Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêté Du Gouvernement De La Communauté Francaise du 20/03/2008
← Retour vers "Arrêté du Gouvernement de la Communauté française fixant la répartition des compétences entre les Ministres du Gouvernement de la Communauté française "
Arrêté du Gouvernement de la Communauté française fixant la répartition des compétences entre les Ministres du Gouvernement de la Communauté française Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP
20 MARS 2008. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française 20 MAART 2008. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot
fixant la répartition des compétences entre les Ministres du vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers
Gouvernement de la Communauté française van de Regering van de Franse Gemeenschap
Le Gouvernement de la Communauté française, De Regering van de Franse Gemeenschap,
Vu les articles 127 et 129 de la Constitution; Gelet op de artikelen 127 en 129 van de Grondwet;
Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
modifiée par la loi du 8 août 1988 et la loi spéciale du 16 juillet instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de
1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, spécialement bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale
l'article 1er; Staatsstructuur, inzonderheid op artikel 1;
Vu le décret spécial du 13 juillet 1999 visant à augmenter le nombre Gelet op het bijzonder decreet van 13 juli 1999 houdende verhoging van
maximum de membres du Gouvernement de la Communauté française en het maximumaantal leden van de Regering van de Franse Gemeenschap ter
exécution des articles 123, § 2, de la Constitution et 63, § 4, de la uitvoering van de artikelen 123, § 2, van de Grondwet en 63, § 4, van
loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, telle que de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen,
modifiée par la loi du 8 août 1988 et la loi spéciale du 16 juillet zoals gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet
1993; van 16 juli 1993;
Vu l'urgence spécialement motivée par la nécessité qu'a le Gelet op de bijzonder dringende noodzakelijkheid om, voor de Regering
Gouvernement de la Communauté française, constitué en application de van de Franse Gemeenschap, samengesteld met toepassing van artikel 60
l'article 60 de la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 van de voormelde bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
août 1980 précitée, d'assurer la continuité du service public; instellingen, voor de continuïteit van de openbare dienst te zorgen;
Sur proposition du Ministre-Président; Op de voordracht van de Minister-President;
Vu la délibération du Gouvernement de la Communauté française du 20 mars 2008, Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 maart 2008,
Arrête : Besluit :

Article 1er.Au sens du présent arrêté, il faut entendre par :

Artikel 1.In de zin van dit besluit, dient te worden verstaan onder :
1. "Ministre" : un Ministre, Membre du Gouvernement de la Communauté 1. "Minister" : een Minister, Lid van de Regering van de Franse
française; Gemeenschap;
2. "Loi spéciale" : la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 2. "Bijzondere wet" : de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot
août 1980, modifiée par la loi du 8 août 1988 et la loi spéciale du 16 hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988
juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, en de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de
spécialement l'article 1er. federale staatsstructuur, inzonderheid op artikel 1.

Art. 2.M. Rudy Demotte, Ministre-Président, est compétent pour :

Art. 2.De heer Rudy Demotte, Minister-President, is bevoegd voor :
1. la coordination de la politique gouvernementale et celle de sa 1. de coördinatie van het regeringsbeleid en van de mededelingen in
communication; verband daarmee;
2. les relations intra-belges; 2. de intra-Belgische betrekkingen;
3. la saisine, au nom du Gouvernement, du Comité de concertation 3. het aanhangig maken van conflicten, in naam van de Regering, bij
Gouvernement fédéral - Gouvernement des Communautés et des Régions; het Overlegcomité Federale Regering - Regering van de Gemeenschappen en Gewesten;
4. les relations avec le Parlement; 4. de betrekkingen met het Parlement;
5. la coordination de la politique dans le domaine de l'égalité des 5. de coördinatie van het beleid op het gebied van gelijke kansen en
chances et l'interculturalité; interculturele betrekkingen;
6. la gestion des bâtiments administratifs; 6. het beheer van de administratieve gebouwen;
7. la répartition des moyens de la loterie; 7. de verdeling van de middelen van de loterij;
8. la coordination de la task force administrative composée des 8. de coördinatie van de administratieve task force, samengesteld uit
représentants des administrations, des pararégionaux et autres de vertegenwoordigers van de administraties, de pararegionale
organismes publics ou parapublics concernée par le plan stratégique de instellingen en andere openbare of para-openbare instellingen,
développement du capital humain, des connaissances et des betrokken bij het strategisch plan voor de ontwikkeling van de human
savoir-faire. resources, kennis en knowhow;

