← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 172/2021 du 25 novembre 2021 Numéro du rôle : 7516 En cause
: la question préjudicielle concernant l'article 48 de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police
de la circulation routière », lu en combinaison avec l'arti La Cour
constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. Gie(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 172/2021 du 25 novembre 2021 Numéro du rôle : 7516 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 48 de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation routière », lu en combinaison avec l'arti La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. Gie(...) | Uittreksel uit arrest nr. 172/2021 van 25 november 2021 Rolnummer 7516 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 48 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gelezen in samenhang met artikel 187, § 4 Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 172/2021 du 25 novembre 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 172/2021 van 25 november 2021 |
| Numéro du rôle : 7516 | Rolnummer 7516 |
| En cause : la question préjudicielle concernant l'article 48 de la loi | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 48 van de wet van 16 |
| du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation routière », | maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gelezen in |
| lu en combinaison avec l'article 187, § 4, du Code d'instruction | samenhang met artikel 187, § 4, van het Wetboek van strafvordering, |
| criminelle, posée par le Tribunal de police de Flandre orientale, division d'Alost. | gesteld door de Politierechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Aalst. |
| La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de |
| Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques et D. Pieters, assistée du | rechters T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques en D. Pieters, |
| greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président L. Lavrysen, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Par jugement du 8 février 2021, dont l'expédition est parvenue au | Bij vonnis van 8 februari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van |
| greffe de la Cour le 17 février 2021, le Tribunal de police de Flandre | het Hof is ingekomen op 17 februari 2021, heeft de Politierechtbank |
| orientale, division d'Alost, a posé la question préjudicielle suivante | Oost-Vlaanderen, afdeling Aalst, de volgende prejudiciële vraag |
| : | gesteld : |
| « L'article 48 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la | « Schendt artikel 48 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de |
| circulation routière, lu en combinaison avec l'article 187, § 4, du | politie over het wegverkeer, samen gelezen met art. 187 § 4 Wetboek |
| Code d'instruction criminelle, viole-t-il les dispositions relatives | van Strafvordering, de bepalingen over de fundamentele rechten en |
| aux droits et libertés fondamentaux garantis par le titre II de la | vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de |
| Constitution (notamment les articles 10, 11 et 13 de la Constitution) | artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 E.V.R.M., in de |
| et par l'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des | |
| droits de l'homme, dans l'interprétation selon laquelle cette | interpretatie dat deze bepaling, niet toelaat een bestuurder |
| disposition ne permet pas qu'un conducteur doive répondre pénalement | strafrechtelijk ter verantwoording te roepen voor het besturen van een |
| de la conduite d'un véhicule malgré une déchéance du droit de | voertuig spijts verval, indien tegen het vonnis - dat aan de basis van |
| conduire, si le jugement à l'origine de la déchéance mise en oeuvre a | het uitgevoerd verval ligt - verzet werd aangetekend, dat ontvankelijk |
| fait l'objet d'une opposition qui a été déclarée recevable ? ». | werd verklaard ? ». |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1.1. L'article 48 de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police | B.1.1. Artikel 48 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de |
| de la circulation routière » (ci-après : la loi du 16 mars 1968) | politie over het wegverkeer » (hierna : de wet van 16 maart 1968) |
| dispose : | bepaalt : |
| « Est puni d'un emprisonnement de quinze jours à deux ans et d'une | « Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met |
| amende de 500 euros à 2.000 euros ou d'une de ces peines seulement et | geldboete van 500 euro tot 2.000 euro of met een van die straffen |
| d'une déchéance du droit de conduire un véhicule à moteur d'une durée | alleen en met het verval van het recht tot het besturen van een |
| de trois mois au moins et cinq ans au plus ou à titre définitif, | motorvoertuig voor een duur van ten minste drie maanden en ten hoogste |
| quiconque : | vijf jaar of levenslang, wordt gestraft, hij die : |
| 1° conduit un véhicule, un aéronef ou une monture ou accompagne un | 1° een voertuig of een luchtschip bestuurt, een rijdier geleidt of een |
| conducteur en vue de l'apprentissage, en dépit de la déchéance | bestuurder begeleidt met het oog op de scholing, spijts het tegen hem |
| prononcée contre lui; | uitgesproken verval; |
| 2° conduit un véhicule à moteur de la catégorie visée dans la décision | 2° een motorvoertuig bestuurt van de categorie bedoeld in de |
| beslissing van vervallenverklaring of een bestuurder begeleidt met het | |
| de déchéance ou accompagne un conducteur en vue de l'apprentissage, | oog op de scholing, zonder het voorgeschreven onderzoek met goed |
