Arrêté du Gouvernement flamand relatif au congé de circonstance, au congé pour cas de force majeure, au congé parental non rémunéré et au congé de paternité pour certains membres du personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves et modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif aux congés pour prestations réduites justifiés par des raisons sociales ou familiales et aux absences pour prestations réduites justifiées par des raisons personnelles, accordés aux membres du personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves | Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd ouderschapsverlof en het vaderschapsverlof voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
3 JUILLET 2009. - Arrêté du Gouvernement flamand relatif au congé de | 3 JULI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het |
circonstance, au congé pour cas de force majeure, au congé parental | omstandigheidsverlof, het verlof wegens overmacht, het onbezoldigd |
ouderschapsverlof en het vaderschapsverlof voor bepaalde | |
non rémunéré et au congé de paternité pour certains membres du | personeelsleden van het onderwijs en de centra voor |
personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves et | leerlingenbegeleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse |
modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif | Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof voor verminderde |
aux congés pour prestations réduites justifiés par des raisons | prestaties, gewettigd door sociale of familiale redenen en de |
sociales ou familiales et aux absences pour prestations réduites | afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke |
justifiées par des raisons personnelles, accordés aux membres du | aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het onderwijs en |
personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves | de centra voor leerlingenbegeleiding |
Le Gouvernement flamand, | De Vlaamse Regering, |
Vu le décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du | Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie |
personnel de l'enseignement communautaire, notamment l'article 77, | van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, artikel |
premier alinéa; | 77, eerste lid; |
Vu le décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du | Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie |
personnel de l'enseignement subventionné et des centres subventionnés | van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de |
d'encadrement des élèves, notamment l'article 51, premier alinéa; | gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, artikel 51, eerste lid; |
Vu le décret du 17 juillet 1991 relatif à l'inspection, au Service de | Gelet op het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, Dienst |
Développement de l'Enseignement et aux services d'encadrement | voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten, |
pédagogique, notamment l'article 68, premier alinéa; | artikel 68, eerste lid; |
Vu le décret du 1er décembre 1993 relatif à l'inspection et à | Gelet op het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en |
l'encadrement des cours philosophiques, notamment l'article 21; | de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, artikel 21; |
Vu l'arrêté royal du 8 décembre 1967 pris en application de l'article | Gelet op het koninklijk besluit van 8 december 1967, genomen ter |
3 de l'arrêté royal du 28 février 1967 déterminant les positions | uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari |
administratives du personnel administratif, du personnel de maîtrise, | 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden |
gens de métier et de service des établissements d'enseignement | van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en |
gardien, primaire, spécial, moyen, technique, artistique et normal de | dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor |
lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en | |
l'Etat; | normaalonderwijs; |
Vu l'arrêté royal du 15 janvier 1974, pris en exécution de l'article | Gelet op het koninklijk besluit van 15 januari 1974, genomen ter |
160 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du | toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart |
personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire | 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- |
d'éducation, du personnel paramédical des établissements | en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het |
