← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 161/2023 du 23 novembre 2023 Numéros du rôle : 7950 et 7951 En
cause : les questions préjudicielles concernant l'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 « relative à
la police de la circulation routière », posées par le La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul,
et des juges T. Gie(...)"
Extrait de l'arrêt n° 161/2023 du 23 novembre 2023 Numéros du rôle : 7950 et 7951 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation routière », posées par le La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. Gie(...) | Uittreksel uit arrest nr. 161/2023 van 23 november 2023 Rolnummers 7950 en 7951 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 65/1 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld door de Politierechtbank O Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 161/2023 du 23 novembre 2023 | Uittreksel uit arrest nr. 161/2023 van 23 november 2023 |
Numéros du rôle : 7950 et 7951 | Rolnummers 7950 en 7951 |
En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 65/1 de | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 65/1 van de wet van 16 |
la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation | maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld |
routière », posées par le Tribunal de police de Flandre orientale, | door de Politierechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Aalst. |
division d'Alost. | |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, D. Pieters, S. de Bethune, | rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, D. Pieters, S. |
E. Bribosia, W. Verrijdt, K. Jadin et M. Plovie, assistée du greffier | de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt, K. Jadin en M. Plovie, |
N. Dupont, présidée par le président L. Lavrysen, | bijgestaan door de griffier N. Dupont, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par deux jugements du 27 février 2023, dont les expéditions sont | Bij twee vonnissen van 27 februari 2023, waarvan de expedities ter |
parvenues au greffe de la Cour le 14 mars 2023, le Tribunal de police | griffie van het Hof zijn ingekomen op 14 maart 2023, heeft de |
de Flandre orientale, division d'Alost, a posé la question | Politierechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Aalst, de volgende |
préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la | « Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de |
circulation routière, inséré par l'article 29 de la loi du 28 novembre 2021 visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide et plus ferme, lu en combinaison avec l'article 65 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière et avec l'article 216bis du Code d'instruction criminelle, viole-t-il les dispositions relatives aux droits et libertés fondamentaux garantis par le titre II de la Constitution (notamment ses articles 10, 11 et 13) ainsi que l'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, l'article 4, paragraphe 1, du Protocole n° 7 à cette Convention, l'article 14, paragraphe 7, du Pacte international relatif aux droits civils et politiques et le principe général de droit non bis in idem, dans l'interprétation selon laquelle cette disposition permet au ministère public, après que celui-ci a délivré un ordre de paiement, d'introduire tout de même par voie de citation une action | politie over het wegverkeer, zoals ingevoegd door art. 29 van Wet van 28.11.2021 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken, samen gelezen met art. 65 Wegverkeerswet en art. 216bis Wetboek van Strafvordering, de bepalingen over de fundamentele rechten en vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 E.V.R.M., art. 4.1 Zevende Aanvullend Protocol EVRM, art. 14.7 IVBPR, en het algemeen rechtsbeginsel non bis in idem in de interpretatie dat deze bepaling, het openbaar ministerie toelaat na het uitvaardigen van een bevel tot betaling alsnog over te gaan tot het instellen van een vordering door |
devant le tribunal de police compétent ? ». | dagvaarding voor de bevoegde Politierechtbank ? ». |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 7950 et 7951 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7950 en 7951 van de rol van |
Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la disposition en cause | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling |
B.1. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police | B.1. Artikel 65/1 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de |
de la circulation routière » (ci-après : la loi du 16 mars 1968) porte | politie over het wegverkeer » (hierna : de Wegverkeerswet) heeft |
sur l'ordre de paiement que le procureur du Roi peut, sous certaines | betrekking op het bevel tot betalen dat de procureur des Konings onder |
conditions, donner à des personnes pour avoir commis une infraction de | bepaalde voorwaarden kan geven aan personen wegens het plegen van een |
roulage. | verkeersmisdrijf. |
Cet article, tel qu'il a été modifié en dernier lieu par l'article 29 | Dat artikel, zoals laatst gewijzigd bij artikel 29 van de wet van 28 |
de la loi du 28 novembre 2021 « visant à rendre la justice plus | november 2021 « om justitie menselijker, sneller en straffer te maken |
humaine, plus rapide et plus ferme » (ci-après : la loi du 28 novembre | » (hierna : de wet van 28 november 2021), bepaalt : |
2021), dispose : | |
« § 1er. Lorsque la somme d'argent visée à l'article 216bis, § 1er, du | « § 1. Wanneer de in artikel 216bis, § 1, van het Wetboek van |
Code d'Instruction criminelle n'a pas été payée dans le délai fixé, le | Strafvordering bedoelde geldsom niet binnen de bepaalde termijn wordt |
procureur du Roi peut donner ordre au contrevenant de payer la somme | betaald, kan de procureur des Konings aan de overtreder een bevel |
geven tot betalen van de op deze overtreding toepasselijke geldsom, | |
prévue pour cette infraction, majorée de 35 % et le cas échéant de la | verhoogd met 35 % en desgevallend met de bijdrage voor het bijzonder |
contribution au Fonds spécial d'aide aux victimes d'actes | Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan |
intentionnels de violence et aux sauveteurs occasionnels. En outre, | de occasionele redders. Daarnaast wordt er ook een administratieve |
une redevance administrative de 25,32 euros, telle que visée au titre | toeslag van 25,32 euro, zoals bedoeld in titel 4 van de programmawet |
4 de la loi-programme du 21 juin 2021, est également perçue. Le | van 21 juni 2021, geheven. Het bedrag van deze administratieve toeslag |
montant de cette redevance administrative est automatiquement adapté | wordt elk jaar op 1 januari automatisch aangepast in functie van de |
le 1er janvier de chaque année en fonction de l'évolution de l'indice | evolutie van de consumptieprijsindex van de maand november van het |
des prix à la consommation du mois de novembre de l'année précédente. | voorgaande jaar. De door de overtreder verrichte betalingen worden |
Les paiements effectués par le contrevenant sont d'abord affectés à la | |
contribution au Fonds spécial d'aide aux victimes d'actes | eerst op de bijdrage voor het bijzonder Fonds tot hulp aan de |
intentionnels de violence et aux sauveteurs occasionnels, et ensuite à | slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele |
cette redevance administrative. Le procureur du Roi fixe les modalités | redders toegerekend en daarna op deze administratieve toeslag. De |
de paiement. | procureur des Konings bepaalt op welke wijze de betaling geschiedt. |
Le paiement doit être effectué dans un délai de trente jours suivant | De betaling moet gebeuren binnen een termijn van dertig dagen volgend |
