← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 1/2023 du 12 janvier 2023 Numéro du rôle : 7620 En cause : les
questions préjudicielles relatives aux articles 27 et 72 de la loi du 15 décembre 1980 « sur l'accès
au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloigneme La Cour constitutionnelle, composée des
présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Gie(...)"
Extrait de l'arrêt n° 1/2023 du 12 janvier 2023 Numéro du rôle : 7620 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 27 et 72 de la loi du 15 décembre 1980 « sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloigneme La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Gie(...) | Uittreksel uit arrest nr. 1/2023 van 12 januari 2023 Rolnummer 7620 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 27 en 72 van de wet van 15 december 1980 « betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging e Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 1/2023 du 12 janvier 2023 | Uittreksel uit arrest nr. 1/2023 van 12 januari 2023 |
Numéro du rôle : 7620 | Rolnummer 7620 |
En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 27 et | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 27 en 72 van |
72 de la loi du 15 décembre 1980 « sur l'accès au territoire, le | de wet van 15 december 1980 « betreffende de toegang tot het |
séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers », posées par | grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van |
le Tribunal de première instance francophone de Bruxelles. | vreemdelingen », gesteld door de Franstalige Rechtbank van eerste |
aanleg te Brussel. | |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de |
Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters, S. | rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. |
de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt et K. Jadin, assistée du greffier | Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, |
P.-Y. Dutilleux, présidée par le président P. Nihoul, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 2 juillet 2021, dont l'expédition est parvenue au | Bij vonnis van 2 juli 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het |
greffe de la Cour le 4 août 2021, le Tribunal de première instance | Hof is ingekomen op 4 augustus 2021, heeft de Franstalige Rechtbank |
francophone de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes | van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
: « 1. Dans l'interprétation selon laquelle il n'implique pas | « 1. Schendt artikel 72, vierde lid, van de wet van 15 december 1980, |
l'application de l'article 31, § 3 de la loi du 20 juillet 1990 | in de interpretatie volgens welke het niet de toepassing inhoudt van |
relative à la détention préventive au pourvoi en cassation introduit | artikel 31, § 3, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige |
contre l'arrêt de la chambre des mises en accusation statuant en | hechtenis op het cassatieberoep dat is ingesteld tegen het arrest van |
matière de privation de liberté administrative d'un étranger, | de kamer van inbeschuldigingstelling waarbij uitspraak wordt gedaan |
l'article 72, alinéa 4 de la loi du 15 décembre 1980 viole-t-i1 les | inzake administratieve vrijheidsberoving van een vreemdeling, de |
articles 10 et 11 de la Constitution lus en combinaison avec les | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de |
articles 5, § 4, et 13 de la Convention européenne de sauvegarde des | artikelen 5, lid 4, en 13 van het Europees Verdrag tot bescherming van |
droits de l'homme, en ce qu'il crée une différence de traitement | de rechten van de mens, in zoverre het een onverantwoord verschil in |
injustifiée entre un justiciable privé de liberté dans le cadre d'une | behandeling creëert tussen een rechtzoekende die van zijn vrijheid is |
détention préventive et un étranger en séjour illégal privé de liberté | beroofd in het kader van een voorlopige hechtenis en een illegaal op |
het grondgebied verblijvende vreemdeling die van zijn vrijheid is | |
dans le cadre d'une détention administrative en application de la loi | beroofd in het kader van een administratieve hechtenis met toepassing |
du 15 décembre 1980 ? | van de wet van 15 december 1980 ? |
2. Dans l'interprétation selon laquelle il autorise l'adoption d'une | 2. Schendt artikel 27, § 3, artikel 12 van de Grondwet, al dan niet in |
nouvelle décision de privation de liberté se substituant à une | samenhang gelezen met de artikelen 5 en 13 van het Europees Verdrag |
décision de prolongation de détention et ayant pour triple effet de : | tot bescherming van de rechten van de mens, in de interpretatie |
- rendre sans objet le recours judiciaire portant sur la légalité de | volgens welke het toestaat om een nieuwe beslissing tot |
l'ancien titre de privation de liberté; | vrijheidsberoving te nemen die in de plaats treedt van een beslissing |
- mettre à néant la durée de détention déjà encourue et, partant, | tot verlenging van de hechtenis en die als drievoudig gevolg heeft dat : |
prolonger de manière imprévisible le délai de détention; | - het gerechtelijk beroep betreffende de wettigheid van de vroegere |
titel van vrijheidsberoving zonder voorwerp wordt; | |
- soustraire l'étranger aux garanties reconnues pour les détentions de | - de reeds opgelopen hechtenisduur wordt tenietgedaan en de |
longue durée, telles que notamment le contrôle mensuel du respect des | hechtenistermijn bijgevolg op onvoorzienbare wijze wordt verlengd; |
conditions de détention; | - de vreemdeling wordt onttrokken aan de waarborgen die zijn toegekend |
l'article 27, § 3 viole-t-il l'article 12 de la Constitution pris | voor langdurige opsluitingen, zoals met name de maandelijkse controle |
isolément ou lu en combinaison avec les articles 5 et 13 de la | |
Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme ? ». | van de naleving van de voorwaarden van de hechtenis ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la première question préjudicielle | Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag |
En ce qui concerne la disposition en cause et son contexte | Wat de in het geding zijnde bepaling en de context ervan betreft |
B.1.1. L'article 72 de la loi du 15 décembre 1980 « sur l'accès au | B.1.1. Artikel 72 van de wet van 15 december 1980 « betreffende de |
territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers | toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de |
» (ci-après : la loi du 15 décembre 1980), qui figure sous le titre | verwijdering van vreemdelingen » (hierna : de wet van 15 december |
III (« Garanties procédurales et voies de recours »), chapitre V (« Recours auprès du pouvoir judiciaire »), dispose : « La chambre du conseil statue dans les cinq jours ouvrables du dépôt de la requête après avoir entendu l'intéressé ou son conseil, le Ministre, son délégué ou son conseil en ses moyens et le ministère public en son avis. Si la chambre du conseil n'a pas statué dans le délai fixé, l'étranger est mis en liberté. Elle vérifie si les mesures privatives de liberté et d'éloignement du territoire sont conformes à la loi sans pouvoir se prononcer sur leur opportunité. Les ordonnances de la chambre du conseil sont susceptibles d'appel de la part de l'étranger, du ministère public et du Ministre ou son délégué. Il est procédé conformément aux dispositions légales relatives à la détention préventive, sauf celles relatives au mandat d'arrêt, au juge d'instruction, à l'interdiction de communiquer, à l'ordonnance de prise de corps, à la mise en liberté provisoire ou sous caution, et au droit de prendre communication du dossier administratif. Le conseil de l'étranger peut consulter le dossier au greffe du tribunal compétent pendant les deux jours ouvrables qui précèdent l'audience. Le greffier en donnera avis au conseil par lettre recommandée ». La question préjudicielle porte plus précisément sur l'alinéa 4 de cette disposition. | 1980), opgenomen onder titel III (« Procedurele waarborgen en rechtsmiddelen »), hoofdstuk V (« Beroep bij de rechterlijke macht »), bepaalt : « De raadkamer doet uitspraak binnen vijf werkdagen na het neerleggen van het verzoekschrift, na de betrokkene of zijn advocaat, de Minister, zijn gemachtigde of zijn advocaat in hun middelen en het openbaar ministerie in zijn advies te hebben gehoord. Indien de raadkamer geen uitspraak heeft gedaan binnen de gestelde termijn, wordt de vreemdeling in vrijheid gesteld. Zij onderzoekt of de maatregelen van vrijheidsberoving of tot verwijdering van het grondgebied in overeenstemming zijn met de wet zonder zich te mogen uitspreken over hun gepastheid. Tegen de beschikkingen van de raadkamer kan hoger beroep worden ingesteld door de vreemdeling, door het openbaar ministerie en door de Minister of zijn gemachtigde Er wordt gehandeld overeenkomstig de wettelijke bepalingen op de voorlopige hechtenis, behoudens deze betreffende het bevel tot aanhouding, de onderzoeksrechter, het verbod van vrij verkeer, de beschikking tot gevangenneming, de voorlopige invrijheidstelling of de invrijheidsstelling onder borgtocht en het inzagerecht in het administratief dossier. De raadsman van de vreemdeling kan het dossier ter griffie van de bevoegde rechtbank raadplegen gedurende de twee werkdagen die aan de terechtzitting voorafgaan. De griffier geeft hiervan bij aangetekende brief bericht aan de raadsman ». De prejudiciële vraag heeft meer bepaald betrekking op het vierde lid van die bepaling. |
B.1.2. Les travaux préparatoires de la loi du 15 décembre 1980 | B.1.2. De parlementaire voorbereiding van de wet van 15 december 1980 |
indiquent : | vermeldt : |
« Cet article règle la procédure devant la Chambre du conseil. | « Dit artikel regelt de rechtspleging voor de Raadkamer. |