d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, technique, | paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, |
artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces | buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de |
établissements et des membres du personnel du service d'inspection | Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, en |
chargé de la surveillance de ces établissements; | van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op |
Vu l'arrêté royal du 28 novembre 1978 relatif aux congés exceptionnels | deze inrichtingen; Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1978 betreffende het |
pour cas de force majeure des membres du personnel subsidiés; | uitzonderlijk verlof in gevallen van overmacht, toegestaan aan de |
leden van het gesubsidieerd personeel; | |
Vu l'arrêté royal du 14 janvier 1979 relatif aux congés de | Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 1979 betreffende het |
circonstances accordés à certains membres du personnel temporaire des | omstandigheidsverlof toegekend aan sommige tijdelijk aangestelde |
établissements d'enseignement de l'Etat; | personeelsleden van rijksonderwijsinrichtingen; |
Vu l'arrêté royal du 27 février 1979 relatif aux congés exceptionnels | Gelet op het koninklijk besluit van 27 februari 1979 betreffende het |
pour cas de force majeure des membres du personnel des centres | uitzonderlijk verlof in gevallen van overmacht, toegestaan aan de |
psycho-médico-sociaux et offices d'orientation scolaire et | leden van de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra en diensten |
professionnelle subventionnés; | voor studie- en beroepsoriëntering; |
Vu l'arrêté royal du 19 mai 1981 relatif au régime de vacances du | Gelet op het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de |
personnel technique nommé à titre définitif des centres d'encadrement | verlofregeling van het vastbenoemd technisch personeel van de centra |
des élèves; | voor leerlingenbegeleiding; |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif aux | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 |
congés pour prestations réduites justifiés par des raisons sociales ou | betreffende het verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door |
familiales et aux absences pour prestations réduites justifiées par | sociale of familiale redenen, en de afwezigheid voor verminderde |
des raisons de convenances personnelles, accordés aux membres du | prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de |
personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves; | personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding; |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 22 juillet 1993 relatif aux | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 1993 |
congés de maladie, de maternité et de l'allaitement accordés à des | betreffende het ziekte-, bevallings- en borstvoedingsverlof, toegekend |
membres du personnel désignés à titre temporaire dans les | aan tijdelijk aangestelde personeelsleden van de |
établissements d'enseignement organisés ou subventionnés par la | onderwijsinstellingen, georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse |
Communauté flamande; | Gemeenschap; |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 22 juillet 1993 relatif aux | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 1993 |
congés de maternité et d'allaitement accordés aux membres du personnel | betreffende het bevallings- en borstvoedingsverlof voor de |
enseignant et des centres d'encadrement des élèves; | personeelsleden van het onderwijs en de centra voor |
Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu les 30 septembre 2008 et | leerlingenbegeleiding; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 |
20 avril 2009; | september 2008 en 20 april 2009; |
Vu le protocole n° 683 du 20 mars 2009 portant les conclusions des | Gelet op protocol nr. 683 van 20 maart 2009 houdende de conclusies van |
négociations menées en réunion commune du Comité sectoriel X et de la | de onderhandelingen, gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van |
sous-section « Communauté flamande » de la section 2 du Comité des | Sectorcomité X en van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 |
services publics provinciaux et locaux; | van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten; |
Vu le protocole n° 449 du 20 mars 2009 portant les conclusions des | Gelet op protocol nr. 449 van 20 maart 2009 houdende de conclusies van |