| sans avoir réussi l'examen imposé. | gevolg te hebben ondergaan. |
| Les peines d'emprisonnement et amendes sont doublées s'il y a récidive | De gevangenisstraffen en geldboeten worden verdubbeld bij herhaling |
| dans les trois ans à dater d'un jugement antérieur portant | binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig |
| condamnation et passé en force de chose jugée ». | veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan ». |
| L'article 187 du Code d'instruction criminelle dispose : | Artikel 187 van het Wetboek van strafvordering bepaalt : |
| « § 1er. La personne condamnée par défaut pourra faire opposition au | « § 1. De bij verstek veroordeelde kan tegen het vonnis in verzet |
| jugement dans les quinze jours qui suivent celui de la signification | komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop het is |
| de ce dernier. | betekend. |
| Lorsque la signification du jugement n'a pas été faite à sa personne, | Is de betekening van het vonnis niet aan hem in persoon gedaan, dan |
| le condamné par défaut pourra faire opposition, quant aux | kan hij die bij verstek veroordeeld is, wat de veroordelingen tot |
| condamnations pénales, dans les quinze jours qui suivent celui où il | straf betreft, in verzet komen binnen een termijn van vijftien dagen |
| aura eu connaissance de la signification. | na de dag waarop hij van de betekening kennis heeft gekregen. |
| S'il en a eu connaissance par la signification d'un mandat d'arrêt européen ou d'une demande d'extradition ou que le délai en cours de quinze jours n'a pas encore expiré au moment de son arrestation à l'étranger, il pourra faire opposition dans les quinze jours qui suivent celui de sa remise ou de sa remise en liberté à l'étranger. S'il n'est pas établi qu'il a eu connaissance de la signification, le condamné par défaut pourra faire opposition jusqu'à l'expiration des délais de prescription de la peine. Il pourra faire opposition, quant aux condamnations civiles, jusqu'à l'exécution du jugement. La partie civile et la partie civilement responsable ne pourront faire opposition que dans les conditions énoncées à l'alinéa 1er. La signification à faire aux personnes pourvues d'un administrateur est également faite au domicile ou à la résidence de celui-ci. § 2. L'opposition sera signifiée au ministère public, à la partie poursuivante ou aux autres parties en cause. Si l'opposition n'a pas été signifiée dans les quinze jours qui suivent la signification du jugement, il pourra être procédé à l'exécution des condamnations et, en cas d'appel des parties poursuivantes ou de l'une d'elles, il pourra être procédé au jugement sur l'appel. | Indien hij hiervan kennis heeft gekregen door de betekening van een Europees aanhoudingsbevel of een uitleveringsverzoek of indien de lopende termijn van vijftien dagen nog niet verstreken was op het ogenblik van zijn aanhouding in het buitenland, kan hij in verzet komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop hij werd overgeleverd of in het buitenland terug in vrijheid werd gesteld. Indien niet blijkt dat hij kennis heeft gekregen van de betekening, kan hij die bij verstek veroordeeld is in verzet komen totdat de termijnen van verjaring van de straf verstreken zijn. Wat de burgerrechtelijke veroordelingen betreft, kan hij in verzet komen tot de tenuitvoerlegging van het vonnis. De burgerlijke partij en de burgerrechtelijk aansprakelijke partij kunnen alleen in verzet komen overeenkomstig de bepaling van het eerste lid. De betekening aan de personen aan wie een bewindvoerder is toegevoegd, wordt eveneens aan diens woonplaats of verblijfplaats gedaan. § 2. Het verzet wordt betekend aan het openbaar ministerie, aan de andere vervolgende partij of aan de andere partijen in de zaak. Indien het verzet niet is betekend binnen een termijn van vijftien dagen na de betekening van het vonnis, kunnen de veroordelingen ten uitvoer gelegd worden; ingeval hoger beroep is ingesteld door de vervolgende partijen of door een van hen, kan de behandeling in hoger beroep voortgang vinden. |
| § 3. L'opposition emportera de droit citation à la première audience | § 3. Het verzet brengt van rechtswege dagvaarding mee tegen de |
| eerstkomende terechtzitting na het verstrijken van een termijn van | |
| après l'expiration d'un délai de quinze jours ou, si l'opposant est | vijftien dagen, of van drie dagen indien de eiser in verzet zich in |
| détenu, de trois jours. | hechtenis bevindt. |
| § 4. La condamnation sera mise à néant par suite de l'opposition sauf | § 4. Ten gevolge van het verzet wordt de veroordeling voor niet |
| dans les cas visés aux paragraphes 5 à 7. | bestaande gehouden, behoudens in de gevallen bedoeld in paragrafen 5 tot 7. |
| § 5. L'opposition sera déclarée irrecevable notamment : | § 5. Het verzet wordt inzonderheid onontvankelijk verklaard : |
| 1° sauf cas de force majeure, si elle n'a pas été signifiée dans les | 1° behoudens overmacht, indien het niet overeenkomstig de wettelijke |
| formes et délais légaux; | vormen en termijnen is betekend; |
| 2° si le jugement attaqué n'a pas été rendu par défaut; | 2° indien het bestreden vonnis niet bij verstek is gewezen; |
| 3° si l'opposant a interjeté préalablement un appel recevable contre | 3° indien de eiser in verzet vooraf een ontvankelijk hoger beroep |
| la même décision. | heeft ingesteld tegen dezelfde beslissing. |
| § 6. L'opposition sera déclarée non avenue : | § 6. Het verzet wordt als ongedaan beschouwd : |