le jour de la réception de l'ordre. | op de dag van ontvangst van het bevel. |
Cet ordre est transmis au contrevenant par envoi recommandé, par pli | Dit bevel wordt per aangetekende zending, per gerechtsbrief of |
judiciaire ou conformément à l'article 32ter du Code judiciaire et | overeenkomstig artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek verstuurd |
comporte au moins : | aan de overtreder en bevat ten minste : |
1° la date; | 1° de dagtekening; |
2° les faits incriminés et les dispositions légales violées; | 2° de ten laste gelegde feiten en de geschonden wetsbepalingen; |
3° la date, l'heure et le lieu de l'infraction; | 3° de datum, het tijdstip en de plaats van de overtreding; |
4° l'identité du contrevenant; | 4° de identiteit van de overtreder; |
5° le numéro du procès-verbal; | 5° het nummer van het proces-verbaal; |
6° le montant de la somme à payer; | 6° het bedrag van de te betalen geldsom; |
7° le jour où la somme doit être payée au plus tard; | 7° de dag waarop de som uiterlijk moet worden betaald; |
8° la manière selon laquelle et le délai dans lequel le recours peut | 8° de wijze waarop en de termijn waarbinnen het beroep kan worden |
être introduit, ainsi que le tribunal de la police compétent. | ingesteld, alsook de bevoegde politierechtbank. |
L'ordre de paiement est réputé reçu le dixième jour ouvrable après la | Het bevel tot betalen wordt geacht te zijn ontvangen de tiende werkdag |
date de l'ordre de paiement visée à l'alinéa 3, 1°. | na de dagtekening van het bevel tot betalen bedoeld in het derde lid, |
Le paiement effectué dans le délai indiqué éteint l'action publique. | 1°. De betaling binnen deze termijn doet de strafvordering vervallen. |
§ 2. Celui qui a reçu l'ordre de paiement ou son avocat peut, dans les | § 2. De persoon die het bevel tot betalen heeft ontvangen of diens |
trente jours suivant le jour de la réception de celui-ci, introduire | advocaat kan binnen dertig dagen volgend op de dag van ontvangst van |
un recours contre l'ordre de paiement auprès du tribunal de police | het bevel tot betalen beroep aantekenen bij de politierechtbank |
compétent selon le lieu de l'infraction. Le recours est introduit par | bevoegd volgens de plaats van de overtreding. Het beroep wordt |
requête déposée au greffe du tribunal de police compétent ou par envoi | ingesteld bij een verzoekschrift dat neergelegd wordt op de griffie |
recommandé ou par courrier électronique, adressés au greffe. Dans ces | van de bevoegde politierechtbank of bij een aangetekende zending of |
derniers cas, la date d'envoi de l'envoi recommandé ou du courrier | via elektronische post die aan de griffie worden verzonden. In die |
électronique a valeur de date d'introduction de la requête. L'envoi | laatste gevallen geldt de datum van verzending van de aangetekende |
zending of van de elektronische post als datum waarop het | |
recommandé est réputé avoir été envoyé le troisième jour ouvrable | verzoekschrift werd ingediend. De aangetekende zending wordt geacht te |
précédant sa réception au greffe. | zijn verzonden de derde werkdag voor de ontvangst ervan op de griffie. |
La requête mentionne, à peine de nullité : | Op straffe van nietigheid vermeldt het verzoekschrift : |
1° le nom, le prénom et le domicile de la partie qui introduit le | 1° de naam, de voornaam en de woonplaats van de partij die beroep |
recours; | aantekent; |
2° le numéro du procès-verbal ou le numéro de système, mentionné sur | 2° het nummer van het proces-verbaal of het systeemnummer dat wordt |
l'ordre de paiement; 3° qu'il s'agit d'un recours contre un ordre de paiement; 4° les motifs du recours. Cette requête contient élection de domicile en Belgique, si le requérant n'y a pas son domicile. La requête est inscrite dans le registre prévu à cet effet. La prescription de l'action publique est suspendue à partir de la date de l'introduction de la requête jusqu'au jour du jugement définitif. Le requérant est convoqué par le greffier, par pli judiciaire, par envoi recommandé ou conformément à l'article 32ter du Code judiciaire, dans les trente jours de l'inscription de la requête au registre, à comparaître à l'audience fixée par le juge. Le greffier adresse au ministère public la copie de la requête et lui indique la date d'audience. Par le recours, la chambre pénale du Tribunal de police est saisie de l'intégralité de la cause et examine préalablement la recevabilité du recours. Si le recours est déclaré recevable, l'ordre de paiement est réputé non avenu. Le tribunal examine au fond les infractions qui fondent l'ordre de paiement et, si celles-ci s'avèrent établies, fait application de la loi pénale. | vermeld op het bevel tot betalen; 3° dat het om een beroep tegen het bevel tot betalen gaat; 4° de redenen van het beroep. Het verzoekschrift houdt keuze van woonplaats in België in, indien de verzoeker er zijn woonplaats niet heeft. Het verzoekschrift wordt ingeschreven in het daartoe bestemde register. De verjaring van de strafvordering wordt geschorst vanaf de dag dat het verzoekschrift wordt ingediend, tot de dag van het definitieve vonnis. De verzoeker wordt binnen een termijn van dertig dagen vanaf de inschrijving in het daartoe bestemde register door de griffier per gerechtsbrief, per aangetekende zending of overeenkomstig artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek opgeroepen om te verschijnen op de zitting die de rechter bepaalt. De griffier zendt een kopie van het verzoekschrift over aan de procureur des Konings en deelt hem de datum van de zitting mee. Het beroep maakt de zaak in zijn geheel aanhangig voor de strafrechtelijke kamer van de politierechtbank die eerst de ontvankelijkheid van het beroep beoordeelt. Indien het beroep ontvankelijk wordt verklaard, wordt het bevel tot betalen als niet bestaande beschouwd. De rechtbank beoordeelt de overtredingen die aan de grondslag liggen van het bevel tot betalen, ten gronde en maakt, indien deze bewezen worden verklaard, toepassing van de strafwet. |
La personne condamnée par défaut peut former opposition au jugement | De bij verstek veroordeelde kan tegen het vonnis in verzet komen |
conformément à la procédure visée à l'article 187 du Code | overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 187 van het Wetboek van |
d'instruction criminelle. | strafvordering. |
Le jugement rendu par le tribunal de la police est susceptible d'appel | Tegen de beslissing van de politierechtbank kan hoger beroep worden |
selon des dispositions prévues par le Code d'instruction criminelle. | ingesteld volgens de bepalingen opgenomen in het Wetboek van strafvordering. |
§ 3. Les ordres de paiement impayés, contre lesquels aucun recours n'a | § 3. De niet-betaalde bevelen tot betalen, waartegen geen beroep is |
été interjeté, et qui sont donc exigibles, sont déclarés exécutoires | aangetekend, en die dus invorderbaar zijn, worden door de procureur |
par le procureur du Roi ou le juriste de parquet mandaté par lui. | des Konings of de door hem aangestelde parketjurist uitvoerbaar verklaard. |
§ 4. [...] | § 4. [...] |
§ 5. Sans préjudice de l'application de l'article 27 de la loi du 5 | § 5. Onverminderd de toepassing van artikel 27 van de wet van 5 |
août 2006 relative à l'application du principe de reconnaissance | augustus 2006 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse |
mutuelle des décisions judiciaires en matière pénale entre les Etats | erkenning van beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de |
membres de l'Union européenne, le procureur du Roi donne l'ordre à | Europese Unie, geeft de procureur des Konings opdracht aan de |
