Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté royal du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du personnel enseignant, scientifique et assimilé du Ministère de l'Instruction publique | Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs |
---|---|
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
7 OCTOBRE 1997. Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté | 7 OKTOBER 1997. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het |
royal du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du personnel | koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van |
enseignant, scientifique et assimilé du Ministère de l'Instruction | het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel |
publique | van het Ministerie van Openbaar Onderwijs |
Le Gouvernement flamand, | De Vlaamse regering, |
Vu le décret spécial du 19 décembre 1988 relatif au Conseil autonome | Gelet op het bijzonder decreet van 19 december 1988 betreffende de |
de l'Enseignement communautaire, notamment l'article 55, §§ 1er et 3; | Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op artikel |
Vu le décret du 17 juillet 1991 relatif à l'inspection et aux services | 55, § 1 en § 3; Gelet op het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie en |
d'encadrement pédagogique, notamment l'article 85, modifié par le | pedagogische begeleidingsdiensten, inzonderheid op artikel 85, |
décret du 25 juin 1992, et l'article 96; | gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992, en op artikel 96; |
Vu le décret du 1er décembre 1993 relatif à l'inspection et à | Gelet op het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en |
l'encadrement des cours philosophiques, notamment l'article 23; | de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, inzonderheid op |
Vu l'arrêté royal du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du | artikel 23; Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende |
bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee | |
personnel enseignant, scientifique et assimilé du Ministère de | gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, |
l'Instruction publique, notamment l'article 17, modifié par les | inzonderheid op de artikelen 17, gewijzigd bij de koninklijke |
arrêtés royaux des 14 novembre 1963, 22 janvier 1970, 18 février 1974 | besluiten van 14 november 1963, 22 januari 1970, 18 februari 1974 en |
et 18 avril 1977 et par l'arrêté du Gouvernement flamand du 25 janvier | 18 april 1977 en bij het besluit van de Vlaamse regering van 25 |
1995 et l'article 17bis, inséré par l'arrêté royal du 21 juin 1962; | januari 1995 en 17 bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juni 1962; |
Vu l'accord du Ministre flamand compétent pour le budget, donné le 27 septembre 1997; | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 1996; |
Vu le protocole n° 242 du 27 mai 1997 portant les conclusions des | Gelet op het protocol nr. 242 van 27 mei 1997 houdende de conclusies |
van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering | |
négociations menées en réunion commune du comité sectoriel X et de la | van Sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van |
sous-section « Communauté flamande » de la section 2 du comité des | afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke |
services publics provinciaux et locaux; | overheidsdiensten; |
Vu le protocole n° 26 du 27 mai 1997 portant les conclusions des | Gelet op het protocol nr. 26 van 27 mei 1997 houdende de conclusies |
négociations menées au sein du comité coordinateur de négociation visé | van de onderhandelingen gevoerd in het overkoepelend |
au décret du 5 avril 1995 portant création de comités de négociation | onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot |
dans l'enseignement libre subventionné; | oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs; |
Vu la délibération du Gouvernement flamand des 10 et 17 juin 1997, | Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 10 en 17 juni |
relative à la demande d'avis au Conseil d'Etat dans un mois; | 1997, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen |
Vu l'avis du Conseil d'Etat, donné le 24 juillet 1997, par application | één maand; Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 juli 1997, |
de l'article 84, premier alinéa, 1°, des lois coordonnées sur le | met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde |
Conseil d'Etat; | wetten op de Raad van State; |
Sur la proposition du Ministre flamand de l'Enseignement et de la | Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken; |
Fonction publique; | Na beraadslaging, |
Après en avoir délibéré, | |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.A l'article 17, § 3, deuxième alinéa, de l'arrêté royal |
Artikel 1.Aan artikel 17, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit |
du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du personnel enseignant, | van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, |
wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie | |
scientifique et assimilé du Ministère de l'Instruction publique, | van Openbaar Onderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse |
inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 25 janvier 1995, sont | regering van 25 januari 1995, worden, met ingang van 1 september 1989, |
ajoutés, à partir du 1er septembre 1989, les mots suivants : « ou dans | de volgende woorden toegevoegd : "of bij de kunstvakken. » . |
les cours artistiques. ». | |
Art. 2.Dans l'article 17, § 1er, du même arrêté, modifié par les |
Art. 2.In artikel 17, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
arrêtés royaux des 22 janvier 1970 et 18 février 1974, le mot « six » | koninklijke besluiten van 22 januari 1970 en 18 februari 1974, wordt |
est remplacé par le mot « dix » à partir du 1er novembre 1990. | met ingang van 1 november 1990 het woord "zes" vervangen door het |
Art. 3.Dans l'article 17 du même arrêté, modifié par les arrêtés |
woord "tien". Art. 3.In artikel 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
royaux des 14 novembre 1963 et 8 février 1974, le § 2 est remplacé à | koninklijke besluiten van 14 november 1963 en 18 februari 1974, wordt |
partir du 1er septembre 1991 par ce qui suit : | § 2 met ingang van 1 september 1991 vervangen door wat volgt : |
« § 2. Pour l'inspecteur de l'enseignement secondaire qui, avant sa | « § 2. Voor de inspecteur secundair onderwijs die vóór zijn benoeming |
nomination dans cette fonction, était inspecteur des cours techniques | tot dit ambt inspecteur technische vakken en beroepspraktijk of |
et de pratique professionnelle ou inspecteur de la formation | inspecteur beroepsgerichte vorming was en voor de inspecteur-generaal |
professionnelle et pour l'inspecteur général de l'enseignement | |
secondaire qui, avant sa nomination dans cette fonction, était | |
inspecteur des cours techniques et de pratique professionnelle, est | secundair onderwijs die vóór zijn benoeming tot dit ambt inspecteur |
également prise en considération la période pendant laquelle il a | technische vakken en beroepspraktijk was, komt verder de tijd in |
presté des services en tant que travailleur ou indépendant, pour | aanmerking gedurende welke hij diensten heeft verstrekt als werknemer |
autant que ces services fussent reconnus comme expérience utile. | of als zelfstandige, voor zover die als nuttige ervaring waren erkend. |
Les périodes reconnues comme expérience utile, entrent en ligne de | De perioden die als nuttige ervaring waren erkend, komen in aanmerking |
compte dès l'âge de 24 ans. La durée de ces périodes prises en | vanaf de leeftijd van 24 jaar. De duur van de perioden die in |
considération, ne peut excéder dix ans. | aanmerking genomen worden, mag nooit meer dan tien jaar bedragen. |
§ 2bis. Pour le membre du service d'encadrement pédagogique qui, avant | § 2bis. Voor het lid van de pedagogische begeleidingsdienst dat vóór |
sa nomination dans cette fonction, était inspecteur des cours | zijn benoeming tot dit ambt inspecteur technische vakken en |
techniques et de pratique professionnelle ou inspecteur de la | beroepspraktijk of inspecteur beroepsgerichte vorming was, komt verder |
