← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 89/2022 du 30 juin 2022 Numéro du rôle : 7634 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 109bis du Code judiciaire, à l'article 43bis du Code pénal
et aux articles 197bis et 199 à 215 du Code d'instruction La
Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 89/2022 du 30 juin 2022 Numéro du rôle : 7634 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 109bis du Code judiciaire, à l'article 43bis du Code pénal et aux articles 197bis et 199 à 215 du Code d'instruction La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 89/2022 van 30 juni 2022 Rolnummer 7634 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 109bis van het Gerechtelijk Wetboek, artikel 43bis van het Strafwetboek en de artikelen 197bis en 199 tot 215 van het Wetboe Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 89/2022 du 30 juin 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 89/2022 van 30 juni 2022 |
Numéro du rôle : 7634 | Rolnummer 7634 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 109bis du | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 109bis van het |
Code judiciaire, à l'article 43bis du Code pénal et aux articles | Gerechtelijk Wetboek, artikel 43bis van het Strafwetboek en de |
197bis et 199 à 215 du Code d'instruction criminelle, posée par la | artikelen 197bis en 199 tot 215 van het Wetboek van strafvordering, |
Cour d'appel d'Anvers. | gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
Moerman, T. Giet, J. Moerman, E. Bribosia et W. Verrijdt, assistée du | rechters J.-P. Moerman, T. Giet, J. Moerman, E. Bribosia en W. |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président L. Lavrysen, | Verrijdt, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 3 septembre 2021, dont l'expédition est parvenue au | Bij arrest van 3 september 2021, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 15 septembre 2021, la Cour d'appel d'Anvers a | het Hof is ingekomen op 15 september 2021, heeft het Hof van Beroep te |
posé la question préjudicielle suivante : | Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 109bis du Code judiciaire, l'article 43bis du Code pénal | « Schenden de artikelen 109bis van het Gerechtelijk Wetboek, 43bis |
et les articles 197bis et 199 à 215 du Code d'instruction criminelle | Strafwetboek, 197bis Wetboek van Strafvordering, 199 - 215 Wetboek van |
violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'ils ne | Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet in zoverre deze niet de |
règlent pas la convocation et la possibilité de contradiction des | oproeping en mogelijkheid tot tegenspraak regelen van die (publieke) |
personnes morales ou instances (de droit public) (ministère public, | rechtspersonen of instanties (openbaar ministerie, ontvanger Domeinen, |
receveur des domaines, Etat) qui peuvent être lésées par une décision | Staat) die gegriefd kunnen worden door een wijzigende |
d'attribution modificative (attribution à une partie civile) de sommes | toewijzingsbeslissing (toewijzing aan een burgerlijke partij) van |
confisquées en vertu de l'article 43bis du Code pénal, prise par un | ingevolge artikel 43bis Strafwetboek verbeurdverklaarde gelden door |
juge d'appel, statuant en matière correctionnelle, sur le seul appel | een appelrechter, oordelend in correctionele zaken, op het enkele |
d'une partie civile contre un jugement prononçant uniquement la | hoger beroep van een burgerlijke partij tegen een vonnis dat enkel de |
confiscation et l'attribution implicite à l'Etat des sommes | verbeurdverklaring en impliciete toewijzing van de verbeurdverklaarde |
confisquées, ces dispositions ne précisant pas si ce recours doit être | gelden aan de Staat uitsprak, en daarbij niet aanduiden of dit hetzij |
traité par une chambre à conseiller unique ou par une chambre | voor een alleenzetelende dan wel collegiale kamer van het appelgerecht |
collégiale de la juridiction d'appel ? ». | dient te geschieden ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La Cour est interrogée au sujet de l'article 109bis du Code | B.1. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over artikel 109bis van het |
judiciaire, de l'article 43bis du Code pénal et des articles 197bis et | Gerechtelijk Wetboek, artikel 43bis van het Strafwetboek en de |
199 à 215 du Code d'instruction criminelle. | artikelen 197bis en 199 tot 215 van het Wetboek van strafvordering. |
B.2. Il ressort de la motivation de la décision de renvoi que le juge a quo doit se prononcer sur un appel interjeté par la partie civile contre un jugement du tribunal correctionnel condamnant les prévenus notamment à la peine de la confiscation spéciale par équivalent et n'attribuant pas à la partie civile les sommes d'argent confisquées. La non-attribution à la partie civile des sommes confisquées a pour effet que ces sommes reviennent à l'Etat belge. L'appel concerne la non-attribution à la partie civile des sommes confisquées. B.3.1. L'appel dirigé contre les jugements correctionnels est réglé | B.2. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de verwijzende rechter zich dient uit te spreken over een door de burgerlijke partij ingesteld hoger beroep tegen een vonnis van de correctionele rechtbank waarbij de beklaagden onder meer werden veroordeeld tot de straf van de bijzondere verbeurdverklaring bij equivalent en waarbij de verbeurdverklaarde geldsommen niet werden toegewezen aan de burgerlijke partij. De niet-toewijzing van de verbeurdverklaarde geldsommen aan de burgerlijke partij brengt met zich mee dat die geldsommen toekomen aan de Belgische Staat. Het hoger beroep betreft de niet-toewijzing van de verbeurdverklaarde geldsommen aan de burgerlijke partij. B.3.1. Het hoger beroep tegen correctionele vonnissen wordt geregeld |
aux articles 199 à 215 du Code d'instruction criminelle. | in de artikelen 199 tot 215 van het Wetboek van strafvordering. |
En vertu de l'article 202, 2°, de ce Code, la partie civile a le droit | Volgens artikel 202, 2°, van dat Wetboek heeft de burgerlijke partij |
d'interjeter appel des jugements rendus par les tribunaux de police et | het recht om hoger beroep in te stellen tegen de vonnissen gewezen |
les tribunaux correctionnels, mais « quant à ses intérêts civils | door de politierechtbanken en de correctionele rechtbanken, zij het « |
seulement ». | alleen wat haar burgerlijke belangen betreft ». |
B.3.2. En vertu de l'article 109bis, § 1er, du Code judiciaire, | B.3.2. Volgens artikel 109bis, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek wordt |
l'appel des décisions en matière pénale est attribué en principe à une | het hoger beroep tegen beslissingen in strafzaken in beginsel |
chambre à trois conseillers « sauf s'il porte exclusivement sur des | toegewezen aan een kamer met drie raadsheren « tenzij het uitsluitend |
actions civiles ou s'il ne porte plus que sur pareilles actions ». En | op burgerlijke vorderingen betrekking heeft of enkel nog op dergelijke |
vertu de l'article 109bis, § 3, de ce Code, les causes qui ne portent | vorderingen betrekking heeft ». Volgens artikel 109bis, § 3, van dat |
que sur des actions civiles ou qui ne portent plus que sur pareilles | Wetboek worden de zaken die uitsluitend op burgerlijke vorderingen |
betrekkingen hebben of enkel nog op dergelijke vorderingen betrekking | |
actions « sont attribuées à des chambres à un conseiller à la cour ». | hebben « toegewezen aan kamers met één raadsheer in het hof ». Wanneer |
Lorsque la complexité ou l'intérêt de l'affaire ou des circonstances | de complexiteit of het belang van de zaak of bijzondere, objectieve |
spécifiques et objectives le requièrent, le premier président peut | omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de eerste voorzitter |
toutefois, en vertu de la même disposition, attribuer, d'autorité, au | evenwel, volgens diezelfde bepaling, zaken geval per geval ambtshalve |
cas par cas, les affaires à une chambre à trois conseillers. | aan een kamer met drie raadsheren toewijzen. |
B.4.1. L'article 43bis du Code pénal porte sur la confiscation | B.4.1. Artikel 43bis van het Strafwetboek heeft betrekking op de |
spéciale et dispose : « La confiscation spéciale s'appliquant aux choses visées à l'article 42, 3°, pourra toujours être prononcée par le juge, mais uniquement dans la mesure où elle est requise par écrit par le procureur du Roi. Si les choses prévues à l'alinéa 1er et les choses qui ont servi ou qui ont été destinées à commettre l'infraction ne peuvent être trouvées dans le patrimoine du condamné, le juge procédera à leur évaluation monétaire et la confiscation portera sur une somme d'argent qui leur sera équivalente. Lorsque les choses confisquées appartiennent à la partie civile, elles lui seront restituées. Les choses confisquées lui seront de même attribuées lorsque le juge en aura prononcé la confiscation pour le motif qu'elles constituent des biens ou des valeurs substitués par le condamné à des choses appartenant à la partie civile ou parce qu'elles constituent l'équivalent de telles choses au sens de l'alinéa 2 du présent article. Tout autre tiers prétendant droit sur la chose confisquée pourra faire valoir ce droit dans un délai et selon des modalités déterminées par le Roi. | bijzondere verbeurdverklaring en bepaalt : « Bijzondere verbeurdverklaring toepasselijk op de zaken bedoeld in artikel 42, 3°, kan door de rechter in elk geval worden uitgesproken, maar slechts voorzover zij door de procureur des Konings schriftelijk wordt gevorderd. Indien de zaken bedoeld in het eerste lid en de zaken die gediend hebben of bestemd waren om het misdrijf te plegen niet kunnen worden gevonden in het vermogen van de veroordeelde, raamt de rechter de geldwaarde ervan en heeft de verbeurdverklaring betrekking op een daarmee overeenstemmend bedrag. Ingeval de verbeurdverklaarde zaken aan de burgerlijke partij toebehoren, zullen zij aan haar worden teruggegeven. De verbeurdverklaarde zaken zullen haar eveneens worden toegewezen ingeval de rechter de verbeurdverklaring uitgesproken heeft omwille van het feit dat zij goederen en waarden vormen die door de veroordeelde in de plaats gesteld zijn van de zaken die toebehoren aan de burgerlijke partij of omdat zij het equivalent vormen van zulke zaken in de zin van het tweede lid van dit artikel. Iedere andere derde die beweert recht te hebben op de verbeurdverklaarde zaak, zal dit recht kunnen laten gelden binnen een termijn en volgens modaliteiten bepaald door de Koning. |
[...] | [...] |
Le juge diminue au besoin le montant des avantages patrimoniaux visés | De rechter vermindert zo nodig het bedrag van de in artikel 42, 3°, |
à l'article 42, 3°, ou de l'évaluation monétaire visée à l'alinéa 2 | bedoelde vermogensvoordelen of van de in het tweede lid bedoelde |
afin de ne pas soumettre le condamné à une peine déraisonnablement | geldwaarde om de veroordeelde geen onredelijk zware straf op te leggen |
lourde ». | ». |
B.4.2. L'article 197bis du Code d'instruction criminelle règle le | B.4.2. Artikel 197bis van het Wetboek van strafvordering regelt de |
recouvrement de biens confisqués et dispose : | invordering van verbeurdverklaarde goederen en bepaalt : |
« § 1. De vervolgingen tot invordering van verbeurdverklaarde | |
« § 1er. Les poursuites en vue du recouvrement de biens confisqués, | goederen, de geldboetes en de gerechtskosten worden namens het |
d'amendes et de frais de justice seront exercées au nom du ministère | openbaar ministerie uitgeoefend door de bevoegde ambtenaar van de |
public par le fonctionnaire compétent du Service Public Fédéral | federale overheidsdienst Financiën en volgens de aanwijzingen van de |
Finances, selon les indications du directeur de l'Organe central pour | directeur van het Centraal Orgaan voor de inbeslagneming en de |
la saisie et la confiscation. | verbeurdverklaring. |
Ce fonctionnaire accomplit les actes et introduit les demandes | Deze ambtenaar verricht de handelingen en stelt de vorderingen in, die |
nécessaires au recouvrement ou à la sauvegarde des droits reconnus au | vereist zijn ter inning of ter vrijwaring van de rechten die het |
Trésor par le jugement ou l'arrêt. | vonnis of het arrest aan de Schatkist toekent. |
[...] ». | [...] ». |
B.5. Il est demandé à la Cour si les dispositions en cause sont | B.5. Het Hof wordt gevraagd of de in het geding zijnde bepalingen |
compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution, « en ce qu' [elles] ne règlent pas la convocation et la possibilité de contradiction des personnes morales ou instances (de droit public) (ministère public, receveur des domaines, Etat) qui peuvent être lésées par une décision d'attribution modificative (attribution à une partie civile) de sommes confisquées en vertu de l'article 43bis du Code pénal, prise par un juge d'appel, statuant en matière correctionnelle, sur le seul appel d'une partie civile contre un jugement prononçant uniquement la confiscation et l'attribution implicite à l'Etat des sommes confisquées, ces dispositions ne précisant pas si ce recours doit être traité par une chambre à conseiller unique ou par une chambre collégiale de la juridiction d'appel ». B.6. Le Conseil des ministres fait valoir que la question préjudicielle n'appelle pas de réponse car elle repose sur une prémisse manifestement erronée. | bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet « in zoverre deze niet de oproeping en mogelijkheid tot tegenspraak regelen van die (publieke) rechtspersonen of instanties (openbaar ministerie, ontvanger Domeinen, Staat) die gegriefd kunnen worden door een wijzigende toewijzingsbeslissing (toewijzing aan een burgerlijke partij) van ingevolge artikel 43bis Strafwetboek verbeurdverklaarde gelden door een appelrechter, oordelend in correctionele zaken, op het enkele hoger beroep van een burgerlijke partij tegen een vonnis dat enkel de verbeurdverklaring en impliciete toewijzing van de verbeurdverklaarde gelden aan de Staat uitsprak, en daarbij niet aanduiden of dit hetzij voor een alleenzetelende dan wel collegiale kamer van het appelgerecht dient te geschieden ». B.6. De Ministerraad voert aan dat de prejudiciële vraag geen antwoord behoeft omdat ze berust op een kennelijk verkeerd uitgangspunt. |
Renvoyant à la jurisprudence de la Cour de cassation (Cass., 20 mars | Onder verwijzing naar rechtspraak van het Hof van Cassatie (Cass., 20 |
2019, P.17.0730.F), il fait valoir que la décision relative à | maart 2019, P.17.0730.F), doet hij gelden dat de beslissing |
l'attribution ou non à la partie civile d'avantages patrimoniaux | betreffende het al dan niet toewijzen van verbeurdverklaarde |
vermogensvoordelen aan de burgerlijke partij geen burgerrechtelijke | |
confisqués ne constitue pas une décision civile, mais bien une | beslissing is, maar een modaliteit van het opleggen van de straf van |
modalité d'infliction de la peine de confiscation. Dès lors qu'en | verbeurdverklaring vormt. Daar de burgerlijke partij volgens artikel |
vertu de l'article 202, 2°, du Code d'instruction criminelle, la partie civile n'a le droit d'interjeter appel des jugements rendus par les tribunaux correctionnels que quant à ses intérêts civils, cette partie ne peut pas, selon le Conseil des ministres, interjeter appel de la décision relative à la confiscation d'une somme d'argent ni de la décision de ne pas lui attribuer cette somme. Le Conseil des ministres estime que l'appel dont le juge a quo a été saisi est dès lors irrecevable et que la réponse à la question préjudicielle n'est donc manifestement pas utile à la solution du litige au fond. B.7. C'est en règle à la juridiction a quo qu'il appartient d'apprécier si la réponse à la question préjudicielle est utile à la solution du litige. Ce n'est que lorsque tel n'est manifestement pas le cas que la Cour peut décider que la question n'appelle pas de réponse. De même, il appartient en règle au juge a quo d'interpréter les dispositions qu'il applique, sous réserve d'une lecture manifestement erronée des dispositions en cause. B.8.1. Par l'arrêt n° 190/2004 du 24 novembre 2004, la Cour a jugé : | 202, 2°, van het Wetboek van strafvordering alleen wat haar burgerlijke belangen betreft een recht heeft om hoger beroep in te stellen tegen de vonnissen gewezen door de correctionele rechtbanken, kan die partij volgens de Ministerraad geen hoger beroep instellen tegen de beslissing betreffende de verbeurdverklaring van een geldsom en evenmin tegen de beslissing betreffende de niet-toewijzing aan haar van die geldsom. De Ministerraad is van oordeel dat het hoger beroep dat bij de verwijzende rechter werd ingesteld om die reden niet ontvankelijk is en dat het antwoord op de prejudiciële vraag aldus kennelijk niet nuttig is voor de beslechting van het bodemgeschil. B.7. In de regel komt het de verwijzende rechter toe te oordelen of het antwoord op de prejudiciële vraag nuttig is voor het oplossen van het geschil. Alleen indien dat klaarblijkelijk niet het geval is, kan het Hof beslissen dat de vraag geen antwoord behoeft. Het staat eveneens in de regel aan de verwijzende rechter om de bepalingen die hij toepast, te interpreteren, onder voorbehoud van een kennelijk verkeerde lezing van de in het geding zijnde bepalingen. B.8.1. Bij zijn arrest nr. 190/2004 van 24 november 2004 heeft het Hof geoordeeld : |
« B.3.1. La confiscation spéciale visée à l'article 42 du Code pénal doit être considérée comme une peine accessoire dont la réquisition relève, sauf les exceptions déterminées par la loi, du pouvoir d'appréciation exclusif du ministère public. Dans des cas exceptionnels, la confiscation est aussi prescrite en réparation du dommage que la personne lésée a subi à la suite de l'infraction. La confiscation comme mesure de réparation au profit de la partie civile trouve notamment une application dans l'article 43bis, alinéa 3, du Code pénal. Dans de tels cas, la confiscation a un caractère mixte. B.3.2. Les avantages patrimoniaux dont il est question à l'article 42, 3°, du Code pénal ne doivent pas appartenir au prévenu. La confiscation s'applique également aux biens et valeurs qui ont été substitués à ces avantages primaires et qu'on appelle habituellement biens de substitution. La confiscation d'une somme équivalente peut être prononcée lorsqu'il apparaît qu'une personne déterminée a commis une infraction dont elle a retiré des avantages patrimoniaux sans qu'on puisse déterminer ce qu'il est advenu de ces avantages. B.3.3. La confiscation des avantages patrimoniaux peut aller à l'encontre des intérêts des personnes préjudiciées. En 1990, le législateur a voulu empêcher qu'il soit porté atteinte au droit de la victime d'obtenir la restitution du bien dont elle avait été privée par le fait de l'infraction. Dans ce but, il a décidé en outre d'affecter les biens confisqués à la réparation du dommage subi par la victime lorsque ces biens constituent le bien de substitution ou l'équivalent des biens dont la victime a été privée par l'infraction. Une telle modification législative était nécessaire, compte tenu de | « B.3.1. De bijzondere verbeurdverklaring bedoeld in artikel 42 van het Strafwetboek moet worden beschouwd als een bijkomende straf waarvan de vordering, behoudens bij de wet bepaalde uitzonderingen, behoort tot de exclusieve beoordelingsbevoegdheid van het openbaar ministerie. In uitzonderlijke gevallen wordt de verbeurdverklaring tevens voorgeschreven tot herstel van de schade die de benadeelde heeft ondergaan ten gevolge van het misdrijf. De verbeurdverklaring als herstelmaatregel ten voordele van de burgerlijke partij vindt onder meer toepassing in artikel 43bis, derde lid, van het Strafwetboek. In dergelijke gevallen heeft de verbeurdverklaring een gemengd karakter. B.3.2. De vermogensvoordelen waarvan sprake is in artikel 42, 3°, van het Strafwetboek hoeven niet aan de beklaagde toe te behoren. De verbeurdverklaring wordt eveneens toegepast op de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld, de zogenaamde vervangingsgoederen. De verbeurdverklaring van een gelijkwaardig bedrag kan worden uitgesproken indien blijkt dat een bepaalde persoon een misdrijf heeft gepleegd waaruit hij vermogensvoordelen heeft verkregen, zonder dat kan worden bepaald wat er van die voordelen is geworden. B.3.3. De verbeurdverklaring van de vermogensvoordelen kan de belangen van de benadeelden doorkruisen. De wetgever heeft in 1990 willen voorkomen dat schade zou worden berokkend aan het recht van het slachtoffer om de teruggave te verkrijgen van het goed dat hem door middel van het misdrijf was ontnomen. Met dat oogmerk werd bovendien beslist de verbeurdverklaarde zaken te bestemmen voor de schadeloosstelling van het slachtoffer wanneer die zaken het vervangmiddel of het equivalent vormden van de goederen die hem door het misdrijf waren ontnomen. |
l'interprétation restrictive donnée par la Cour de cassation à | Een dergelijke wetswijziging was noodzakelijk, gelet op de |
l'article 42, 2°, du Code pénal. La Cour de cassation considérait en | restrictieve interpretatie van artikel 42, 2°, van het Strafwetboek |
door het Hof van Cassatie. Het Hof van Cassatie oordeelde immers dat | |
effet que l'article 42, 2°, du Code pénal ne visait que ce qui a été | artikel 42, 2°, van het Strafwetboek enkel betrekking heeft op de |
produit matériellement par l'infraction ». | zaken die materieel door het misdrijf zijn voortgebracht ». |
B.8.2. Par cet arrêt, la Cour a donc jugé que la confiscation spéciale | B.8.2. Het Hof heeft bij dat arrest aldus geoordeeld dat de bijzondere |
revêt en soi un caractère pénal, que le législateur, lorsqu'il a | verbeurdverklaring, op zich, een strafrechtelijk karakter heeft, dat |
adopté l'article 43bis, alinéa 3, du Code pénal, voulait empêcher | de wetgever met de in artikel 43bis, derde lid, van het Strafwetboek |
vervatte regels heeft willen voorkomen dat schade zou worden berokkend | |
qu'il soit porté atteinte au droit de la victime d'obtenir la | aan het recht van het slachtoffer om de teruggave te verkrijgen van |
restitution du bien dont elle avait été privée par le fait de | het goed dat hem door middel van het misdrijf was ontnomen en dat de |
l'infraction et que le législateur a voulu affecter les biens | wetgever de verbeurdverklaarde zaken heeft willen bestemmen voor |
confisqués à la réparation du dommage subi par la victime lorsque ces | schadeloosstelling van het slachtoffer wanneer die zaken het |
biens constituent le bien de substitution ou l'équivalent des biens | vervangmiddel of het equivalent vormden van de goederen die hem door |
dont la victime a été privée par l'infraction. C'est la raison pour | het misdrijf waren ontnomen. Om die reden heeft het Hof geoordeeld dat |
laquelle la Cour a jugé que la confiscation spéciale, combinée avec | de bijzondere verbeurdverklaring gecombineerd met de in artikel 43bis, |
les mesures décrites à l'article 43bis, alinéa 3, du Code pénal, | derde lid, van het Strafwetboek omschreven maatregelen een « gemengd |
présente un « caractère mixte » (en partie pénal et en partie civil). | karakter » vertonen (deels strafrechtelijk, deels burgerrechtelijk). |
B.8.3. Il ressort de la décision de renvoi que le juge a quo a déclaré l'appel interjeté par la partie civile recevable et qu'il a jugé qu'il était compétent pour en connaître. Compte tenu de l'article 202, 2°, du Code d'instruction criminelle, le juge a quo considère donc qu'une décision relative à la non-attribution à la partie civile d'une somme d'argent confisquée revêt un caractère civil. Cette prémisse repose sur une interprétation de l'article 43bis, alinéa 3, du Code pénal qui, compte tenu de ce qui précède, ne saurait être considérée comme étant manifestement erronée. | B.8.3. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de verwijzende rechter het door de burgerlijke partij ingestelde hoger beroep ontvankelijk heeft verklaard en heeft geoordeeld dat hij bevoegd is om kennis ervan te nemen. Rekening houdend met artikel 202, 2°, van het Wetboek van strafvordering, blijkt de verwijzende rechter aldus ervan uit te gaan dat een beslissing betreffende de niet-toewijzing aan de burgerlijke partij van een verbeurdverklaarde geldsom een burgerrechtelijk karakter heeft. Dat uitgangspunt berust op een interpretatie van artikel 43bis, derde lid, van het Strafwetboek, die, gelet op het voorgaande, niet kan worden beschouwd als kennelijk verkeerd. |
B.8.4. L'exception est rejetée. | B.8.4. De exceptie wordt verworpen. |
B.9. Le Conseil des ministres fait également valoir que la question | B.9. De Ministerraad voert eveneens aan dat de prejudiciële vraag niet |
préjudicielle est irrecevable parce qu'elle n'est pas claire. Selon | ontvankelijk is, omdat ze niet duidelijk is. Hij doet gelden dat noch |
lui, ni la question préjudicielle ni la décision de renvoi ne | uit de prejudiciële vraag, noch uit de verwijzingsbeslissing kan |
permettent de déduire en quoi les dispositions en cause violeraient | worden afgeleid in welke zin de in het geding zijnde bepalingen de |
les articles 10 et 11 de la Constitution, ni quelles seraient les | artikelen 10 en 11 van de Grondwet zouden schenden en evenmin welke |
catégories de personnes à comparer. Il soutient en outre que la Cour | categorieën van personen met elkaar zouden moeten worden vergeleken. |
n'est pas compétente pour répondre à une question relative à | Hij doet eveneens gelden dat het Hof niet bevoegd is om te antwoorden |
l'interprétation qu'il y a lieu de donner à des normes législatives. | op een vraag naar de juiste interpretatie van wetskrachtige normen. |
B.10. Pour qu'un contrôle au regard des articles 10 et 11 de la | B.10. Opdat een toetsing aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet kan |
Constitution puisse être exercé, la question préjudicielle doit | worden uitgeoefend, moet een prejudiciële vraag verduidelijken in |
préciser en quoi les dispositions en cause violeraient ces articles | welke zin de in het geding zijnde bepalingen die grondwetsartikelen |
constitutionnels et quelles seraient les catégories de personnes à | zouden schenden en welke categorieën van personen met elkaar moeten |
comparer. Ces éléments doivent à tout le moins ressortir de la | worden vergeleken. Minstens moeten die elementen blijken uit de |
motivation de la décision de renvoi. Si tel n'est pas le cas, la Cour | motivering van de verwijzingsbeslissing. Als dat niet het geval is, |
ne peut pas juger si le principe d'égalité et de non-discrimination | kan het Hof niet oordelen of het beginsel van gelijkheid en |
est violé. | niet-discriminatie is geschonden. |
B.11.1. En ce que la Cour est interrogée sur la question de savoir si | B.11.1. In zoverre het Hof wordt gevraagd of de in het geding zijnde |
les dispositions en cause violent les articles 10 et 11 de la | bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, doordat zij |
Constitution, en ce qu'elles « ne [précisent] pas » si « le seul appel | « niet aanduiden » of « het enkele hoger beroep van een burgerlijke |
d'une partie civile contre un jugement prononçant uniquement la | partij tegen een vonnis dat enkel de verbeurdverklaring en impliciete |
confiscation et l'attribution implicite à l'Etat des sommes | toewijzing van de verbeurdverklaarde gelden aan de Staat uitsprak », |
confisquées » doit être traité « par une chambre à conseiller unique | dient te worden behandeld door « een alleenzetelende dan wel |
ou par une chambre collégiale de la juridiction d'appel », la question | collegiale kamer van het appelgerecht », voldoet de prejudiciële vraag |
préjudicielle ne répond pas aux exigences précitées. En effet, ni la | niet aan de voormelde vereisten. Noch uit de prejudiciële vraag, noch |
question préjudicielle ni la décision de renvoi ne font apparaître en | uit de verwijzingsbeslissing blijkt immers in welke zin de in het |
quoi les dispositions en cause, en ce qui concerne ce point, | |
violeraient les articles 10 et 11 de la Constitution et quelles | geding zijnde bepalingen, wat dat punt betreft, de artikelen 10 en 11 |
seraient les catégories de personnes à comparer. Il appartient en | van de Grondwet zouden schenden en welke categorieën van personen met |
elkaar zouden moeten worden vergeleken. Het staat bovendien aan de | |
outre au juge a quo, et non à la Cour, de juger, sur la base des | verwijzende rechter, en niet aan het Hof, om op basis van de |
dispositions législatives applicables, si l'affaire dont il est saisi | toepasselijke wetsbepalingen te beoordelen of de bij hem aanhangig |
doit être traitée par un conseiller unique ou par une chambre | gemaakte zaak dient te worden behandeld door een alleenrechtsprekende |
collégiale de la Cour d'appel. | raadsheer, dan wel door een collegiale kamer van het Hof van Beroep. |
La question préjudicielle est irrecevable sur ce point. | De prejudiciële vraag is op dat punt niet ontvankelijk. |
B.11.2. En ce qui concerne la question de savoir si les dispositions | B.11.2. Met betrekking tot de vraag of de in het geding zijnde |
en cause violent les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce | bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, doordat zij |
qu'elles « ne règlent pas la convocation et la possibilité de | « niet de oproeping en mogelijkheid tot tegenspraak regelen van die |
contradiction des personnes morales ou instances (de droit public) | (publieke) rechtspersonen of instanties (openbaar ministerie, |
(ministère public, receveur des domaines, Etat) qui peuvent être | ontvanger Domeinen, Staat) die gegriefd kunnen worden door een |
lésées par une décision d'attribution modificative (attribution à une | wijzigende toewijzingsbeslissing (toewijzing aan een burgerlijke |
partie civile) de sommes confisquées en vertu de l'article 43bis du | partij) van ingevolge artikel 43bis Strafwetboek verbeurdverklaarde |
Code pénal, prise par un juge d'appel, statuant en matière | gelden door een appelrechter, oordelend in correctionele zaken, op het |
correctionnelle, sur le seul appel d'une partie civile contre un | enkele hoger beroep van een burgerlijke partij tegen een vonnis dat |
jugement prononçant uniquement la confiscation et l'attribution | enkel de verbeurdverklaring en impliciete toewijzing van de |
implicite à l'Etat des sommes confisquées », on peut déduire de | verbeurdverklaarde gelden aan de Staat uitsprak », kan zowel uit de |
manière concluante tant du libellé même de la question préjudicielle | prejudiciële vraag zelf als uit de motivering van de |
que de la motivation de la décision de renvoi quelles sont les | verwijzingsbeslissing op afdoende wijze worden afgeleid welke |
catégories de personnes à comparer. | categorieën van personen met elkaar moeten worden vergeleken. |
Plus précisément, la Cour est invitée à comparer les situations, d'une | Het Hof wordt meer bepaald verzocht de situatie te vergelijken van, |
part, des parties qui, dans le cadre d'une telle affaire portée devant | enerzijds, de partijen die naar aanleiding van een dergelijke bij een |
une juridiction, ont la possibilité d'exposer leurs points de vue et, | rechtscollege aanhangig gemaakte zaak beschikken over de mogelijkheid |
d'autre part, les instances et personnes morales mentionnées dans la | om hun standpunten uiteen te zetten en, anderzijds, de in prejudiciële |
question préjudicielle - l'Etat belge, le ministère public et le | vraag vermelde rechtspersonen en instanties - de Belgische Staat, het |
fonctionnaire compétent du SPF Finances - qui, dans le cadre d'une | openbaar ministerie en de bevoegde ambtenaar van de FOD Financiën - |
telle affaire, ne sont pas convoquées et n'auraient pas la possibilité | die naar aanleiding van een dergelijke zaak niet worden opgeroepen en |
d'exposer leurs points de vue. Il ressort des mémoires transmis à la | niet zouden beschikken over de mogelijkheid om hun standpunten uiteen |
Cour par le Conseil des ministres que ce dernier a pu mener une | te zetten. Uit de door de Ministerraad bij het Hof ingediende memories |
défense utile sur ce point. | blijkt dat hij op dat punt een dienstig verweer heeft kunnen voeren. |
L'exception d'irrecevabilité est rejetée sur ce point. | De exceptie van niet-ontvankelijkheid wordt op dat punt verworpen. |
B.12.1. Selon la SA « PostNL Pakketten België », la question | B.12.1. Volgens de nv « PostNL Pakketten België » kan de prejudiciële |
préjudicielle peut être interprétée non seulement en ce sens qu'il est | vraag niet alleen worden geïnterpreteerd in die zin dat het Hof wordt |
demandé à la Cour s'il est question ou non d'une discrimination au | gevraagd of er al dan niet sprake is van een discriminatie ten nadele |
détriment de l'Etat belge, en ce que ni celui-ci ni ses représentants ne sont convoqués à la cause, mais aussi en ce sens qu'il est demandé à la Cour s'il est question ou non d'une discrimination au détriment de la partie civile, en ce que le conseiller unique qui se prononce sur l'appel interjeté par la partie civile ne serait pas compétent pour statuer sur la demande de la partie civile de lui attribuer la somme d'argent confisquée. B.12.2. Les parties ne peuvent modifier ou faire modifier la portée de la question préjudicielle posée par le juge a quo. B.12.3. Comme le Conseil des ministres le fait valoir, la seconde | van de Belgische Staat, doordat hij of zijn vertegenwoordigers niet worden opgeroepen in het geschil, maar ook in die zin dat het Hof wordt gevraagd of er al dan niet sprake is van een discriminatie ten nadele van de burgerlijke partij, doordat de alleenrechtsprekende raadsheer die uitspraak doet over het door de burgerlijke partij ingestelde hoger beroep niet bevoegd zou zijn om de vordering van de burgerlijke partij tot toewijzing van de verbeurdverklaarde geldsom te beoordelen. B.12.2. De partijen vermogen niet de draagwijdte van de door de verwijzende rechter gestelde prejudiciële vraag te wijzigen of te laten wijzigen. B.12.3. Zoals de Ministerraad aanvoert, is de tweede door de nv « |
interprétation de la question préjudicielle retenue par la SA « PostNL | PostNL Pakketten België » in aanmerking genomen interpretatie van de |
Pakketten België » n'est pas compatible avec le libellé de cette | prejudiciële vraag niet verenigbaar met de bewoordingen van die vraag |
question et elle ne trouve pas appui dans la décision de renvoi. | en vindt zij geen steun in de verwijzingsbeslissing. |
En ce que la SA « PostNL Pakketten België » demande à la Cour | In zoverre de nv « PostNL Pakketten België » het Hof verzoekt de |
d'examiner la question préjudicielle dans cette interprétation, cette | prejudiciële vraag in die interpretatie te onderzoeken, wordt dat |
demande est rejetée. | verzoek verworpen. |
B.13. Comme il est dit en B.2, l'affaire pendante devant le juge a quo | B.13. Zoals is vermeld in B.2, betreft de zaak die hangende is voor de |
concerne un appel interjeté par la partie civile contre un jugement du | verwijzende rechter een door de burgerlijke partij ingesteld hoger |
tribunal correctionnel condamnant les prévenus notamment à la peine de | beroep tegen een vonnis van de correctionele rechtbank waarbij de |
la confiscation spéciale par équivalent et n'attribuant pas à la | beklaagden onder meer werden veroordeeld tot de straf van de |
partie civile la somme d'argent confisquée, de sorte que cette | bijzondere verbeurdverklaring bij equivalent en waarbij de |
verbeurdverklaarde geldsom niet werd toegewezen aan de burgerlijke | |
dernière revient à l'Etat belge. | partij, waardoor ze toekomt aan de Belgische Staat. |
Comme il est dit en B.3.1, la partie civile a, en vertu de l'article | Zoals is vermeld in B.3.1, heeft de burgerlijke partij, volgens |
202, 2°, du Code d'instruction criminelle, le droit d'interjeter appel | artikel 202, 2°, van het Wetboek van strafvordering, het recht om |
hoger beroep in te stellen tegen de vonnissen gewezen door de | |
des jugements rendus par les tribunaux de police et par les tribunaux | politierechtbanken en de correctionele rechtbanken, zij het « alleen |
correctionnels, mais « quant à ses intérêts civils seulement ». | wat haar burgerlijke belangen betreft ». |
B.14.1. L'article 4, dernier alinéa, du titre préliminaire du Code de | B.14.1. Artikel 4, laatste lid, van de voorafgaande titel van het |
procédure pénale dispose que, lorsque le juge est saisi uniquement | Wetboek van strafvordering bepaalt dat wanneer alleen de burgerlijke |
quant aux intérêts civils, la présence du ministère public à | belangen bij de rechter aanhangig worden gemaakt, de aanwezigheid van |
l'audience n'est pas obligatoire. | het openbaar ministerie op de terechtzitting niet verplicht is. |
Il ressort des travaux préparatoires que le législateur a considéré | Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever van oordeel |
que, lorsque le juge pénal se prononce sur les intérêts civils d'un | is geweest dat wanneer de strafrechter uitspraak doet over de |
dossier, la présence du ministère public à l'audience n'a « pas de | burgerlijke belangen van een dossier, de aanwezigheid van het openbaar |
ministerie op de terechtzitting « niet echt nuttig " is en dat de | |
réelle utilité » et que les magistrats du ministère public, du fait de | magistraten van het openbaar ministerie, door de voorheen geldende |
leur présence obligatoire à l'époque, perdaient un temps précieux, qui | verplichte aanwezigheid, « zeer veel tijd [verloren], die zij voortaan |
« pourra désormais être consacré à des tâches prioritaires » (Doc. | aan prioritaire taken zullen kunnen besteden » (Parl. St., Kamer, |
parl., Chambre, 2004-2005, DOC 51-1273/002, p. 3; DOC 51-1273/008, p. | 2004-2005, DOC 51-1273/002, p. 3; DOC 51-1273/008, p. 26). |
26). B.14.2. En ce que la décision relative à la non-attribution à la | B.14.2. In zoverre de beslissing betreffende de niet-toewijzing van de |
partie civile de la somme d'argent confisquée revêt un caractère | verbeurdverklaarde geldsom aan de burgerlijke partij een burgerlijk |
civil, la partie civile peut, en vertu de l'article 202, 2°, du Code | karakter heeft, kan de burgerlijke partij, overeenkomstig artikel 202, |
2°, van het Wetboek van strafvordering, hoger beroep instellen tegen | |
d'instruction criminelle, interjeter appel de cette décision et, en | die beslissing en is de aanwezigheid van het openbaar ministerie bij |
vertu de l'article 4, dernier alinéa, du titre préliminaire du Code de | de behandeling van dat hoger beroep, overeenkomstig artikel 4, laatste |
procédure pénale, la présence du ministère public lors de l'examen de | lid, van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, |
cet appel n'est pas requise. | niet vereist. |
B.15. La question préjudicielle repose sur la prémisse selon laquelle | B.15. De prejudiciële vraag gaat ervan uit dat de Belgische Staat, aan |
l'Etat belge, auquel la somme d'argent confisquée revient en cas de | wie de verbeurdverklaarde geldsom toekomt in geval van niet-toewijzing |
non-attribution de cette somme à la partie civile, pourrait être « | van die geldsom aan de burgerlijke partij, « gegriefd » zou kunnen |
lésé » par une décision de la juridiction qui doit se prononcer sur | worden door een uitspraak van het rechtscollege dat dient te oordelen |
l'appel interjeté par la partie civile contre cette non-attribution de | over het door de burgerlijke partij ingestelde hoger beroep tegen de |
la somme confisquée. C'est la raison pour laquelle il est demandé s'il | niet-toewijzing van de verbeurdverklaarde geldsom. Om die reden wordt |
est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution que | de vraag gesteld of het bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van |
l'Etat belge lui-même ou une autre instance qui défend les intérêts de | de Grondwet dat de Belgische Staat zelf, dan wel een andere instantie |
l'Etat - le ministère public ou le fonctionnaire compétent du SPF | die de belangen van de Staat verdedigt - het openbaar ministerie of de |
Finances visé à l'article 197bis du Code d'instruction criminelle - ne | in artikel 197bis van het Wetboek van strafvordering bedoelde |
soient pas convoqués à la cause pendante devant la juridiction qui | ambtenaar van de FOD Financiën -, niet worden opgeroepen in de zaak |
doit se prononcer sur l'appel interjeté par la partie civile. | die hangende is voor het rechtscollege dat dient te oordelen over het |
hoger beroep van de burgerlijke partij. | |
B.16.1. La confiscation spéciale visée à l'article 42 du Code pénal | B.16.1. De bijzondere verbeurdverklaring bedoeld in artikel 42 van het |
Strafwetboek is een bijkomende straf. De vordering van die straf maakt | |
est une peine accessoire. La demande de cette peine relève de | deel uit van de toepassing van de strafwet en raakt aldus aan de |
l'application de la loi pénale et touche donc aux intérêts de l'Etat. | belangen van de Staat. |
Comme la Cour l'a jugé par l'arrêt n° 190/2004 - cité en B.8.1 -, la | Zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn - in B.8.1 aangehaalde - |
confiscation des éléments patrimoniaux peut toutefois aller à | arrest nr. 190/2004, kan de verbeurdverklaring van |
l'encontre des intérêts des personnes préjudiciées. Si les éléments | vermogensbestanddelen echter de belangen van de benadeelden |
patrimoniaux reviennent à l'Etat, la personne préjudiciée peut en | doorkruisen. Indien de verbeurdverklaarde vermogensbestanddelen |
effet être confrontée à l'insolvabilité de l'auteur. | toekomen aan de Staat, kan de benadeelde zich immers geconfronteerd |
Sur cette base, le législateur a voulu empêcher qu'il soit porté | zien met de insolvabiliteit van de dader. |
atteinte au droit de la victime d'obtenir la restitution du bien dont | Daarvan uitgaande heeft de wetgever willen voorkomen dat schade zou |
elle avait été privée par le fait de l'infraction et il a décidé | worden berokkend aan het recht van het slachtoffer om de teruggave te |
verkrijgen van het goed dat hem door middel van het misdrijf was | |
d'affecter les biens confisqués à la réparation du dommage subi par la | ontnomen en heeft hij beslist de verbeurdverklaarde zaken te bestemmen |
victime lorsque ces biens constituent le bien de substitution ou | voor de schadeloosstelling van het slachtoffer wanneer die zaken het |
l'équivalent des biens dont la victime a été privée par le fait de | vervangmiddel of het equivalent vormden van de goederen die hem door |
l'infraction. | het misdrijf waren ontnomen. |
B.16.2. Il s'ensuit que le législateur a considéré que les intérêts de | B.16.2. Daaruit volgt dat de wetgever van oordeel is geweest dat de |
l'Etat dans le cadre de la demande et du prononcé de la peine | belangen van de Staat in het kader van het vorderen en het uitspreken |
accessoire de la confiscation spéciale portent exclusivement sur | van de bijkomende straf van de bijzondere verbeurdverklaring |
l'application de la loi pénale et ne sont pas de nature patrimoniale. | uitsluitend betrekking hebben op de toepassing van de strafwet en niet |
Du reste, l'intérêt de l'Etat défendu par le ministère public dans un | patrimoniaal van aard zijn. Het door het openbaar ministerie in een |
procès pénal n'est en principe pas non plus de nature patrimoniale. | strafproces behartigde belang van de Staat is overigens in beginsel |
evenmin van patrimoniale aard. | |
B.16.3. Lorsqu'une partie civile interjette appel d'une décision | B.16.3. Wanneer een burgerlijke partij hoger beroep instelt tegen een |
relative à la non-attribution d'une somme d'argent confisquée, la | beslissing betreffende de niet-toewijzing van een verbeurdverklaarde |
juridiction saisie de cet appel, dans l'interprétation des | geldsom, oordeelt het rechtscollege waarbij dat hoger beroep aanhangig |
dispositions en cause soumise à la Cour, se prononce exclusivement sur | is gemaakt, in de interpretatie van de in het geding zijnde bepalingen |
des intérêts civils, et non donc sur l'action publique. Dans cette | die aan het Hof is voorgelegd, uitsluitend over burgerlijke belangen |
situation, en effet, cette juridiction est exclusivement saisie de la | en aldus niet over de strafvordering. Dat rechtscollege is in die |
question de savoir à qui revient la somme d'argent confisquée et n'est | situatie immers uitsluitend geadieerd om te oordelen over de vraag aan |
donc pas appelée à se prononcer sur la peine, infligée, de | wie de verbeurdverklaarde geldsom toekomt en aldus niet om te oordelen |
confiscation spéciale. | over de opgelegde straf van de bijzondere verbeurdverklaring. |
B.17. Les intérêts de l'Etat dans le cadre de la demande et du | B.17. Daar de belangen van de Staat in het kader van het vorderen en |
prononcé de la peine accessoire de confiscation n'étant pas de nature | het uitspreken van de bijkomende straf van de verbeurdverklaring niet |
patrimoniale, l'Etat ne peut en principe pas être directement lésé par | patrimoniaal van aard zijn, kan de Staat in beginsel niet rechtstreeks |
une décision d'une juridiction qui doit statuer sur l'appel interjeté | worden gegriefd door een beslissing van een rechtscollege dat dient te |
par la partie civile contre la décision judiciaire relative à la | oordelen over het door de burgerlijke partij ingestelde hoger beroep |
non-attribution d'une somme d'argent confisquée. Pour cette raison, il | tegen de rechterlijke beslissing betreffende de niet-toewijzing van |
n'est pas sans justification raisonnable que les dispositions en cause | een verbeurdverklaarde geldsom. Om die reden is het niet zonder |
ne prévoient pas une convocation de l'Etat belge à une telle cause | redelijke verantwoording dat de in het geding zijnde bepalingen niet |
pendante devant une juridiction. Les intérêts défendus par le | voorzien in een oproeping van de Belgische Staat in zulk een voor een |
ministère public et par le fonctionnaire du SPF Finances visé à | rechtscollege hangende zaak. Daar de belangen die het openbaar |
l'article 197bis du Code d'instruction criminelle n'étant pas | ministerie en de in artikel 197bis van het Wetboek van strafvordering |
différents, dans ce contexte, de ceux de l'Etat, il n'est pas non plus | bedoelde ambtenaar van de FOD Financiën behartigen ter zake niet |
sans justification raisonnable que les dispositions en cause ne prévoient pas une convocation de ces instances. B.18. La circonstance qu'il n'est pas prévu de convocation ne place du reste pas le ministère public dans l'impossibilité d'exposer ses points de vue en ce qui concerne l'application correcte de la loi. Il résulte en effet de la jurisprudence de la Cour de cassation que l'article 4, dernier alinéa, du titre préliminaire du Code de procédure pénale n'empêche pas « que le ministère public soit présent à l'audience à laquelle le juge pénal examine la demande civile ni | verschillen van die van de Staat, is het evenmin zonder redelijke verantwoording dat de in het geding zijnde bepalingen niet voorzien in een oproeping van die instanties. B.18. De omstandigheid dat niet is voorzien in een oproeping brengt overigens niet met zich mee dat het openbaar ministerie in de onmogelijkheid verkeert zijn standpunten met betrekking tot de juiste toepassing van de wet uiteen te zetten. Uit de rechtspraak van het Hof van Cassatie volgt immers dat artikel 4, laatste lid, van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering niet belet « dat het openbaar ministerie aanwezig is op de rechtszitting waarop de strafrechter de burgerlijke rechtsvordering behandelt en zijn advies over de beoordeling van die vordering kenbaar |
qu'il fasse connaître son avis sur l'appréciation de cette demande », | maakt », waarbij « de partijen over dat advies tegenspraak kunnen |
« les parties pouvant contredire cet avis » (Cass., 29 septembre 2020, | voeren » (Cass. 29 september 2020, P.20.0527.N). |
P.20.0527.N). | |
B.19. Compte tenu de ce qui précède, les dispositions en cause sont | B.19. Rekening houdend met het voorgaande, zijn de in het geding |
compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution. | zijnde bepalingen bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 43bis du Code pénal et les articles 197bis et 199 à 215 du | Artikel 43bis van het Strafwetboek en de artikelen 197bis en 199 tot |
Code d'instruction criminelle ne violent pas les articles 10 et 11 de | 215 van het Wetboek van strafvordering schenden de artikelen 10 en 11 |
la Constitution. | van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 30 juin 2022. | op 30 juni 2022. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
L. Lavrysen | L. Lavrysen |