← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 73/2022 du 25 mai 2022 Numéro du rôle : 7592 En cause : les
questions préjudicielles concernant l'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 « relative à
la police de la circulation routière », posées par le Tribuna La
Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 73/2022 du 25 mai 2022 Numéro du rôle : 7592 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation routière », posées par le Tribuna La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 73/2022 van 25 mei 2022 Rolnummer 7592 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 38, § 5, van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld door de Rechtbank van eerste aan Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 73/2022 du 25 mai 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 73/2022 van 25 mei 2022 |
Numéro du rôle : 7592 | Rolnummer 7592 |
En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 38, § 5, | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 38, § 5, van de wet van |
de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation | 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld |
routière », posées par le Tribunal de première instance de Louvain. | door de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
Moerman, T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. | rechters J.-P. Moerman, T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, |
Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia et W. Verrijdt, assistée du | T. Detienne, D. Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia en W. Verrijdt, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président L. Lavrysen, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 27 mai 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe | Bij vonnis van 27 mei 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het |
de la Cour le 2 juin 2021, le Tribunal de première instance de Louvain | Hof is ingekomen op 2 juni 2021, heeft de Rechtbank van eerste aanleg |
a posé les questions préjudicielles suivantes : | te Leuven de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 38, § 5, de l'arrêté royal du 16 mars 1968 portant | « 1. Schendt artikel 38 § 5 van het KB van 16 maart 1968 tot |
coordination des lois relatives à la police de la circulation routière | coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer |
viole-t-il le principe constitutionnel d'égalité et de | het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie en |
non-discrimination ainsi que les articles 10 et 11 de la Constitution | artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de rechter de wettelijke |
en ce qu'il impose au juge l'obligation légale de prononcer la | verplichting op te leggen om een verval van het recht tot sturen uit |
déchéance du droit de conduire et de rendre la réintégration dans le | te spreken en het herstel van het recht tot sturen op zijn minst |
droit de conduire dépendante au moins de la réussite des examens | afhankelijk te maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch |
théorique ou pratique s'il condamne du chef d'une infraction commise | examen indien hij veroordeelt wegens een overtreding begaan met een |
avec un véhicule à moteur pouvant donner lieu à une déchéance du droit | motorvoertuig die tot het verval van het recht tot sturen kan leiden |
de conduire et que le coupable est titulaire depuis moins de deux ans | en de schuldige personen sinds minder dan twee jaar houder zijn van |
du permis de conduire B belge, mais est déjà titulaire depuis plus de | het Belgisch rijbewijs B doch wel reeds meer dan twee jaar houder zijn |
deux ans d'un permis de conduire non européen reconnu valable, bien | van een geldig niet-Europees erkend rijbewijs hoewel er geen |
que la conversion du permis de conduire non européen reconnu en permis | theoretische of praktijk testen zijn gekoppeld aan de omzetting van |
de conduire B belge ne soit pas subordonnée à la réussite d'un test | het niet-Europees erkend rijbewijs in het Belgisch rijbewijs B terwijl |
pratique ou théorique, alors que cette aggravation ne s'applique pas | deze verzwaring niet geldt ten overstaan van personen die sinds meer |
aux personnes qui sont titulaires depuis plus de deux ans du permis de | dan twee jaar houder zijn van het Belgisch rijbewijs B en een |
conduire B belge et qui commettent une telle infraction ? | dergelijke overtreding begaan ? |
2. L'article 38, § 5, de l'arrêté royal du 16 mars 1968 portant | 2. Schendt artikel 38 § 5 van het KB van 16 maart 1968 tot coördinatie |
coordination des lois relatives à la police de la circulation routière | van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer het |
viole-t-il le principe constitutionnel d'égalité et de | grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie en |
non-discrimination ainsi que les articles 10 et 11 de la Constitution | artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de rechter de wettelijke |
en ce qu'il impose au juge l'obligation légale de prononcer la | verplichting op te leggen om een verval van het recht tot sturen uit |