formation professionnelle, est également prise en considération la | de tijd in aanmerking gedurende welke hij diensten heeft verstrekt als |
période pendant laquelle il a presté des services en tant que | |
travailleur ou indépendant, pour autant que ces services fussent | werknemer of als zelfstandige, voor zover die als nuttige ervaring |
reconnus comme expérience utile. | waren erkend. |
Les périodes reconnues comme expérience utile, entrent en ligne de | De perioden die als nuttige ervaring waren erkend, komen in aanmerking |
compte dès l'âge de 24 ans. La durée de ces périodes prises en considération, ne peut excéder dix ans. § 2ter. Pour le membre des services d'inspection et le membre des services d'encadrement pédagogique, désigné ou nommé dans cette fonction après le 1er septembre 1991, est également prise en considération, dès sa désignation ou sa nomination, la période pendant laquelle il a presté des services en tant que travailleur ou indépendant, reconnus comme expérience utile pour la fonction exercée avant sa désignation ou sa nomination en qualité de membre des services mentionnés. Par dérogation à l'alinéa précédent, les périodes reconnues comme | vanaf de leeftijd van 24 jaar. De duur van de perioden die in aanmerking genomen worden, mag nooit meer dan tien jaar bedragen. § 2ter. Voor het lid van de inspectiediensten en het lid van de pedagogische begeleidingsdiensten, aangesteld of benoemd in dit ambt na 1 september 1991, komt vanaf zijn aanstelling of zijn benoeming verder de tijd in aanmerking gedurende welke hij diensten heeft verstrekt als werknemer of als zelfstandige die als nuttige ervaring werden erkend voor het ambt uitgeoefend vóór zijn aanstelling of benoeming tot lid van vermelde diensten. In afwijking van voorgaand lid kunnen de periodes die als nuttige |
expérience utile ne peuvent entrer en ligne de compte que dès l'âge de | ervaring werden erkend, slechts in aanmerking komen vanaf de leeftijd |
24 ans. ». | van 24 jaar. » . |
Art. 4.Dans le même arrêté, il est inséré à partir du 1er septembre |
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt met ingang van 1 september 1997, |
1997 un article 16bis rédigé ainsi qu'il suit : | een artikel 16bis ingevoegd dat luidt als volgt : |
« Art. 16bis.Pour l'application de l'article 16, la prise en |
« Art. 16bis.Voor de toepassing van artikel 16 mag de |
considération des services peut être justifiée en usant toute voie de | inaanmerkingneming van de diensten bewezen worden door alle |
recours. ». | rechtsmiddelen. » . |
Art. 5.L'article 17 du même arrêté est remplacé à partir du 1er |
Art. 5.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt met ingang van 1 |
septembre 1997 par la disposition suivante : | september 1997 vervangen door wat volgt : |
« Art. 17.§ 1er. Pour les titulaires des fonctions mentionnées au § |
« Art. 17.§ 1. Voor de titularissen van de in § 2 vermelde ambten |
2, est également prise en considération la période pendant laquelle le membre du personnel a effectué des services en tant que travailleur ou en tant qu'indépendant, pour autant que ces services soient reconnus comme expérience utile. § 2. Les fonctions visées au § 1er sont : 1° professeur chargé des cours pratiques et/ou techniques; 2° professeur chargé des cours artistiques, spécialités danse contemporaine, ballet classique, danse classique et musique d'ensemble; 3° professeur de cours techniques et professeur de pratique professionnelle dans l'enseignement de promotion sociale; 4° une des fonctions suivantes dans un établissement auquel est rattachée une section d'enseignement secondaire technique et/ou professionnel ou dans lequel existent les formes d'enseignement secondaire technique et/ou professionnel : a) coordinateur dans l'enseignement secondaire professionnel à temps partiel; | komt eveneens de tijd in aanmerking gedurende welke het personeelslid diensten heeft verstrekt als werknemer of als zelfstandige, voor zover die als nuttige ervaring worden erkend. § 2. De ambten, bedoeld in § 1 zijn : 1° leraar belast met praktische en/of technische vakken; 2° leraar belast met kunstvakken, specialiteiten hedendaagse dans, klassiek ballet, klassieke dans en samenspel; 3° leraar technische vakken en praktijkleraar in het onderwijs voor sociale promotie; 4° een van de onderstaande ambten in een instelling waaraan een afdeling voor technisch en/of beroepssecundair onderwijs verbonden is of waar de onderwijsvormen technisch secundair en/of beroepssecundair onderwijs bestaan : a) coördinator in het deeltijds beroepssecundair onderwijs; |