négociations menées au sein du Comité coordinateur de négociation visé | de onderhandelingen, gevoerd in het overkoepelend |
au décret du 5 avril 1995 portant création de comités de négociation | onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot |
dans l'enseignement libre subventionné; | oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs; |
Vu l'avis 46.562/1 du Conseil d'Etat, donné le 4 juin 2009, en | Gelet op advies 46.562/1 van de Raad van State, gegeven op 4 juni |
application de l'article 84, § 1er, alinéa premier, 1°, des lois sur | 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition du Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement | Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; |
et de la Formation; | Na beraadslaging, |
Après délibération, | |
Arrête : | Besluit : |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.§ 1er. Le présent arrêté s'applique aux membres du |
Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de volgende |
personnel suivants : | personeelsleden : |
1° aux membres du personnel visés à l'article 2, § 1er, du décret du | 1° de personeelsleden, vermeld in artikel 2, § 1, van het decreet van |
27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de | 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde |
l'enseignement communautaire; | personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs; |
2° aux membres du personnel visés à l'article 4, § 1er, du décret du | 2° de personeelsleden, vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet van |
27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de | 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden |
l'enseignement subventionné et des centres subventionnés d'encadrement | van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor |
des élèves; | leerlingenbegeleiding; |
3° aux membres de l'inspection de l'enseignement de la Communauté | 3° de leden van de Onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap, |
flamande, visés à l'article 4 du décret du 17 juillet 1991 relatif à | vermeld in artikel 4 van het decreet van 17 juli 1991 betreffende |
l'inspection, au D.V.O. (Dienst voor Onderwijsontwikkeling - Service | inspectie, Dienst voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische |
d'Etudes) et aux services d'encadrement pédagogique; | begeleidingsdiensten; |
4° aux membres du personnel du Service d'Etudes, visé à l'article 9 du | 4° de personeelsleden van de dienst voor onderwijsontwikkeling, |
décret du 17 juillet 1991 relatif à l'inspection, au D.V.O. (Dienst | vermeld in artikel 9 van het decreet van 17 juli 1991 betreffende |
voor Onderwijsontwikkeling - Service d'Etudes) et aux services | inspectie, Dienst voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische |
d'encadrement pédagogique; | begeleidingsdiensten; |
5° aux membres du personnel des services d'encadrement pédagogique, | 5° de personeelsleden van de pedagogische begeleidingsdiensten, |
visés à l'article 88 du décret du 17 juillet 1991 relatif à | vermeld in artikel 88 van het decreet van 17 juli 1991 betreffende |
l'inspection, au D.V.O. (Dienst voor Onderwijsontwikkeling - Service | inspectie, Dienst voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische |
d'Etudes) et aux services d'encadrement pédagogique; | begeleidingsdiensten; |
6° aux membres du personnel, visés à l'article 10 du décret du 1er | 6° de personeelsleden, vermeld in artikel 10 van het decreet van 1 |
décembre 1993 relatif à l'inspection et à l'encadrement des cours | december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de |
philosophiques. | levensbeschouwelijke vakken. |
§ 2. Pour les membres du personnel désignés à titre temporaire, les | § 2. Voor de tijdelijk aangestelde personeelsleden gelden de |
dispositions du présent arrêté ne sont applicables qu'à l'absence se | bepalingen van dit besluit enkel voor de afwezigheid die ligt binnen |
situant dans la période de leur désignation. | de periode van hun aanstelling. |
CHAPITRE II. - Congé de circonstance et congé pour cas de force majeure | HOOFDSTUK II. - Omstandigheidsverlof en verlof wegens overmacht |
Art. 2.§ 1er. Les membres du personnel, visés à l'article 1er, |
Art. 2.§ 1. De personeelsleden, vermeld in artikel 1, krijgen |
bénéficient d'un congé de circonstance à l'occasion des événements suivants : | omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen : |
1° mariage du membre du personnel et déclaration de cohabitation | 1° huwelijk van het personeelslid en het afleggen van een verklaring |