Il est prévu notamment que la Chambre du conseil doit statuer dans les | Er wordt namelijk voorzien dat de Raadkamer uitspraak moet doen binnen |
de vijf dagen na de neerlegging van het verzoekschrift en dat de | |
cinq jours du dépôt de la requête, et que, si elle n'a pas statué dans | vreemdeling in vrijheid wordt gesteld indien zij binnen de gestelde |
ce délai, l'étranger est mis liberté. Cette disposition dont le souci | termijn geen uitspraak heeft gedaan. Deze bepaling, die in het |
est d'assimiler en l'espèce l'étranger au Belge, s'inspire directement | onderhavig geval de gelijkstelling van de vreemdeling met de Belg |
de l'article 4 de la loi du 20 avril 1874 sur la détention préventive. | beoogt, is rechtstreeks ingegeven door artikel 4 van de wet van 20 |
april 1874 op de voorlopige hechtenis. | |
L'alinéa 2 de l'article délimite le pouvoir de contrôle de la Chambre | Lid 2 van het artikel bakent de bevoegdheid van toezicht van de |
du conseil qui est de ` vérifier si les mesures privatives de liberté | Raadkamer af; zij moet nagaan ` of de maatregelen tot |
vrijheidsberoving en tot verwijdering van het grondgebied in | |
et d'éloignement du territoire sont conformes à la loi '. La Chambre | overeenstemming zijn met de wet '. De Raadkamer mag niet nagaan of de |
du conseil n'a pas à vérifier si la mesure privative de liberté se | maatregel tot vrijheidsberoving gerechtvaardigd is, wat door de |
justifie, comme souhaitaient les auteurs de l'avant-projet Rolin, car | opstellers van het voorontwerp Rolin gewenst werd, want dit zou tot |
ceci aurait pour effet de porter atteinte au principe de la séparation | gevolg hebben dat inbreuk wordt gepleegd op het principe van de |
des pouvoirs. | scheiding der machten. |
Dans l'alinéa 3, le projet s'est écarté de la solution de l'article 9, | In lid 3 is het ontwerp afgeweken van de oplossing van artikel 9, lid |
alinéa 2 de la loi du 28 mars 1952, qui exclut l'appel. La référence | 2 van de wet van 28 maart 1952, dat het beroep uitsluit. De verwijzing |
aux dispositions légales relatives à la détention préventive implique | naar de wettelijke bepalingen betreffende de voorlopige hechtenis |
notamment l'application des articles 19 et 20 de la loi du 20 avril | impliceert namelijk de toepassing van de artikelen 19 en 20 van de wet |
1874 modifiée la loi du 13 mars 1973, mais il est apparu utile de le | van 20 april 1874, gewijzigd door de wet van 13 maart 1973, maar het |
werd nuttig geacht het formeel te bepalen. Om rekening te houden met | |
préciser formellement. Tandis que, pour tenir compte de l'avis du | het advies van de Raad van State wordt nader bepaald wie beroep mag |
Conseil d'Etat, est précisé qui peut interjeter appel, à savoir | aantekenen, te weten de vreemdeling en het openbaar ministerie (art. |
l'étranger et le ministère public (art. 72, al. 3). | 72, lid 3). |
L'alinéa 4 précise que pour la procédure ` il est procédé conformément aux dispositions légales relatives à la détention préventive, sauf celles relatives au mandat d'arrêt, au juge d'instruction, à l'interdiction de communiquer, l'ordonnance de prise de corps, à la mise en liberté provisoire ou sous caution '. Le Conseil d'Etat (voy. son avis p. 83) estime cette disposition de nature à engendrer des difficultés et aurait souhaité voir organiser la procédure complètement dans la loi. Le Gouvernement n'a pu suivre une telle conception qui alourdirait considérablement le texte du projet, alors que la référence aux articles des lois, qui seraient applicables en l'espèce, engendrerait le risque d'omissions et la nécessité d+e modifier la loi si des modifications étaient apportées à celles relatives à la détention préventive. En outre, il est à noter d'une part, que le texte proposé par la « Commission Rolin », composée en majorité de juristes, était encore plus large et renvoyait purement et simplement à la loi sur la | Lid 4 preciseert voor de rechtspleging ` er wordt gehandeld overeenkomstig de wettelijke beschikkingen op de voorlopige hechtenis, behoudens deze betreffende het bevel tot aanhouding, de onderzoeksrechter, het verbod van vrij verkeer, de beschikking tot gevangenneming, de voorlopige invrijheidstelling of de invrijheidstelling onder borgtocht '. De Raad van State (zie zijn advies, blz. 83) is van oordeel dat deze bepaling moeilijkheden zal opleveren en had liever de rechtspleging volledig zien regelen in de wet. De Regering heeft een dergelijke opvatting niet kunnen delen. Zij zou de tekst van het ontwerp aanzienlijk verzwaren, terwijl de verwijzing naar de artikelen van de wetten die in deze aangelegenheid van toepassing zijn het risico zou vergroten van weglatingen en van de noodzakelijkheid de wet te wijzigen wanneer wijzigingen zouden aangebracht worden aan deze op de voorlopige hechtenis. Bovendien dient te worden aangestipt, enerzijds, dat de tekst voorgesteld door de ` Commissie Rolin ', die voor het merendeel uit juristen bestond, nog breder was en simpelweg verwees naar de wet op de voorlopige |
détention préventive et, d'autre part, que le renvoi, plus large | hechtenis en, anderzijds dat de nog bredere verwijzing naar de |
encore, aux dispositions du Code d'instruction criminelle dans | bepalingen van het Wetboek van strafvordering in artikel 9 van de wet |
l'article 9 de la loi du 28 mars 1952 n'a donné lieu à aucune | van 28 maart 1952, geen aanleiding gegeven heeft tot |
difficulté d'application. | beoordelingsmoeilijkheden. |
Enfin, à la question posée par le Conseil d'Etat (voy. son avis, p. | Ten slotte heeft de Regering op de door de Raad van State gestelde |
83), s'il ne conviendrait pas, dans l'hypothèse du maintien en | vraag (zie zijn advies, blz. 83) of bet niet nodig is, wanneer de |
détention de l'étranger, de prévoir comme en matière de détention | vreemdeling in hechtenis blijft, zoals inzake voorlopige hechtenis, te |
préventive, un examen d'office, soit tous les trois mois, soit tous | voorzien in een onderzoek van ambtswege, hetzij om de drie, hetzij om |
les six mois, le Gouvernement a répondu par la négative. Il estime que | de zes maanden, ontkennend geantwoord. Zij is van oordeel dat aan de |
des garanties suffisantes sont accordées à l'étranger par l'alinéa 2 | vreemdeling voldoende waarborgen gegeven worden door lid 2 van artikel |
de l'article 71 permettant à l'étranger intéressé de faire recours de | 71, dat de betrokken vreemdeling toelaat om de maand beroep in te |
mois en mois » (Doc. parl., Chambre, 1974-1975, n° 653/1, pp. 59-60). | dienen » (Parl. St., Kamer, 1974-1975, nr. 653/1, pp. 59-60). |
B.1.3. L'article 31 de la loi du 20 juillet 1990 « relative à la | B.1.3. Artikel 31 van de wet van 20 juli 1990 « betreffende de |
détention préventive » (ci-après : la loi du 20 juillet 1990), dispose : | voorlopige hechtenis » (hierna : de wet van 20 juli 1990) bepaalt : |
« CHAPITRE VIII. - Du pourvoi en cassation. | « HOOFDSTUK VIII. - Het cassatieberoep. |
Art. 31.§ 1. Les arrêts et jugements par lesquels la détention |
Art. 31.§ 1. De arresten en vonnissen waardoor de voorlopige |
préventive est maintenue, sont signifiés à l'inculpé dans les | hechtenis wordt gehandhaafd, worden binnen vierentwintig uren aan de |
vingt-quatre heures, dans les formes prévues à l'article 18. | verdachte betekend in de vorm bepaald in artikel 18. |
§ 2. Ces décisions ne sont susceptibles d'aucun pourvoi en cassation | § 2. Tegen deze beslissingen kan geen onmiddellijk cassatieberoep |
immédiat, à l'exception des arrêts rendus par la chambre des mises en | worden ingesteld behoudens tegen de arresten gewezen door de kamer van |
accusation sur l'appel formé contre les décisions visées à l'article | inbeschuldigingstelling op het beroep tegen de beslissingen bedoeld in |
21, § 1er, alinéa 2, lesquels peuvent faire l'objet d'un pourvoi en | artikel 21, § 1, tweede lid, waartegen cassatieberoep kan worden |
cassation dans un délai de vingt-quatre heures qui court à compter du | ingesteld binnen een termijn van vierentwintig uren die begint te |
jour où la décision est signifiée à l'inculpé. | lopen vanaf de dag waarop de beslissing aan verdachte wordt betekend. |
§ 3. Le dossier est transmis au greffe de la Cour de cassation dans les vingt-quatre heures à compter du pourvoi. Les moyens de cassation peuvent être proposés soit dans l'acte de pourvoi, soit dans un écrit déposé à cette occasion, soit dans un mémoire qui doit parvenir au greffe de la Cour de cassation au plus tard le cinquième jour après la date du pourvoi. La Cour de cassation statue dans un délai de quinze jours à compter de la date du pourvoi, l'inculpé restant en détention. L'inculpé est mis en liberté si l'arrêt n'est pas rendu dans ce délai. | § 3. Het dossier wordt binnen vierentwintig uren te rekenen van het instellen van het cassatieberoep aan de griffier van het Hof van Cassatie toegestuurd. Cassatiemiddelen kunnen worden voorgedragen, hetzij in de akte van voorziening, hetzij in een bij die gelegenheid neergelegd geschrift, hetzij in een memorie die op de griffie van het Hof van Cassatie moet toekomen uiterlijk de vijfde dag na de datum van de voorziening. Het Hof van Cassatie beslist binnen vijftien dagen te rekenen van het instellen van het cassatieberoep, terwijl de verdachte inmiddels in hechtenis blijft. De verdachte wordt in vrijheid gesteld als het arrest niet gewezen is binnen die termijn. |
§ 4. Après un arrêt de cassation avec renvoi, la chambre des mises en | § 4. Na een cassatiearrest met verwijzing, doet de kamer van |
accusation à laquelle la cause est renvoyée doit statuer dans les | inbeschuldigingstelling waarnaar de zaak verwezen is, uitspraak binnen |
quinze jours à compter du prononcé de l'arrêt de la Cour de cassation, | vijftien dagen te rekenen van de uitspraak van het arrest van het Hof |
