← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 39/2022 du 10 mars 2022 Numéro du rôle : 7700 En cause : le
recours en annulation de l'arrêté royal du 3 juillet 1996 « portant exécution de la loi relative à l'assurance
obligatoire soins de santé et indemnités, coordo La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée
du président L. Lavrysen et des juges-ra(...)"
Extrait de l'arrêt n° 39/2022 du 10 mars 2022 Numéro du rôle : 7700 En cause : le recours en annulation de l'arrêté royal du 3 juillet 1996 « portant exécution de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordo La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président L. Lavrysen et des juges-ra(...) | Uittreksel uit arrest nr. 39/2022 van 10 maart 2022 Rolnummer 7700 In zake : het beroep tot vernietiging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 « tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorgin Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen en de rechters-v(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 39/2022 du 10 mars 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 39/2022 van 10 maart 2022 |
Numéro du rôle : 7700 | Rolnummer 7700 |
En cause : le recours en annulation de l'arrêté royal du 3 juillet | In zake : het beroep tot vernietiging van het koninklijk besluit van 3 |
1996 « portant exécution de la loi relative à l'assurance obligatoire | juli 1996 « tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte |
verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | |
soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 » et des | gecoördineerd op 14 juli 1994 » en de onderliggende wetten, ingesteld |
lois sous-jacentes, introduit par Stephanie Billiet et Eduard | door Stephanie Billiet en Eduard Vercauteren. |
Vercauteren. | |
La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, | Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, |
composée du président L. Lavrysen et des juges-rapporteurs Y. | samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen en de rechters-verslaggevers |
Kherbache et M. Pâques, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, | Y. Kherbache en M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y. |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 10 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 10 december |
décembre 2021 et parvenue au greffe le 13 décembre 2021, un recours en | 2021 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 13 |
december 2021, is beroep tot vernietiging ingesteld van het koninklijk | |
annulation de l'arrêté royal du 3 juillet 1996 « portant exécution de | besluit van 3 juli 1996 « tot uitvoering van de wet betreffende de |
la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et | verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 » (publié au Moniteur belge | gecoördineerd op 14 juli 1994 » (bekendgemaakt in het Belgisch |
du 31 juillet 1996) et des lois sous-jacentes a été introduit par | Staatsblad van 31 juli 1996) en de onderliggende wetten door Stephanie |
Stephanie Billiet et Eduard Vercauteren. | Billiet en Eduard Vercauteren. |
Le 22 décembre 2021, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la | Op 22 december 2021 hebben de rechters-verslaggevers Y. Kherbache en |
M. Pâques, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de | |
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les | bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de |
juges-rapporteurs Y. Kherbache et M. Pâques ont informé le président | voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden |
qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en | gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te |
chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que le recours en | stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep |
annulation est manifestement irrecevable. | tot vernietiging klaarblijkelijk niet ontvankelijk is. |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Les parties requérantes demandent l'annulation de l'arrêté royal | B.1. De verzoekende partijen vragen de vernietiging van het koninklijk |
du 3 juillet 1996 « portant exécution de la loi relative à l'assurance | besluit van 3 juli 1996 « tot uitvoering van de wet betreffende de |
obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet | verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
1994 » et des lois sous-jacentes. | gecoördineerd op 14 juli 1994 » en de onderliggende wetten. |
B.2. La Cour constitutionnelle est compétente pour statuer sur les | B.2. Het Grondwettelijk Hof is bevoegd om uitspraak te doen over |
recours en annulation de lois, décrets ou ordonnances (article 1er de | beroepen tot vernietiging van wetten, decreten en ordonnanties |
la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle). | (artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
Pareil recours peut notamment être introduit par toute personne | Grondwettelijk Hof). Een dergelijk beroep kan met name worden |
ingesteld door iedere natuurlijke of rechtspersoon die doet blijken | |
physique ou morale qui justifie d'un intérêt (article 2) et ce, dans | van een belang (artikel 2) en dit binnen een termijn van zes maanden |
un délai de six mois ou, s'il s'agit d'un acte d'assentiment à un | of, indien het gaat om een akte houdende instemming met een verdrag, |
traité, dans un délai de soixante jours suivant la publication de la | binnen een termijn van zestig dagen na de bekendmaking van de |
norme législative en question (article 3). Le recours en annulation | betrokken wettelijke norm (artikel 3). Het beroep tot vernietiging |
doit être introduit auprès de la Cour au moyen d'une requête (article | wordt bij het Hof aanhangig gemaakt door middel van een verzoekschrift |
5), qui indique l'objet du recours et contient un exposé des faits et | (artikel 5), dat het onderwerp van het beroep vermeldt en een |
moyens (article 6). | uiteenzetting van de feiten en middelen bevat (artikel 6). |
B.3. Il apparaît de l'exposé de la requête que le recours est dirigé | B.3. Uit de uiteenzetting in het verzoekschrift blijkt dat het beroep |
contre l'article 224 de l'arrêté royal, précité, du 3 juillet 1996. La | gericht is tegen artikel 224 van het voormelde koninklijk besluit van |
Cour n'est pas compétente pour statuer sur le recours dirigé contre | 3 juli 1996. Het Hof is niet bevoegd om te oordelen over het beroep |
une disposition d'un arrêté royal, qui, à défaut d'être confirmée par | tegen een bepaling van een koninklijk besluit, dat, bij gebreke van |
une loi, n'est pas une norme législative. | bekrachtiging bij wet, geen wetskrachtige norm is. |
En ce que le recours est par ailleurs dirigé contre « les lois | In zoverre het beroep voorts gericht is tegen « de onderliggende |
sous-jacentes », il suffit de constater que les parties requérantes ne | wetten », volstaat het vast te stellen dat de verzoekende partijen |
précisent pas quelle norme législative elles visent. | niet verduidelijken welke wetgevende norm zij viseren. |
B.4. En ce que le recours est dirigé contre l'article 224 de l'arrêté royal, précité, du 3 juillet 1996, le recours ne relève manifestement pas de la compétence de la Cour. En ce que le recours est dirigé contre « les lois sous-jacentes », et sans qu'il soit nécessaire d'examiner si les autres conditions de recevabilité sont remplies, le recours est manifestement irrecevable. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, rejette le recours. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 10 mars 2022. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, | B.4. In zoverre het beroep gericht is tegen artikel 224 van het voormelde koninklijk besluit van 3 juli 1996, behoort het klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof. In zoverre het beroep gericht is tegen « de onderliggende wetten », en zonder dat het nodig is te onderzoeken of aan de overige ontvankelijkheidsvereisten is voldaan, is het beroep klaarblijkelijk onontvankelijk. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 10 maart 2022. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, |
L. Lavrysen | L. Lavrysen |