| 1° si l'opposant, lorsqu'il comparaît en personne ou par avocat et qu'il est établi qu'il a eu connaissance de la citation dans la procédure dans laquelle il a fait défaut, ne fait pas état d'un cas de force majeure ou d'une excuse légitime justifiant son défaut lors de la procédure attaquée, la reconnaissance de la force majeure ou de l'excuse invoquées restant soumise à l'appréciation souveraine du juge; 2° si l'opposant fait à nouveau défaut sur son opposition, et ce dans tous les cas, quels que soient les motifs des défauts successifs et même si l'opposition a déjà été reçue. § 7. La partie qui a formé une opposition peut s'en désister ou la limiter selon les modalités du désistement ou limitation d'appel | 1° indien de eiser in verzet, wanneer hij persoonlijk of in de persoon van een advocaat verschijnt en vaststaat dat hij kennis heeft gehad van de dagvaarding in de procedure waarin hij verstek heeft laten gaan, geen gewag maakt van overmacht of van een wettige reden van verschoning ter rechtvaardiging van zijn verstek bij de bestreden rechtspleging, waarbij het erkennen van de aangevoerde overmacht of reden overgelaten wordt aan het soevereine oordeel van de rechter; 2° indien de eiser in verzet nogmaals verstek laat gaan bij zijn verzet, en dat in alle gevallen, ongeacht de redenen voor de opeenvolgende verstekken en zelfs indien het verzet reeds ontvankelijk werd verklaard. § 7. De partij die verzet heeft gedaan kan ervan afstand doen of dat beperken volgens de nadere regels inzake afstand of beperking in hoger |
| précisées à l'article 206. | beroep, verduidelijkt in artikel 206. |
| § 8. La partie opposante qui se laisse juger une seconde fois par | § 8. De partij in verzet die zich een tweede keer laat vonnissen bij |
| défaut n'est plus admise à former une nouvelle opposition. | verstek, mag geen nieuw verzet meer aantekenen. |
| § 9. La décision qui interviendra sur l'opposition pourra être | § 9. Tegen de beslissing die op verzet is gewezen staat hoger beroep |
| attaquée par la voie de l'appel, ou, si elle a été rendue en degré | open of, indien zij gewezen is in hoger beroep, cassatieberoep. |
| d'appel, par la voie d'un pourvoi en cassation. | Hoger beroep tegen de beslissing die het verzet als ongedaan |
| L'appel dirigé contre la décision déclarant l'opposition non avenue | beschouwt, houdt in dat de grond van de zaak aanhangig wordt gemaakt |
| saisit le juge d'appel du fond de l'affaire même si aucun appel n'a | bij de rechter in hoger beroep, ook al is er geen hoger beroep |
| été formé contre le jugement rendu par défaut. | ingesteld tegen het bij verstek gewezen vonnis. |
| § 10. Les frais et dépens causés par l'opposition, y compris le coût | § 10. De door het verzet veroorzaakte kosten en uitgaven, met inbegrip |
| de l'expédition et de la signification de la décision par défaut, | van de kosten van uitgifte en van de betekening van het vonnis, |
| seront laissés à charge de l'opposant, si le défaut lui est imputable | blijven evenwel ten laste van de eiser in verzet, indien het verstek |
| ». | aan hem te wijten is ». |
| B.1.2. La question préjudicielle porte notamment sur l'article 187, § | B.1.2. De prejudiciële vraag heeft met name betrekking op artikel 187, |
| 4, du Code d'instruction criminelle, qui règle les effets juridiques | § 4, van het Wetboek van strafvordering, dat het rechtsgevolg van het |
| de l'opposition. Si l'opposition est déclarée recevable, qu'elle n'est | verzet regelt. Indien het verzet ontvankelijk wordt verklaard, het |
| pas déclarée non avenue et que l'opposant ne s'en désiste pas, le | niet als ongedaan wordt beschouwd en er geen afstand van wordt gedaan, |
| jugement déclarant l'opposition recevable a pour effet que le jugement | heeft het vonnis waarbij het ontvankelijk wordt verklaard, als gevolg |
| par défaut est considéré comme non avenu (Cass., 9 mai 2001, | dat het verstekvonnis voor niet bestaande wordt gehouden (Cass., 9 mei |
| P.01.0249.F; Cass., 25 janvier 2017, P.16.1126.F). La juridiction qui | 2001, P.01.0249.F; Cass., 25 januari 2017, P.16.1126.F). Het |
| a d'abord statué par défaut doit ensuite à nouveau réexaminer | rechtscollege dat eerst uitspraak deed bij verstek, dient de zaak |
| l'affaire et statuer sur le fond, dans les limites de l'acte | vervolgens opnieuw te onderzoeken en uitspraak te doen over de grond |
| d'opposition (Cass., 26 octobre 1983, Pas., 1983-1984, n° 116). | van de zaak binnen de perken van de akte van verzet (Cass., 26 oktober |
| Cet effet juridique vaut, que l'opposition ait été formée dans le | 1983, Arr. Cass., 1983-1984, nr. 116). |
| délai ordinaire ou dans le délai extraordinaire d'opposition. Lorsque | Dat rechtsgevolg geldt ongeacht of het verzet is aangetekend tijdens |
| la signification du jugement par défaut n'a pas été faite à la | de gewone of tijdens de buitengewone verzetstermijn. Indien de |
| personne du condamné, ce dernier dispose, à l'expiration du délai | betekening van het verstekvonnis niet aan de veroordeelde in persoon |
| ordinaire de 15 jours à partir de la signification du jugement, d'un | is gedaan, beschikt hij na afloop van de gewone termijn van 15 dagen |
| vanaf de betekening van het vonnis over een buitengewone | |
| délai extraordinaire d'opposition de 15 jours prenant cours le jour | verzetstermijn van vijftien dagen die begint te lopen op de dag na de |
| suivant celui où il aura eu connaissance de la signification (Cass., 3 | dag waarop hij van de betekening kennis heeft gekregen (Cass., 3 maart |
| mars 1998, P.96.1345.N). Le délai extraordinaire prend cours à partir | 1998, P.96.1345.N). De buitengewone termijn begint te lopen vanaf de |
| de la date à laquelle le condamné a pris connaissance de la | kennisneming van de betekening, ook indien de veroordeelde nog geen |
| signification, même s'il n'a pas encore pu prendre connaissance du | |
| jugement (Cass., 11 juin 2014, P.14.0374.F). Le juge apprécie | kennis van het vonnis heeft kunnen nemen (Cass., 11 juni 2014, |
| souverainement à quelle date le condamné a eu connaissance de la | P.14.0374.F). De rechter beoordeelt op onaantastbare wijze wanneer de |
| signification (Cass., 19 décembre 1972, Pas. 1973, I, p. 396). La | veroordeelde kennis van de betekening heeft gekregen (Cass., 19 |
| december 1972, Arr. Cass., 1973, p. 411). De bewijslast van dat | |
| charge de la preuve de cette date repose sur le ministère public (Doc. | tijdstip rust op het openbaar ministerie (Parl. St., Kamer, 1906-1907, |
| parl., Chambre, 1906-1907, n° 73, p. 8). | nr. 73, p. 8). |
| B.1.3. La question préjudicielle renvoie en outre à l'article 48 de la | B.1.3. De prejudiciële vraag verwijst daarnaast naar artikel 48 van de |
| loi du 16 mars 1968, qui réprime l'infraction à la déchéance du droit | wet van 16 maart 1968, dat de overtreding van het krachtens de |
| de conduire infligée en vertu des articles 38 à 44 de la même loi. Si | artikelen 38 tot 44 van dezelfde wet opgelegde verval van het recht |
| cette déchéance est prononcée à titre de peine, elle prend cours le | tot sturen strafbaar stelt. Indien dat verval als straf is |
| cinquième jour suivant la date de l'avertissement donné au condamné | |
| par le ministère public, en vertu de l'article 40 de la même loi. Les | uitgesproken, gaat het krachtens artikel 40 van dezelfde wet in op de |
| samedis, dimanches et jours fériés légaux ne sont pas compris dans ce | vijfde dag na die waarop het openbaar ministerie de kennisgeving aan |
| délai. En cas de condamnation par défaut, cet avertissement mentionne | de veroordeelde heeft gedaan. Zaterdagen, zondagen en wettelijke |
| feestdagen zijn niet in die termijn inbegrepen. In geval van | |
| les voies de recours ouvertes contre un jugement rendu par défaut, les | veroordeling bij verstek maakt die kennisgeving melding van de |
| délais pour exercer ces voies de recours et les formalités à respecter. | rechtsmiddelen die openstaan tegen een verstekvonnis, van de termijnen |
| B.1.4. Il découle de la lecture conjointe des deux dispositions en | om die aan te wenden en van de na te leven vormvoorwaarden. |
| cause que les personnes qui ont été condamnées par défaut à une | B.1.4. Uit de combinatie van beide in het geding zijnde bepalingen |
| déchéance du droit de conduire sur la base de l'article 38 de la loi | volgt dat personen die op grond van artikel 38 van de wet van 16 maart |
| du 16 mars 1968 et qui ont formé opposition à ce jugement de manière | 1968 bij verstek werden veroordeeld tot verval van het recht tot |
| recevable peuvent voir cette peine supprimée dès que cette opposition | sturen en die op ontvankelijke wijze verzet tegen dat vonnis |
| est déclarée recevable. Si cette opposition a été formée dans le délai | aantekenen, die straf zien wegvallen zodra dat verzet ontvankelijk |
| extraordinaire, la déchéance du droit de conduire était certes déjà | wordt verklaard. Indien dat verzet is aangetekend tijdens de |
| buitengewone termijn, was het verval van het recht tot sturen | |
| exécutoire, en vertu de l'article 187, § 2, alinéa 2, du Code | krachtens artikel 187, § 2, tweede lid, van het Wetboek van |
| d'instruction criminelle, depuis l'expiration du délai pour interjeter | strafvordering weliswaar al uitvoerbaar sedert het verstrijken van de |
| appel (Cass., 26 février 2014, P.14.0147.F), mais il résulte néanmoins de la déclaration de recevabilité de l'opposition que la déchéance doit être considérée comme non avenue, avec effet rétroactif, en vertu de l'article 187, § 4, du même Code. Si une personne condamnée par défaut a conduit un véhicule pendant la durée de la déchéance, le jugement déclarant recevable l'opposition formée dans le délai extraordinaire a donc pour effet que cette personne ne peut être condamnée dans un procès pénal distinct pour conduite en dépit de cette déchéance. Une opposition déclarée recevable au jugement par défaut infligeant la déchéance du droit de conduire peut donc entraver l'engagement de poursuites sur la base de l'article 48 de la loi du 16 mars 1968, même si cette opposition a été formée dans le délai extraordinaire et que la déchéance du droit de conduire était déjà exécutoire. B.2. Le juge a quo demande à la Cour si les dispositions en cause sont | termijn om hoger beroep aan te tekenen (Cass., 26 februari 2014, P.14.0147.F), maar heeft het ontvankelijk verklaren van het verzet krachtens artikel 187, § 4, van hetzelfde Wetboek niettemin als gevolg dat het verval met terugwerkende kracht voor niet bestaande moet worden gehouden. Indien een bij verstek veroordeelde persoon tijdens de looptijd van het verval een voertuig heeft bestuurd, heeft het vonnis waarbij het tijdens de buitengewone termijn aangetekende verzet ontvankelijk wordt verklaard dus als gevolg dat hij niet in een afzonderlijk strafproces kan worden veroordeeld wegens het rijden spijts dat verval. Een vervolging op grond van artikel 48 van de wet van 16 maart 1968 kan aldus worden doorkruist door een ontvankelijk verklaard verzet tegen het verstekvonnis waarbij het verval van het recht tot sturen werd opgelegd, ook al is dat verzet aangetekend tijdens de buitengewone termijn en was het verval van het recht tot sturen reeds uitvoerbaar. B.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of de in het geding zijnde |
| compatibles avec les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, lus en | bepalingen bestaanbaar zijn met de artikelen 10, 11 en 13 van de |
| combinaison avec l'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'elles empêchent le juge pénal de condamner un conducteur pour conduite d'un véhicule en dépit d'une déchéance du droit de conduire si ce dernier a formé une opposition recevable au jugement prononçant cette déchéance. B.3.1. L'examen de la compatibilité d'une disposition législative avec le principe d'égalité et de non-discrimination suppose notamment l'identification précise de deux catégories de personnes qui font l'objet d'un traitement différent ou d'un traitement identique. Le libellé de la question préjudicielle invitant la Cour à un tel examen doit donc contenir les éléments nécessaires à cette identification. Il n'appartient pas à la Cour d'examiner la | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij de strafrechter verhinderen een bestuurder te veroordelen voor het besturen van een voertuig spijts verval van het recht tot sturen indien hij tegen het vonnis waarbij dat verval werd uitgesproken, op ontvankelijke wijze verzet heeft aangetekend. B.3.1. Het onderzoek van de bestaanbaarheid van een wetsbepaling met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie veronderstelt onder meer de precieze identificatie van twee categorieën van personen die het voorwerp uitmaken van een verschillende of een gelijke behandeling. De bewoordingen van de prejudiciële vraag waarin het Hof wordt verzocht een dergelijk onderzoek te verrichten, moeten dus de elementen bevatten die voor die identificatie nodig zijn. Het staat |
| constitutionnalité d'une différence de traitement ou d'une identité de | niet aan het Hof de grondwettigheid te onderzoeken van een verschil in |
| traitement de deux catégories de personnes dont elle devrait elle-même | behandeling of van een gelijke behandeling van twee categorieën van |
| définir les contours, à défaut pour la question préjudicielle de | personen waarvan het zelf de contouren zou moeten bepalen aangezien |
| procéder à cette définition. | die bepaling in de prejudiciële vraag niet wordt gedaan. |
| B.3.2. Dans la question préjudicielle présentement examinée, les | B.3.2. In de onderhavige prejudiciële vraag worden geen categorieën |
| catégories de personnes qui font l'objet d'une différence de | van personen afgebakend die het voorwerp uitmaken van een |
| traitement ou d'une égalité de traitement ne sont pas délimitées. | verschillende of een gelijke behandeling. |
| Il peut toutefois être déduit des motifs du jugement de renvoi que le | Uit de motieven van het verwijzingsvonnis kan evenwel worden afgeleid |
| juge a quo compare des personnes qui ont été condamnées par défaut à | dat de verwijzende rechter personen die bij verstek tot verval van het |
| une déchéance du droit de conduire à des personnes qui ont été | recht tot sturen werden veroordeeld, vergelijkt met personen die op |
| condamnées à cette même déchéance de manière contradictoire. | tegenspraak tot dat verval werden veroordeeld. |
| B.4. L'article 187 du Code d'instruction criminelle garantit aux | B.4. Artikel 187 van het Wetboek van strafvordering waarborgt personen |
| personnes qui sont condamnées par défaut un droit conditionnel à une | die bij verstek worden veroordeeld een voorwaardelijk recht op een |
| nouvelle appréciation en fait et en droit. Cette disposition n'a | nieuwe beoordeling in feite en in rechte. Die bepaling beïnvloedt |
| aucune incidence sur le droit d'accès au juge ni sur le droit à un | geenszins het recht op toegang tot de rechter of het recht op een |
| procès équitable des personnes qui sont condamnées contradictoirement. | eerlijk proces van personen die op tegenspraak worden veroordeeld. |
| L'article 48 de la loi du 16 mars 1968 est une norme de droit pénal | Artikel 48 van de wet van 16 maart 1968 is een norm van materieel |
| matériel qui n'affecte pas en soi le droit du prévenu à un procès | strafrecht die op zich niet raakt aan het recht op een eerlijk proces |
| équitable, que le jugement infligeant la déchéance du droit de | van de beklaagde, ongeacht of het vonnis waarin het verval van het |
| conduire ait été rendu par défaut ou contradictoirement. | recht tot sturen is opgelegd, bij verstek of op tegenspraak is |
| Par conséquent, la question préjudicielle appelle une réponse négative | gewezen. Bijgevolg dient de prejudiciële vraag ontkennend te worden beantwoord |
| en tant qu'elle porte sur l'article 13 de la Constitution, lu en | in zoverre zij betrekking heeft op artikel 13 van de Grondwet, in |
| combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de | samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de |
| l'homme. | rechten van de mens. |
| B.5. La différence de traitement entre certaines catégories de | B.5. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van |
| personnes qui découle de l'application de règles procédurales | personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende |
| différentes dans des circonstances différentes n'est pas | procedureregels in verschillende omstandigheden houdt op zich geen |
| discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination | discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het |
| que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces | verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die |
| règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des | procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van de |
| droits des personnes concernées. | daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. |
| B.6.1. Selon le Conseil des ministres, les personnes qui ont été | B.6.1. Volgens de Ministerraad zijn personen die op tegenspraak werden |
| condamnées contradictoirement ne sont pas comparables aux personnes | veroordeeld niet vergelijkbaar met personen die bij verstek werden |
| qui ont été condamnées par défaut parce que les premières ont déjà pu | veroordeeld, omdat die eerste categorie van personen zich reeds in |
| se défendre en fait et en droit et étaient informées immédiatement de | feite en in rechte heeft kunnen verdedigen en meteen op de hoogte was |
| la peine infligée, alors que les secondes n'ont pas encore pu se | |
| défendre et n'étaient au départ pas informées de la peine. | van de opgelegde straf, terwijl die tweede categorie van personen zich |
| B.6.2 Il ne faut pas confondre différence et non-comparabilité. S'il | nog niet heeft kunnen verdedigen en oorspronkelijk niet op de hoogte was van de straf. |
| est vrai que la circonstance que l'on a déjà pu se défendre en fait et | B.6.2. Verschil en niet-vergelijkbaarheid mogen niet met elkaar worden |
| en droit peut constituer un critère d'appréciation du caractère | verward. De omstandigheid dat men zich reeds in feite en in rechte |
| raisonnable et proportionné d'une différence de traitement entre les | heeft kunnen verdedigen, kan weliswaar een criterium uitmaken bij de |
| personnes qui ont été condamnées par défaut et celles qui ont été | beoordeling van het redelijke en evenredige karakter van een verschil |
| condamnées contradictoirement, elle n'est pas suffisante pour conclure | in behandeling tussen personen die bij verstek zijn veroordeeld en |
| à la non-comparabilité de ces catégories de personnes, sous peine de | personen die op tegenspraak zijn veroordeeld, maar het kan niet |
| dénuer de toute substance le contrôle exercé au regard du principe | volstaan om te besluiten tot de niet-vergelijkbaarheid van die |
| d'égalité et de non-discrimination. | categorieën van personen, anders zou de toetsing aan het beginsel van |
| B.6.3. Toutefois, contrairement à ce que le Conseil des ministres | gelijkheid en niet-discriminatie van elke inhoud worden ontdaan. |
| soutient, la différence de traitement en cause porte exclusivement sur | B.6.3. In tegenstelling tot wat de Ministerraad aanvoert, heeft het in |
| het geding zijnde verschil in behandeling evenwel alleen betrekking op | |
| la question de savoir si le condamné a déjà pu se défendre en fait et | de vraag of de veroordeelde zich reeds in feite en in rechte heeft |
| en droit. La question de savoir si le condamné était informé du | kunnen verdedigen. De vraag of de veroordeelde op de hoogte was van |
| jugement, de la peine et des modalités de celle-ci ne tient en effet | het vonnis, de straf en de modaliteiten ervan, hangt immers niet |
| pas tant au défaut mais plutôt au fait que ce jugement n'a pas été | zozeer samen met het verstek, maar veeleer met het feit dat dit vonnis |
| signifié à la personne du condamné. | niet aan de persoon van de veroordeelde werd betekend. |
| B.7.1. En permettant de former opposition à un jugement rendu par | B.7.1. Met het recht om verzet aan te tekenen tegen een verstekvonnis |
| défaut, le législateur entendait placer la recherche de la vérité au | beoogde de wetgever de waarheidsvinding centraal te stellen in het |
| centre du procès pénal et protéger le prévenu de condamnations | strafproces en de beklaagde te beschermen tegen onterechte |
| injustes ou de condamnations contre lesquelles ce dernier n'aurait pas | veroordelingen of veroordelingen waartegen hij zich onvoldoende had |
| pu se protéger suffisamment. Pour ce faire, le droit à un nouveau | kunnen beschermen. Daartoe werd het recht op een nieuw proces in |
| procès en présence du prévenu a été considéré comme crucial (Doc. | aanwezigheid van de beklaagde als cruciaal beschouwd (Parl. St., |
| parl., Chambre, 1906-1907, n° 73, pp. 1-5). | Kamer, 1906-1907, nr. 73, pp. 1-5). |
| B.7.2. La Cour européenne des droits de l'homme aussi estime que la | B.7.2. Ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens acht de |
| comparution d'un prévenu revêt une importance capitale en raison tant | persoonlijke verschijning van een beklaagde van kapitaal belang, zowel |
| du droit de celui-ci à être entendu que de la nécessité de contrôler | wegens het recht van die laatste om te worden gehoord als wegens de |
| l'exactitude de ses affirmations et de les confronter avec les dires | noodzaak de juistheid van zijn verklaringen te controleren en ze te |
| de la victime, dont il y a lieu de protéger les intérêts, ainsi | confronteren met de beweringen van het slachtoffer, wiens belangen |
| qu'avec ceux des témoins (CEDH, 23 novembre 1993, Poitrimol c. France, | moeten worden beschermd, alsook met die van de getuigen (EHRM, 23 |
| november 1993, Poitrimol t. Frankrijk, § 35; 13 februari 2001, | |
| § 35; 13 février 2001, Krombach c. France, § 84; 14 juin 2001, | Krombach t. Frankrijk, § 84; 14 juni 2001, Medenica t. Zwitserland, § |
| Medenica c. Suisse, § 54; 13 janvier 2011, Drakos c. Grèce, § 35). | 54; 13 januari 2011, Drakos t. Griekenland, § 35). |
| Si le droit national autorise le déroulement d'un procès nonobstant | Indien het nationaal recht het verloop van een proces toelaat |
| l'absence de l'accusé, celui-ci doit pouvoir obtenir ultérieurement | niettegenstaande de afwezigheid van de beschuldigde, moet die later |
| qu'une juridiction statue à nouveau, après l'avoir entendu, sur le | kunnen verkrijgen dat een rechtscollege opnieuw, na hem te hebben |
| bien-fondé de l'accusation en fait comme en droit, lorsqu'il n'est pas | gehoord, uitspraak doet over de gegrondheid van de beschuldiging, |
| zowel in feite als in rechte, wanneer niet vaststaat dat hij heeft | |
| établi qu'il a renoncé à son droit de comparaître et de se défendre ni | afgezien van zijn recht om te verschijnen en zich te verdedigen, noch |
| qu'il a eu l'intention de se soustraire à la justice (CEDH, grande | dat hij de bedoeling heeft gehad zich aan het gerecht te onttrekken |
| chambre, 1er mars 2006, Sejdovic c. Italie, § 82; 1er mars 2011, | (EHRM, grote kamer, 1 maart 2006, Sejdovic t. Italië, § 82; 1 maart |
| Faniel c. Belgique, § 26). | 2011, Faniel t. België, § 26). |
| B.8. L'article 187, § 4, en cause, du Code d'instruction criminelle | B.8. Het in het geding zijnde artikel 187, § 4, van het Wetboek van |
| est pertinent pour atteindre ces objectifs, dès lors qu'il garantit | strafvordering is pertinent om die doelstellingen te bereiken, |
| l'effectivité du droit d'opposition. Etant donné que le juge qui a | aangezien het de effectiviteit van het recht op verzet waarborgt. |
| rendu le jugement par défaut a ainsi épuisé sa juridiction, ce | Aangezien de rechter die het verstekvonnis heeft gewezen, daarmee zijn |
| jugement doit être réformé avant que ce juge puisse prononcer un | rechtsmacht heeft uitgeput, dient dat vonnis teniet te gaan vooraleer |
| nouveau jugement dans une procédure dans laquelle le prévenu peut se | hij een nieuw vonnis kan uitspreken in een procedure waarin de |
| défendre en droit et en fait. | beklaagde zich in rechte en in feite kan verdedigen. |
| C'est d'autant plus vrai si l'opposition est formée dans le délai | Dat is des te meer het geval indien het verzet binnen de buitengewone |
| extraordinaire. Dans ce cas, le jugement par défaut a en effet force | termijn wordt aangetekend. In dat geval heeft het verstekvonnis immers |
| de chose jugée et est exécutoire. Le délai extraordinaire d'opposition | kracht van gewijsde en is het uitvoerbaar. De buitengewone |
| garantit qu'une personne condamnée par défaut qui ne prend | verzetstermijn waarborgt dat een bij verstek veroordeelde persoon die |
| connaissance qu'ultérieurement de la signification du jugement par | pas later kennis krijgt van de betekening van het verstekvonnis, een |
| défaut peut demander un réexamen quant au fond et ne subit entre-temps | nieuwe beoordeling ten gronde kan krijgen en intussen geen verder |
| aucun autre préjudice du fait de ce jugement. | nadeel ondervindt van dat vonnis. |
| B.9.1. L'article 187, § 4, du Code d'instruction criminelle n'entraîne pas une restriction disproportionnée des droits des personnes qui sont condamnées contradictoirement à une déchéance du droit de conduire. Ces personnes ont en effet déjà pu exercer leur droit de défense dans la procédure qui a donné lieu au jugement rendu contradictoirement et peuvent encore exercer ce droit une seconde fois si elles interjettent appel de ce jugement. Cette disposition garantit uniquement que les personnes condamnées par défaut aussi disposent d'une seconde possibilité de se défendre en fait et en droit alors qu'elles ont fait opposition au jugement par défaut. Elle ne cause donc aucun préjudice aux personnes qui ont été condamnées contradictoirement. B.9.2. Le simple fait de former opposition à un jugement rendu par défaut n'a par ailleurs pas toujours pour effet que ce jugement doit être considéré comme inexistant. Si l'opposition est irrecevable au | B.9.1. Artikel 187, § 4, van het Wetboek van strafvordering leidt niet tot een onevenredige beperking van de rechten van personen die op tegenspraak tot verval van het recht tot sturen worden veroordeeld. Die personen hebben hun recht van verdediging immers reeds kunnen uitoefenen in de procedure die tot het vonnis op tegenspraak heeft geleid en kunnen dat een tweede maal doen indien zij hoger beroep aantekenen tegen dat vonnis. Die bepaling waarborgt slechts dat ook personen die bij verstek worden veroordeeld, over een tweede mogelijkheid beschikken om zich in rechte en in feite te verdedigen. Zij berokkent personen die op tegenspraak zijn veroordeeld geen nadeel. B.9.2. Het loutere aantekenen van verzet tegen een verstekvonnis leidt overigens niet steeds ertoe dat dat vonnis voor niet bestaande moet worden gehouden. Indien het verzet onontvankelijk is in de zin van |
| sens de l'article 187, § 5, du Code d'instruction criminelle ou si | artikel 187, § 5, van het Wetboek van strafvordering of indien het als |
| elle doit être déclarée non avenue au sens de l'article 187, § 6, du | ongedaan moet worden beschouwd in de zin van artikel 187, § 6, van |
| même Code, le jugement par défaut continue en effet à sortir ses | hetzelfde Wetboek, blijft het verstekvonnis immers zijn rechtsgevolgen |
| effets juridiques (Cass., 25 janvier 2017, P.16.1126.F) et peut donc | behouden (Cass., 25 januari 2017, P.16.1126.F) en kan het dus als |
| constituer le fondement d'une condamnation pour conduite d'un véhicule | grondslag dienen voor een veroordeling wegens rijden spijts het verval |
| en dépit de la déchéance du droit de conduire. | van het recht tot sturen. |
| En vertu de l'article 187, § 6, 1°, du Code d'instruction criminelle, | Krachtens artikel 187, § 6, 1°, van het Wetboek van strafvordering |
| l'opposition doit être déclarée non avenue si l'opposant a eu | dient het verzet als ongedaan te worden beschouwd indien de eiser in |
| connaissance de la citation dans la procédure dans laquelle il a fait | verzet kennis heeft gehad van de dagvaarding in de procedure waarin |
| hij verstek heeft laten gaan en geen gewag maakt van overmacht of van | |
| défaut et qu'il ne fait pas état d'un cas de force majeure ou d'une | een wettige reden van verschoning ter rechtvaardiging van zijn |
| excuse légitime justifiant son défaut. Le juge apprécie souverainement | verstek. De rechter oordeelt soeverein over de aangevoerde reden. De |
| le motif invoqué. La charge de la preuve de la connaissance par le | bewijslast van de kennisname van de dagvaarding door de beklaagde rust |
| prévenu de la citation incombe au ministère public (Cass., 17 janvier 2017, P.16.0989.N). Il résulte de cette disposition que seules les personnes qui n'ont pas renoncé à leur droit de comparaître et de se défendre et qui n'avaient pas non plus l'intention de se soustraire à la justice, ont la possibilité d'encore se défendre en droit et en fait. Il est raisonnablement justifié que la déchéance du droit de conduire infligée par défaut à ces personnes ne puisse constituer le fondement d'une condamnation dans un procès pénal distinct pour conduite d'un véhicule en dépit de la déchéance du droit de conduire. B.9.3. Enfin, les dispositions en cause n'ont pas pour effet que celui qui forme une opposition recevable à un jugement rendu par défaut lui infligeant une déchéance du droit de conduire est exempté définitivement de cette sanction. Le juge qui statue sur l'opposition peut en effet lui imposer à nouveau la même sanction après l'avoir entendu. Si, ensuite, il conduit encore un véhicule pendant la durée de cette sanction, ou si, après la durée de celle-ci, il conduit un véhicule à moteur sans présenter les examens nécessaires, il peut | op het openbaar ministerie (Cass., 17 januari 2017, P.16.0989.N). Die bepaling heeft als gevolg dat alleen personen die geen afstand hebben gedaan van het recht om te verschijnen en zich te verdedigen, en evenmin de intentie hadden zich te onttrekken aan het gerecht, de gelegenheid krijgen om zich alsnog in rechte en in feite te verdedigen. Het is redelijk verantwoord dat het bij verstek opgelegde verval van het recht tot sturen ten aanzien van die personen niet in een afzonderlijk strafproces kan dienen als grondslag van een veroordeling wegens rijden spijts het verval van het recht tot sturen. B.9.3. De in het geding zijnde bepalingen hebben tot slot niet als gevolg dat degene die op ontvankelijke wijze verzet aantekent tegen een verstekvonnis dat hem een verval van het recht tot sturen oplegt, definitief van die sanctie is vrijgesteld. De rechter die op het verzet uitspraak doet, kan hem immers opnieuw dezelfde sanctie opleggen na hem te hebben gehoord. Indien hij vervolgens tijdens de looptijd van die sanctie alsnog een voertuig bestuurt, of na de looptijd ervan een motorvoertuig bestuurt zonder de nodige examens af te leggen of onderzoeken te ondergaan, kan hij op dat ogenblik worden |
| alors être condamné sur la base de l'article 48 de la loi du 16 mars | veroordeeld op grond van artikel 48 van de wet van 16 maart 1968. |
| 1968. B.10. Il découle de ce qui précède que les dispositions en cause sont | B.10. Uit hetgeen voorafgaat, volgt dat de in het geding zijnde |
| compatibles avec les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, lus en | bepalingen bestaanbaar zijn met de artikelen 10, 11 en 13 van de |
| combinaison avec l'article 6, paragraphe 1, de la Convention | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, lid 1, van het Europees |
| européenne des droits des droits de l'homme, en ce qu'elles empêchent | Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij de strafrechter |
| le juge pénal de condamner un conducteur pour conduite d'un véhicule | verhinderen een bestuurder te veroordelen voor het besturen van een |
| en dépit d'une déchéance du droit de conduire si ce conducteur a, dans | voertuig spijts verval van het recht tot sturen indien de bestuurder |
| le délai extraordinaire, formé une opposition recevable au jugement | tijdens de buitengewone termijn op ontvankelijke wijze verzet |
| prononçant cette déchéance. | aantekent tegen het vonnis waarbij dat verval werd uitgesproken. |
| La question préjudicielle appelle une réponse négative. | De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| L'article 187, § 4, du Code d'instruction criminelle et l'article 48 | De artikelen 187, § 4, van het Wetboek van strafvordering en 48 van de |
| de la loi du 16 mars 1968 « relative à la police de la circulation | wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer » |
| routière » ne violent pas les articles 10, 11 et 13 de la | schenden niet de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang |
| Constitution, lus en combinaison avec l'article 6, paragraphe 1, de la | gelezen met artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten |
| Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'ils empêchent le | van de mens, in zoverre zij de strafrechter verhinderen een bestuurder |
| juge pénal de condamner un conducteur pour conduite d'un véhicule en | te veroordelen voor het besturen van een voertuig spijts verval van |
| dépit d'une déchéance du droit de conduire si ce conducteur forme, | het recht tot sturen indien die bestuurder tijdens de buitengewone |
| dans le délai extraordinaire, une opposition recevable au jugement | termijn op ontvankelijke wijze verzet aantekent tegen het vonnis |
| prononçant cette déchéance. | waarbij dat verval werd uitgesproken. |
| Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| la Cour constitutionnelle, le 25 novembre 2021. | op 25 november 2021. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| Le président, | De voorzitter, |
| L. Lavrysen | L. Lavrysen |