l'administration qui, au sein du Service public fédéral Finances, est | administratie, die binnen de Federale Overheidsdienst Financiën |
compétente pour le recouvrement des créances non fiscales, de | bevoegd is voor de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen om |
recouvrer les sommes incluses dans les titres exécutoires visées au | de geldsommen opgenomen in de in paragraaf 3 bedoelde uitvoerbare |
paragraphe 3, selon les règles applicables à l'exécution forcée des | titels in te vorderen, volgens de regels van toepassing op de |
sanctions pénales, y compris la saisie-arrêt simplifiée visée à | gedwongen tenuitvoerlegging van strafrechtelijke geldboeten, met |
l'article 101 du Règlement général sur les frais de justice en matière | inbegrip van het vereenvoudigd derdenbeslag bedoeld in artikel 101 van |
répressive. | het Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken. |
§ 6. Le recouvrement est basé sur un extrait des titres exécutoires | § 6. De invordering gebeurt op basis van een uittreksel uit de in |
visée au paragraphe 3, rédigé par les fonctionnaires du Service public | paragraaf 3 bedoelde uitvoerbare titels, opgemaakt door de ambtenaren |
fédéral Finances chargés du recouvrement. | van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de invordering. |
[...] | [...] |
§ 7. [...] | § 7. [...] |
§ 8. Lorsque le contrevenant prouve qu'il n'a pas pu prendre | § 8. Als de overtreder aantoont dat hij geen kennis heeft kunnen nemen |
connaissance de l'ordre de paiement dans le délai visé au paragraphe | |
2, il peut encore introduire le recours visé au paragraphe 2 dans un | van het bevel tot betalen binnen de in paragraaf 2 bedoelde termijn om |
beroep in te dienen, kan hij dit beroep alsnog indienen binnen een | |
délai de quinze jours suivant le jour où il a eu connaissance de cet | termijn van vijftien dagen volgend op de dag waarop hij van dit bevel |
ordre ou suivant le premier acte de recouvrement de la somme effectué | kennis heeft gekregen of volgend op de eerste daad van invordering van |
par l'administration compétente du Service public fédéral Finances ou | de geldsom door of op vervolging van de bevoegde administratie van de |
à la poursuite de celle-ci. Les dispositions visées au paragraphe 2 | Federale Overheidsdienst Financiën. De in paragraaf 2 bedoelde |
sont applicables. | bepalingen zijn van toepassing. |
Dans ce cas, la prescription de l'action publique est suspendue à | In dat geval is de verjaring van de strafvordering geschorst vanaf de |
partir de la date à laquelle l'ordre de paiement est devenu exécutoire | dag waarop het bevel tot betalen van rechtswege uitvoerbaar is |
de plein droit jusqu'au jour où le contrevenant introduit le recours. | geworden tot de dag waarop de overtreder het beroep indient. |
§ 9. Les articles 49 et 96 du Code pénal et la loi du 1er août 1985 | § 9. De artikelen 49 en 96 van het Strafwetboek en de wet van 1 |
portant des mesures fiscales et autres, modifiée par la loi-programme | augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen gewijzigd bij de |
du 27 décembre 2004, s'appliquent à cette procédure. | programmawet van 27 december 2004, zijn op deze procedure van |
§ 10. Lorsque l'administration compétente au sein du Service public | toepassing. § 10. Wanneer de administratie die binnen de Federale Overheidsdienst |
fédéral Finances pour le recouvrement des créances non fiscales ne | Financiën bevoegd is voor de invordering van de niet-fiscale |
peut recouvrer la somme visée au paragraphe 1er dans un délai de trois | schuldvorderingen, de in paragraaf 1 bedoelde geldsom niet kan |
ans suivant la réception du titre exécutoire, elle en informe le | invorderen binnen een termijn van drie jaar na de ontvangst van de |
procureur du Roi. Le procureur du Roi ordonne sans délai la suspension | uitvoerbare titel, deelt zij dit mee aan de procureur des Konings. De |
du droit de conduire dans le chef du contrevenant d'un véhicule | procureur des Konings beveelt onverwijld de schorsing van het recht |
motorisé et en informe le contrevenant. | tot sturen in hoofde van de overtreder van een motorvoertuig en deelt |
dit mee aan de overtreder. | |
[...] ». | [...] ». |
B.2.1. A l'origine, l'ordre de paiement a été instauré par la loi du | B.2.1. Het bevel tot betalen is initieel ingevoerd bij de wet van 22 |
22 avril 2012 « visant à instaurer l'ordre de paiement pour les | april 2012 « betreffende de invoering van het bevel tot betalen na |
infractions à la législation sur la circulation routière » (ci-après : | inbreuken op de wetgeving inzake het wegverkeer » (hierna : de wet van |
la loi du 22 avril 2012) et visait à « éviter que des amendes restent | 22 april 2012) en had tot doel « te voorkomen dat boetes onbetaald |
impayées et à soulager les parquets de police » (Doc. parl., Chambre, | zouden blijven en de politieparketten te ontlasten » (Parl. St., |
2011-2012, DOC 53-2074/002, p. 3) : | Kamer, 2011-2012, DOC 53-2074/002, p. 3) : |
« L'ordre de paiement est intercalé après la perception immédiate et | « Het bevel tot betalen wordt na de onmiddellijke inning en eventueel |
éventuellement la transaction et avant la citation devant le tribunal | de minnelijke schikking en vóór de dagvaarding voor de |
de police, sans que le contrevenant ne perde le moindre droit ni que | politierechtbank geschoven zonder dat de overtreder enig recht |
les compétences du tribunal soient réduites » (ibid.). | verliest of de bevoegdheden van de rechtbank worden ingekort » |
Les travaux préparatoires de la loi-programme du 25 décembre 2016, qui | (ibid.). De parlementaire voorbereiding van de programmawet van 25 december |
a remplacé l'article 65/1 inséré par la loi du 22 avril 2012 dans la | 2016, die het bij de wet van 22 april 2012 in de Wegverkeerswet |
loi du 16 mars 1968, exposent : | ingevoegde artikel 65/1 heeft vervangen, vermeldt : |
« [C']est la dernière étape dans la procédure de l'extinction | « Het [...] is de laatste stap in de procedure van een eventueel |
éventuelle de l'action publique moyennant le paiement d'une somme » | verval van de strafvordering tegen betaling van een som » (Parl. St., |
(Doc. parl., Chambre, 2016-2017, DOC 54-2208/001, p. 28). | Kamer, 2016-2017, DOC 54-2208/001, p. 28). |
B.2.2. L'économie de procédure constituait donc l'une des raisons de | B.2.2. De proceseconomie vormde aldus één van de redenen tot het |
l'introduction de l'ordre de paiement dans la loi du 16 mars 1968. Le | invoeren van het bevel tot betalen in de Wegverkeerswet. De overtreder |
contrevenant qui ne paie pas et qui n'accepte pas une proposition de | die niet betaalt en niet ingaat op een voorstel tot minnelijke |
transaction reçoit un ordre de paiement exécutoire de plein droit, ce | schikking, ontvangt een van rechtswege uitvoerbaar bevel tot betalen, |
qui signifie que le procureur du Roi ne doit pas s'adresser au juge | waardoor de procureur des Konings geen beroep moet doen op de |
pénal pour contraindre le contrevenant au paiement effectif. | strafrechter om de overtreder tot effectieve betaling te dwingen. |
L'ordre de paiement constitue en principe le cinquième rappel pour | Het bevel tot betalen is in beginsel de vijfde aanmaning tot betalen : |
payer : « Ainsi, le contrevenant reçoit une perception immédiate, un | « De overtreder krijgt namelijk een onmiddellijke inning, een rappel |
rappel, une proposition de transaction et de nouveau un rappel avant | daarvan, een minnelijke schikking en opnieuw een rappel alvorens er |
que l'ordre de paiement soit promulgué » (Doc. parl., Chambre, | een bevel tot betalen wordt uitgevaardigd » (Parl. St., Kamer, |
2016-2017, DOC 54-2208/001, p. 29). Le contrevenant a donc déjà eu, à | 2016-2017, DOC 54-2208/001, p. 29). De overtreder heeft derhalve reeds |
plusieurs reprises, la possibilité de mettre un terme à l'action | op verschillende ogenblikken de kans gehad de strafvordering te doen |
publique en payant l'amende routière. | vervallen door het betalen van de verkeersboete. |
Quant au fond | Ten gronde |
B.3.1. Dans l'interprétation donnée par la juridiction a quo, | B.3.1. In de interpretatie van het verwijzende rechtscollege laat |
l'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 permet au ministère public, | artikel 65/1 van de Wegverkeerswet toe dat het openbaar ministerie, |
après que celui-ci a donné un ordre de paiement qui n'a pas été payé | nadat het een bevel tot betalen heeft gegeven dat niet werd betaald |
dans un délai de trente jours suivant le jour de la réception, de | binnen een termijn van dertig dagen volgend op de dag van ontvangst, |
citer le contrevenant devant le juge pénal et, partant, de mettre en | de overtreder dagvaardt voor de strafrechter en dus de strafvordering |
mouvement l'action publique. | op gang brengt. |
B.3.2. Il appartient en règle à la juridiction a quo d'interpréter les | B.3.2. Het staat in de regel aan het verwijzende rechtscollege om de |
dispositions qu'elle estime applicables, sous réserve d'une lecture | bepalingen die het van toepassing acht te interpreteren, onder |
manifestement erronée de la disposition en cause, ce qui n'est pas le | voorbehoud van een kennelijk verkeerde lezing van de in het geding |
cas en l'espèce. | zijnde bepaling, wat te dezen niet het geval is. |
L'article 65/1, § 1er, alinéa 5, de la loi du 16 mars 1968, inséré par | Artikel 65/1, § 1, vijfde lid, van de Wegverkeerswet, zoals ingevoegd |
l'article 29 de la loi du 28 novembre 2021 " visant à rendre la | bij artikel 29 van de wet van 28 november 2021 « om justitie |
justice plus humaine, plus rapide et plus ferme », prévoit en effet | menselijker, sneller en straffer te maken », bepaalt immers enkel dat |
uniquement que le paiement effectué dans un délai de trente jours | de betaling binnen een termijn van dertig dagen volgend op de dag van |
suivant le jour de la réception de l'ordre " éteint l'action publique | ontvangst van het bevel « de strafvordering [doet] vervallen ». Uit |
». L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 ne permet pas, en | artikel 65/1 van de Wegverkeerswet kan daarentegen niet worden |
revanche, de déduire que le fait de donner un ordre de paiement | afgeleid dat het geven van een bevel tot betalen op zich tot het |
aboutirait en soi à l'extinction de l'action publique. Cette | verval van de strafvordering zou leiden. Die bepaling verhindert het |
disposition n'empêche pas le ministère public, conformément à | openbaar ministerie niet om, in overeenstemming met artikel 28quater |
l'article 28quater du Code d'instruction criminelle, de juger de | van het Wetboek van strafvordering, te oordelen over de opportuniteit |
l'opportunité des poursuites et de mettre en mouvement l'action | van de vervolging en de strafvordering op gang te brengen zolang die |
publique aussi longtemps que celle-ci n'est pas éteinte. | niet is vervallen. |
B.4. La juridiction a quo constate que l'article 65/1 de la loi du 16 | B.4. Het verwijzende rechtscollege stelt vast dat artikel 65/1 van de |
mars 1968 ne prévoit pas que, dans l'hypothèse d'une citation par le | Wegverkeerswet niet erin voorziet dat, in geval van een dagvaarding |
ministère public, l'ordre de paiement est réputé non avenu, | door het openbaar ministerie, het bevel tot betalen voor niet |
contrairement à ce qui est le cas lorsque le contrevenant introduit | bestaande wordt gehouden, in tegenstelling tot wat het geval is |
devant le tribunal de police un recours contre l'ordre de paiement | wanneer de overtreder tegen het bevel tot betalen een beroep instelt |
(article 65/1, § 2, alinéa 8, de la loi du 16 mars 1968). Elle demande | bij de politierechtbank (artikel 65/1, § 2, achtste lid, van de |
dès lors à la Cour d'examiner si cette disposition, dans | Wegverkeerswet). Het vraagt daarom aan het Hof na te gaan of die |
l'interprétation mentionnée en B.3.1, est compatible avec les articles | bepaling, in de in B.3.1 vermelde interpretatie, bestaanbaar is met de |
10, 11 et 13 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6, | artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met |
paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, avec | artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
l'article 14, paragraphe 7, du Pacte international relatif aux droits | mens, met artikel 14, lid 7, van het Internationaal Verdrag inzake |
civils et politiques, avec l'article 4 du Protocole n° 7 à la | burgerrechten en politieke rechten, met artikel 4 van het Protocol nr. |
Convention européenne des droits de l'homme et avec le principe | 7 bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het |
général de droit non bis in idem. | algemeen rechtsbeginsel non bis in idem. |
B.5. La question préjudicielle n'indique pas en quoi l'article 65/1 de | B.5. De prejudiciële vraag vermeldt niet in welk opzicht artikel 65/1 |
la loi du 16 mars 1968 pourrait porter atteinte à l'article 13 de la | van de Wegverkeerswet afbreuk zou kunnen doen aan artikel 13 van de |
Constitution ou à l'article 6, paragraphe 1, de la Convention | Grondwet of aan artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de |
européenne des droits de l'homme, lu en combinaison avec les articles | |
10 et 11 de la Constitution. Lorsqu'en outre, comme c'est le cas en | rechten van de mens, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 |
van de Grondwet. Wanneer, daarenboven, zoals dat te dezen het geval | |
l'espèce, cela ne peut pas davantage se déduire de la décision de | is, zulks evenmin uit de verwijzingsbeslissing kan worden afgeleid, |
renvoi, la Cour ne dispose pas des éléments nécessaires pour statuer. | beschikt het Hof niet over de noodzakelijke elementen om uitspraak te |
En ce qu'il est demandé à la Cour de contrôler l'article 65/1 de la | doen. In zoverre het Hof wordt gevraagd om artikel 65/1 van de |
loi du 16 mars 1968 au regard de l'article 13 de la Constitution et de | Wegverkeerswet te toetsen aan artikel 13 van de Grondwet en aan |
l'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de | artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
l'homme, lus en combinaison avec les articles 10 et 11 de la | mens, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
Constitution, la question préjudicielle est irrecevable. | is de prejudiciële vraag niet ontvankelijk. |
B.6.1. Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une portée | B.6.1. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene |
générale. Ils interdisent toute discrimination, quelle qu'en soit | draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong |
l'origine : les règles constitutionnelles de l'égalité et de la | ervan : de grondwettelijke regels van de gelijkheid en van de |
non-discrimination sont applicables à l'égard de tous les droits et de | niet-discriminatie zijn toepasselijk ten aanzien van alle rechten en |
toutes les libertés, en ce compris ceux résultant des conventions | alle vrijheden, met inbegrip van die welke voortvloeien uit |
internationales liant la Belgique. | internationale verdragen die België binden. |
B.6.2. L'article 4 du Protocole n° 7 à la Convention européenne des | B.6.2. Artikel 4 van het Protocol nr. 7 bij het Europees Verdrag voor |
droits de l'homme dispose : " 1. Nul ne peut être poursuivi ou puni pénalement par les juridictions du même Etat en raison d'une infraction pour laquelle il a déjà été acquitté ou condamné par un jugement définitif conformément à la loi et à la procédure pénale de cet Etat. 2 Les dispositions du paragraphe précédent n'empêchent pas la réouverture du procès, conformément à la loi et à la procédure pénale de l'Etat concerné, si des faits nouveaux ou nouvellement révélés ou un vice fondamental dans la procédure précédente sont de nature à affecter le jugement intervenu. 3. Aucune dérogation n'est autorisée au présent article au titre de | de rechten van de mens bepaalt : « 1. Niemand wordt opnieuw berecht of gestraft in een strafrechtelijke procedure binnen de rechtsmacht van dezelfde Staat voor een strafbaar feit waarvoor hij reeds onherroepelijk is vrijgesproken of veroordeeld overeenkomstig de wet en het strafprocesrecht van die Staat. 2. De bepalingen van het voorgaande lid beletten niet de heropening van de zaak overeenkomstig de wet en het strafprocesrecht van de betrokken Staat, indien er aanwijzingen zijn van nieuwe of pas aan het licht gekomen feiten, of indien er sprake was van een fundamenteel gebrek in het vorige proces, die de uitkomst van de zaak zouden of zou kunnen beïnvloeden. |
l'article 15 de la Convention ». | 3. Afwijking van dit artikel krachtens artikel 15 van het Verdrag is |
B.6.3. L'article 14, paragraphe 7, du Pacte international relatif aux | niet toegestaan ». B.6.3. Artikel 14, lid 7, van het Internationaal Verdrag inzake |
droits civils et politiques dispose : | burgerrechten en politieke rechten bepaalt : |
« Niemand mag voor een tweede keer worden berecht of gestraft voor een | |
" Nul ne peut être poursuivi ou puni en raison d'une infraction pour | strafbaar feit waarvoor hij reeds overeenkomstig de wet en het |
laquelle il a déjà été acquitté ou condamné par un jugement définitif | procesrecht van elk land bij einduitspraak is veroordeeld of waarvan |
conformément à la loi et à la procédure pénale de chaque pays ». | hij is vrijgesproken ». |
B.6.4. En vertu du principe général de droit non bis in idem, nul ne | B.6.4. Krachtens het algemeen rechtsbeginsel non bis in idem mag |
peut être poursuivi ou puni une seconde fois en raison d'une | niemand voor een tweede keer worden berecht of gestraft voor een |
infraction pour laquelle il a déjà été acquitté ou condamné par un | strafbaar feit waarvoor hij reeds « overeenkomstig de wet en het |
jugement définitif " conformément à la loi et à la procédure pénale de | procesrecht van elk land » bij einduitspraak is veroordeeld of |
chaque pays ». Ce principe est également garanti par l'article 4 du | waarvoor hij is vrijgesproken. Dat beginsel wordt eveneens gewaarborgd |
Protocole n° 7 à la Convention européenne des droits de l'homme et par | in artikel 4 van het Protocol nr. 7 bij het Europees Verdrag voor de |
l'article 14, paragraphe 7, du Pacte international relatif aux droits | rechten van de mens en artikel 14, lid 7, van het Internationaal |
civils et politiques. | Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. |
Le principe non bis in idem interdit " de poursuivre ou de juger une | Het beginsel non bis in idem verbiedt « een persoon te vervolgen of te |
personne pour une seconde ` infraction ' pour autant que celle-ci a | berechten voor een tweede ` misdrijf ' voor zover identieke feiten of |
pour origine des faits identiques ou des faits qui sont en substance | feiten die in hoofdzaak dezelfde zijn, eraan ten grondslag liggen » |
les mêmes » (CEDH, grande chambre, 10 février 2009, Zolotoukhine c. | (EHRM, grote kamer, 10 februari 2009, Zolotoukhine t. Rusland, |
Russie, ECLI:CE:ECHR:2009:0210JUD001493903, § 82). | ECLI:CE:ECHR:2009:0210JUD001493903, § 82). |
B.7.1. Afin de déterminer si le principe non bis in idem est | B.7.1. Teneinde te bepalen of het beginsel non bis in idem van |
d'application, il doit être établi que la mesure en cause est de | toepassing is, dient vast te staan dat de in het geding zijnde |
nature pénale (voy. CEDH, grande chambre, 8 juillet 2019, Mihalache c. | maatregel van strafrechtelijke aard is (zie EHRM, grote kamer, 8 juli |
Roumanie, ECLI:CE:ECHR:2019:0708JUD005401210, § 50; grande chambre, 15 novembre 2016, A et B c. Norvège, ECLI:CE:ECHR:2016:1115JUD002413011, | 2019, Mihalache t. Roemenië, ECLI:CE:ECHR:2019:0708JUD005401210, § 50; grote kamer, 15 november 2016, A en B t. Noorwegen, |
§§ 101-134; 31 mai 2011, Kurdov et Ivanov c. Bulgarie, | ECLI:CE:ECHR:2016:1115JUD002413011, §§ 101-134; 31 mei 2011, Kurdov en |
Ivanov t. Bulgarije, ECLI:CE:ECHR:2011:0531JUD001613704, §§ 35-46; | |
ECLI:CE:ECHR:2011:0531JUD001613704, §§ 35-46, grande chambre, 10 | grote kamer, 10 februari 2009, Zolotoukhine t. Rusland, voormeld, §§ |
février 2009, Zolotoukhine c. Russie, précité, §§ 52-57 et 70-84). | 52-57, 70-84). |
B.7.2. Une mesure constitue une sanction pénale au sens de l'article | B.7.2. Een maatregel is een strafsanctie in de zin van artikel 6, lid |
6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, si | 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, indien hij |
elle a un caractère pénal selon sa qualification en droit interne ou | volgens de internrechtelijke kwalificatie een strafrechtelijk karakter |
s'il ressort de la nature de l'infraction, à savoir la portée générale | heeft, of indien uit de aard van het strafbaar feit, namelijk de |
et le caractère préventif et répressif de la sanction, qu'il s'agit | algemene draagwijdte en het preventieve en repressieve doel van de |
bestraffing, blijkt dat het om een strafsanctie gaat, of nog indien | |
d'une sanction pénale ou encore s'il ressort de la nature et de la | uit de aard en de ernst van de sanctie die de betrokkene ondergaat, |
sévérité de la sanction subie par l'intéressé qu'elle a un caractère | blijkt dat hij een bestraffend en daardoor ontradend karakter heeft |
punitif et donc dissuasif (CEDH, grande chambre, 8 juillet 2019, | (EHRM, grote kamer, 8 juli 2019, Mihalache t. Roemenië, voormeld, §§ |
Mihalache c. Roumanie, précité, §§ 53-55; grande chambre, 15 novembre | 53-55; grote kamer, 15 november 2016, A en B t. Noorwegen, voormeld, |
2016, A et B c. Norvège, précité, §§ 105-107; grande chambre, 10 | §§ 105-107; grote kamer, 10 februari 2009, Zolotoukhine t. Rusland, |
février 2009, Zolotoukhine c. Russie, précité, § 53; grande chambre, 23 novembre 2006, Jussila c. Finlande, | voormeld, § 53; grote kamer, 23 november 2006, Jussila t. Finland, |
ECLI:CE:ECHR:2006:1123JUD007305301, §§ 30-31). Les mêmes critères | ECLI:CE:ECHR:2006:1123JUD007305301, §§ 30-31). Dezelfde criteria |
valent dans le cadre de l'application de l'article 4 du Protocole n° 7 | gelden voor de toepassing van artikel 4 van het Protocol nr. 7 bij |
à la même Convention, qui a une portée analogue à celle de l'article | hetzelfde Verdrag, dat een soortgelijke draagwijdte heeft als artikel |
14, paragraphe 7, du Pacte international relatif aux droits civils et | 14, lid 7, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en |
politiques (CEDH, grande chambre, 8 juillet 2019, Mihalache c. | politieke rechten (EHRM, grote kamer, 8 juli 2019, Mihalache t. |
Roumanie, précité, § 55; grande chambre, 15 novembre 2016, A et B c. | Roemenië, voormeld, § 55; grote kamer, 15 november 2016, A en B t. |
Norvège, précité, § 107). | Noorwegen, voormeld, § 107). |
B.7.3. La réglementation relative à l'ordre de paiement ne vise pas à | B.7.3. De regeling van het bevel tot betalen strekt niet tot het |
infliger une peine au sens de l'article 1er du Code pénal, mais | opleggen van een straf in de zin van artikel 1 van het Strafwetboek, |
maar uitsluitend tot het creëren van een uitvoerbare titel (Cass., 1 | |
uniquement à créer un titre exécutoire (Cass., 1er juin 2021, | juni 2021, P.21.0325.N, ECLI:BE:CASS:2021:CONC.20210601.2N.5, punt 3; |
P.21.0325.N, ECLI:BE:CASS:2021:CONC.20210601.2N.5, point 3; 22 juin | 22 juni 2021, P.21.0478.N, ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20210622.2N.17, punt |
2021, P.21.0478.N, ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20210622.2N.17, point 3). | 3). Evenwel beoogt de regeling van het bevel tot betalen bij te dragen tot |
Toutefois, la réglementation relative à l'ordre de paiement entend | de handhaving van de verkeerswetgeving. Het bevel tot betalen wordt |
contribuer à faire respecter la législation en matière de roulage. | gegeven wegens het plegen van een verkeersmisdrijf en laat de |
L'ordre de paiement est donné pour avoir commis une infraction de | procureur des Konings toe geen beroep te doen op de strafrechter om de |
roulage et permet au procureur du Roi de ne pas s'adresser au juge | overtreder tot effectieve betaling te dwingen. Die regeling heeft dus |
pénal pour contraindre le contrevenant au paiement effectif. Cette | een algemene draagwijdte en streeft zowel een preventief als een |
réglementation a donc une portée générale et poursuit tant un but | repressief doel na. Het te betalen bedrag wordt bovendien vastgesteld |
préventif que répressif. La somme à payer est en outre fixée sur la | op basis van de op de overtreding toepasselijke geldsom, die wordt |
base de la somme prévue pour l'infraction, majorée de 35 % et, le cas | verhoogd met 35 % en in voorkomend geval met de bijdrage voor het |
échéant, de la contribution au Fonds spécial d'aide aux victimes | bijzonder Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke |
d'actes intentionnels de violence et aux sauveteurs occasionnels, | gewelddaden en aan de occasionele redders, alsook met een |
ainsi que d'une redevance administrative (article 65/1, § 1er, de la | administratieve toeslag (artikel 65/1, § 1, van de Wegverkeerswet). |
loi du 16 mars 1968). Lorsque l'administration compétente ne peut | Wanneer de bevoegde administratie de verschuldigde geldsom niet kan |
recouvrer la somme due dans un délai de trois ans suivant la réception | invorderen binnen een termijn van drie jaar na de ontvangst van de |
du titre exécutoire, le procureur du Roi ordonne " sans délai la | uitvoerbare titel, beveelt de procureur des Konings « onverwijld de |
suspension du droit de conduire dans le chef du contrevenant d'un | schorsing van het recht tot sturen in hoofde van de overtreder van een |
véhicule motorisé et en informe le contrevenant » (article 65/1, § 10, | motorvoertuig en deelt [hij] dit mee aan de overtreder » (artikel |
alinéa 1er, de la loi du 16 mars 1968). Eu égard à sa nature et à sa | 65/1, § 10, eerste lid, van de Wegverkeerswet). Het bevel tot betalen |
sévérité, l'ordre de paiement revêt dès lors aussi un caractère | heeft bijgevolg ook, gelet op de aard en de ernst ervan, een |
punitif et donc dissuasif. | bestraffend en daardoor ontradend karakter. |
Il découle de ce qui précède que la réglementation relative à l'ordre | Uit het bovenstaande volgt dat de regeling van het bevel tot betalen |
de paiement est de nature pénale et que le principe non bis in idem, | van strafrechtelijke aard is en dat het beginsel non bis in idem, |
garanti par l'article 4 du Protocole n° 7 à la Convention européenne | zoals gewaarborgd bij artikel 4 van het Protocol nr. 7 bij het |
des droits de l'homme et par l'article 14, paragraphe 7, du Pacte | Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 14, lid 7, van |
international relatif aux droits civils et politiques, s'y applique. | het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, |
erop van toepassing is. | |
B.8.1. Pour déterminer si le principe non bis in idem est violé en ce | B.8.1. Om te bepalen of het beginsel non bis in idem is geschonden in |
que le ministère public peut citer une personne à laquelle il a déjà | zoverre het openbaar ministerie een persoon kan dagvaarden aan wie het |
donné un ordre de paiement pour les mêmes faits, la Cour doit ensuite | reeds een bevel tot betalen heeft gegeven voor dezelfde feiten, dient |
vérifier dans quelle mesure un tel ordre peut être considéré comme " | het Hof vervolgens na te gaan in welke mate een dergelijk bevel kan |
un acquittement ou une condamnation par un jugement définitif » (CEDH, | worden beschouwd als « een vrijspraak of een veroordeling bij een |
grande chambre, 8 juillet 2019, Mihalache c. Roumanie, précité, §§ | definitieve uitspraak » (EHRM, grote kamer, 8 juli 2019, Mihalache t. |
87-92). Le principe non bis in idem s'oppose en effet à la répétition | Roemenië, voormeld, §§ 87-92). Het beginsel non bis in idem verzet |
de procédures pénales définitivement clôturées (ibid., § 81; CEDH, | zich immers tegen een herhaling van strafrechtelijke procedures die |
grande chambre, 10 février 2009, Zolotoukhine c. Russie, précité, § | definitief zijn beëindigd (ibid., § 81; EHRM, grote kamer, 10 februari |
107). | 2009, Zolotoukhine t. Rusland, voormeld, § 107). |
Les notions d'" acquittement » et de " condamnation » supposent que la | De begrippen « vrijspraak » en « veroordeling » veronderstellen dat er |
responsabilité pénale de l'intéressé a été établie en fait et en droit | een beoordeling in feite en in rechte heeft plaatsgevonden van de |
strafrechtelijke aansprakelijkheid van de betrokkene, door een | |
par une instance compétente à cet effet, laquelle peut, le cas | instantie die daartoe bevoegd is en die daarvoor desgevallend een |
échéant, y imposer une sanction (CEDH, grande chambre, 8 juillet 2019, | sanctie kan opleggen (EHRM, grote kamer, 8 juli 2019, Mihalache t. |
Mihalache c. Roumanie, précité, § 97). Il n'est pas nécessaire que | Roemenië, voormeld, § 97). Het is niet noodzakelijk dat de vrijspraak |
l'acquittement ou la condamnation soit prononcé par une juridiction | of de veroordeling wordt uitgesproken door een rechtscollege (ibid., § |
(ibid., § 95). | 95). |
Pour apprécier le caractère définitif ou non de l'acquittement ou de | Bij de beoordeling van het al dan niet definitieve karakter van de |
la condamnation, il convient de tenir compte des " voies de recours | vrijspraak of de veroordeling, moet rekening worden gehouden met de « |
ordinaires » dont les parties concernées disposent conformément au | gewone rechtsmiddelen » waarover de betrokken partijen overeenkomstig |
droit interne, ainsi que des délais pour introduire ces voies de | het interne recht beschikken en met de termijnen om die rechtsmiddelen |
recours. Une décision est définitive lorsqu'elle est irrévocable, ce | in te stellen. Een beslissing is definitief wanneer zij onherroepelijk |
qui suppose qu'elle n'est plus susceptible d'une voie de recours | is, hetgeen veronderstelt dat zij niet meer vatbaar is voor een gewoon |
ordinaire, que les parties ont épuisé ces voies de recours ou ont | rechtsmiddel, dat de partijen de gewone rechtsmiddelen hebben uitgeput |
laissé passer les délais sans les exercer (ibid., § 109; grande | of dat de termijnen om die rechtsmiddelen uit te oefenen zijn |
chambre, 10 février 2009, Zolotoukhine c. Russie, précité, § 107). Le | verstreken (ibid., § 109; grote kamer, 10 februari 2009, Zolotoukhine |
droit interne doit en outre satisfaire au respect du principe de la | t. Rusland, voormeld, § 107). Het interne recht moet bovendien voldoen |
sécurité juridique. Cela implique que, d'une part, la possibilité | aan het vereiste van rechtszekerheid. Zulks impliceert dat, enerzijds, |
d'introduire la voie de recours doit être délimitée dans le temps et, | de mogelijkheid om het rechtsmiddel in te stellen moet zijn afgebakend |
d'autre part, que les modalités de son exercice soient claires pour | in de tijd en, anderzijds, de modaliteiten om dat rechtsmiddel uit te |
les parties (CEDH, grande chambre, 8 juillet 2019, Mihalache c. | oefenen duidelijk zijn voor de partijen (EHRM, grote kamer, 8 juli |
Roumanie, précité, § 115). | 2019, Mihalache t. Roemenië, voormeld, § 115). |
B.8.2. La décision du ministère public de classer sans suite une | B.8.2. De beslissing van het openbaar ministerie om een strafzaak te |
affaire pénale n'équivaut pas à un acquittement ni à une condamnation | seponeren, vormt geen definitieve vrijspraak of veroordeling in de zin |
définitifs au sens de l'article 4 du Protocole n° 7 à la Convention | van artikel 4 van het Protocol nr. 7 bij het Europees Verdrag voor de |
européenne des droits de l'homme (ibid., § 96; grande chambre, 27 mai | rechten van de mens (ibid., § 96; grote kamer, 27 mei 2014, Margus t. |
2014, Margus c. Croatie, ECLI:CE:ECHR:2014:0527JUD000445510, § 120). | Kroatië, ECLI:CE:ECHR:2014:0527JUD000445510, § 120). Er is daarentegen |
Il s'agit, en revanche, d'une condamnation définitive lorsque, sur la | sprake van een definitieve veroordeling wanneer het openbaar |
base des éléments de preuve disponibles, le ministère public a établi | ministerie op basis van het beschikbare bewijsmateriaal de |
la responsabilité pénale d'un suspect et a clôturé les poursuites | strafrechtelijke aansprakelijkheid van een verdachte heeft beoordeeld |
pénales par la voie d'une procédure extrajudiciaire en infligeant une | en de strafvervolging buitengerechtelijk heeft afgehandeld door een |
sanction à caractère répressif et punitif, qui est devenue exécutoire | sanctie met een repressief en bestraffend karakter op te leggen, die |
uitvoerbaar is geworden na het verstrijken van een beroepstermijn | |
à l'expiration d'un délai de recours (CEDH, grande chambre, 8 juillet | (EHRM, grote kamer, 8 juli 2019, Mihalache t. Roemenië, voormeld, §§ |
2019, Mihalache c. Roumanie, précité, §§ 96-101). | 96-101). |
B.9.1. Comme il est dit en B.3.2, le paiement dans le délai de trente | B.9.1. Zoals is vermeld in B.3.2, doet de betaling binnen de termijn |
jours suivant le jour de la réception de l'ordre de paiement éteint | van dertig dagen volgend op de dag van ontvangst van het bevel tot |
l'action publique (article 65/1, § 1er, alinéa 5, de la loi du 16 mars | betalen de strafvordering vervallen (artikel 65/1, § 1, vijfde lid, |
1968). Pendant le même délai, celui qui a reçu l'ordre de paiement | van de Wegverkeerswet). Binnen diezelfde termijn kan de persoon die |
peut introduire un recours contre cet ordre devant le tribunal de | het bevel tot betalen heeft ontvangen daartegen beroep aantekenen bij |
police. Si le recours est déclaré recevable, l'ordre de paiement est | de politierechtbank. Indien het beroep ontvankelijk wordt verklaard, |
réputé non avenu (article 65/1, § 2, de la loi du 16 mars 1968). | wordt het bevel tot betalen als niet bestaande beschouwd (artikel 65/1, § 2, van de Wegverkeerswet). |
B.9.2. Avec l'ordre de paiement, le législateur a entendu permettre au | B.9.2. Met het bevel tot betalen heeft de wetgever beoogd om het |
openbaar ministerie in staat te stellen een uitvoerbare titel op te | |
ministère public de créer un titre exécutoire, de manière qu'il ne | maken, zodat geen beroep moet worden gedaan op de strafrechter om een |
faille pas saisir le juge pénal pour contraindre au paiement un | overtreder aan wie voorafgaandelijk een minnelijke schikking is |
contrevenant auquel une transaction a préalablement été proposée. | voorgesteld, tot betaling te dwingen. |
B.9.3. L'article 65/1, § 3, de la loi du 16 mars 1968 dispose que " | B.9.3. Artikel 65/1, § 3, van de Wegverkeerswet bepaalt dat « de |
les ordres de paiement impayés, contre lesquels aucun recours n'a été | niet-betaalde bevelen tot betalen, waartegen geen beroep is |
interjeté, et qui sont donc exigibles, sont déclarés exécutoires par | aangetekend, en die dus invorderbaar zijn, [...] door de procureur des |
le procureur du Roi ou le juriste de parquet mandaté par lui ». En | Konings of de door hem aangestelde parketjurist uitvoerbaar [worden] |
vertu de l'article 65/1, § 5, de la loi du 16 mars 1968, " le | verklaard ». Krachtens artikel 65/1, § 5, van de Wegverkeerswet geeft |
procureur du Roi donne l'ordre à l'administration qui, au sein du | « de procureur des Konings opdracht aan de administratie, die binnen |
Service public fédéral Finances, est compétente pour le recouvrement | de Federale Overheidsdienst Financiën bevoegd is voor de invordering |
van niet-fiscale schuldvorderingen om de geldsommen opgenomen in de in | |
des créances non fiscales, de recouvrer les sommes incluses dans les | paragraaf 3 bedoelde uitvoerbare titels in te vorderen, volgens de |
titres exécutoires visées au paragraphe 3, selon les règles | regels van toepassing op de gedwongen tenuitvoerlegging van |
applicables à l'exécution forcée des sanctions pénales ». | strafrechtelijke geldboeten ». |
Il découle de l'article 65/1, § 3, de la loi du 16 mars 1968 que, pour | Uit artikel 65/1, § 3, van de Wegverkeerswet volgt dat, opdat het |
permettre l'exécution forcée de l'ordre de paiement, il faut, de la | bevel tot betalen gedwongen ten uitvoer kan worden gelegd, een |
part du ministère public, une décision explicite déclarant l'ordre de | uitdrukkelijke beslissing tot uitvoerbaarverklaring vanwege het |
paiement exécutoire. Le mot " sont » contenu dans cette disposition ne | openbaar ministerie vereist is. Het woord « worden » in die bepaling |
saurait raisonnablement être interprété en ce sens que le ministère | kan redelijkerwijze niet zo worden geïnterpreteerd dat het openbaar |
public, après que le contrevenant n'a pas payé l'ordre de paiement | ministerie, nadat de overtreder het bevel tot betalen niet heeft |
dans le délai de trente jours et en l'absence d'un recours introduit | betaald binnen de termijn van dertig dagen en bij gebrek aan een |
contre celui-ci, serait obligé de déclarer l'ordre exécutoire et ne | beroep daartegen, ertoe verplicht zou zijn het bevel uitvoerbaar te |
disposerait donc plus d'aucun pouvoir d'appréciation pour intenter | verklaren en dus niet langer over enige beoordelingsbevoegdheid zou |
tout de même l'action publique. Une telle interprétation serait | beschikken om alsnog de strafvordering op gang te brengen. Een |
incompatible avec l'article 65/1, § 1er, alinéa 5, de la loi du 16 | dergelijke interpretatie zou niet verzoenbaar zijn met artikel 65/1, § |
mars 1968, dont il découle que seul le paiement dans un délai de | 1, vijfde lid, van de Wegverkeerswet, waaruit volgt dat enkel de |
trente jours éteint l'action publique. La décision de déclarer l'ordre | betaling binnen een termijn van dertig dagen de strafvordering doet |
vervallen. De beslissing om het bevel tot betalen uitvoerbaar te | |
de paiement exécutoire ou de citer le contrevenant appartient dès lors | verklaren dan wel de overtreder te dagvaarden, komt derhalve toe aan |
au ministère public qui, dans le cadre de sa politique en matière de | het openbaar ministerie, dat binnen het kader van zijn beleid inzake |
recherche et de poursuite, juge de manière discrétionnaire de | de opsporing en de vervolging op discretionaire wijze oordeelt over de |
l'opportunité des poursuites (voy. l'article 151, § 1er, de la | opportuniteit van de vervolging (zie artikel 151, § 1, van de Grondwet |
Constitution et l'article 28quater, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle). | en artikel 28quater, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering). |
B.9.4. Le contrevenant qui, sans introduire un recours, omet de donner | B.9.4. De overtreder die, zonder beroep in te stellen, nalaat binnen |
suite à l'ordre de paiement dans le délai de trente jours à partir de | de termijn van dertig dagen vanaf de ontvangst gevolg te geven aan het |
bevel tot betalen, legt zijn vijfde opeenvolgende aanmaning tot | |
la réception de celui-ci, ignore son cinquième rappel successif de | betaling naast zich neer. Door erin te voorzien dat de betaling binnen |
paiement. En prévoyant que le paiement dans un délai de trente jours | een termijn van dertig dagen de strafvordering doet vervallen, geeft |
éteint l'action publique, l'article 65/1, § 1er, alinéa 5, de la loi | artikel 65/1, § 1, vijfde lid, van de Wegverkeerswet duidelijk het |
du 16 mars 1968 indique clairement le moment auquel l'action publique | ogenblik aan waarop de strafvordering vervalt. De overtreder weet of |
est éteinte. Le contrevenant sait ou doit dès lors savoir qu'une | behoort aldus te weten dat een gebrek aan betaling als gevolg kan |
omission de paiement peut avoir pour effet que le ministère public, | hebben dat het openbaar ministerie, zolang de strafvordering niet is |
aussi longtemps que l'action publique n'est pas prescrite, procède à | verjaard, overgaat tot dagvaarding. Wanneer het openbaar ministerie, |
une citation. Lorsqu'au lieu de déclarer l'ordre de paiement | in plaats van het bevel tot betalen uitvoerbaar te verklaren, de zaak |
exécutoire, le ministère public saisit le juge pénal de l'affaire, il | aanhangig maakt bij de strafrechter, kiest het ervoor de |
choisit de mettre en mouvement l'action publique afin que le juge | strafvordering op gang te brengen, opdat de rechter de overtredingen |
examine au fond les infractions qui fondent l'ordre de paiement et, si | die ten grondslag liggen aan het bevel tot betalen ten gronde |
celles-ci s'avèrent établies, fasse application de la loi pénale. Ce | beoordeelt en, indien deze bewezen worden verklaard, toepassing maakt |
choix du ministère public implique nécessairement aussi la décision | van de strafwet. Die keuze van het openbaar ministerie impliceert |
tacite de ne plus traiter l'affaire par la voie d'une procédure | noodzakelijkerwijze ook de stilzwijgende beslissing om de zaak niet |
extrajudiciaire et de ne pas déclarer l'ordre de paiement exécutoire. | langer buitengerechtelijk af te handelen en het bevel tot betalen niet |
uitvoerbaar te verklaren. | |
B.9.5. Une fois que l'ordre de paiement est déclaré exécutoire | B.9.5. Zodra het bevel tot betalen uitvoerbaar is verklaard |
conformément à l'article 65/1, § 3, de la loi du 16 mars 1968, cette | overeenkomstig artikel 65/1, § 3, van de Wegverkeerswet, voorziet die |
disposition ne prévoit toutefois pas la possibilité pour le ministère | bepaling evenwel niet in een mogelijkheid voor het openbaar ministerie |
public de revenir sur cette déclaration. Dès que l'ordre de paiement a | om daar nog op terug te komen. Vanaf de uitvoerbaarverklaring is er |
été rendu exécutoire, il s'agit dès lors d'une condamnation définitive | bijgevolg sprake van een definitieve veroordeling in de zin van het |
au sens du principe non bis in idem. Ce principe s'oppose à ce que | beginsel non bis in idem. Dat beginsel verzet zich ertegen dat in een |
l'action publique, dans une telle situation, soit tout de même mise en | dergelijke situatie voor in wezen dezelfde feiten de strafvordering |
mouvement par voie de citation, pour les mêmes faits en réalité. | alsnog op gang wordt gebracht door middel van een dagvaarding. |
B.10.1. Il découle de ce qui précède que l'article 65/1 de la loi du | B.10.1. Uit het bovenstaande volgt dat artikel 65/1 van de |
16 mars 1968 n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la | Wegverkeerswet niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution, lus en combinaison avec l'article 14, paragraphe 7, du | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 14, lid 7, van het |
Pacte international relatif aux droits civils et politiques, avec | Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, met |
l'article 4 du Protocole n° 7 à la Convention européenne des droits de | artikel 4 van het Protocol nr. 7 bij het Europees Verdrag voor de |
l'homme et avec le principe général de droit non bis in idem, mais | rechten van de mens en met het algemeen rechtsbeginsel non bis in |
uniquement en ce que cette disposition ne prévoit pas que la | idem, maar uitsluitend in zoverre die bepaling niet erin voorziet dat |
déclaration du ministère public rendant l'ordre de paiement exécutoire | de uitvoerbaarverklaring van het bevel tot betalen door het openbaar |
éteint l'action publique. | ministerie de strafvordering doet vervallen. |
B.10.2. L'inconstitutionnalité ainsi constatée par la Cour est | B.10.2. De aldus door het Hof vastgestelde ongrondwettigheid is |
exprimée en des termes suffisamment précis et complets qui permettent | uitgedrukt in voldoende precieze en volledige bewoordingen die |
l'application de l'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 dans le | toelaten artikel 65/1 van de Wegverkeerswet toe te passen met |
respect des normes de référence sur la base desquelles la Cour exerce | inachtneming van de referentienormen op grond waarvan het Hof zijn |
son contrôle. Par conséquent, il appartient à la juridiction a quo, | toetsingsbevoegdheid uitoefent. Bijgevolg komt het, in afwachting van |
dans l'attente de l'intervention du législateur, de mettre fin à la | het optreden van de wetgever, het verwijzende rechtscollege toe een |
violation de ces normes, en examinant si le ministère public, avant | einde te maken aan de schending van die normen, door na te gaan of het |
que celui-ci ait cité le contrevenant, avait déjà déclaré l'ordre de | openbaar ministerie, voordat het de overtreder heeft gedagvaard, het |
paiement exécutoire. Dans ce cas, la juridiction a quo doit déclarer | bevel tot betalen reeds uitvoerbaar had verklaard. In dat geval dient |
het verwijzende rechtscollege de vordering van het openbaar ministerie | |
l'action du ministère public irrecevable. | onontvankelijk te verklaren. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 " relative à la police de la | Artikel 65/1 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie |
circulation routière » viole les articles 10 et 11 de la Constitution, | over het wegverkeer » schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
lus en combinaison avec l'article 14, paragraphe 7, du Pacte | in samenhang gelezen met artikel 14, lid 7, van het Internationaal |
international relatif aux droits civils et politiques, avec l'article | Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, met artikel 4 van |
4 du Protocole n° 7 à la Convention européenne des droits de l'homme | het Protocol nr. 7 bij het Europees Verdrag voor de rechten van de |
et avec le principe général de droit non bis in idem, en ce que cette | mens en met het algemeen rechtsbeginsel non bis in idem, in zoverre |
disposition ne prévoit pas que la déclaration du ministère public | die bepaling niet erin voorziet dat de uitvoerbaarverklaring van het |
rendant l'ordre de paiement exécutoire éteint l'action publique. | bevel tot betalen door het openbaar ministerie de strafvordering doet vervallen. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 23 novembre 2023. | op 23 november 2023. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
N. Dupont L. Lavrysen | N. Dupont L. Lavrysen |