l'inculpé restant entre-temps en détention. Il est mis en liberté si | van Cassatie, terwijl de verdachte inmiddels in hechtenis blijft. De |
l'arrêt de la chambre des mises en accusation n'est pas rendu dans ce | verdachte wordt in vrijheid gesteld als het arrest van de kamer van |
délai. | inbeschuldigingstelling niet gewezen is binnen die termijn. |
Pour le surplus, les dispositions de l'article 30, §§ 3 et 4, sont | Voor het overige zijn de bepalingen van artikel 30, §§ 3 en 4, mede |
d'application. | van toepassing. |
Si la juridiction de renvoi maintient la détention préventive, sa | Als het gerecht waarnaar de zaak verwezen is de voorlopige hechtenis |
décision constitue un titre de détention pour un mois à compter de la | handhaaft, geldt zijn beslissing als titel van hechtenis voor een |
décision. | maand te rekenen van de beslissing. |
§ 5. Si le pourvoi en cassation est rejeté, la chambre du conseil doit | § 5. Als het cassatieberoep wordt verworpen, dient de raadkamer |
statuer dans les quinze jours à compter du prononcé de l'arrêt de la | uitspraak te doen binnen vijftien dagen te rekenen vanaf de uitspraak |
Cour de cassation, l'inculpé restant entre-temps en détention. Il est | van het arrest van het Hof van Cassatie, terwijl de verdachte |
mis en liberté si l'ordonnance de la chambre du conseil n'est pas | inmiddels in hechtenis blijft. Hij wordt in vrijheid gesteld als de |
rendue dans ce délai ». | beschikking van de raadkamer niet gewezen wordt binnen deze termijn ». |
En ce qui concerne l'interprétation de la disposition en cause | Wat de interpretatie van de in het geding zijnde bepaling betreft |
B.2.1. Dans l'interprétation soumise par la juridiction a quo, la | B.2.1. In de interpretatie die door het verwijzende rechtscollege is |
disposition en cause, en ce qu'elle renvoie « aux dispositions légales | voorgelegd, beoogt de in het geding zijnde bepaling, in zoverre daarin |
relatives à la détention préventive », vise non pas la loi du 20 | wordt verwezen naar « de wettelijke bepalingen op de voorlopige |
juillet 1990, mais la loi du 20 avril 1874 « relative à la détention | hechtenis », niet de wet van 20 juli 1990 maar wel de wet van 20 april |
préventive ». | 1874 « betreffende de voorlopige hechtenis ». |
B.2.2. La partie demanderesse devant la juridiction a quo soutient que | B.2.2. De eisende partij voor het verwijzende rechtscollege voert aan |
cette interprétation est erronée et que, par conséquent, les questions | dat die interpretatie verkeerd is en bijgevolg dat de prejudiciële |
préjudicielles n'appellent pas de réponse. | vragen bijgevolg geen antwoord behoeven. |
B.3.1. Sous réserve d'une lecture manifestement erronée des | B.3.1. Onder voorbehoud van een kennelijk verkeerde lezing van de in |
dispositions en cause, il revient en règle à la juridiction a quo | het geding zijnde bepalingen staat het in de regel aan het verwijzende |
d'interpréter les dispositions qu'elle applique. | rechtscollege de bepalingen te interpreteren die het toepast. |
B.3.2. Par une jurisprudence constante, la Cour de cassation juge que : « L'article 72 de la loi du 15 décembre 1980, qui ne fait pas mention du pourvoi en cassation, ne vise que la procédure d'examen des recours judiciaires qu'il prévoit et sur lesquels statuent les juridictions d'instruction. Cette disposition se réfère nécessairement à la loi relative à la détention préventive en vigueur lors de la promulgation de la loi du 15 décembre 1980, à savoir celle du 20 avril 1874, qui ne contenait aucune disposition concernant le pourvoi en cassation, lequel était formé et jugé suivant les règles du Code d'instruction criminelle. | B.3.2. Volgens vaste rechtspraak is het Hof van Cassatie van oordeel : « Artikel 72 Vreemdelingenwet, dat nergens melding maakt van het cassatieberoep, heeft enkel betrekking op de procedure voor het onderzoek van de daarin bepaalde rechtsmiddelen waarover de onderzoeksgerechten uitspraak doen. Die bepaling verwijst noodzakelijkerwijs naar de Voorlopige Hechteniswet die op het ogenblik van de uitvaardiging van de Vreemdelingenwet van kracht was, met name die van 20 april 1874, welke geen enkele bepaling bevatte betreffende het cassatieberoep, dat werd ingesteld en behandeld volgens de regels van het Wetboek van Strafvordering. |
La loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, qui | De Voorlopige Hechteniswet van 20 juli 1990, die een hoofdstuk wijdt |
consacre un chapitre au pourvoi en cassation, n'a pas modifié | aan het cassatieberoep, heeft artikel 72 Vreemdelingenwet niet |
l'article 72 de la loi du 15 décembre 1980. Dès lors, nonobstant | gewijzigd. Bijgevolg is artikel 31 Voorlopige Hechteniswet, ondanks de |
l'entrée en vigueur de la loi du 20 juillet 1990, son article 31 n'est | inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1990, niet van toepassing op |
pas applicable au pourvoi en cassation formé contre l'arrêt de la | het cassatieberoep tegen het arrest van de kamer van |
chambre des mises en accusation qui statue sur la décision de maintien | inbeschuldigingstelling dat uitspraak doet over de beslissing tot |
en détention d'un étranger, ce pourvoi et son jugement demeurant | handhaving van de hechtenis van een vreemdeling, omdat dit |
réglés par les dispositions du Code d'instruction criminelle » (Cass., | cassatieberoep en de behandeling ervan geregeld blijven door de |
20 septembre 2017, P.17.0933.F, ECLI:BE:CASS:2017:ARR.20170920.1; voy. | bepalingen van het Wetboek van Strafvordering » (Cass., 20 september |
également Cass., 10 septembre 2014, P.14.1374.F, | 2017, P.17.0933.F, ECLI:BE:CASS:2017:ARR.20170920.1; zie ook Cass., 10 |
ECLI:BE:CASS:2014:ARR.20140910.5; Cass., 21 décembre 2011, | september 2014, P.14.1374.F, ECLI:BE:CASS:2014:ARR.20140910.5; 21 |
P.11.2042.F, Cass., 28 avril 2009, P.09.0545.N, | december 2011, P.11.2042.F, ECLI:BE:CASS:2011:ARR.20111221.1; 28 april |
ECLI:BE:CASS:2009:ARR.20090428.3). | 2009, P.09.0545.N, ECLI:BE:CASS:2009:ARR.20090428.3). |
B.4. Dès lors, l'interprétation mentionnée en B.2.1 peut être | B.4. De in B.2.1 vermelde interpretatie kan bijgevolg als niet |
considérée comme n'étant pas manifestement erronée. La Cour répond à | kennelijk verkeerd worden beschouwd. Het Hof beantwoordt de |
la question préjudicielle dans cette interprétation. | prejudiciële vraag in die interpretatie. |
En ce qui concerne le fond | Ten gronde |
B.5.1. La Cour est invitée à se prononcer sur la compatibilité de la | B.5.1. Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de |
disposition en cause, dans l'interprétation mentionnée en B.2.1, avec | bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling, in de in B.2.1 |
les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec les | vermelde interpretatie, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in |
articles 5, paragraphe 4, et 13 de la Convention européenne des droits | samenhang gelezen met de artikelen 5, lid 4, en 13 van het Europees |
de l'homme, en ce qu'elle fait naître une différence de traitement | Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij ten aanzien van de |
entre l'étranger en séjour illégal qui se pourvoit en cassation contre | toepasselijke termijnen een verschil in behandeling doet ontstaan |
l'arrêt de la chambre des mises en accusation statuant en matière de | tussen de illegaal verblijvende vreemdeling die cassatieberoep instelt |
privation de liberté administrative et le détenu qui se pourvoit en | tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling waarbij |
cassation dans le cadre d'une détention préventive, en ce qui concerne | uitspraak wordt gedaan over de administratieve vrijheidsberoving, en |
de gedetineerde die cassatieberoep instelt in het kader van een | |
les délais applicables. | voorlopige hechtenis. |
B.5.2. Il ressort de la motivation de la décision de renvoi que | B.5.2. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de |
l'affaire actuellement soumise à la Cour porte sur un étranger en | voorliggende zaak betrekking heeft op een illegaal verblijvende |
séjour illégal détenu en vue d'un éloignement du territoire. La Cour | vreemdeling die met het oog op de verwijdering van het grondgebied |
limite son examen à cette hypothèse. | werd vastgehouden. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die hypothese. |
B.6.1. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.6.1. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. | berust en het redelijk verantwoord is. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.6.2. La différence de traitement entre certaines catégories de | B.6.2. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van |
personnes qui découle de l'application de règles procédurales | personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende |
différentes dans des circonstances différentes n'est pas | procedureregels in verschillende omstandigheden houdt op zich geen |
discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination | discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het |
que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces | verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die |
règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des | procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van de |
droits des personnes concernées. | daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. |
B.6.3. Nonobstant, eu égard à l'importance fondamentale de l'habeas | B.6.3. Niettegenstaande dienen, gelet op het fundamentele belang van |
corpus, toutes les limitations de la liberté individuelle doivent être | de habeas corpus, alle beperkingen van de individuele vrijheid |
interprétées de manière restrictive et leur constitutionnalité doit | restrictief te worden geïnterpreteerd en dient de grondwettigheid |