Art. 3.Mme Marie-Dominique Simonet, Vice-Présidente et Ministre de

Art. 3.Mevr. Marie-Dominique Simonet, Vice-Presidente en Minister van
l'Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et des Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale
Relations internationales, est compétente pour : Betrekkingen, is bevoegd voor :
1. les relations internationales et européennes; 1. de internationale en Europese betrekkingen;
2. l'enseignement supérieur et la recherche scientifique, en ce 2. het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek, met inbegrip
compris : van :
1) l'enseignement universitaire; 1) het universitair onderwijs;
2) la recherche scientifique; 2) het wetenschappelijk onderzoek;
3) les crédits de recherches fondamentales provenant des S.P.P.S., de 3) de kredieten voor fundamenteel onderzoek, afkomstig uit de Diensten
voor Programmatie van het Wetenschapsbeleid, uit Volksgezondheid en
la Santé publique, des Affaires économiques et ceux destinés au Economische Zaken, en de kredieten bestemd voor het Nationaal Fonds
voor Wetenschappelijk Onderzoek en het Instituut tot Aanmoediging van
F.N.R.S. et à l'I.R.S.I.A.; het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw;
4) l'enseignement supérieur non universitaire, de type court et de 4) het niet-universitair hoger onderwijs, van het korte type en het
type long; lange type;
5) l'enseignement artistique de niveau supérieur, y compris les 5) het kunstonderwijs van het hogere niveau, met inbegrip van de
conservatoires; conservatoria;
6) les statuts du personnel de l'enseignement supérieur; 6) de statuten van het personeel van het hoger onderwijs;
7) les allocations et prêts d'études; 7) de studietoelagen en -leningen;
8) l'encouragement à la formation des chercheurs; 8) de aanmoediging van de opleiding van vorsers;
9) l'Académie royale des Sciences. 9) de "Académie royale des Sciences".

Art. 4.M. Michel Daerden, Vice-Président et Ministre du Budget, des

Art. 4.De heer Michel Daerden, Vice-President en Minister van
Finances, de la Fonction publique et des Sports est compétent pour : Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport, is bevoegd voor :
1. le budget de la Communauté française; 1. de begroting van de Franse Gemeenschap;
2. les finances de la Communauté française; 2. de financiën van de Franse Gemeenschap;
3. la fonction publique; 3. de ambtenarenzaken;
4. l'informatique administrative, la simplification administrative et 4. de administratieve informatica, de administratieve vereenvoudiging
l'e-government; en de e-government;
5. la fonction publique des organismes d'intérêt public; 5. de ambtenarenzaken van de instellingen van openbaar nut;
6. les sports en ce compris la lutte contre le dopage. 6. de sport, met inbegrip van dopingbestrijding.

Art. 5.M. Christian Dupont, Ministre de l'Enseignement obligatoire

Art. 5.De heer Christian Dupont, Minister van Leerplichtonderwijs, is
est compétent pour l'Enseignement, tel que défini à l'article 127, § 1er, bevoegd voor het Onderwijs, zoals bepaald in artikel 127, § 1, eerste
alinéa 1er, 2°, de la Constitution, en ce compris : lid, 2°, van de Grondwet, met inbegrip van :
1. l'enseignement fondamental; 1) het basisonderwijs;
2. l'enseignement secondaire; 2) het secundair onderwijs;
3. les bâtiments scolaires; 3) de schoolgebouwen;
4. la matière définie à l'article 4, 11°, de la loi spéciale à 4) de aangelegenheid bepaald in artikel 4, 11°, van de bijzondere wet,
l'exception des missions confiées à l'O.N.E.; met uitzondering van de opdrachten toegewezen aan de O.N.E.;
5. la reconversion et le recyclage professionnels; 5) de beroepsomscholing en -bijscholing;
6. l'enseignement à distance, l'enseignement artistique à horaires réduits; 6) het afstandsonderwijs, het kunstonderwijs met beperkt leerplan;
7. l'enseignement artistique de niveau secondaire; 7) het kunstonderwijs van het secundair niveau;
8. l'inspection de l'enseignement; 9. les activités parascolaires, les auxiliaires de l'enseignement et l'information; 10. la formation postscolaire et parascolaire; 11. les statuts des personnels de l'enseignement obligatoire et de promotion sociale, à l'exception de l'enseignement supérieur; 12. la formation intellectuelle, morale et sociale; 13. les centres psycho-médico-sociaux; 14. l'enseignement spécialisé; 15. les écoles européennes; 16. l'orientation scolaire; 17. le pilotage interréseaux. 8) de inspectie van het onderwijs; 9) de bijschoolse activiteiten, de hulpmiddelen voor het onderwijs en de informatie; 10) de post- en parascolaire vorming; 11) de statuten van het personeel van het leerplichtonderwijs en van het onderwijs voor sociale promotie, met uitzondering van het personeel van het hoger onderwijs; 12) de intellectuele, morele en sociale vorming; 13) de psycho-medisch-sociale centra; 14) het gespecialiseerd onderwijs; 15) de Europese scholen; 16) de schooloriëntatie; 17) de netoverschrijdende sturing.

Art. 6.Mme Fadila Laanan, Ministre de la Culture et de l'Audiovisuel

Art. 6.Mevr. Fadila Laanan, Minister van Cultuur en Audiovisuele
est compétente pour : Sector, is bevoegd voor :
1. la radiodiffusion et la télévision, à l'exception de l'émission des 1. de radio-omroep en de televisie, met uitzondering van het uitzenden
communications du Gouvernement fédéral; van mededelingen van de Federale Regering;
2. le soutien à la presse écrite; 2. hulp aan de geschreven pers;
3. la médiathèque et services similaires; 3. de mediatheek en de soortgelijke diensten;
4. l'aide au cinéma; 4. steun aan de filmsector;
5. les matières culturelles, telles que : 5. de culturele aangelegenheden, zoals :
1) les beaux-arts; 1) de schone kunsten;
2) la défense et l'illustration de la langue; 2) de bescherming en de luister van de taal;
3) les bibliothèques; 3) de bibliotheken;
4) la formation artistique. 4) de artistieke vorming.
5) les centres d'expression et de créativité; 5) de centra voor expressie en creativiteit;
6) le patrimoine culturel, les musées et les autres institutions 6) het cultureel patrimonium, de musea en de andere culturele
scientifiques culturelles; wetenschappelijke instellingen;
7) l'éducation permanente et l'animation culturelle; 7) de permanente opvoeding en de culturele animatie;
8) la tutelle sur la Commission communautaire française de la Région 8) het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse
de Bruxelles-Capitale. Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 7.Mme Catherine Fonck, Ministre de l'Enfance, de l'Aide à la

Art. 7.Mevr. Catherine Fonck, Minister van Kinderwelzijn,
jeunesse et de la Santé, est compétente pour les matières suivantes : Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, is bevoegd voor de volgende aangelegenheden :
1. L'aide aux personnes visée à l'article 5, § 1er, II, de la loi 1. de bijstand aan personen bedoeld in artikel 5, § 1, II, van de
spéciale et ce, sans préjudice de l'article 138 de la Constitution et bijzondere wet, onverminderd artikel 138 van de Grondwet en de ter
des décrets pris en exécution de celui-ci; uitvoering van dat artikel aangenomen decreten;
2. les centres de vacances, notamment pour ce qui concerne les 2. de vakantiecentra, inzonderheid voor de aangelegenheden bepaald in
matières définies aux articles 4 et 5 de la loi spéciale et ce, sans de artikelen 4 en 5 van de bijzondere wet, onverminderd artikel 138
préjudice de l'article 138 de la Constitution et des décrets pris en van de Grondwet en de ter uitvoering van dat artikel aangenomen
exécution de celui-ci; decreten;
3. l'Office de la Naissance et de l'Enfance (O.N.E.); 3. de "Office de la Naissance et de l'Enfance" (O.N.E.) (Dienst voor
Geboorte en Kind);
4. l'accueil de l'Enfance; 4. de opvang van jonge kinderen;
5. la politique de la santé visée à l'article 5, § 1er, I, de la loi 5. het gezondheidsbeleid bedoeld in artikel 5, § 1, I, van de
spéciale et ce, sans préjudice de l'article 138 de la Constitution et bijzondere wet, onverminderd artikel 138 van de Grondwet en de ter
des décrets pris en exécution de celui-ci. uitvoering van dat artikel aangenomen decreten.

Art. 8.M. Marc Tarabella, Ministre de la Jeunesse et de

Art. 8.De heer Marc Tarabella, Minister van Jeugd en Onderwijs voor
l'Enseignement de Promotion sociale est compétent pour la politique de Sociale Promotie, is bevoegd voor het jeugdbeleid en het onderwijs
la jeunesse et l'Enseignement de promotion sociale. voor sociale promotie.

Art. 9.Chaque Ministre du Gouvernement est compétent pour les

Art. 9.Iedere Minister van de Regering is bevoegd voor het toegepast
matières de recherche scientifique appliquée dans les limites de ses wetenschappelijk onderzoek binnen de perken van zijn bevoegdheden.
attributions. Chaque Ministre a autorité sur le personnel de l'Administration Iedere Minister oefent het gezag uit op het personeel van het bestuur
relevant de ses attributions. dat onder zijn bevoegdheden ressorteert.

