| Arrêté du Gouvernement instituant un groupe de travail pédagogique pour le cours de morale non confessionnelle dans l'enseignement primaire ordinaire et le premier degré de l'enseignement secondaire ordinaire | Besluit van de Regering tot oprichting van een pedagogische werkgroep voor het vak niet-confessionele zedenleer in het gewoon lager onderwijs en in de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs |
|---|---|
| MINISTERE DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE | MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP |
| 12 AVRIL 2000. - Arrêté du Gouvernement instituant un groupe de | 12 APRIL 2000. - Besluit van de Regering tot oprichting van een |
| travail pédagogique pour le cours de morale non confessionnelle dans | pedagogische werkgroep voor het vak niet-confessionele zedenleer in |
| l'enseignement primaire ordinaire et le premier degré de | het gewoon lager onderwijs en in de eerste graad van het gewoon |
| l'enseignement secondaire ordinaire | secundair onderwijs |
| Le Gouvernement de la Communauté germanophone, | De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, |
| Vu la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la | Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen |
| Communauté germanophone, modifiée par les lois des 6 juillet 1990, 18 | voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli |
| juillet 1990, 5 mai 1993, 16 juillet 1993, 30 décembre 1993, 16 | 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 30 december 1993, 16 |
| décembre 1996, 4 mai 1999, 6 mai 1999 et 25 mai 1999; | december 1996, 4 mei 1999, 6 mei 1999 en 25 mei 1999; |
| Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 13 mars 2000; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 |
| Vu l'accord du Ministre-Président, compétent en matière de Budget, | maart 2000; Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake |
| donné le 30 mars 2000; | Begroting, gegeven op 30 maart 2000; |
| Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | |
| notamment l'article 3, § 1a, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l'urgence; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Considérant que le groupe de travail pédagogique a déjà commencé à | Overwegende dat de pedagogische werkgroep reeds met zijn arbeid is |
| travailler et qu'il est dès lors indispensable d'arrêter ses | begonnen en dat het dus onontbeerlijk is, zijn doelstellingen, zijn |
| objectifs, sa composition, son fonctionnement ainsi que les | samenstelling, zijn werking alsmede de bepalingen betreffende de |
| dispositions relatives aux indemnités financières; | financiële vergoedingen vast te stellen; |
| Sur la proposition du Ministre de l'Enseignement et de la Formation, | Op de voordracht van de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en |
| de la Culture et du Tourisme, | Toerisme; |
| Après délibération, | Na beraadslaging, |
| Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Il est institué en Communauté germanophone un groupe de |
Artikel 1.Er wordt in de Duitstalige Gemeenschap een pedagogische |
| travail pédagogique pour le cours de morale non confessionnelle dans | werkgroep voor het vak niet-confessionele zedenleer in het gewoon |
| l'enseignement primaire ordinaire et le premier degré de | lager onderwijs en in de eerste graad van het gewoon secundair |
| l'enseignement secondaire ordinaire, ci-après dénommé « groupe de | onderwijs opgericht, hierna « werkgroep » genoemd. |
| travail ». Le groupe de travail a pour mission d'élaborer, tous réseaux | De werkgroep heeft als opdracht vakbekwaamheden netoverschrijdend uit |
| confondus, les compétences disciplinaires requises à la fin de | te werken die vereist zijn op het einde van het gewoon lager onderwijs |
| l'enseignement primaire ordinaire et du premier degré de | en van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs in de |
| l'enseignement secondaire ordinaire en Communauté germanophone. | Duitstalige Gemeenschap. |
| Le groupe de travail clôture ses travaux le 31 décembre 2000 au plus | De werkgroep sluit zijn werkzaamheden ten laatste op 31 december 2000. |
| tard. Il en soumet les résultats au Ministre compétent en matière | Hij legt de resultaten ervan aan de Minister bevoegd inzake Onderwijs |
| d'Enseignement, dans un rapport établi en collaboration avec la | voor in een verslag dat in samenwerking met de Afdeling « Organisatie |
| Division « Organisation de l'Enseignement » du Ministère. | van het Onderwijs » van het Ministerie opgesteld wordt. |
Art. 2.Le groupe de travail est composé des membres suivants : |
Art. 2.De werkgroep is samengesteld uit de volgende leden : |
| Astrid Semaille : coordinateur; | Astrid Semaille : coördinator; |
| Yvonne Jadin-Vonk : secrétaire; | Yvonne Jadin-Vonk : secretaris; |
| Elvira Kohnen; | Elvira Kohnen; |
| Ute Meessen; | Ute Meessen; |
| Renate Theissen; | Renate Theissen; |