déchéance du droit de conduire et de rendre la réintégration dans le | te spreken én het herstel van het recht tot sturen op zijn minst |
droit de conduire dépendante au moins de la réussite des examens | afhankelijk te maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch |
théorique ou pratique s'il condamne du chef d'une infraction commise | examen indien hij veroordeelt wegens een overtreding begaan met een |
avec un véhicule à moteur pouvant donner lieu à une déchéance du droit | motorvoertuig die tot het verval van het recht tot sturen kan leiden |
de conduire et que le coupable est titulaire depuis moins de deux ans | en de schuldige personen sinds minder dan twee jaar houder zijn van |
du permis de conduire B belge, mais est déjà titulaire depuis plus de | het Belgisch rijbewijs B doch wel reeds meer dan twee jaar houder zijn |
deux ans d'un permis de conduire non européen reconnu valable, bien | van een geldig niet-Europees erkend rijbewijs hoewel er geen |
que la conversion du permis de conduire non européen reconnu en permis | theoretische of praktijk testen zijn gekoppeld aan de omzetting van |
de conduire B belge ne soit pas subordonnée à la réussite d'un examen | het niet-Europees erkend rijbewijs in het Belgisch rijbewijs B terwijl |
pratique ou théorique, alors que les personnes relevant de cette | deze categorie van personen niet kan vergeleken worden met de |
catégorie ne sont pas comparables au conducteur débutant qui a obtenu | beginnende bestuurder die sinds minder dan twee jaar het rijbewijs B |
le permis de conduire B depuis moins de deux ans ? | heeft behaald ? |
3. L'article 38, § 5, de l'arrêté royal du 16 mars 1968 portant | 3. Schendt artikel 38 § 5 van het KB van 16 maart 1968 tot coördinatie |
coordination des lois relatives à la police de la circulation routière | van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer het |
viole-t-il le principe constitutionnel d'égalité et de | grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie en |
non-discrimination ainsi que les articles 10 et 11 de la Constitution, | artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de rechter de wettelijke |
en ce qu'il impose au juge l'obligation légale de prononcer la | verplichting op te leggen om een verval van het recht tot sturen uit |
déchéance du droit de conduire et de rendre la réintégration dans le | te spreken en het herstel van het recht tot sturen op zijn minst |
droit de conduire dépendante au moins de la réussite des examens | afhankelijk te maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch |
théorique ou pratique s'il condamne du chef d'une infraction commise | examen indien hij veroordeelt wegens een overtreding begaan met een |
avec un véhicule à moteur pouvant donner lieu à une déchéance du droit | motorvoertuig die tot het verval van het recht tot sturen kan leiden |
de conduire et que le coupable est titulaire depuis moins de deux ans | en de schuldige personen sinds minder dan twee jaar houder zijn van |
du permis de conduire B belge, mais est déjà titulaire depuis plus de | het Belgisch rijbewijs B doch wel reeds meer dan twee jaar houder zijn |
deux ans d'un permis de conduire non européen reconnu valable, alors | van een geldig niet-Europees erkend rijbewijs terwijl die wettelijke |
que cette obligation légale ne s'applique pas aux personnes qui sont | verplichting niet geldt voor personen die houder zijn van een geldig |
titulaires d'un permis de conduire non européen reconnu valable qui | niet-Europees erkend rijbewijs die een dergelijke overtreding heeft |
ont commis une telle infraction au cours de la période de 185 jours | begaan tijdens de periode van 185 dagen waarin geen omzetting is |
durant laquelle la conversion de leur permis de conduire n'est pas | |
exigée ? ». | vereist ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Par les trois questions préjudicielles, la Cour est interrogée | B.1. In de drie prejudiciële vragen wordt het Hof ondervraagd over de |
sur la compatibilité de l'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 « | bestaanbaarheid van artikel 38, § 5, van de wet van 16 maart 1968 « |
relative à la police de la circulation routière » (ci-après : la loi | betreffende de politie over het wegverkeer » (hierna : de |
du 16 mars 1968) avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce | Wegverkeerswet) met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre |
que le juge est tenu d'appliquer l'aggravation prévue par la | de rechter verplicht is om de in de in het in geding zijnde bepaling |
disposition en cause aux coupables qui sont titulaires depuis moins de | voorgeschreven verzwaring toe te passen op schuldige personen die |
deux ans du permis de conduire B belge, mais qui sont déjà titulaires | sinds minder dan twee jaar houder zijn van het Belgisch rijbewijs B, |
depuis plus de deux ans d'un permis de conduire non européen reconnu | doch reeds meer dan twee jaar houder zijn van een geldig niet-Europees |
valable. | erkend rijbewijs. |
La Cour limite son examen à cette situation. | Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die situatie. |
B.2.1. L'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 dispose : | B.2.1. Artikel 38, § 5, van de Wegverkeerswet bepaalt : |
« Le juge doit prononcer la déchéance du droit de conduire et rendre | « De rechter moet het verval van het recht tot sturen uitspreken en |
la réintégration du droit de conduire dépendante au moins de la | het herstel van het recht tot sturen minstens afhankelijk maken van |
réussite des examens théorique ou pratique s'il condamne du chef d'une | het slagen voor het theoretisch of praktisch examen indien hij |
infraction commise avec un véhicule à moteur pouvant donner lieu à une | veroordeelt wegens een overtreding begaan met een motorvoertuig die |
déchéance du droit de conduire, et que le coupable est titulaire | tot een verval van het recht tot sturen kan leiden en de schuldige |
depuis moins de deux ans du permis de conduire B. | sinds minder dan twee jaar houder is van het rijbewijs B. |
L'alinéa 1er n'est pas d'application à l'article 38, § 1er, 2°, en cas | Het eerste lid is niet van toepassing op artikel 38, § 1, 2°, in geval |
d'un accident de la circulation avec seulement des blessés légers. | van een verkeersongeval met enkel lichtgewonden. |
L'alinéa 1er n'est pas d'application aux infractions du deuxième degré | Het eerste lid is niet van toepassing op de overtredingen van de |
visées à l'article 29, § 1er ». B.2.2. Le choix du législateur est expliqué dans les travaux préparatoires de la disposition en cause comme suit : « La connaissance et l'habileté sont des éléments qui peuvent être testés de manière fiable lors de l'examen de conduite mais ce n'est pas le cas de l'attitude et du comportement. C'est pourquoi la première année suivant l'obtention du permis de conduire est considérée comme une année lors de laquelle la pratique doit démontrer si le nouveau, et souvent jeune, conducteur a développé un style de conduite sûr. Si ce n'est pas le cas, il doit alors repasser ses examens de conduite théorique et/ou pratique. Voici entre autres les infractions qui, selon la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, entrent en ligne de compte pour une déchéance du droit de conduire : - alcool et ivresse au volant; - infractions du deuxième, troisième ou quatrième degré; | tweede graad, zoals bedoeld in artikel 29, § 1 ». B.2.2. De keuze van de wetgever wordt in de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde bepaling als volgt onderbouwd : « Kennis en vaardigheid zijn betrouwbaar te testen op het rijexamen, maar attitude en gedrag zijn dat niet. Daarom wordt het eerste jaar dat men zijn rijbewijs heeft behaald beschouwd als een jaar waarbinnen de praktijk moet uitwijzen of de nieuwe, meestal ook jonge, bestuurder een veilige rijstijl heeft ontwikkeld. Is dat niet het geval, dan moet hij zijn theoretisch en/of praktisch rijexamen opnieuw afleggen. Onder meer de volgende overtredingen komen volgens de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer in aanmerking voor een verval van het recht tot sturen : - alcohol en dronkenschap in het verkeer; - overtredingen van de tweede, derde of vierde graad; |
- drogues au volant; | - drugs in het verkeer; |
- disposer d'un détecteur de radar à bord; | - een radarverklikker aan boord hebben; |
- causer des accidents de la route avec tués ou blessés graves; | - verkeersongevallen met doden of ernstige gewonden veroorzaken; |
- récidive (déjà trois condamnations dans l'année [précédant] | - recidive (reeds drie keer veroordeeld in het jaar voorafgaand aan de |
l'infraction); | overtreding); |
- rouler sans être titulaire d'un permis de conduire ou rouler alors | - rijden zonder houder te zijn van een rijbewijs of rijden terwijl men |
que l'on est médicalement inapte; | medisch ongeschikt is; |
- délit de fuite; | - vluchtmisdrijf; |
- dépasser de plus de 30 kilomètres par heure la vitesse maximale | - de toegelaten maximumsnelheid met meer dan 30 kilometer per uur |
autorisée; | overschrijden; |
- dépasser de plus de 20 kilomètres par heure la vitesse maximale | - de toegelaten maximumsnelheid met meer dan 20 kilometer per uur |
autorisée dans une agglomération, zone 30 ou zone résidentielle » | overschrijden in een bebouwde kom, zone 30 of woonerf » (Parl. St., |
(Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2836/001, p. 4). | Kamer, 2006-2007, DOC 51-2836/001, p. 4). |
Un amendement portant le délai précité de un à deux ans a été adopté | Een amendement werd aangenomen dat de vermelde termijn van één op twee |
(Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2836/002). | jaar brengt (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2836/002). |
B.2.3. La mesure de la déchéance du droit de conduire un véhicule à | B.2.3. De maatregel van het verval van het recht tot besturen van een |
moteur est justifiée par le souci de diminuer les accidents de la | motorvoertuig wordt derhalve verantwoord door de bekommernis |
route et de favoriser ainsi la sécurité routière. La mesure en cause vise à soumettre les conducteurs ayant peu d'expérience de la circulation routière à un contrôle plus sévère que d'autres conducteurs. En obligeant les conducteurs ayant peu d'expérience, lorsqu'ils sont condamnés pour avoir commis certaines infractions déterminées, à prouver à nouveau leur connaissance théorique ou leurs aptitudes pratiques, la mesure contribue à améliorer la sécurité des autres usagers de la route et à augmenter la sécurité routière en général. La mesure est en outre limitée aux conducteurs qui ont commis certaines infractions de roulage graves. | verkeersongevallen te verminderen en op die manier de verkeersveiligheid te bevorderen. De in het geding zijnde maatregel strekt ertoe bestuurders met een geringe ervaring in het wegverkeer aan een strenger toezicht te onderwerpen dan andere bestuurders. Door bestuurders met een geringe ervaring te verplichten, wanneer zij wegens bepaalde overtredingen zijn veroordeeld, hun theoretische kennis of praktische vaardigheden opnieuw te bewijzen, draagt de maatregel bij tot een verbetering van de veiligheid van de andere weggebruikers en van de verkeersveiligheid in het algemeen. De maatregel is bovendien beperkt tot bestuurders die bepaalde ernstige verkeersovertredingen hebben begaan. |
B.3. Par son arrêt du 22 mai 2012 (P.11.1859.N), la Cour de cassation | B.3. Bij zijn arrest van 22 mei 2012 (AR P.11.1859.N) heeft het Hof |
a jugé que l'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 ne comporte | van Cassatie geoordeeld dat artikel 38, § 5, van de Wegverkeerswet |
pas d'exception « pour le titulaire depuis plus de deux ans d'un | geen uitzondering inhoudt « voor degene die langer dan twee jaar |
permis de conduire obtenu à l'étranger et converti en permis de | houder is van een rijbewijs behaald in het buitenland en dat omgezet |
conduire belge ». | is in een Belgisch rijbewijs ». |
Il convient dès lors de considérer que la date à laquelle les | |
conducteurs titulaires d'un permis de conduire non européen reconnu | Derhalve dient te worden aangenomen dat de datum waarop bestuurders |
valable ont converti leur permis de conduire en un permis de conduire | met een geldig niet-Europees erkend rijbewijs hun rijbewijs hebben |
belge doit être prise comme point de départ pour calculer la période | omgezet in een Belgisch rijbewijs, als aanvangsdatum voor de |
de deux ans qui est prévue par l'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968. | berekening van de in artikel 38, § 5, van de Wegverkeerswet bepaalde |
En ce qui concerne la première question préjudicielle | periode van twee jaar moet worden beschouwd. |
B.4. Par la première question préjudicielle, il est demandé à la Cour | Wat betreft de eerste prejudiciële vraag |
si l'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 est contraire aux | B.4. In de eerste prejudiciële vraag wordt het Hof gevraagd of artikel |
articles 10 et 11 de la Constitution « en ce qu'il impose au juge | 38, § 5, van de Wegverkeerswet strijdig is met de artikelen 10 en 11 |
l'obligation légale de prononcer la déchéance du droit de conduire et de rendre la réintégration dans le droit de conduire dépendante au moins de la réussite des examens théorique ou pratique s'il condamne du chef d'une infraction commise avec un véhicule à moteur pouvant donner lieu à une déchéance du droit de conduire et que le coupable est titulaire depuis moins de deux ans du permis de conduire B belge, mais est déjà titulaire depuis plus de deux ans d'un permis de conduire non européen reconnu valable, bien que la conversion du permis de conduire non européen reconnu en permis de conduire B belge ne soit pas subordonnée à la réussite d'un test pratique ou théorique, alors que cette aggravation ne s'applique pas aux personnes qui sont titulaires depuis plus de deux ans du permis de conduire B belge et | van de Grondwet « door de rechter de wettelijke verplichting op te leggen om een verval van het recht tot sturen uit te spreken en het herstel van het recht tot sturen op zijn minst afhankelijk te maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch examen indien hij veroordeelt wegens een overtreding begaan met een motorvoertuig die tot het verval van het recht tot sturen kan leiden en de schuldige personen sinds minder dan twee jaar houder zijn van het Belgisch rijbewijs B doch wel reeds meer dan twee jaar houder zijn van een geldig niet-Europees erkend rijbewijs hoewel er geen theoretische of praktische testen zijn gekoppeld aan de omzetting van het niet-Europees erkend rijbewijs in het Belgisch rijbewijs B terwijl deze verzwaring niet geldt ten overstaan van personen die sinds meer dan twee jaar houder zijn van het Belgisch rijbewijs B en een |
qui commettent une telle infraction ». | dergelijke overtreding begaan ». |
B.5. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.5. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. | en het redelijk verantwoord is. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.6. La différence de traitement repose sur un critère objectif, à | B.6. Het verschil in behandeling berust op een objectief criterium, te |
savoir le constat selon lequel un conducteur dispose déjà depuis plus | weten de vaststelling of een bestuurder reeds meer dan twee jaar |
de deux ans d'un permis de conduire B belge. | beschikt over een Belgisch rijbewijs B. |
B.7. Comme il est dit en B.2.3, la mesure en cause est justifiée par | B.7. Zoals reeds is vermeld in B.2.3, wordt de in het geding zijnde |
le souci de diminuer les accidents de la route et de favoriser ainsi | maatregel verantwoord door de bekommernis verkeersongevallen te |
la sécurité routière. La mesure en cause vise à soumettre les conducteurs ayant peu d'expérience de la circulation routière belge, comme en l'espèce en tant que titulaire d'un permis de conduire de catégorie B belge, à un contrôle plus sévère que celui auquel sont soumis les autres conducteurs. En obligeant les conducteurs, lorsqu'ils sont condamnés pour avoir commis des infractions déterminées, à prouver à nouveau leur connaissance théorique ou leurs aptitudes pratiques, la mesure contribue à améliorer la sécurité des autres usagers de la route et la sécurité routière en général. La mesure est en outre limitée aux conducteurs qui ont commis certaines infractions graves au Code de la route. Les autres conducteurs qui sont condamnés pour les mêmes infractions peuvent se voir imposer la même obligation, sous cette réserve qu'il appartient dans ce cas au juge d'apprécier si cette obligation doit être imposée ou non. Le législateur pouvait considérer que les risques les plus élevés concernent les titulaires d'un permis de conduire de catégorie B belge ayant peu d'expérience de conduite en Belgique. Eu égard à l'objectif de la mesure en cause, le choix du législateur d'exclure le pouvoir | verminderen en op die manier de verkeersveiligheid te bevorderen. De in het geding zijnde maatregel strekt ertoe bestuurders met een geringe ervaring in het Belgisch wegverkeer, zoals te dezen als houder van het Belgisch rijbewijs B, aan een strenger toezicht te onderwerpen dan andere bestuurders. Door de bestuurders te verplichten, wanneer zij wegens bepaalde overtredingen zijn veroordeeld, hun theoretische kennis of praktische vaardigheden opnieuw te bewijzen, draagt de maatregel bij tot een verbetering van de veiligheid van de andere weggebruikers en van de verkeersveiligheid in het algemeen. De maatregel is bovendien beperkt tot bestuurders die bepaalde ernstige verkeersovertredingen hebben begaan. Aan de andere bestuurders die wegens dezelfde overtredingen zijn veroordeeld, kan precies dezelfde verplichting worden opgelegd, alleen behoort het dan tot de beoordelingsvrijheid van de rechter om die verplichting al dan niet op te leggen. De wetgever mocht ervan uitgaan dat de grootste risico's te maken hebben met houders van een Belgisch rijbewijs van categorie B met een geringe rijervaring in België. Gelet op de doelstelling van de in het geding zijnde maatregel leidt de keuze van de wetgever om de |
d'appréciation du juge de police à l'égard d'une catégorie déterminée | beoordelingsvrijheid van de politierechter ten aanzien van een |
de conducteurs n'entraîne pas une différence de traitement | bepaalde categorie van bestuurders uit te sluiten, niet tot een |
manifestement déraisonnable ou une sanction pénale manifestement | kennelijk onredelijk verschil in behandeling of tot een kennelijk |
disproportionnée. La circonstance que le conducteur dispose, le cas | onevenredige straf. De omstandigheid dat de bestuurder in voorkomend |
échéant, déjà depuis plus de deux ans d'un permis de conduire non | geval reeds meer dan twee jaar een geldig niet-Europees erkend |
européen reconnu valable n'y change rien. | rijbewijs heeft, verandert hieraan niets. |
En outre, le juge a toujours la possibilité de ne contrôler que la | Bovendien heeft de rechter steeds de mogelijkheid enkel de |
connaissance théorique ou les compétences pratiques et, ce faisant, de | theoretische kennis of de praktische vaardigheden te controleren, |
vérifier que le conducteur a développé un « style de conduite sûr ». | teneinde te kunnen vaststellen of de bestuurder een « veilige rijstijl |
B.8. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. | » heeft ontwikkeld. B.8. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden |
En ce qui concerne la deuxième question préjudicielle | beantwoord. Wat betreft de tweede prejudiciële vraag |
B.9. Par la deuxième question préjudicielle, il est demandé à la Cour | B.9. In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof gevraagd of artikel |
si l'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 est contraire aux | |
articles 10 et 11 de la Constitution « en ce qu'il impose au juge | 38, § 5, van de Wegverkeerswet strijdig is met de artikelen 10 en 11 |
l'obligation légale de prononcer la déchéance du droit de conduire et | van de Grondwet « door de rechter de wettelijke verplichting op te |
de rendre la réintégration dans le droit de conduire dépendante au | leggen om een verval van het recht tot sturen uit te spreken én het |
moins de la réussite des examens théorique ou pratique s'il condamne | herstel van het recht tot sturen op zijn minst afhankelijk te maken |
du chef d'une infraction commise avec un véhicule à moteur pouvant | van het slagen voor het theoretisch of praktisch examen indien hij |
donner lieu à une déchéance du droit de conduire et que le coupable | veroordeelt wegens een overtreding begaan met een motorvoertuig die |
est titulaire depuis moins de deux ans du permis de conduire B belge, | tot het verval van het recht tot sturen kan leiden en de schuldige |
mais est déjà titulaire depuis plus de deux ans d'un permis de | personen sinds minder dan twee jaar houder zijn van het Belgisch |
conduire non européen reconnu valable, bien que la conversion du | rijbewijs B doch wel reeds meer dan twee jaar houder zijn van een |
permis de conduire non européen reconnu en permis de conduire B belge | geldig niet-Europees erkend rijbewijs hoewel er geen theoretische of |
ne soit pas subordonnée à la réussite d'un examen pratique ou | praktijk testen zijn gekoppeld aan de omzetting van het niet-Europees |
théorique, alors que les personnes relevant de cette catégorie ne sont | erkend rijbewijs in het Belgisch rijbewijs B terwijl deze categorie |
pas comparables au conducteur débutant qui a obtenu le permis de | van personen niet kan vergeleken worden met de beginnende bestuurder |
conduire B depuis moins de deux ans ». | die sinds minder dan twee jaar het rijbewijs B heeft behaald ». |
B.10. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.10. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. Ce principe s'oppose, par | en het redelijk verantwoord is. Dat beginsel verzet er zich overigens |
ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans | tegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van de |
qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de | betwiste maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op |
personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure | identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke |
critiquée, sont essentiellement différentes. | verantwoording bestaat. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
et le but visé. | middelen en het beoogde doel. |
B.11.1. Bien que l'obligation du juge de police de subordonner la | B.11.1. Niettegenstaande voor de politierechter de verplichting om het |
réintégration dans le droit de conduire à la réussite de l'examen | herstel van het recht tot sturen afhankelijk te maken van het slagen |
théorique ou pratique n'existe qu'à l'égard des conducteurs qui sont | voor het theoretisch of praktisch examen, enkel bestaat ten aanzien |
titulaires depuis moins de deux ans du permis de conduire B belge, il | van de bestuurders die sedert minder dan twee jaar houder zijn van het |
convient de constater que le juge de police peut imposer la même | Belgisch rijbewijs B, dient te worden vastgesteld dat de |
obligation à l'égard des autres conducteurs titulaires d'un permis de | politierechter ook ten aanzien van andere bestuurders die houder zijn |
conduire B belge qui sont condamnés pour les mêmes infractions, sous | van een Belgisch rijbewijs B en die wegens dezelfde overtredingen zijn |
veroordeeld, dezelfde verplichting kan opleggen; alleen behoort het | |
cette réserve qu'il appartient dans ce cas au juge de police | dan tot de beoordelingsvrijheid van de politierechter om die |
d'apprécier si cette obligation de réussir l'examen théorique et/ou | verplichting van het slagen voor het theoretisch en/of praktisch |
pratique doit être imposée ou non. | examen al dan niet op te leggen. |
B.11.2. Eu égard à l'objectif de la mesure en cause, le choix du | B.11.2. Gelet op de doelstelling van de in het geding zijnde |
législateur consistant à exclure le pouvoir d'appréciation du juge de | maatregel, leidt de keuze van de wetgever om de beoordelingsvrijheid |
police à l'égard d'une catégorie déterminée de conducteurs n'entraîne | van de politierechter ten aanzien van een bepaalde categorie van |
pas une identité de traitement manifestement déraisonnable ou une | bestuurders uit te sluiten, niet tot een kennelijk onredelijke gelijke |
sanction pénale manifestement déraisonnable. | behandeling of tot een kennelijk onredelijke straf. |
La circonstance que le législateur a obligé le juge à la même sévérité à l'égard des conducteurs qui sont titulaires depuis moins de deux ans du permis de conduire B belge, mais qui sont titulaires depuis plus de deux ans déjà d'un permis de conduire non européen reconnu valable n'a pas pour effet d'ôter sa justification à la disposition en cause. La période d'essai de deux ans a été introduite afin de tester le comportement d'un conducteur sur l'infrastructure routière belge et de vérifier que le conducteur a développé ou non un style de conduite sûr. B.12. La deuxième question préjudicielle appelle une réponse négative. En ce qui concerne la troisième question préjudicielle B.13. Par la troisième question préjudicielle, il est demandé à la Cour si l'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 est contraire aux | Het gegeven dat de wetgever de rechter tot dezelfde gestrengheid heeft verplicht ten aanzien van bestuurders die sinds minder dan twee jaar houder zijn van het Belgisch rijbewijs B doch reeds meer dan twee jaar houder zijn van een geldig niet-Europees erkend rijbewijs, ontneemt de in het geding zijnde bepaling niet haar verantwoording. De proefperiode van twee jaar is ingevoerd teneinde het gedrag van een bestuurder in een Belgische verkeersomgeving te testen, en vast te stellen of de bestuurder al dan niet een veilige rijstijl heeft ontwikkeld. B.12. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Wat betreft de derde prejudiciële vraag B.13. In de derde prejudiciële vraag wordt het Hof gevraagd of artikel |
articles 10 et 11 de la Constitution « en ce qu'il impose au juge | 38, § 5, van de Wegverkeerswet strijdig is met de artikelen 10 en 11 |
l'obligation légale de prononcer la déchéance du droit de conduire et de rendre la réintégration dans le droit de conduire dépendante au moins de la réussite des examens théorique ou pratique s'il condamne du chef d'une infraction commise avec un véhicule à moteur pouvant donner lieu à une déchéance du droit de conduire et que le coupable est titulaire depuis moins de deux ans du permis de conduire B belge, mais est déjà titulaire depuis plus de deux ans d'un permis de conduire non européen reconnu valable, alors que cette obligation légale ne s'applique pas aux personnes qui sont titulaires d'un permis de conduire non européen reconnu valable qui ont commis une telle | van de Grondwet « door de rechter de wettelijke verplichting op te leggen om een verval van het recht tot sturen uit te spreken en het herstel van het recht tot sturen op zijn minst afhankelijk te maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch examen indien hij veroordeelt wegens een overtreding begaan met een motorvoertuig die tot het verval van het recht tot sturen kan leiden en de schuldige personen sinds minder dan twee jaar houder zijn van het Belgisch rijbewijs B doch wel reeds meer dan twee jaar houder zijn van een geldig niet-Europees erkend rijbewijs terwijl die wettelijke verplichting niet geldt voor personen die houder zijn van een geldig niet-Europees erkend rijbewijs die een dergelijke overtreding heeft |
infraction au cours de la période de 185 jours durant laquelle la | begaan tijdens de periode van 185 dagen waarin geen omzetting is |
conversion de leur permis de conduire n'est pas exigée ». | vereist ». |
B.14. Il convient de constater tout d'abord que l'article 21 de la loi du 16 mars 1968 prévoit que nul ne peut conduire, sur la voie publique, un véhicule à moteur s'il n'est titulaire et porteur d'un permis de conduire régulièrement délivré en Belgique, ou d'un permis de conduire étranger, soit national, soit international, dans les conditions fixées par les dispositions applicables en matière de circulation routière internationale. Les personnes qui sont inscrites au registre de la population, au registre des étrangers ou au registre d'attente d'une commune belge et qui ont leur résidence normale en Belgique ne peuvent conduire un véhicule à moteur en Belgique que sous le couvert d'un permis de | B.14. Allereerst dient te worden vastgesteld dat artikel 21 van de Wegverkeerswet bepaalt dat niemand op de openbare weg een motorvoertuig mag besturen, tenzij hij houder is, en het tevens bij zich heeft, van een rijbewijs in België regelmatig afgegeven of een nationaal of internationaal rijbewijs onder de voorwaarden vastgesteld door de bepalingen die inzake internationaal wegverkeer van toepassing zijn. Personen die zijn ingeschreven in het bevolkingsregister, in het vreemdelingenregister of het wachtregister van een Belgische gemeente en die in België hun gewone verblijfplaats hebben, mogen slechts een motorvoertuig in België besturen op basis van een Belgisch rijbewijs |
conduire belge (article 3, § 2, alinéa 2, de l'arrêté royal du 23 mars | (artikel 3, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 23 maart |
1998 « relatif au permis de conduire »). Les personnes qui ont leur | 1998 « betreffende het rijbewijs »). De personen die in België hun |
résidence normale en Belgique sont les personnes qui demeurent en | gewone verblijfplaats hebben, zijn personen die gedurende ten minste |
Belgique pendant au moins 185 jours par année, en raison d'attaches | 185 dagen per jaar, wegens persoonlijke en beroepsmatige bindingen of, |
personnelles et professionnelles ou, dans le cas d'une personne sans | voor iemand zonder beroepsmatige bindingen, wegens persoonlijke |
attaches professionnelles, en raison d'attaches personnelles, révélant | bindingen waaruit nauwe banden blijken tussen hemzelf en de plaats |
des liens étroits entre elle-même et l'endroit où elle habite. | waar hij woont, in België verblijven. |
Par conséquent, une personne qui est inscrite au registre de la | Derhalve mag een persoon die is ingeschreven in het |
population, au registre des étrangers ou au registre d'attente d'une | bevolkingsregister, in het vreemdelingenregister of het wachtregister |
commune belge peut conduire un véhicule à moteur en Belgique avec un | |
permis de conduire non européen reconnu valable, aussi longtemps | van een Belgische gemeente, met een geldig niet-Europees erkend |
qu'elle n'a pas encore de résidence normale en Belgique et qu'elle est | rijbewijs in België een motorvoertuig besturen, zolang hij in België |
donc inscrite depuis moins de 185 jours. | nog geen gewone verblijfplaats heeft en dus minder dan 185 dagen is |
ingeschreven. | |
B.15.1. L'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 impose au juge de | B.15.1. Artikel 38, § 5, van de Wegverkeerswet verplicht de rechter om |
prononcer la déchéance du droit de conduire et de rendre la | het verval van het recht tot sturen uit te spreken en het herstel van |
réintégration dans le droit de conduire dépendante au moins de la | het recht tot sturen minstens afhankelijk te maken van het slagen voor |
réussite de la réussite théorique ou pratique s'il condamne du chef | het theoretisch of praktisch examen indien hij veroordeelt wegens een |
d'une infraction commise avec un véhicule à moteur pouvant donner lieu | overtreding begaan met een motorvoertuig die tot een verval van het |
à une déchéance du droit de conduire et que le coupable est titulaire | recht tot sturen kan leiden en de schuldige sinds minder dan twee jaar |
depuis moins de deux ans du permis de conduire B. Il s'agit de | houder is van het rijbewijs B. Het gaat erom de bestuurders met weinig |
soumettre les conducteurs ayant peu d'expérience de la circulation | ervaring in het verkeer, hetgeen voortvloeit uit het feit dat zij |
routière, ce qui résulte du fait qu'ils sont titulaires depuis moins | sinds minder dan twee jaar houder zijn van het rijbewijs B, te |
de deux ans du permis de conduire B, à un contrôle plus sévère que | onderwerpen aan een strengere controle dan die welke geldt voor de |
celui qui s'applique aux autres conducteurs. | andere bestuurders. |
Les personnes visées par la mesure prévue par cette disposition sont | De personen die worden beoogd door de maatregel waarin die bepaling |
celles qui sont titulaires d'un permis de conduire B belge. | voorziet, zijn diegenen die houder zijn van een Belgisch rijbewijs B. |
B.15.2. Comme il ressort de l'arrêt de la Cour n° 82/2020 du 4 juin | B.15.2. Zoals blijkt uit het arrest van het Hof nr. 82/2020 van 4 juni |
2020, l'autorité belge est compétente pour déchoir les titulaires d'un | 2020 is de Belgische overheid bevoegd om het recht tot sturen van de |
permis de conduire belge ou étranger du droit de conduire sur le | houders van een Belgisch of buitenlands rijbewijs op het Belgisch |
territoire belge. | grondgebied vervallen te verklaren. |
L'autorité belge est également compétente pour fixer les conditions | De Belgische overheid is tevens bevoegd om de voorwaarden vast te |
relatives à l'obtention d'un permis de conduire belge. Elle est | stellen voor het verkrijgen van een Belgisch rijbewijs. Zij is bevoegd |
compétente pour assortir la délivrance du permis de conduire belge | om de afgifte van het Belgisch rijbewijs gepaard te laten gaan met een |
d'une période pendant laquelle le comportement du nouveau conducteur | periode tijdens welke het gedrag van de nieuwe bestuurder wordt getest |
est testé et pour prévoir que si ce nouveau conducteur se rend | en om te bepalen dat, wanneer die nieuwe bestuurder zich gedurende die |
coupable d'une infraction déterminée pendant cette période, alors le | periode schuldig maakt aan een bepaalde overtreding, de rechter het |
juge doit prononcer la déchéance du droit de conduire et obliger le | verval van het recht tot sturen moet uitspreken en de bestuurder het |
conducteur à subir à nouveau des examens. | afleggen van nieuwe examens moet opleggen. |
L'autorité belge n'est en revanche pas compétente pour déterminer les | De Belgische overheid is daarentegen niet bevoegd om de voorwaarden te |
conditions auxquelles une personne peut obtenir un permis de conduire | bepalen waaronder een persoon een buitenlands rijbewijs kan |
étranger, ni a fortiori pour fixer une période de test analogue à | verkrijgen, noch a fortiori om een testperiode vast te stellen die |
celle qui est prévue par l'article 38, § 5, en cause. | analoog is aan die waarin het in het geding zijnde artikel 38, § 5, |
B.15.3. La différence de traitement soulevée dans la troisième | voorziet. B.15.3. Het in de derde prejudiciële vraag opgeworpen verschil in |
question préjudicielle découle des compétences respectives des | behandeling vloeit voort uit de respectieve bevoegdheden van de |
autorités belges et des autorités étrangères. | Belgische overheden en van de buitenlandse overheden. |
B.16. La troisième question préjudicielle n'appelle dès lors pas de réponse. | B.16. De derde prejudiciële vraag behoeft derhalve geen antwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 38, § 5, de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de | Artikel 38, § 5, van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie |
la circulation routière » ne viole pas les articles 10 et 11 de la | over het wegverkeer » schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
Constitution. | niet. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 25 mai 2022. | op 25 mei 2022. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
P.-Y. Dutilleux L. Lavrysen | P.-Y. Dutilleux L. Lavrysen |