Art. 10.Les projets de décrets et les arrêtés, délibérés en

Art. 10.De ontwerpen van decreet en de in de Regering overlegde
Gouvernement, sont signés par le Ministre qui a, dans ses besluiten worden ondertekend door de Minister tot wiens bevoegdheid de
attributions, la matière qui fait l'objet du projet de décret ou de aangelegenheid waarop het ontwerp van decreet of het besluit
l'arrêté. betrekking heeft, behoort.
Les arrêtés et décisions du Gouvernement, en matière de Fonction De besluiten en beslissingen van de Regering, voor de ambtenarenzaken
publique des organismes d'intérêt public, sont signés, conjointement, van de instellingen van openbaar nut, worden gezamenlijk ondertekend
par le Ministre chargé de la Fonction publique et le ou les door de Minister belast met ambtenarenzaken en de Minister(s) die het
Ministre(s) exerçant la tutelle sur les organismes d'intérêt public toezicht uitoefent/uitoefenen op de betrokken instellingen van
concernés. openbaar nut.
Les arrêtés et décisions du Gouvernement, en matière de statut des De besluiten en beslissingen van de Regering, inzake het statuut van
personnels de l'Enseignement, sont cosignés par les Ministres het onderwijspersoneel, worden gezamenlijk ondertekend door de
responsables et le Ministre chargé de la Fonction publique. verantwoordelijke Ministers en door de Minister belast met

Art. 11.Dans le cas où une délégation a été accordée, conformément à l'arrêté portant règlement du fonctionnement du Gouvernement, les arrêtés sont signés par le Ministre auquel cette délégation a été accordée. En cas d'absence ou d'empêchement d'un Ministre, celui-ci peut désigner le Ministre habilité à signer en son nom et pour son compte.

Art. 12.La signature des décrets et arrêtés peut reprendre, dans le titre du Ministre, la seule mention relative à la matière qui fait l'objet des décrets et arrêtés. Les décrets et arrêtés du Gouvernement sont contresignés par le Ministre-Président.

 ambtenarenzaken.

Art. 11.Ingeval een delegatie werd verleend overeenkomstig het besluit houdende regeling van de werking van de Regering, worden de besluiten ondertekend door de Minister aan wie deze delegatie werd verleend. Bij afwezigheid of verhindering van een Minister kan deze de Minister aanwijzen die gemachtigd is om in zijn naam en opdracht te tekenen.

Art. 12.De ondertekening van de decreten en besluiten kan, in de titel van de Minister, alleen de vermelding bevatten van de aangelegenheid waarop de decreten en besluiten betrekking hebben. De decreten en besluiten van de Regering worden door de Minister-Presidente medeondertekend.

Art. 13.L'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 20

Art. 13.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20
juillet 2007 fixant la répartition des compétences entre les Ministres juli 2007 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder
du Gouvernement de la Communauté française est abrogé. de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap, wordt

Art. 14.Le présent arrêté produit ses effets à dater du 20 mars 2008.

 opgeheven.

Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 20 maart 2008.

Art. 15.Les Ministres sont chargés, chacun pour ce qui les concerne,

Art. 15.De Ministers worden, ieder wat hem betreft, belast met de
de l'exécution du présent arrêté. uitvoering van dit besluit.
Bruxelles, le 20 mars 2008. Brussel, 20 maart 2008.
Le Ministre-Président, De Minister-President,
R. DEMOTTE R. DEMOTTE
La Vice-Présidente, De Vice-Presidente,
Ministre de l'Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en
des Relations internationales, Internationale Betrekkingen,
Mme M.-D. SIMONET Mevr. M.-D. SIMONET
Le Vice-Président, De Vice-President,
Ministre du Budget, des Finances, de la Fonction publique et des Sports, Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport,
M. DAERDEN M. DAERDEN
Le Ministre de l'Enseignement obligatoire, De Minister van Leerplichtonderwijs,
Ch. DUPONT Ch. DUPONT
La Ministre de la Culture et de l'Audiovisuel, De Minister van Cultuur en Audiovisuele Sector,
Mme F. LAANAN Mevr. F. LAANAN
La Ministre de l'Enfance, de l'Aide à la Jeunesse et de la Santé, De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid,
Mme C. FONCK Mevr. C. FONCK
Le Ministre de la Jeunesse et de l'Enseignement de Promotion sociale, De Minister van Jeugd en Onderwijs voor Sociale Promotie,
M. TARABELLA M. TARABELLA
^