être examinée avec la plus grande circonspection. | ervan met de grootste omzichtigheid te worden onderzocht. |
B.7. L'article 5, paragraphe 4, de la Convention européenne des droits | B.7. Artikel 5, lid 4, van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
de l'homme, dispose : | mens bepaalt : |
« Toute personne privée de sa liberté par arrestation ou détention a | « Eenieder die door arrestatie of gevangenhouding van zijn vrijheid is |
le droit d'introduire un recours devant un tribunal, afin qu'il statue | beroofd heeft het recht voorziening te vragen bij de rechter opdat |
deze op korte termijn beslist over de wettigheid van zijn | |
à bref délai sur la légalité de sa détention et ordonne sa libération | gevangenhouding en zijn invrijheidstelling beveelt, indien de |
si la détention est illégale ». | gevangenhouding onrechtmatig is ». |
L'article 13 de la même Convention, intitulé « Droit à un recours | Artikel 13 van datzelfde Verdrag, met als titel « Recht op |
effectif », dispose : | daadwerkelijk rechtsmiddel », bepaalt : |
« Toute personne dont les droits et libertés reconnus dans la présente | « Eenieder wiens rechten en vrijheden, welke in dit Verdrag zijn |
Convention ont été violés, a droit à l'octroi d'un recours effectif | vermeld, zijn geschonden, heeft recht op daadwerkelijke rechtshulp |
devant une instance nationale, alors même que la violation aurait été | voor een nationale instantie, zelfs indien deze schending zou zijn |
commise par des personnes agissant dans l'exercice de leurs fonctions | begaan door personen in de uitoefening van hun ambtelijke functie ». |
officielles ». | |
B.8. La Cour doit examiner si la disposition en cause est compatible | B.8. Het Hof dient te onderzoeken of de in het geding zijnde bepaling |
avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec | bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang |
les articles 5, paragraphe 4, et 13 de la Convention européenne des | gelezen met de artikelen 5, lid 4, en 13 van het Europees Verdrag voor |
droits de l'homme. | de rechten van de mens. |
Lorsqu'est invoquée la violation des articles 10 et 11 de la | Wanneer de schending wordt aangevoerd van de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution, lus en combinaison avec des dispositions | Grondwet, in samenhang gelezen met internationale bepalingen, dient |
internationales, la Cour doit en effet examiner s'il est établi une différence de traitement en ce que cette garantie fondamentale est refusée à une catégorie de personnes, alors qu'elle est garantie sans restriction à tout autre citoyen. B.9.1. En vertu de l'article 5, paragraphe 4, de la Convention européenne des droits de l'homme, toute personne qui est privée de sa liberté par arrestation ou détention a le droit d'introduire un recours devant un tribunal, afin que ce dernier statue à bref délai sur la légalité de sa détention et ordonne sa libération si la détention est illicite. | het Hof immers na te gaan of een verschil in behandeling wordt ingesteld doordat die fundamentele waarborg wordt ontzegd aan een categorie van personen, terwijl zij voor andere burgers onverminderd geldt. B.9.1. Krachtens artikel 5, lid 4, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens heeft eenieder die door arrestatie of gevangenhouding van zijn vrijheid is beroofd, het recht voorziening te vragen bij de rechter opdat deze op korte termijn beslist over de wettigheid van zijn gevangenhouding en zijn invrijheidstelling beveelt, indien de gevangenhouding onrechtmatig is. |
B.9.2. En ce qui concerne cette garantie d'une décision à bref délai | B.9.2. Met betrekking tot die waarborg van een uitspraak binnen korte |
sur la légalité de la détention, la Cour européenne des droits de | termijn over de wettigheid van de gevangenhouding heeft het Europees |
l'homme a déjà jugé que « la question de savoir si le principe de la | Hof voor de Rechten van de Mens reeds geoordeeld dat « de vraag of het |
célérité de la procédure a été respecté s'apprécie non pas dans | beginsel van een procedure op korte termijn nageleefd is, niet in |
l'abstrait mais dans le cadre d'une évaluation globale des données, en | abstracto moet worden beantwoord maar in het kader van een algemene |
tenant compte des circonstances de l'espèce, en particulier à la | beoordeling van de informatie, rekening houdend met de context van de |
lumière de la complexité de l'affaire, des particularités éventuelles | zaak, met name in het licht van de complexiteit van de zaak, eventuele |
de la procédure interne ainsi que du comportement du requérant au | bijzonderheden in de nationale procedure en het gedrag van de |
cours de celle-ci » (CEDH, 15 décembre 2016, Khlaifia e.a. c. Italie, | verzoeker in de loop van de procedure » (EHRM, 15 december 2016, |
ECLI:CE:ECHR:2016:1215JUD001648312, § 131). | Khlaifia e.a. t. Italië, ECLI:CE:ECHR:2016:1215JUD001648312, § 131). |
B.9.3. Lorsque plusieurs juridictions, saisies d'un appel ou d'un | B.9.3. Wanneer meerdere rechtscolleges ten gevolge van een hoger |
pourvoi en cassation, se prononcent sur la légalité de la même | beroep of cassatieberoep zich uitspreken over de wettigheid van |
détention, cette appréciation concrète doit non seulement avoir lieu à | dezelfde gevangenhouding, moet die in concreto beoordeling niet alleen |
l'égard de chaque degré de juridiction distinct, mais également à | gebeuren ten aanzien van elke aanleg afzonderlijk, maar ook ten |
l'égard des différentes procédures considérées dans leur globalité (CEDH, 23 février 1984, Luberti c. Italie, | aanzien van de verschillende procedures globaal beschouwd (EHRM, 23 februari 1984, Luberti t. Italië, ECLI:CE:ECHR:1984:0223JUD000901980, |
ECLI:CE:ECHR:1984:0223JUD000901980, § 33; CEDH, 23 novembre 1993, | § 33; 23 november 1993, Navarra t. Frankrijk, |
Navarra c. France, ECLI:CE:ECHR:1993:1123JUD001319087, § 28). | ECLI:CE:ECHR:1993:1123JUD001319087, § 28). |
B.10. Par suite de l'interprétation de la disposition en cause | B.10. Ingevolge de in B.2.1 vermelde interpretatie van de in het |
mentionnée en B.2.1 et en vertu de l'article 423 du Code d'instruction | geding zijnde bepaling en krachtens artikel 423 van het Wetboek van |
strafvordering moet een cassatieberoep dat is gericht tegen een arrest | |
criminelle, un pourvoi en cassation dirigé contre un arrêt de la | van de kamer van inbeschuldigingstelling waarbij uitspraak wordt |
chambre des mises en accusation statuant sur la privation de liberté | gedaan over de administratieve vrijheidsberoving van een vreemdeling, |
administrative d'un étranger doit être formé dans un délai de quinze | worden ingesteld binnen een termijn van vijftien dagen na de |
jours après le prononcé. Lorsque ce délai expire un samedi, un | uitspraak. Wanneer die termijn verstrijkt op een zaterdag, zondag of |
dimanche ou un jour férié légal, il est toutefois prorogé jusqu'au | wettelijke feestdag, wordt hij evenwel verlengd tot de eerstvolgende |
plus prochain jour ouvrable. Le Code d'instruction criminelle ne | werkdag. Het Wetboek van strafvordering bepaalt geen termijn |
prévoit pas de délai dans lequel la Cour de cassation doit statuer sur | waarbinnen het Hof van Cassatie uitspraak moet doen over de zaak. |
l'affaire. B.11. Le délai de quinze jours prévu en principe pour l'introduction | B.11. De termijn van in beginsel vijftien dagen om een cassatieberoep |
d'un pourvoi en cassation n'est pas, en tant que tel, incompatible | in te stellen, is als dusdanig niet onbestaanbaar met het vereiste dat |
avec l'exigence d'une décision à bref délai sur la légalité de la | binnen korte termijn over de wettigheid van de gevangenhouding |
détention. Il ne s'agit que d'un délai maximum, qui n'est de surcroît | uitspraak wordt gedaan. Het betreft slechts een maximumtermijn, die |
pas à ce point long que lorsque la totalité du délai est utilisée, il | bovendien niet dermate lang is dat wanneer de volledige termijn benut |
ne peut plus être question d'une décision à bref délai au sens de | wordt, er geen sprake meer kan zijn van een uitspraak binnen een korte |
l'article 5, paragraphe 4, de la Convention européenne des droits de | termijn in de zin van artikel 5, lid 4, van het Europees Verdrag voor |
l'homme. | de rechten van de mens. |
B.12.1. Il en va de même de la circonstance qu'il n'est pas prévu de | B.12.1. Hetzelfde geldt voor het gegeven dat er geen termijn bepaald |
délai dans lequel la Cour de cassation doit statuer sur le pourvoi en | is waarbinnen het Hof van Cassatie uitspraak moet doen over het |
cassation. L'on ne saurait déduire de l'article 5, paragraphe 4, de la | ingestelde cassatieberoep. Uit artikel 5, lid 4, van het Europees |
Convention européenne des droits de l'homme une obligation pour le | Verdrag voor de rechten van de mens kan niet worden afgeleid dat de |
wetgever verplicht is om een specifieke korte termijn te bepalen voor | |
législateur de prévoir un délai bref spécifique pour le traitement | de afhandeling van een cassatieberoep dat door de vreemdeling wordt |
d'un pourvoi en cassation formé par un étranger contre un arrêt de la | ingesteld tegen een arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling |
chambre des mises en accusation statuant sur la privation de liberté | waarbij uitspraak wordt gedaan over de administratieve |
administrative. | vrijheidsberoving. |
L'absence d'un délai spécifique pour statuer n'empêche pas que la Cour | De afwezigheid van een specifieke termijn om uitspraak te doen neemt |
de cassation doit traiter de tels pourvois en cassation avec la | niet weg dat het Hof van Cassatie dergelijke cassatieberoepen met de |
célérité requise. Dans chaque affaire dont elle est saisie en vertu de | vereiste spoed dient te behandelen. Dat Hof dient immers in elke zaak |
la disposition en cause, elle doit en effet veiller au respect du bref | die erbij aanhangig wordt gemaakt krachtens de in het geding zijnde |
délai visé à l'article 5, paragraphe 4, de la Convention européenne | bepaling, erover te waken dat de korte termijn bedoeld in artikel 5, |
des droits de l'homme. A cet égard, le délai de quinze jours prévu à | lid 4, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens in acht |
l'article 31, § 3, de la loi du 20 juillet 1990 peut être indicatif | wordt genomen. Daarbij kan de in artikel 31, § 3, van de wet van 20 |
juli 1990 bedoelde termijn van 15 dagen richtinggevend zijn, zonder | |
sans que le simple dépassement de ce délai emporte ipso facto une | dat de loutere overschrijding ervan ipso facto een schending van |
violation de l'article 5, paragraphe 4, de la Convention européenne | artikel 5, lid 4, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
des droits de l'homme. | met zich meebrengt. |
B.12.2. Le respect de l'article 5, paragraphe 4, de la Convention | B.12.2. De inachtneming van artikel 5, lid 4, van het Europees Verdrag |
européenne des droits de l'homme doit être examiné dans une affaire | voor de rechten van de mens dient te worden onderzocht in een concrete |
concrète, compte tenu des critères mentionnés en B.9.2 et B.9.3. Une | zaak, rekening houdend met de in B.9.2 en B.9.3 vermelde criteria. Een |
éventuelle violation n'est toutefois pas imputable à la disposition en | eventuele schending is evenwel niet toe te schrijven aan de in het |
cause, mais au traitement de cette affaire. | geding zijnde bepaling, maar aan de behandeling van die zaak. |
B.13. Compte tenu de ce qui est dit en B.12, l'article 72 de la loi du | B.13. Rekening houdend met hetgeen in B.12 is vermeld, is artikel 72 |
15 décembre 1980 est compatible avec les articles 10 et 11 de la | van de wet van 15 december 1980 bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 |
Constitution, lus en combinaison avec les articles 5, paragraphe 4, et | |
13 de la Convention européenne des droits de l'homme. | van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 5, lid 4, en 13 |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. | |
Quant à la première question préjudicielle | Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag |
B.14.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité de l'article 27, § | B.14.1. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid |
3, de la loi du 15 décembre 1980 avec l'article 12 de la Constitution, | van artikel 27, § 3, van de wet van 15 december 1980 met artikel 12 |
lu en combinaison avec les articles 5 et 13 de la Convention | van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 5 en 13 van het |
européenne des droits de l'homme. | Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
B.14.2. L'article 27, de la loi du 15 décembre 1980, qui figure sous | B.14.2. Artikel 27 van de wet van 15 december 1980, opgenomen onder |
le titre Ier (« Dispositions générales »), chapitre VII (« Mesures de | titel I (« Algemene bepalingen »), hoofdstuk VII (« Aanvullende |
sûreté complémentaires »), de la loi, dispose : | veiligheidsmaatregelen ») van de wet, bepaalt : |
« § 1. L'étranger qui fait l'objet d'une mesure d'éloignement et qui | « § 1. De vreemdeling ten aanzien van wie een maatregel tot |
n'a pas obtempéré dans le délai imparti peut être ramené par la | verwijdering is genomen en die er binnen de gestelde termijn geen |
gevolg aan heeft gegeven, kan met dwang worden geleid naar de grens | |
contrainte à la frontière de son choix, à l'exception en principe de | van zijn keuze, in principe met uitzondering van de grens met de |
la frontière des Etats parties à une convention internationale relative au franchissement des frontières extérieures, liant la Belgique, ou être embarqué vers une destination de son choix, à l'exclusion de ces Etats. Si l'étranger possède la nationalité d'un Etat partie à une convention internationale relative au franchissement des frontières extérieures, liant la Belgique, ou s'il dispose d'un titre de séjour ou d'une autorisation de séjour provisoire en cours de validité, délivrés par un Etat partie, il pourra être ramené à la frontière de cet Etat ou être embarqué à destination de cet Etat. | Staten die partij zijn bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen, die België bindt, of worden ingescheept voor een bestemming van zijn keuze, deze Staten uitgezonderd. Zo de vreemdeling de nationaliteit bezit van een Staat die partij is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen, die België bindt, of beschikt over een geldige verblijfstitel of een tijdelijke verblijfsvergunning van een Verdragsluitende Staat, kan hij naar de grens van deze Staat teruggeleid worden of met deze Staat als bestemming ingescheept worden. |
§ 2. Sans préjudice de l'application des articles 51/5 à 51/7, les | § 2. Onverminderd de toepassing van de artikelen 51/5 tot 51/7, worden |
dispositions du § 1er sont appliquées à l'étranger qui a reçu une | de bepalingen van § 1 toegepast op de vreemdeling die een |
décision d'éloignement prise à son encontre par une autorité | verwijderingsbesluit heeft ontvangen van een bevoegde administratieve |
administrative compétente d'un Etat tenu par la directive 2001/40/CE | overheid van een Staat die gebonden is door de richtlijn 2001/40/EG |
du Conseil de l'Union européenne du 28 mai 2001 relative à la | van de Raad van de Europese Unie van 28 mei 2001 betreffende de |
reconnaissance mutuelle des décisions d'éloignement des ressortissants | onderlinge erkenning van besluiten inzake de verwijdering van |
de pays tiers, à laquelle il n'a pas obtempéré et qui a été reconnue | onderdanen van derde landen, waaraan hij geen gevolg heeft gegeven en |
par le Ministre ou son délégué, conformément à l'article 8bis. | dat door de Minister of zijn gemachtigde overeenkomstig artikel 8bis |
§ 3. Les étrangers visés aux §§ 1er et 2 peuvent, sans préjudice des | werd erkend. § 3. De in §§ 1 en 2 bedoelde vreemdelingen kunnen onverminderd de |
dispositions du Titre IIIquater et à moins que d'autres mesures | bepalingen van Titel IIIquater en tenzij andere afdoende maar minder |
suffisantes mais moins coercitives puissent être appliquées | dwingende maatregelen doeltreffend kunnen worden toegepast te dien |
efficacement, être détenus à cette fin, en particulier lorsqu'il | einde worden opgesloten, meer in het bijzonder wanneer er een risico |
existe un risque de fuite ou lorsque l'étranger évite ou empêche la | op onderduiken bestaat of wanneer de vreemdeling de voorbereiding van |
préparation du retour ou la procédure d'éloignement pendant le temps | de terugkeer of de verwijderingsprocedure ontwijkt of belemmert |
strictement nécessaire pour l'exécution de la mesure d'éloignement. | tijdens de periode die voor de uitvoering van de maatregel tot |
verwijdering strikt noodzakelijk is. | |
Les frais occasionnés par le rapatriement de l'étranger sont à sa | De kosten veroorzaakt door de repatriëring van de vreemdeling zijn te |
charge. | zijnen laste. |
L'Etat qui a délivré la décision d'éloignement visée au § 2 est | De Staat die het in § 2 bedoelde verwijderingsbesluit heeft |
afgeleverd, wordt op de hoogte gebracht van het feit dat de | |
informé du fait que l'étranger a été ramené à la frontière de son | vreemdeling werd teruggebracht naar de grens van zijn keuze of, |
choix ou, conformément à l'article 28, à la frontière désignée par le | overeenkomstig artikel 28, naar de door de Minister of zijn |
Ministre ou son délégué ». | gemachtigde aangeduide grens ». |
B.14.3. Dans la question préjudicielle, la disposition en cause est | B.14.3. In de prejudiciële vraag wordt de in het geding zijnde |
interprétée en ce sens qu'elle autorise l'adoption d'un nouveau titre | bestreden bepaling zo geïnterpreteerd dat zij de aanneming toestaat |
de privation de liberté, appelé aussi « décision de réécrou », qui se | van een nieuwe titel van vrijheidsberoving, ook « beslissing tot |
substitue au titre antérieur de détention. Cette interprétation n'est | wederopsluiting » genoemd, die de vroegere titel van hechtenis |
pas contestée par les parties. La Cour répond à la question | vervangt. Die interpretatie wordt niet betwist door de partijen. Het |
préjudicielle dans cette interprétation. | Hof beantwoordt de prejudiciële vraag in die interpretatie. |
B.15. L'article 12 de la Constitution dispose : | B.15. Artikel 12 van de Grondwet bepaalt : |
« La liberté individuelle est garantie. | « De vrijheid van de persoon is gewaarborgd. |
Nul ne peut être poursuivi que dans les cas prévus par la loi, et dans | Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en |
la forme qu'elle prescrit. | in de vorm die zij voorschrijft. |
Hors le cas de flagrant délit, nul ne peut être arrêté qu'en vertu | Behalve bij ontdekking op heterdaad kan niemand worden aangehouden dan |
d'une ordonnance motivée du juge qui doit être signifiée au plus tard | krachtens een met redenen omkleed bevel van de rechter dat uiterlijk |
dans les quarante-huit heures de la privation de liberté et ne peut | binnen achtenveertig uren te rekenen van de vrijheidsberoving moet |
emporter qu'une mise en détention préventive ». | worden betekend en enkel tot voorlopige inhechtenisneming kan strekken ». |
Cette disposition constitutionnelle doit être lue en combinaison avec | Die grondwetsbepaling dient te worden gelezen in samenhang met artikel |
l'article 5 de la Convention européenne des droits de l'homme, qui | 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat analoge |
garantit des droits et libertés analogues. | rechten en vrijheden waarborgt. |
B.16.1. La privation de liberté d'une personne qui n'est pas | B.16.1. De vrijheidsberoving van een persoon die niet ervan wordt |
soupçonnée d'une infraction pénale et dont il n'est pas prétendu que | verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd en van wie niet wordt |
son comportement présenterait un danger pour l'ordre public porte | beweerd dat zijn gedrag een gevaar zou vormen voor de openbare orde, |
directement atteinte au respect de la liberté individuelle, garanti | houdt een directe aantasting in van de eerbiediging van de individuele |
par l'article 12 de la Constitution. Selon l'article 5, paragraphe 1er, | vrijheid, gewaarborgd bij artikel 12 van de Grondwet. Volgens artikel |
de la Convention européenne des droits de l'homme, toute personne a | 5, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens heeft |
droit à la liberté. La loi peut toutefois déroger à ce principe | ieder recht op vrijheid. De wet kan evenwel van dat beginsel afwijken |
lorsqu'il s'agit de la détention régulière d'une personne pour | in geval van rechtmatige vasthouding van een persoon teneinde hem te |
empêcher celle-ci de pénétrer irrégulièrement sur le territoire, ou | beletten op onrechtmatige wijze het land binnen te komen, of indien |
contre laquelle une procédure d'expulsion est en cours (article 5, | tegen hem een uitwijzingsprocedure hangende is (artikel 5, lid 1, f)) |
paragraphe 1, f)) et à condition qu'elle ait le droit d'introduire un | en op voorwaarde dat hij het recht heeft voorziening te vragen bij de |
recours devant un tribunal, afin qu'il statue à bref délai sur la | rechter opdat deze op korte termijn beslist over de wettigheid van |
légalité de sa détention et ordonne sa libération si sa détention est | zijn gevangenhouding en zijn invrijheidstelling beveelt, indien de |
illégale (article 5, paragraphe 4). | gevangenhouding onrechtmatig is (artikel 5, lid 4). |
B.16.2. De même, une législation qui admet le principe d'un nombre | B.16.2. Evenzo doet een wetgeving die het beginsel aanneemt dat het |
illimité de prolongations de mesures de détention ou de maintien en un | aantal verlengingen van de maatregelen waarbij vreemdelingen worden |
lieu déterminé d'étrangers constitue une atteinte disproportionnée à | opgesloten of in een welbepaalde plaats worden vastgehouden, onbeperkt |
is, op onevenredige wijze afbreuk aan de individuele vrijheid, | |
la liberté individuelle, garantie par l'article 12 de la Constitution | gewaarborgd bij artikel 12 van de Grondwet en bij artikel 5 van het |
et par l'article 5 de la Convention européenne des droits de l'homme. | Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
B.16.3. En ce qui concerne la détention d'étrangers, la Cour | B.16.3. In verband met de hechtenis van vreemdelingen heeft het |
européenne des droits de l'homme a jugé que « la durée de la détention | Europees Hof voor de rechten van de mens geoordeeld dat « de duur van |
de hechtenis niet langer mag zijn dan de redelijke termijn die nodig | |
ne doit pas excéder le délai raisonnable nécessaire pour atteindre le | is om de nagestreefde doelstelling te bereiken » (EHRM, grote kamer, |
but poursuivi » (CEDH, grande chambre, 29 janvier 2008, Saadi c. | 29 januari 2008, Saadi t. Verenigd Koninkrijk, |
Royaume-Uni, ECLI:CE:ECHR:2008:0129JUD001322903, § 74). Par ailleurs, | ECLI:CE:ECHR:2008:0129JUD001322903, § 74). Overigens moet een « |
un « examen séparé de la légalité de la détention doit exister, | afzonderlijk onderzoek van de wettigheid van de hechtenis bestaan, los |
indépendamment de la légalité de l'expulsion » (CEDH, 11 juin 2009, | van de wettigheid van de uitzetting » (EHRM, 11 juni 2009, S.D. t. |
S.D. c. Grèce, ECLI:CE:ECHR:2009:0611JUD005354107, § 73). | Griekenland, ECLI:CE:ECHR:2009:0611JUD005354107, § 73) ». |
B.17.1. Les « décisions de réécrou » prises par l'administration sur | B.17.1. De « beslissingen tot wederopsluiting » genomen door de |
administratie op grond van de in het geding zijnde bepaling zijn | |
la base de la disposition en cause sont soumises à des conditions | onderworpen aan strikte en cumulatieve voorwaarden. Aldus moet ten |
aanzien van de vreemdeling op wie die nieuwe titel van hechtenis | |
cumulatives strictes. Ainsi, l'étranger concerné par ce nouveau titre | betrekking heeft, een maatregel tot verwijdering zijn genomen en moet |
de détention doit faire l'objet d'une mesure d'éloignement et doit | hij hebben geweigerd daaraan gevolg te geven binnen de opgelegde |
avoir refusé d'y obtempérer dans le délai imparti. Les autorités ont | termijn. De overheden houden rekening met diens gedrag, inzonderheid |
égard au comportement de celui-ci, en particulier lorsqu'il existe un | wanneer een risico op vluchten bestaat of wanneer de vreemdeling de |
risque de fuite ou lorsque l'étranger évite ou empêche la préparation | voorbereiding van de terugkeer of de verwijderingsprocedure vermijdt |
du retour ou la procédure d'éloignement. Par ailleurs, la « décision | of belet. De « beslissing tot wederopsluiting » wordt overigens niet |
de réécrou » n'est pas délivrée si d'autres mesures suffisantes mais | afgegeven indien andere toereikende doch minder dwingende maatregelen |
moins coercitives peuvent être appliquées efficacement. Enfin, ce | doeltreffend kunnen worden toegepast. Ten slotte geldt die titel van |
titre de détention ne vaut que pour le temps strictement nécessaire à | hechtenis alleen voor de duur die strikt noodzakelijk is voor de |
l'exécution de la mesure d'éloignement, et, conformément à l'article | uitvoering van de verwijderingsmaatregel en, overeenkomstig artikel 29 |
29 de la loi du 15 décembre 1980, pour une durée maximale de cinq | van de wet van 15 december 1980, voor een maximale duur van vijf |
mois, ou de huit mois lorsque la sauvegarde de l'ordre public ou la | maanden, of acht maanden indien de vrijwaring van de openbare orde of |
sécurité nationale l'exige. | de nationale veiligheid zulks vereist. |
B.17.2. Par ailleurs, l'administration ne peut pas utiliser le refus | B.17.2. De administratie kan overigens geen gebruikmaken van de |
d'embarquement de l'étranger en vue de son éloignement pour adopter | weigering van de vreemdeling om aan boord te gaan met het oog op diens |
verwijdering, teneinde stelselmatig een nieuwe beslissing tot | |
wederopsluiting te nemen, namelijk een titel van hechtenis die leidt | |
systématiquement une nouvelle décision de réécrou, c'est-à-dire un | tot het verval van de vorige titel van hechtenis. Een dergelijke gang |
titre de détention rendant caduc le titre de détention précédent. Un | van zaken, die tot gevolg heeft het beroep van de vreemdeling tegen de |
tel procédé, qui a pour conséquence de faire échec au recours de | titel van hechtenis die voorafgaat aan de beslissing tot |
l'étranger contre le titre de détention précédant la décision de | wederopsluiting te dwarsbomen, zou een schending inhouden van het |
réécrou, constituerait une violation du droit d'accès au juge et du | recht op toegang tot de rechter en van het recht op een daadwerkelijk |
droit à un recours effectif. En effet, la Cour de cassation a jugé : | beroep. Het Hof van Cassatie heeft immers geoordeeld : |
« le juge peut, sans encourir un grief de contradiction, d'une part, | « De rechter kan, zonder een grief van tegenstrijdigheid tegengeworpen |
rappeler que le droit d'accès à un tribunal indépendant et impartial | te krijgen, enerzijds eraan herinneren dat het recht op toegang tot |
et le droit à un recours effectif requièrent une possibilité concrète | een onafhankelijk en onpartijdig rechtscollege en het recht op een |
d'exercice, qui n'est pas rencontrée si l'administration adopte | daadwerkelijk beroep een concrete uitoefeningsmogelijkheid vereisen, |
systématiquement une nouvelle décision rendant caduque la précédente | waaraan niet is voldaan indien de administratie stelselmatig een |
pour faire échec au recours introduit par un étranger, et, d'autre | nieuwe beslissing neemt die de vorige doet vervallen teneinde het door |
part, constater qu'il est satisfait à ces exigences lorsque, comme en | een vreemdeling ingestelde beroep te dwarsbomen, en anderzijds |
l'espèce, il n'est pas établi que le refus du demandeur d'embarquer en | vaststellen dat aan die vereisten is voldaan wanneer, zoals te dezen, |
vue de son éloignement a constitué un prétexte afin de prendre une | niet is aangetoond dat de weigering van de eiser om aan boord te gaan |
met het oog op zijn verwijdering, een voorwendsel vormde teneinde een | |
nouvelle décision d'écrou » (Cass., 4 octobre 2017, P.17.0951.F.). | nieuwe beslissing tot wederopsluiting te nemen » (Cass., 4 oktober |
2017, P.17.0951.F, eigen vertaling). | |
B.17.3. La décision de réécrou, à l'instar des autres titres de | B.17.3. Tegen de beslissing tot wederopsluiting kan, naar het |
détention d'un étranger, peut faire l'objet d'un recours devant les | voorbeeld van de andere titels van hechtenis van een vreemdeling, |
juridictions d'instruction compétentes. | beroep worden ingesteld voor de bevoegde onderzoeksgerechten. |
Comme le Conseil des ministres le relève dans son mémoire, il | Zoals de Ministerraad opmerkt in zijn memorie, staat het aan de |
appartient aux juridictions d'instruction de tenir compte, lors de cet | onderzoeksgerechten, bij dat onderzoek naar de wettigheid van de titel |
examen, de la légalité du titre de détention, de la durée de | van hechtenis, rekening te houden met de duur van de volledige |
l'ensemble de la détention subie par l'étranger, principalement au | hechtenis die de vreemdeling heeft ondergaan, voornamelijk in het |
regard de l'article 29 de la loi du 15 décembre 1980 et de l'article 5 | licht van artikel 29 van de wet van 15 december 1980 en van artikel 5 |
de la Convention européenne des droits de l'homme, conformément à la | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, overeenkomstig |
jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme. | de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. |
B.18. Enfin, le fait que les recours introduits contre les titres de | B.18. Ten slotte kent het feit dat de beroepen ingesteld tegen de |
vroegere titels van hechtenis zonder voorwerp worden verklaard wanneer | |
détention antérieurs soient déclarés sans objet en cas de délivrance | een beslissing tot wederopsluiting wordt afgegeven, een beperking die |
d'une décision de réécrou connaît une limite, liée à l'effet de | verband houdt met het effect van besmetting van de onwettigheid van de |
contagion de l'illégalité du titre de détention précédent sur le titre subséquent. | vorige titel van hechtenis op de volgende titel. |
Selon la jurisprudence de la Cour de cassation : | Volgens de rechtspraak van het Hof van Cassatie : |
« lorsqu'une nouvelle décision administrative se substitue, sur un | « Wanneer een nieuwe administratieve beslissing, met een verschillende |
fondement différent, à celle qui ordonne l'éloignement du territoire | grondslag, in de plaats komt van de beslissing die de verwijdering van |
et la rétention d'un étranger, le recours judiciaire contre celle-ci | het grondgebied en de bewaring van een vreemdeling beveelt, heeft het |
devient, en principe, sans objet. Toutefois, s'il est invoqué que la | beroep daartegen bij de rechterlijke macht, in beginsel, geen |
première décision de privation de liberté est affectée d'une | bestaansreden meer. Wanneer evenwel wordt aangevoerd dat de eerste |
illégalité de nature à invalider une décision subséquente, il | beslissing tot vrijheidsberoving is aangetast door een onwettigheid |
appartient au juge saisi de cette contestation de l'examiner en | die de daaropvolgende beslissing ongeldig maakt, staat het aan de |
application de l'article 5.4 de la Convention de sauvegarde des droits | rechter bij wie die betwisting aanhangig is gemaakt om dat in het |
de l'homme et des libertés fondamentales » (Cass., 10 mai 2017, | licht van artikel 5.4 EVRM te onderzoeken » (Cass., 10 mei 2017, |
P.17.0447.F). | P.17.0447.F, ECLI:BE:CASS:2017:ARR.20170510.3). |
La Cour européenne des droits de l'homme a également jugé : | Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt eveneens : |
« [...] l'ordre juridique interne qui ne permet pas à l'étranger | « [...] de interne rechtsorde die de in hechtenis genomen vreemdeling |
détenu d'obtenir sa libération malgré plusieurs constats d'illégalité | niet toelaat zijn invrijheidstelling te verkrijgen ondanks |
de cette détention au regard du droit interne lu en combinaison avec | verschillende vaststellingen van onwettigheid van die hechtenis in het |
le droit de l'UE et ce pour le seul motif qu'un nouveau titre de | licht van het intern recht in samenhang gelezen met het recht van de |
détention est venu fonder sa détention, et, l'empêche ensuite de faire | EU en om de enige reden dat een nieuwe titel van hechtenis zijn |
valoir devant un juge que le nouveau titre de détention serait affecté | hechtenis grondt, en hem vervolgens belet voor een rechter aan te |
par l'illégalité du titre initial, ne présente pas les garanties | voeren dat de nieuwe titel van hechtenis aangetast zou zijn door de |
d'effectivité et de célérité requise par l'article 5, § 4 de la | onwettigheid van de oorspronkelijke titel, biedt niet de waarborgen |
van daadwerkelijkheid en snelheid vereist bij artikel 5, lid 4, van | |
Convention » (CEDH, 30 juin 2020, Muhammad Saqawat c. Belgique, | het Verdrag » (EHRM, 30 juni 2020, Muhammad Saqawat t. België, |
ECLI:CE:ECHR:2020:0630JUD005496218, § 73). | ECLI:CE:ECHR:2020:0630JUD005496218, § 73). |
B.19. Il découle des considérations précédentes que la décision de | B.19. Uit de voorgaande overwegingen vloeit voort dat de beslissing |
réécrou, telle qu'elle est organisée par la disposition en cause, n'a | tot wederopsluiting, zoals die is geregeld bij de in het geding zijnde |
pas en soi pour effet de prolonger la durée de la détention au-delà du | bepaling, op zichzelf niet tot gevolg heeft dat de duur van de |
délai raisonnablement nécessaire pour atteindre le but poursuivi et | hechtenis wordt verlengd tot na de redelijke termijn die noodzakelijk |
qu'elle n'entraîne pas de conséquences susceptibles de constituer une | is om het nagestreefde doel te bereiken en dat zij geen gevolgen met |
atteinte disproportionnée à la liberté individuelle. | zich meebrengt die de individuele vrijheid op onevenredige wijze |
B.20. Eu égard aux conditions strictes permettant l'adoption d'une « | kunnen aantasten. B.20. Gelet op de strikte voorwaarden die toelaten een « beslissing |
décision de réécrou » et aux garanties juridictionnelles qui | tot wederopsluiting » te nemen en op de in B.17.1 tot B.19 vermelde |
permettent d'en contrôler la légalité, mentionnées en B.17.1 à B.19, | jurisdictionele waarborgen die toelaten de wettigheid ervan te |
et compte tenu de ce qui est dit en B.18, la disposition en cause, qui | controleren, en gelet op hetgeen is vermeld in B.18, is de in het |
constitue le fondement légal de ces décisions de réécrou, n'est pas | geding zijnde bepaling, die de wettelijke grondslag van die |
incompatible avec l'article 12 de la Constitution, lu en combinaison | beslissingen tot wederopsluiting vormt, niet onbestaanbaar met artikel |
avec les articles 5 et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme. | 12 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 5 en 13 van |
Quant à la demande de poser des questions préjudicielles à la Cour de | het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
Ten aanzien van het verzoek om prejudiciële vragen te stellen aan het | |
justice de l'Union européenne | Hof van Justitie van de Europese Unie |
B.21. Lorsqu'une question d'interprétation du droit de l'Union | B.21. Wanneer een vraag die betrekking heeft op de uitlegging van het |
européenne est soulevée dans une affaire pendante devant une | Unierecht wordt opgeworpen in een zaak die aanhangig is bij een |
juridiction nationale dont les décisions ne sont pas susceptibles de | nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het |
recours en vertu du droit national, cette juridiction est tenue de | nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep, is die instantie, |
poser la question à la Cour de justice, conformément à l'article 267, | overeenkomstig artikel 267, derde alinea, van het Verdrag betreffende |
troisième alinéa, du Traité sur le fonctionnement de l'Union | de werking van de Europese Unie, gehouden die vraag te stellen aan het |
européenne. | Hof van Justitie. |
Ce renvoi n'est toutefois pas nécessaire lorsque cette juridiction a | Die verwijzing is evenwel niet nodig wanneer die rechterlijke |
constaté que la question soulevée n'est pas pertinente, que la | instantie heeft vastgesteld dat de opgeworpen vraag niet relevant is, |
disposition du droit de l'Union en cause a déjà fait l'objet d'une | dat de betrokken bepaling van het Unierecht reeds door het Hof van |
interprétation de la part de la Cour de justice ou que l'application | Justitie is uitgelegd, of dat de juiste uitlegging van het Unierecht |
correcte du droit de l'Union s'impose avec une telle évidence qu'elle | zo evident is, dat redelijkerwijze geen ruimte voor twijfel kan |
ne laisse place à aucun doute raisonnable (CJCE, 6 octobre 1982, | bestaan (HvJ, 6 oktober 1982, C-283/81, CILFIT, ECLI:EU:C:1982:335, |
C-283/81, CILFIT, ECLI:EU:C:1982:335, point 21; grande chambre, 6 | punt 21; grote kamer, 6 oktober 2021, C-561/19, Consorzio Italian |
octobre 2021, C-561/19, Consorzio Italian Management et Catania | |
Multiservizi SpA, ECLI:EU:C:2021:799, point 33). A la lumière de | Management en Catania Multiservizi SpA, ECLI:EU:C:2021:799, punt 33). |
l'article 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union | Die redenen moeten, in het licht van artikel 47 van het Handvest van |
européenne, ces motifs doivent ressortir à suffisance de la motivation | de grondrechten van de Europese Unie, afdoende blijken uit de |
de l'arrêt par lequel la juridiction refuse de poser la question | motivering van het arrest waarbij de rechterlijke instantie weigert de |
préjudicielle (ibid., point 51). | prejudiciële vraag te stellen (ibid., punt 51). |
L'exception du défaut de pertinence implique que la juridiction | De uitzondering van het gebrek aan relevantie houdt in dat de |
nationale n'est pas tenue de poser une question lorsque « la question | nationale rechterlijke instantie van de verwijsplicht is ontheven |
n'est pas pertinente, c'est-à-dire dans les cas où la réponse à cette | wanneer « die vraag niet ter zake dienend is, dat wil zeggen wanneer |
question, quelle qu'elle soit, ne pourrait avoir aucune influence sur | het antwoord erop, hoe het ook luidt, geen invloed zou kunnen hebben |
la solution du litige » (CJUE, 15 mars 2017, Aquino, C-3/16, | op de oplossing van het geschil » (HvJ, 15 maart 2017, Aquino, C-3/16, |
ECLI:EU:C:2017:209, point 43; grande chambre, 6 octobre 2021, | ECLI:EU:C:2017:209, punt 43; grote kamer, 6 oktober 2021, C-561/19, |
C-561/19, Consorzio Italian Management et Catania Multiservizi SpA, | Consorzio Italian Management en Catania Multiservizi SpA, punt 34). |
point 34). L'exception selon laquelle l'interprétation correcte du droit de | De uitzondering dat de juiste uitlegging van het Unierecht evident is, |
l'Union s'impose avec évidence implique que la juridiction nationale | houdt in dat de nationale rechterlijke instantie ervan overtuigd moet |
doit être convaincue que la même évidence s'imposerait également aux | zijn dat de gehanteerde oplossing even evident zou zijn voor de |
autres juridictions de dernier ressort des autres Etats membres et à | rechterlijke instanties van de andere lidstaten die in laatste aanleg |