b) directeur, | b) directeur; |
c) sous-directeur, | c) onderdirecteur; |
d) chef de travaux d'atelier; | d) werkplaatsleider; |
e) chef d'atelier; | e) werkmeester; |
5° une des fonctions suivantes dans un établissement n'organisant que | 5° een van de onderstaande ambten in een instelling met uitsluitend |
le premier degré où existe une option de base technique et/ou une | een eerste graad waaraan een technisch georiënteerde basisoptie en/of |
année préparatoire à l'enseignement professionnel : | een beroepsvoorbereidend leerjaar bestaat : |
a) directeur, | a) directeur; |
b) sous-directeur, | b) onderdirecteur; |
c) chef de travaux d'atelier; | c) werkplaatsleider; |
d) chef d'atelier; | d) werkmeester; |
6° une des fonctions suivantes dans un établissement d'enseignement | 6° een van de onderstaande ambten in een instelling voor buitengewoon |
secondaire spécial, y compris les établissements où est uniquement | secundair onderwijs, met inbegrip van de instellingen waar uitsluitend |
organisée la forme d'enseignement 4 avec les sections d'enseignement | de opleidingsvorm 4 wordt georganiseerd met afdelingen voor technisch |
secondaire technique et/ou professionnel : | en/of beroepssecundair onderwijs : |
a) directeur, | a) directeur; |
b) sous-directeur, | b) onderdirecteur; |
c) chef de travaux d'atelier; | c) werkplaatsleider; |
d) chef d'atelier; | d) werkmeester; |
e) professeur de formation professionnelle. | e) leraar beroepsgerichte vorming. |
§ 3. Les périodes reconnues comme expérience utile, entrent en ligne | § 3. De perioden die als nuttige ervaring worden erkend, komen in |
de compte dès l'âge de 21, 22, 23 ou 24 ans, suivant la classe de | aanmerking, vanaf de leeftijd van 21, 22, 23 of 24 jaar, naargelang |
l'échelle de traitement du membre du personnel concerné. | van de klasse van de weddeschaal van het betrokken personeelslid. |
§ 4. La durée des périodes prises en considération, ne peut excéder | § 4. De duur van de perioden die in aanmerking genomen worden, mag |
dix ans. | nooit meer dan tien jaar bedragen. |
§ 5. L'expérience utile est reconnue conformément aux dispositions des | § 5. De nuttige ervaring wordt erkend overeenkomstig de bepalingen van |
chapitres Ier, III, IV, V et VI de l'arrêté du Gouvernement flamand du | de hoofdstukken I, III, IV, V en VI van het besluit van de Vlaamse |
7 octobre 1997 relatif à l'expérience utile comme titre pour les | regering van 7 oktober 1997 betreffende de nuttige ervaring als |
personnels de l'enseignement. | bekwaamheidsbewijs voor personeelsleden van het onderwijs. |
La reconnaissance d'expérience utile comme titre, délivré conformément | De erkenning van nuttige ervaring als bekwaamheidsbewijs, verleend |
à l'arrêté précité du Gouvernement flamand du 7 octobre 1997, vaut | overeenkomstig het voornoemde besluit van de Vlaamse regering van 7 |
également comme reconnaissance d'expérience utile pour l'application | oktober 1997, geldt eveneens als erkenning van nuttige ervaring voor |
du présent article. | de toepassing van dit artikel. |
§ 6. Pour l'inspecteur de l'enseignement secondaire qui, avant sa | § 6. Voor de inspecteur secundair onderwijs die vóór zijn benoeming |
nomination dans cette fonction, était inspecteur des cours techniques | tot dit ambt inspecteur technische vakken en beroepspraktijk of |
et de pratique professionnelle ou inspecteur de la formation | inspecteur beroepsgerichte vorming was en voor de inspecteur-generaal |
professionnelle et pour l'inspecteur général de l'enseignement | |
secondaire qui, avant sa nomination dans cette fonction, était | |
inspecteur des cours techniques et de pratique professionnelle, est | secundair onderwijs die vóór zijn benoeming tot dit ambt inspecteur |
également prise en considération la période pendant laquelle il a | technische vakken en beroepspraktijk was, komt verder de tijd in |
presté des services en tant que travailleur ou indépendant, pour | aanmerking gedurende welke hij diensten heeft verstrekt als werknemer |
autant que ces services fussent reconnus comme expérience utile. | of als zelfstandige, voor zover die als nuttige ervaring waren erkend. |
Les périodes reconnues comme expérience utile, entrent en ligne de | De perioden die als nuttige ervaring waren erkend, komen in aanmerking |
compte dès l'âge de 24 ans. La durée de ces périodes prises en | vanaf de leeftijd van 24 jaar. De duur van de perioden die in |
considération, ne peut excéder dix ans. | aanmerking genomen worden, mag nooit meer dan tien jaar bedragen. |
§ 7. Pour le membre du service d'encadrement pédagogique qui, avant sa | § 7. Voor het lid van de pedagogische begeleidingsdienst dat vóór zijn |
nomination dans cette fonction, était inspecteur des cours techniques | benoeming tot dit ambt inspecteur technische vakken en beroepspraktijk |
et de pratique professionnelle ou inspecteur de la formation | of inspecteur beroepsgerichte vorming was, komt verder de tijd in |
professionnelle, est également prise en considération la période | |
pendant laquelle il a fourni des services en tant que travailleur ou | aanmerking gedurende welke hij diensten heeft verstrekt als werknemer |
indépendant, pour autant que ces services fussent reconnus comme | of als zelfstandige, voor zover deze als nuttige ervaring waren |
expérience utile. | erkend. |
Les périodes reconnues comme expérience utile, entrent en ligne de | De perioden die als nuttige ervaring waren erkend, komen in aanmerking |
compte dès l'âge de 24 ans. La durée de ces périodes prises en considération, ne peut excéder 10 ans. § 8. Pour le membre des services d'inspection et le membre des services d'encadrement pédagogique, désigné ou nommé dans cette fonction après le 1er septembre 1991, est également prise en considération, dès sa désignation ou sa nomination, la période pendant laquelle il a dispensé des services en tant que travailleur ou indépendant, reconnus comme expérience utile pour la fonction exercée avant sa désignation ou sa nomination en qualité de membre des services mentionnés. Par dérogation à l'alinéa précédent, les périodes reconnues comme | vanaf de leeftijd van 24 jaar. De duur van de perioden die in aanmerking genomen worden, mag nooit meer dan tien jaar bedragen. § 8. Voor het lid van de inspectiediensten en het lid van de pedagogische begeleidingsdiensten, aangesteld of benoemd in dit ambt na 1 september 1991, komt vanaf zijn aanstelling of zijn benoeming verder de tijd in aanmerking gedurende welke hij diensten heeft verstrekt als werknemer of als zelfstandige die als nuttige ervaring werden erkend voor het ambt uitgeoefend vóór zijn aanstelling of benoeming tot lid van vermelde diensten. In afwijking van het voorgaande lid kunnen de periodes die als nuttige |
expérience utile ne peuvent entrer en ligne de compte que dès l'âge de | ervaring werden erkend, slechts in aanmerking komen vanaf de leeftijd |
24 ans. ». | van 24 jaar. ». |
Art. 6.L'article 17 bis du même arrêté, inséré par l'arrêté royal du |
Art. 6.Artikel 17bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
21 juin 1962, est abrogé à partir du 1er septembre 1997. | koninklijk besluit van 21 juni 1962, wordt met ingang van 1 september |
Art. 7.Le Ministre flamand ayant l'enseignement dans ses attributions |
1997 opgeheven. Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
est chargé de l'exécution du présent arrêté. | de uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 7 octobre 1997. | Brussel, 7 oktober 1997. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
L. VAN DEN BRANDE | L. VAN DEN BRANDE |
Le Ministre flamand de l'Enseignement et de la Fonction publique, | De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, |
L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |