media in het onderwijs dient aanwezig te zijn; - het netwerk dient voldoende (geografisch en/of digitaal) uitgebouwd te zijn zodat de scholen er een beroep op kunnen doen; - netoverschrijdende samenstelling; |
- un fonctionnement interniveaux et interréseaux est exigé. | - niveau- en netoverschrijdende werking. |
Art. 4.La mission des réseaux régionaux d'expertise consiste dans |
Art. 4.De opdracht van de regionale expertisenetwerken bestaat erin |
l'élaboration d'une offre de formation continuée préparant les | een nascholingsaanbod uit te werken rond educatief gebruik van nieuwe |
enseignants à l'usage des nouveaux médias et ce aux niveaux | media en dit op het pedagogisch, technisch en organisatorisch vlak. |
pédagogique, technique et organisationnel. | |
Art. 5.Les réseaux régionaux d'expertise sont composés de divers |
Art. 5.Regionale expertisenetwerken worden samengesteld uit diverse |
établissements et initiatives qui ont l'expertise requise à leur | instellingen en initiatieven die over de gevraagde expertise |
disposition et qui peuvent proposer la formation continuée et l'appui | beschikken en die de gevraagde nascholing en ondersteuning kunnen |
demandés. Un département 'formation des enseignants' d'une université | aanbieden. Een departement lerarenopleiding van een erkende |
agréée et un département 'formation des enseignants' d'un institut | universiteit en een departement lerarenopleiding van een hogeschool |
supérieur tel que défini au décret du 13 juillet 1994 relatif aux | zoals gedefinieerd in het decreet van 13 juli 1994 betreffende de |
instituts supérieurs en Communauté flamande doivent faire partie de | hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap dienen deel uit te maken van elk |
chaque réseau régional d'expertise. | regionaal expertisenetwerk. |
CHAPITRE III. - Appel à propositions de projets de formation continuée | HOOFDSTUK III. - Oproep tot het indienen van nascholingsprojecten door |
par les réseaux régionaux d'expertise | regionale expertisenetwerken |
Art. 6.Le 15 décembre 1999 au plus tard, le Département de l'Enseignement lance un appel à propositions de projets de formation continuée à toutes les universités et à tous les instituts supérieurs ainsi qu'à tous les dispositifs de formation continuée TIC (technologies de l'information et de la communication) subventionnés par lui. Le Département de l'Enseignement continuera à transmettre l'appel par les canaux appropriés. L'appel contient toutes les modalités relatives au contenu et à la forme auxquelles doivent satisfaire les propositions. En plus, l'appel mentionne les délais d'introduction et d'évaluation des propositions. Afin de pouvoir réaliser des projets de formation continuée, les universités, les instituts supérieurs et les autres partenaires éventuels se réunissent en un réseau régional d'expertise. |
Art. 6.Het departement Onderwijs doet ten laatste op 15 december 1999 een oproep tot het indienen van nascholingsprojecten aan alle erkende universiteiten en hogescholen evenals aan de door haar gesubsidieerde nascholingsinitiatieven informatie- en communicatietechnologie (ICT). Het departement Onderwijs zal de oproep tevens verder verspreiden via de daartoe geëigende kanalen. De oproep bevat alle inhoudelijke en vormelijke vereisten waaraan de voorstellen moeten voldoen. De oproep omvat tevens de timing van de procedure voor het indienen en beoordelen van de voorstellen. Om nascholingsprojecten te kunnen indienen, verenigen universiteiten, hogescholen en eventueel andere betrokken partners zich in een regionaal expertisenetwerk. |
Art. 7.Les propositions de projets introduites sont évaluées à l'aide |
Art. 7.De ingediende projectvoorstellen worden beoordeeld aan de hand |
des questions et critères suivants : | van volgende criteria en vragen : |
- Qualité. La qualité de l'offre de formation continuée intégrée et | - Kwaliteit. Kwaliteit van het geïntegreerde nascholingsaanbod en |
l'impact sur les différents niveaux d'enseignement de l'intégration | relevantie voor de onderscheiden onderwijsniveaus op het vlak van de |
éducative, organisationnelle et technique des TIC dans l'enseignement. | educatieve, de organisatorische en de technische integratie van ICT in het onderwijs. |
- Faisabilité. Clarté et faisabilité du planning et du budget. Adapter | - Realiseerbaarheid. Duidelijkheid en haalbaarheid van planning en |
de façon réaliste le budget au planning. | begroting. Realistische afstemming van de begroting op de planning. |
- Zone d'action. Zone d'action géographique et/ou digitale du réseau | - Bereik. Geografische en/of digitale reikwijdte van het voorgestelde |
régional d'expertise proposé; nombre d'écoles qui peuvent être étayées | regionale expertisenetwerk; aantal scholen en hun spreiding die |
de manière efficace et leur répartition. | efficiënt kunnen worden ondersteund. |
- Ouverture d'esprit. Mesure dans laquelle les réseaux et les niveaux collaborent. | - Openheid. Mate waarin net- en niveauoverschrijdend wordt gewerkt. |
- Expertise. Mesure dans laquelle l'expertise demandée au niveau | - Expertise. Mate waarin de gevraagde expertise op technisch, |
technique, pédagogique et organisationnel est présente chez les | pedagogisch en organisatorisch vlak bij de partners aanwezig is. |
partenaires. | |
- Objectifs et pertinence des méthodologies. Le réseau doit faire | - Doelstelling en resultaatgerichtheid. Duidelijkheid, |
preuve d'une réflexion sur la clarté, la mise en oeuvre, la pertinence | operationalisering, resultaatgerichtheid en controleerbaarheid van de |
et la gestion des objectifs. | vooropgestelde doelstelling. |
- Auteur du projet. Au moins un département 'formation des | - Indiener. Minstens één departement voor lerarenopleiding van een |
enseignants' d'une université agréée et un département 'formation des | erkende universiteit en één departement voor lerarenopleiding van een |
enseignants' d'un institut supérieur tel que défini au décret du 13 | hogeschool zoals gedefinieerd in het decreet van 13 juli 1994 |
juillet 1994 relatif aux instituts supérieurs en Communauté flamande | betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap moeten deel |
doivent faire partie de l'association de coopération proposée | uitmaken van het voorgestelde samenwerkingsverband dat het project |
introduisant le projet. | indient. |
Art. 8.Il est institué une commission chargée de l'évaluation des |
Art. 8.Voor de beoordeling van de voorstellen wordt een commissie |
propositions. Celle-ci est composée de 12 membres, y inclus le | opgericht. Deze bestaat uit 12 leden, de voorzitter en secretaris |
président et le secrétaire : | inbegrepen : |
- Quatre experts de l'enseignement dont deux experts sont employés à | - Vier onderwijsexperts waarvan twee experten die buiten de Vlaamse |
l'extérieur de la Communauté flamande. | Gemeenschap werkzaam zijn. |
- Six fonctionnaires du Département de l'Enseignement, dont un de la | - Zes ambtenaren van het departement Onderwijs, waarvan één uit de |
Superstructure, un de l'Administration de l'Enseignement fondamental, | Bovenbouw, één uit de administratie Basisonderwijs, één uit de |
un de l'Administration de l'Enseignement secondaire, un de | administratie Secundair Onderwijs, één uit de administratie Hoger |
l'Administration de l'Enseignement supérieur, un de l'Administration | Onderwijs, één uit de administratie Ondersteuning en één uit de |
de l'Aide à la Gestion et un de l'Administration de la Formation | administratie Permanente Vorming. |
permanente. - Un représentant du Service d'Etudes. | - Een vertegenwoordiger van de Dienst Voor Onderwijsontwikkeling. |
- Un secrétaire. | - Een secretaris. |
Art. 9.Le président, le secrétaire et les membres de la commission |
Art. 9.De voorzitter, de secretaris en de leden van de commissie |
sont désignés par le Secrétaire général du Département de | worden aangeduid door de secretaris-generaal van het departement |
l'Enseignement. La commission évalue les projets introduits à l'aide | Onderwijs. De commissie beoordeelt de ingediende voorstellen aan de |
des critères précités. La commission transmet au ministre l'ordre | hand van hierboven vermelde criteria. De commissie bezorgt de minister |
motivé des propositions introduites. Si la commission juge que le | een gemotiveerde rangschikking van de ingediende voorstellen. Indien |
budget n'est pas réaliste mais que le projet est valable sur la base | de commissie oordeelt dat de begroting niet realistisch is, maar het |
d'autres critères, la commission peut demander au promoteur d'ajuster | project op grond van andere criteria positief beoordeelt, kan de |
le budget. La commission peut également demander des adaptations par | commissie de promotor een bijsturing vragen. De commissie kan ook |
rapport à la zone d'action du projet. | aanpassingen vragen met betrekking tot het bereik. |
Art. 10.Sur la base de l'avis de la commission et dans les limites |
Art. 10.Op basis van het advies van de commissie en binnen het |
des crédits disponibles, le ministre établit une liste motivée de | beschikbare krediet stelt de minister een gemotiveerde lijst van |
propositions admissibles aux subventions. Il soumet cette liste à | voorstellen op die voor betoelaging in aanmerking komen. Hij legt deze |
l'approbation du Gouvernement flamand. | lijst ter goedkeuring voor aan de Vlaamse regering. |
Art. 11.Pour chaque projet, une convention est conclue entre le |
Art. 11.Voor elk project wordt een overeenkomst gesloten tussen, |
Gouvernement flamand, représenté par le ministre ou son délégué, d'une | enerzijds, de Vlaamse regering, vertegenwoordigd door de minister of |
part, et le représentant de l'établissement coordinateur du réseau | zijn gemachtigde, en anderzijds, de vertegenwoordiger van de |
régional d'expertise déposant le projet, d'autre part. | penvoerende instelling van het regionale expertisenetwerk dat het |
project indient. | |
CHAPITRE IV. - Financement, suivi et rédaction de rapports | HOOFDSTUK IV. - Financiering, voortgangsbewaking en rapportering |
Art. 12.La liquidation s'opère après dépôt des documents suivants : |
Art. 12.De vereffening gebeurt na het indienen van volgende |
un rapport financier, un compte rendu sommaire des activités mises sur | documenten: een financieel verslag, een beknopt verslag van de |
pied dans le contexte de la convention, une créance originale signée | activiteiten die hebben plaatsgevonden in het kader van de |
(en trois exemplaires) et des documents, dans la mesure où le paiement | overeenkomst, een origineel ondertekende schuldvordering (in drievoud) |
est justifié par des documents (factures, listes de présence, . ) qui | en in de mate dat de uitbetaling gerechtvaardigd wordt door documenten |
étayent l'exécution exacte de la mission. | (facturen, aanwezigheidslijsten,...) die de exacte uitvoering van de |
opdracht staven. | |
Art. 13.Dans les trois mois de la fin du contrat et au plus tard le |
Art. 13.Binnen de drie maanden na het aflopen van het contract en |
30 novembre de l'année suivant l'année budgétaire dans laquelle le | tegen uiterlijk 30 november van het jaar volgend op het begrotingsjaar |
projet a été subventionné, l'établissement coordinateur doit soumettre | waarop het project werd betoelaagd, moet de penvoerende instelling een |
un rapport final au Département de l'Enseignement. | eindrapport bij het departement Onderwijs indienen. |
Art. 14.Dans les rapports intérimaires et le rapport final, il faut |
Art. 14.In de tussentijdse rapporten en in het eindrapport moet |
rendre compte de la façon dont les réseaux ont mis en route la | verslag gedaan worden van de wijze waarop de netwerken de nascholing |
formation continuée aux niveaux technique, organisationnel et | op technisch, organisatorisch en pedagogisch vlak naar de scholen toe |
pédagogique au profit des écoles. | hebben gerealiseerd. |
Art. 15.Les réseaux régionaux d'expertise sont suivis de près et, le |
Art. 15.De regionale expertisenetwerken worden van nabij gevolgd en |
cas échéant, corrigés par un comité directeur. Les membres du comité | zonodig bijgestuurd door een stuurgroep. De leden van de stuurgroep |
directeur sont désignés par le secrétaire général. Le comité directeur | worden aangeduid door de secretaris-generaal. De stuurgroep brengt een |
émet un avis sur le paiement des deuxième et troisième tranches. | advies uit omtrent de uitbetaling van de tweede en derde schijf. |
CHAPITRE V. - Dispositions finales | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 16.Le présent arrêté produit ses effets le 6 décembre 1999. |
Art. 16.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 6 december 1999. |
Art. 17.Le Ministre flamand ayant l'Enseignement dans ses |
Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor Onderwijs, is belast met de |
attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 10 décembre 1999. | Brussel, 10 december 1999. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
P. DEWAEL | P. DEWAEL |
Le Ministre flamand de l'Enseignement et de la Formation, | De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, |
Mme M. VANDERPOORTEN | Mevr. M. VANDERPOORTEN |