la Cour de justice. Elle doit à cet égard tenir compte des | uitspraak doen, alsook voor het Hof van Justitie. Zij dient in dat |
caractéristiques propres au droit de l'Union, des difficultés | verband rekening te houden met de specifieke kenmerken van het |
particulières que présente l'interprétation de ce dernier et du risque | Unierecht, met de bijzondere moeilijkheden bij de uitlegging ervan en |
de divergences de jurisprudence au sein de l'Union. Elle doit | met het gevaar voor uiteenlopende rechtspraak binnen de Unie. Tevens |
également tenir compte des différences entre les versions | dient zij acht te slaan op de verschillen tussen de taalversies van |
linguistiques de cette disposition dont elle a connaissance, notamment | die bepaling waarvan zij op de hoogte is, met name wanneer die |
lorsque ces divergences sont exposées par les parties et sont avérées. | verschillen door de partijen naar voren zijn gebracht en onderbouwd |
Enfin, elle doit également avoir égard à la terminologie propre à | zijn. Tot slot dient zij aandacht te hebben voor de eigen terminologie |
l'Union et aux notions autonomes dans le droit de l'Union, ainsi qu'au | en autonome begrippen die het Unierecht bezigt, alsook met de context |
contexte de la disposition applicable à la lumière de l'ensemble des | van de toepasselijke bepaling in het licht van het Unierecht in zijn |
dispositions du droit de l'Union, de ses finalités et de l'état de son | geheel, zijn doelstellingen en zijn ontwikkelingsstand op het ogenblik |
évolution à la date à laquelle l'application de la disposition en | waarop de betrokken bepaling moet worden toegepast (HvJ, grote kamer, |
cause doit être faite (CJUE, grande chambre, 6 octobre 2021, C-561/19, | 6 oktober 2021, C-561/19, Consorzio Italian Management en Catania |
Consorzio Italian Management et Catania Multiservizi SpA, points | Multiservizi SpA, punten 40-46). |
40-46). Pour le surplus, une juridiction nationale statuant en dernier ressort | Voorts vermag de in laatste aanleg rechtsprekende nationale rechterlijke instantie ervan af te zien om het Hof een prejudiciële |
peut s'abstenir de soumettre une question préjudicielle à la Cour « | vraag te stellen « om redenen van niet-ontvankelijkheid die eigen zijn |
pour des motifs d'irrecevabilité propres à la procédure devant cette | aan de procedure bij die rechterlijke instantie, mits het |
juridiction, sous réserve du respect des principes d'équivalence et | gelijkwaardigheids- en het doeltreffendheidsbeginsel in acht worden |
d'effectivité » (CJUE, 14 décembre 1995, Van Schijndel et Van Veen, | genomen » (HvJ, 14 december 1995, Van Schijndel en Van Veen, C-430/93 |
C-430/93 et C-431/93, ECLI:EU:C:1995:441, point 17; 15 mars 2017, | en C-431/93, ECLI:EU:C:1995:441, punt 17; 15 maart 2017, Aquino, |
Aquino, C-3/16, point 56; grande chambre, 6 octobre 2021, C-561/19, | C-3/16, punt 56; grote kamer, 6 oktober 2021, C-561/19, |
ECLI:EU:C:2021:799, Consorzio Italian Management e Catania | ECLI:EU:C:2021:799, Consorzio Italian Management en Catania |
Multiservizi SpA, point 61). | Multiservizi SpA, punt 61). |
B.22. La première question préjudicielle suggérée par le demandeur | B.22. De eerste door de eiser voor het verwijzende rechtscollege |
devant la juridiction a quo porte sur les articles 5, paragraphe 4, 13 | voorgestelde prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie heeft |
et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, sur les | betrekking op de artikelen 5, lid 4, 13 en 14 van het Europees Verdrag |
articles 21 et 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union | voor de rechten van de mens, de artikelen 21 en 47 van het Handvest |
européenne et sur les articles 13 et 15 de la directive 2008/115/CE du | van de grondrechten van de Europese Unie en de artikelen 13 en 15 van |
16 décembre 2008 « relative aux normes et procédures communes | de richtlijn 2008/115/EG van 16 december 2008 « over |
applicables dans les Etats membres au retour des ressortissants de | gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de |
terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun | |
pays tiers en séjour irrégulier ». | grondgebied verblijven ». |
Les dispositions du droit de l'Union européenne invoquées contiennent | De aangevoerde bepalingen van Europees Unierecht bevatten waarborgen |
des garanties analogues à celles au regard desquelles la Cour a exercé | die analoog zijn aan diegene waaraan het Hof getoetst heeft in het |
un contrôle dans le cadre de la première question préjudicielle. Ces | kader van de eerste prejudiciële vraag. Die bepalingen bevatten |
dispositions ne contiennent pas davantage des règles concrètes | evenmin een concrete termijnenregeling. Aangezien hetgeen is vermeld |
concernant les délais. Etant donné que ce qui est dit en B.12 et B.13 | in B.12 en B.13 onverkort geldt ten aanzien van die bepalingen, is het |
s'applique pleinement à ces dispositions, l'interprétation correcte du | evident dat de uitlegging van het Europees Unierecht juist is. |
droit de l'Union européenne est évidente. | B.23. De tweede en de vierde door de eiser voor het verwijzende |
B.23. Les deuxième et quatrième questions préjudicielles suggérées par | rechtscollege voorgestelde prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie |
le demandeur devant la juridiction a quo sont manifestement dénuées de | zijn klaarblijkelijk niet relevant. Ze houden geen verband met de aan |
pertinence. Elles sont sans lien avec les questions préjudicielles | het Grondwettelijk Hof voorgelegde prejudiciële vragen. |
soumises à la Cour constitutionnelle. | B.24. De derde door de eiser voor het verwijzende rechtscollege |
B.24. La troisième question préjudicielle suggérée par le demandeur | voorgestelde prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie heeft |
devant la juridiction a quo porte sur l'article 47 de la Charte des | betrekking op artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de |
droits fondamentaux de l'Union européenne et sur les articles 13 et 15 | Europese Unie en op de artikelen 13 en 15 van de richtlijn 2008/115/EG |
de la directive 2008/115/CE du 16 décembre 2008 précitée. En raison de | van 16 december 2008. Gelet op het antwoord van het Hof op de tweede |
la réponse apportée par la Cour à la seconde question préjudicielle en | |
B.17.1 à B.20, la troisième question préjudicielle n'est plus | prejudiciële vraag in B.17.1 tot B.20 is de prejudiciële vraag niet |
pertinente. | langer relevant. |
B.25. La cinquième question préjudicielle suggérée par le demandeur | B.25. De vijfde door de eiser van het verwijzende rechtscollege |
devant la juridiction a quo porte exclusivement sur l'article 15, | voorgestelde prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie betreft |
paragraphe 6, de la directive 2008/115/CE précitée. | uitsluitend artikel 15, lid 6, van de voormelde richtlijn 2008/115/EG. |
Cette disposition permet aux Etats membres de prolonger de douze mois | Die bepaling geeft de lidstaten de mogelijkheid om de termijn van |
au maximum le délai de conservation lorsque, malgré tous les efforts | bewaring met ten hoogste twaalf maanden te verlengen wanneer, alle |
raisonnables qui ont été consentis, il est probable que l'éloignement | redelijke inspanningen ten spijt, het waarschijnlijk is dat de |
dure plus longtemps parce que l'étranger refuse de coopérer ou que la | verwijdering meer tijd zal vergen omdat de vreemdeling niet meewerkt |
documentation du pays tiers se fait attendre. Pour les motifs | of de documentatie uit het derde land op zich laat wachten. Om de |
mentionnés en B.17.1 à B.19, l'article 27, § 3, de la loi du 15 | redenen vermeld in B.17.1 tot B.19 is artikel 27, § 3, van de wet van |
décembre 1980 est compatible avec ce qui précède. L'interprétation | 15 december 1980 daarmee bestaanbaar. De juiste uitlegging van het |
correcte du droit de l'Union européenne est évidente. | Europees Unierecht is evident. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
1. Compte tenu de ce qui est dit en B.12, l'article 72 de la loi du 15 | 1. Rekening houdend met hetgeen is vermeld in B.12, schendt artikel 72 |
décembre 1980 « sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement | van de wet van 15 december 1980 « betreffende de toegang tot het |
et l'éloignement des étrangers », interprété en ce sens qu'il fait | grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van |
référence à la loi relative à la détention préventive qui était en | vreemdelingen », zo geïnterpreteerd dat het verwijst naar de wet |
vigueur lors de la promulgation de la loi du 15 décembre 1980, à | betreffende de voorlopige hechtenis die van kracht was bij de |
savoir la loi du 20 avril 1874 « relative à la détention préventive », | afkondiging van de wet van 15 december 1980, namelijk de wet van 20 |
ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en | april 1874 « op de voorlopige hechtenis », niet de artikelen 10 en 11 |
combinaison avec les articles 5, paragraphe 4, et 13 de la Convention | van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 5, lid 4, en 13 |
européenne des droits de l'homme. | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
2. Compte tenu de ce qui est dit en B.18, l'article 27, § 3, de la loi | 2. Rekening houdend met hetgeen is vermeld in B.18, schendt artikel |
du 15 décembre 1980 précitée ne viole pas l'article 12 de la | 27, § 3, van de voormelde wet van 15 december 1980 niet artikel 12 van |
Constitution, lu en combinaison avec les articles 5 et 13 de la | de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 5 en 13 van het |
Convention européenne des droits de l'homme. | Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 12 janvier 2023. | op 12 januari 2023. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
P. Nihoul | P. Nihoul |