légale par le membre du personnel : un jour ouvrable; | van wettelijke samenwoning door het personeelslid : één werkdag; |
2° accouchement de l'épouse ou de sa cohabitante : dix jours | 2° bevalling van de echtgenote of samenwonende partner : tien |
ouvrables, à prendre dans un délai de 30 jours calendaires à partir du | werkdagen, te nemen binnen een periode van dertig kalenderdagen vanaf |
jour de l'accouchement, ou dans un délai de quatre mois à partir du | de bevalling, of binnen een periode van vier maanden vanaf de |
jour de l'accouchement pour des accouchements à partir du 1er avril | bevalling voor de bevallingen vanaf 1 april 2009. Van deze tien |
2009. De ces dix jours ouvrables, cinq au minimum doivent être pris | werkdagen moeten er minimaal vijf dagen aaneen sluiten. Mits de |
consécutivement. Moyennant l'accord du pouvoir organisateur, les cinq | inrichtende macht akkoord gaat, mogen de voornoemde vijf dagen ook |
jours précités peuvent également être pris de façon non consécutive; | niet aaneensluitend genomen worden; |
3° décès de l'époux(se) ou du partenaire cohabitant, d'un parent ou | 3° overlijden van de echtgenoot of samenwonende partner, van een |
allié au premier degré du membre du personnel ou du partenaire | bloed- of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid of van |
cohabitant : quatre jours ouvrables; | de samenwonende partner : vier werkdagen; |
4° mariage d'un enfant du membre du personnel, de l'époux(se) ou du | 4° huwelijk van een kind van het personeelslid, van de echtgenoot of |
partenaire cohabitant : deux jours ouvrables; | van de samenwonende partner : twee werkdagen; |
5° mariage d'un parent ou allié au premier degré, qui n'est pas un | 5° huwelijk van bloed- of aanverwant in de eerste graad, die geen kind |
enfant, ou au deuxième degré, du membre du personnel, de l'époux(se) | is, of in de tweede graad, van het personeelslid, van de echtgenoot of |
ou du partenaire cohabitant : le jour du mariage; | van de samenwonende partner : de dag van het huwelijk; |
6° décès d'un parent ou allié du membre du personnel ou du partenaire | 6° overlijden van een bloed- of aanverwant in om het even welke graad |
cohabitant à quelque degré que ce soit, habitant sous le même toit que | van het personeelslid of van de samenwonende partner, die onder |
le membre du personnel : deux jours ouvrables; | hetzelfde dak woont als het personeelslid : twee werkdagen; |
7° décès d'un parent ou allié au deuxième degré du membre du personnel | 7° overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad van het |
ou du partenaire cohabitant, n'habitant pas sous le même toit que le | personeelslid of van de samenwonende partner, die niet onder hetzelfde |
membre du personnel : un jour ouvrable; | dak woont als het personeelslid : één werkdag; |
8° participation à une réunion du conseil de famille convoquée par le | 8° bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen |
juge de paix : un jour ouvrable; | door de vrederechter : één werkdag; |
9° la convocation comme témoin devant une juridiction ou comparution | 9° oproeping als getuige voor een rechtscollege of persoonlijke |
personnelle ordonnée par une juridiction : le temps nécessaire; | verschijning op aanmaning van een rechtscollege : de nodige tijd; |
10° l'exercice des fonctions de président, d'assesseur ou de | 10° de uitoefening van het ambt van voorzitter, van bijzitter of van |
secrétaire d'un bureau de vote ou d'un bureau de dépouillement : le | secretaris van een stembureau of een stemopnemingsbureau : de nodige |
temps nécessaire; | tijd; |
11° participation à un jury de Cour d'Assises : la durée de la | 11° om deel uit te maken van de jury van het hof van assisen : de duur |
session. | van de zitting. |
§ 2. Par dérogation au § 1er, 1°, les membres du personnel | § 2. In afwijking van § 1, 1°, krijgen de leden van het administratief |
administratif, le collaborateur administratif du personnel de gestion | personeel, de administratief medewerker van het beleids- en |
et d'appui, le collaborateur administratif du personnel d'appui et les | ondersteunend personeel, de administratief medewerker van het |
membres du personnel de maîtrise, gens de métier et de service nommés | ondersteunend personeel en de vastbenoemde leden van het meesters-, |
à titre définitif obtiennent quatre jours ouvrables pour leur mariage | vak- en dienstpersoneel voor hun huwelijk of voor het afleggen van een |
ou le dépôt de la déclaration de cohabitation légale. | verklaring van wettelijke samenwoning vier werkdagen. |