| Ghislaine Buckinx. | Ghislaine Buckinx. |
Art. 3.La désignation du coordinateur, du secrétaire et des membres |
Art. 3.De aanwijzing van de coördinator, van de secretaris en van de |
| du groupe de travail est valable pour la durée de la mission visée à | leden geldt voor de duur van de in artikel 1 bedoelde opdracht, |
| l'article 1er, devient toutefois caduque le 31 décembre 2000 au plus tard. | vervalt echter ten laatste op 31 december 2000. |
Art. 4.Le coordinateur convoque le groupe de travail et détermine le |
Art. 4.De coördinator roept de werkgroep bijeen en bepaalt de |
| lieu de la réunion et l'ordre du jour. Il communique la date à la | vergaderplaats en de dagorde. Hij deelt de datum aan de Afdeling « |
| Division « Organisation de l'Enseignement » du Ministère. | Organisatie van het Onderwijs » van het Ministerie mede. |
Art. 5.A l'invitation du coordinateur, des experts peuvent participer |
Art. 5.Op uitnodiging van de coördinator kunnen deskundigen aan de |
| aux réunions du groupe de travail. | zittingen van de werkgroep deelnemen. |
Art. 6.Si du matériel doit être commandé, une demande est introduite |
Art. 6.Als materieel moet worden besteld, dan wordt een verzoek bij |
| auprès de la Division « Organisation de l'Enseignement » du Ministère, | de Afdeling « Organisatie van het Onderwijs » van het Ministerie |
| qui statue sur l'acquisition. | ingediend die over de aanschaffing beslist. |
Art. 7.Le coordinateur, le secrétaire et les membres du groupe de |
Art. 7.De coördinator, de secretaris, de leden van de werkgroep |
| travail ainsi que les experts perçoivent des indemnités pour frais de | alsmede de deskundigen verkrijgen een reiskostenvergoeding. |
| déplacement. Pour ces indemnités, les dispositions applicables aux | Daaromtrent gelden de bepalingen die van toepassing zijn op de |
| agents de Rang I F du Ministère sont d'application. En cas | ambtenaren van Rang I F van het Ministerie. Bij gebruik van een |
| d'utilisation d'un véhicule privé, la puissance fiscale retenue est de 7 CV. | privé-voertuig wordt het fiscaal vermogen van 7 pk in aanmerking genomen. |
Art. 8.Les membres et les experts perçoivent des jetons de présence |
Art. 8.De leden van de werkgroep en de experten verkrijgen een |
| d'un montant de 1 500 FB lorsque la réunion dure au moins deux heures | presentiegeld ten belope van 1 500 BF per zitting van ten minste |
| et demi et 3 000 FB lorsqu'elle dure au moins cinq heures. | tweeëneenhalf uren en van 3 000 BF per zitting van ten minste vijf |
| Les montants visés au premier alinéa sont majorés de 50% pour le coordinateur et le secrétaire. | uren. De voeten bepaald in het eerste lid worden met 50 % verhoogd voor de |
| Par dérogation au premier alinéa, les experts peuvent obtenir des | |
| jetons de présence plus élevés moyennant l'accord préalable du | coördinator en de secretaris. |
| Ministre compétent en matière d'enseignement. | In afwijking van het eerste lid en mits voorafgaande toestemming van |
Art. 9.Les inspecteurs, chargés de mission de la Communauté |
de Minister bevoegd inzake Onderwijs kunnen de deskundigen een |
| germanophone et agents de la Communauté germanophone appelés à | presentiegeld verkrijgen dat hoger ligt dan de bepaalde voeten. |
| participer aux réunions du groupe de travail en tant qu'experts ne | Art. 9.Inspecteurs, opdrachthouders van de Duitstalige Gemeenschap en |
| perçoivent pas de jetons de présence. | ambtenaren van de Duitstalige Gemeenschap die als deskundigen de |
| zittingen van de werkgroep bijwonen, verkrijgen geen presentiegeld. | |
Art. 10.Les déclarations de créance sont contresignées par le |
Art. 10.De schuldvorderingen worden door de coördinator |
| coordinateur pour confirmer leur exactitude et introduites | medeondertekend ter bekrachtiging van de juistheid ervan en per |
| semestriellement auprès de la Division « Organisation de | semester ingediend bij de Afdeling « Organisatie van het Onderwijs » |
| l'Enseignement ». | van het Ministerie. |
Art. 11.Le présent arrêté produit ses effets le 1er juin 1999. |
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking op 1 juni 1999. |
Art. 12.Le Ministre compétent en matière d'Enseignement est chargé de |
Art. 12.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de |
| l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
| Eupen, le 12 avril 2000. | Eupen, 12 april 2000. |
| Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone : | Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : |
| Le Ministre-Président, | De Minister-President, |
| Ministre de l'Emploi, de la Politique des Handicapés, des Médias et des Sports, | Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, |
| K.-H. LAMBERTZ | K.-H. LAMBERTZ |
| Le Ministre de l'Enseignement et de la Formation, de la Culture et du Tourisme, | De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, |
| B. GENTGES | B. GENTGES |