§ 3. Le congé ne peut être pris que par jour entier. | § 3. Het verlof moet met volledige dagen worden genomen. |
Art. 3.§ 1er. Les membres du personnel, visés à l'article 1er, à |
Art. 3.§ 1. De personeelsleden, vermeld in artikel 1, met |
l'exception du personnel de maîtrise, gens de métier et de service | uitzondering van het vastbenoemd meester-, vak- en dienstpersoneel en |
nommé à titre définitif et des membres du personnel nommés à titre | |
définitif des garderies de l'enseignement communautaire situées dans | van de vastbenoemde personeelsleden van de kinderdagverblijven van het |
la Région bilingue de Bruxelles-Capitale, visées à l'article X.22 du | gemeenschapsonderwijs in het tweetalige hoofdstedelijke gebied |
décret du 14 février 2003 relatif à l'enseignement XIV, obtiennent également un congé pour cause de force majeure résultant de la maladie ou d'un accident survenu à une des personnes suivantes habitant sous le même toit que le membre du personnel : le conjoint, le partenaire cohabitant, un parent ou allié du membre du personnel ou du partenaire cohabitant, une personne accueillie en vue de son adoption ou de l'exercice d'une tutelle officieuse. La nécessité de la présence du membre du personnel auprès d'une ou plusieurs personnes précitées doit ressortir d'une attestation médicale. § 2. La durée du congé ne peut excéder quatre jours ouvrables par année civile. Le congé ne peut être pris que par jour entier. | Brussel, vermeld in artikel X.22 van het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV, krijgen eveneens verlof wegens overmacht die het gevolg is van de ziekte of van een ongeval van één van de volgende personen, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid : de echtgenoot, de samenwonende partner, een bloed- of aanverwant van het personeelslid of van de samenwonende partner, een persoon, opgenomen met het oog op zijn adoptie of de uitoefening van een pleegvoogdij. Uit een medisch attest moet blijken dat de aanwezigheid van het personeelslid bij één of meer van de voornoemde personen vereist is. § 2. De duur van het verlof mag per burgerlijk jaar niet meer dan vier werkdagen bedragen. Het verlof moet met volledige dagen worden genomen. |
Art. 4.Les congés tels que fixés aux articles 2 et 3 sont assimilés à |
Art. 4.De verloven, vermeld in artikel 2 en 3, worden gelijkgesteld |
une période d'activité de service. Pendant ces congés, le membre du | met een periode van dienstactiviteit. Tijdens die verloven heeft het |
personnel a droit au traitement ou à la subvention-traitement et à | personeelslid recht op salaris of salaristoelage en op verhoging tot |
l'augmentation du traitement ou de la subvention-traitement. | een hoger salaris of een hogere salaristoelage. |
CHAPITRE III. - Congé parental non rémunéré | HOOFDSTUK III. - Onbezoldigd ouderschapsverlof |
Art. 5.Le membre du personnel, visé à l'article 1er, qui est en activité de service, a droit à un congé parental non rémunéré à temps plein après la naissance ou l'adoption d'un enfant. Le membre du personnel qui bénéficie pour une partie de sa charge d'un congé de protection de la maternité pendant l'allaitement, peut prendre un congé parental non rémunéré pour le reste de la charge. Le congé s'élève à trois mois au maximum. Ce congé se prend en une seule période et commence dans l'an après la naissance de l'enfant. En cas d'adoption, le congé parental non rémunéré doit commencer dans l'an après l'inscription de l'enfant comme membre de la famille dans le registre de la population ou dans le registre des étrangers de la commune où ils ont leur résidence. Art. 6.Le congé parental non rémunéré est assimilé à une période d'activité de service. |
Art. 5.Het personeelslid, vermeld in artikel 1, dat in dienstactiviteit is, heeft bij de geboorte of adoptie van een kind recht op voltijds onbezoldigd ouderschapsverlof. Het personeelslid dat voor een gedeelte van zijn opdracht verlof wegens moederschapsbescherming tijdens de lactatie geniet, kan voor het resterend gedeelte van de opdracht onbezoldigd ouderschapsverlof nemen. Het verlof bedraagt maximaal drie maanden. Het moet ononderbroken worden genomen en aanvangen binnen het jaar na de geboorte van het kind. In geval van adoptie moet het onbezoldigde ouderschapsverlof aanvangen binnen het jaar na de inschrijving van het kind als deel uitmakend van het gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister in de gemeente waar zij hun verblijfplaats hebben. Art. 6.Het onbezoldigde ouderschapsverlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. |
CHAPITRE IV. - Congé de paternité | HOOFDSTUK IV. - Vaderschapsverlof |
Art. 7.En cas d'hospitalisation de la mère de l'enfant, le père de |
Art. 7.Als de moeder van het kind opgenomen wordt in het ziekenhuis, |
l'enfant bénéficie, à sa demande, d'un congé de paternité en vue | krijgt de vader van het kind op zijn verzoek vaderschapsverlof om in |
d'assurer l'accueil de l'enfant aux conditions suivantes : | de opvang van het kind te voorzien, op voorwaarde dat : |
1° l'enfant a quitté l'hôpital; | 1° het kind het ziekenhuis heeft verlaten; |
2° l'hospitalisation de la mère dure plus de sept jours calendaires | 2° de opname van de moeder in het ziekenhuis meer dan zeven |
consécutifs. | opeenvolgende kalenderdagen bedraagt. |
Le congé de paternité débute au plus tôt le huitième jour à compter de | Het vaderschapsverlof kan op zijn vroegst aanvangen vanaf de achtste |
la naissance de l'enfant. Le congé expire au moment où | dag, te rekenen vanaf de geboorte van het kind. Het verlof eindigt op |
l'hospitalisation de la mère prend fin et au plus tard au terme de la | het ogenblik dat de opname van de moeder in het ziekenhuis een einde |
période correspondant à la partie du congé de maternité non encore | neemt en uiterlijk bij het verstrijken van de periode die overeenstemt |
épuisée par la mère au moment de son hospitalisation. | met het deel van het bevallingsverlof dat door de moeder op het |
ogenblik van haar opname in het ziekenhuis nog niet was opgenomen. | |
Art. 8.En cas de décès de la mère de l'enfant, le père de l'enfant |
Art. 8.Als de moeder van het kind overlijdt, krijgt de vader van het |
bénéficie, à sa demande, d'un congé de paternité en vue d'assurer | kind op zijn verzoek vaderschapsverlof om in de opvang van het kind te |
l'accueil de l'enfant. Dans ce cas, la durée du congé de paternité est | voorzien. In dat geval is de duur van het vaderschapsverlof ten hoogst |
au maximum égale à la durée du congé de maternité non encore épuisée | gelijk aan de duur van het bevallingsverlof dat de moeder bij haar |
par la mère au moment de son décès. | overlijden nog niet had opgenomen. |
Art. 9.§ 1er. Le congé de paternité est assimilé à une période |
Art. 9.§ 1. Het vaderschapsverlof wordt gelijkgesteld met een periode |
d'activité de service. | van dienstactiviteit. |
§ 2. Pendant le congé, le membre du personnel nommé à titre définitif | § 2. Tijdens het verlof heeft het personeelslid dat vastbenoemd of tot |
ou admis au stage a droit au traitement ou à la subvention-traitement | de proeftijd toegelaten is, recht op salaris of salaristoelage en op |
et à l'augmentation du traitement ou de la subvention-traitement. | verhoging tot een hoger salaris of hogere salaristoelage. |
Les membres du personnel temporaires n'ont pas droit au traitement ou | De tijdelijke personeelsleden hebben tijdens het verlof geen recht op |
à la subvention-traitement pendant ce congé. | salaris of salaristoelage. |
CHAPITRE V. - Disposition modificative | HOOFDSTUK V. - Wijzigingsbepaling |
Art. 10.A l'article 6, § 1er, 2° et l'article 13, § 1er, 2°, de |
Art. 10.In artikel 6, § 1, 2°, en in artikel 13, § 1, 2°, van het |
l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 avril 1990 relatif aux congés | besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het |
pour prestations réduites justifiés par des raisons sociales ou | verlof voor verminderde prestaties, gewettigd door sociale of |
familiales et aux absences pour prestations réduites justifiées par | familiale redenen en de afwezigheid voor verminderde prestaties wegens |
des raisons personnelles, accordés aux membres du personnel de | persoonlijke aangelegenheid ten gunste van de personeelsleden van het |
l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves, modifié par | onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, gewijzigd bij het |
l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 novembre 1991, les mots "congé | besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 1991, wordt het woord |
d'allaitement" sont remplacés par les mots "interruption de carrière | "borstvoedingsverlof" vervangen door de woorden "loopbaanonderbreking |
pour assistance médicale"; | voor medische bijstand". |
CHAPITRE VI. - Dispositions abrogatoires | HOOFDSTUK VI. - Opheffingsbepalingen |
Art. 11.§ 1er. Les règlements suivants sont abrogés : |
Art. 11.§ 1. De volgende regelingen worden opgeheven : |
1° l'article 4 de l'arrêté royal du 8 décembre 1967 pris en | 1° artikel 4 van het koninklijk besluit van 8 december 1967, genomen |
ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 | |
application de l'article 3 de l'arrêté royal du 28 février 1967 | februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van |
déterminant les positions administratives du personnel administratif, | de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- |
du personnel de maîtrise, gens de métier et de service des | en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, |
établissements d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, | voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en |
technique, artistique et normal de l'Etat, modifié par les arrêtés du | normaalonderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering |
Gouvernement flamand des 20 janvier et 31 mars 2006; | van 20 januari en 31 maart 2006; |
2° l'article 5 de l'arrêté royal du 15 janvier 1974, pris en exécution | 2° artikel 5 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974, genomen |
de l'article 160 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut | ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart |
des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel | 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- |
auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical des établissements | en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het |
d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, technique, | paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, |
artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces | buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de |
établissements et des membres du personnel du service d'inspection | Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, en |
van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op | |
chargé de la surveillance de ces établissements, modifié par les | deze inrichtingen,gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering |
arrêtés du Gouvernement flamand des 20 janvier et 31 mars 2006; | van 20 januari en 31 maart 2006; |
3° l'arrêté royal du 27 février 1979 relatif aux congés exceptionnels | 3° het koninklijk besluit van 27 februari 1979 betreffende het |
pour cas de force majeure des membres du personnel des centres | uitzonderlijk verlof in gevallen van overmacht, toegestaan aan de |
psycho-médico-sociaux et offices d'orientation scolaire et | leden van de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra en diensten |
professionnelle subventionnés; | voor studie- en beroepsoriëntering; |
4° l'article 4, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 20 | 4° artikel 4, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 |
janvier 2006, et l'article 5 de l'arrêté royal du 19 mai 1981 relatif | januari 2006, en artikel 5 van het koninklijk besluit van 19 mei 1981 |
au régime de vacances du personnel technique nommé à titre définitif | betreffende de verlofregeling van het vastbenoemd technisch personeel |
des centres d'encadrement des élèves. | van de centra voor leerlingenbegeleiding. |
§ 2. Les dispositions suivantes sont abrogées pour les établissements | § 2. De volgende regelingen worden opgeheven voor de instellingen en |
et personnels auxquels s'applique le présent arrêté : | de personeelsleden waarop dit besluit van toepassing is : |
1° l'article 4bis de l'arrêté royal du 8 décembre 1967 pris en | 1° artikel 4bis van het koninklijk besluit van 8 december 1967, |
genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 | |
application de l'article 3 de l'arrêté royal du 28 février 1967 | februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van |
déterminant les positions administratives du personnel administratif, | de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- |
du personnel de maîtrise, gens de métier et de service des | en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, |
établissements d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, | voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en |
technique, artistique et normal de l'Etat, inséré par l'arrêté royal | normaalonderwijs, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december |
du 20 décembre 1976 et modifié par l'arrêté royal du 16 décembre 1981; | 1976 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 1981; |
2° l'article 5bis de l'arrêté royal du 15 janvier 1974, pris en | 2° artikel 5bis van het koninklijk besluit van 15 januari 1974, |
exécution de l'article 160 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le | genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van |
statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel | 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het |
auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical des établissements | bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, |
d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, technique, | van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, |
artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces | buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de |
établissements et des membres du personnel du service d'inspection | Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, en |
chargé de la surveillance de ces établissements, inséré par l'arrêté | van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op |
royal du 15 avril 1977; | deze inrichtingen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 15 april |
3° l'arrêté royal du 28 novembre 1978 relatif aux congés exceptionnels | 1977; 3° het koninklijk besluit van 28 november 1978 betreffende het |
pour cas de force majeure des membres du personnel subsidiés; | uitzonderlijk verlof in gevallen van overmacht, toegestaan aan de |
leden van het gesubsidieerd personeel; | |
4° l'arrêté royal du 14 janvier 1979 relatif aux congés de | 4° het koninklijk besluit van 14 januari 1979 betreffende het |
circonstances accordés à certains membres du personnel temporaire des | omstandigheidsverlof, toegekend aan sommige tijdelijk aangestelde |
établissements d'enseignement de l'Etat, modifié par les arrêtés du | personeelsleden van rijksonderwijsinrichtingen, gewijzigd bij de |
Gouvernement flamand des 20 janvier et 31 mars 2006; | besluiten van de Vlaamse Regering van 20 januari en 31 maart 2006; |
5° l'article 6 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 22 juillet 1993 | 5° artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 1993 |
relatif aux congés de maternité et d'allaitement accordés aux membres | betreffende het bevallings- en borstvoedingsverlof voor de |
du personnel enseignant et des centres d'encadrement des élèves; | personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding; |
6° l'article 7 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 22 juillet 1993 | 6° artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 1993 |
relatif aux congés de maladie, de maternité et de l'allaitement | betreffende het ziekte-, bevallings- en borstvoedingsverlof, toegekend |
accordés à des membres du personnel désignés à titre temporaire dans | aan tijdelijk aangestelde personeelsleden van de |
les établissements d'enseignement organisés ou subventionnés par la | onderwijsinstellingen, georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse |
Communauté flamande. | Gemeenschap. |
CHAPITRE VII. - Dispositions transitoires | HOOFDSTUK VII. - Overgangsbepalingen |
Art. 12.Le congé d'allaitement qui commence avant le 1er avril 2009 |
Art. 12.Het borstvoedingsverlof dat aanvangt vóór 1 april 2009 en na |
et prend fin après cette date, est traité conformément aux | deze datum eindigt, wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen die |
dispositions en vigueur avant cette date. | golden vóór die datum. |
Art. 13.Les membres du personnel qui ont pris un congé d'allaitement |
Art. 13.Personeelsleden die vóór 1 april 2009 borstvoedingsverlof |
pour leur enfant avant le 1er avril 2009, ne peuvent prétendre à un | hebben opgenomen voor hun kind, kunnen geen aanspraak maken op |
congé parental non rémunéré pour le même enfant. | onbezoldigd ouderschapsverlof voor datzelfde kind. |
CHAPITRE VIII. - Dispositions finales | HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen |
Art. 14.Le présent arrêté produit ses effets le 1er avril 2009, à |
Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2009, met |
l'exception du Chapitre II, qui produit ses effets le 1er septembre | uitzondering van hoofdstuk II, dat uitwerking heeft met ingang van 1 |
1999, à l'exception de l'article 2, § 1er, 2°, qui produit ses effets | september 1999, behalve artikel 2, § 1, 2°, dat uitwerking heeft met |
le 1er septembre 2005. | ingang van 1 september 2005. |
Art. 15.Le Ministre flamand ayant dans ses attributions |
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast |
l'enseignement est chargé de l'exécution du présent arrêté. | met de uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 3 juillet 2009. | Brussel, 3 juli 2009. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement et de la Formation, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |