← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 149/2021 du 21 octobre 2021 Numéro du rôle : 7488 En cause :
la question préjudicielle concernant l'article 2, § 1 er , alinéa 1 er ,
8°, 11°, 12°, 13°, 14°, 16° et 31°, et alinéa 2, et l'article 5 La
Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, des juges J.-P. Moe(...)"
Extrait de l'arrêt n° 149/2021 du 21 octobre 2021 Numéro du rôle : 7488 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 2, § 1 er , alinéa 1 er , 8°, 11°, 12°, 13°, 14°, 16° et 31°, et alinéa 2, et l'article 5 La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, des juges J.-P. Moe(...) | Uittreksel uit arrest nr. 149/2021 van 21 oktober 2021 Rolnummer 7488 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2, § 1, eerste lid, 8°, 11°, 12°, 13°, 14°, 16° en 31°, en tweede lid, en artikel 5 van het decreet van het Vlaamse Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, de rechters J.(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 149/2021 du 21 octobre 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 149/2021 van 21 oktober 2021 |
Numéro du rôle : 7488 | Rolnummer 7488 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 2, § 1er, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2, § 1, eerste |
alinéa 1er, 8°, 11°, 12°, 13°, 14°, 16° et 31°, et alinéa 2, et | lid, 8°, 11°, 12°, 13°, 14°, 16° en 31°, en tweede lid, en artikel 5 |
l'article 5 du décret de la Région flamande du 15 juillet 1997 « | van het decreet van het Vlaamse Gewest van 15 juli 1997 « houdende de |
contenant le Code flamand du Logement », posée par le Juge de paix du | Vlaamse Wooncode », gesteld door de Vrederechter van het kanton |
canton de Léau. | Zoutleeuw. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, des juges J.-P. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, de rechters |
Moerman, R. Leysen, J. Moerman et Y. Kherbache, et, conformément à | J.-P. Moerman, R. Leysen, J. Moerman en Y. Kherbache, en, |
l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 |
constitutionnelle, du président émérite F. Daoût, assistée du greffier | op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter F. Daoût, bijgestaan |
F. Meersschaut, présidée par le président L. Lavrysen, | door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 17 décembre 2020, dont l'expédition est parvenue au | Bij vonnis van 17 december 2020, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 23 décembre 2020, le Juge de paix du canton de | het Hof is ingekomen op 23 december 2020, heeft de Vrederechter van |
Léau a posé la question préjudicielle suivante : | het kanton Zoutleeuw de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 2, § 1er, alinéa 1er, 8°, 11°, 12°, 13°, 14°, 16° et 31°, | « Schenden de artikelen 2, § 1, 1ste lid, 8°, 11°, 12°, 13°, 14°, 16° |
et alinéa 2, et l'article 5 du décret de la Région flamande du 15 | en 31° en 2de lid evenals artikel 5 van het decreet van 15 juli 1997 |
juillet 1997 contenant le Code flamand du Logement violent-ils les | |
articles 10, 11, 23, 3°, ou 191 de la Constitution, lus en combinaison | houdende de Vlaamse Wooncode de artikelen 10, 11, 23, 3° of 191 van de |
ou non avec l'article 20 de la directive 2014/36/UE, avec l'article 9 | Grondwet, al dan niet samen gelezen met artikel 20 Richtlijn |
du règlement (UE) n° 492/2011/UE et avec l'article 19, paragraphe 4, | 2014/36/EU, artikel 9 Verordening 492/2011/EU en artikel 19, 4, c |
c, de la Charte sociale européenne (révisée), dans l'interprétation | (Herzien) Europees Sociaal Handvest, indien zij worden geïnterpreteerd |
selon laquelle les normes de sécurité, de santé et de qualité du Code | in die zin dat de veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsnormen |
flamand du Logement seraient uniquement applicables aux biens | van de Vlaamse Wooncode alleen van toepassing zouden zijn op |
immobiliers occupés de manière constante ou durable et non de manière | onroerende goederen die op standvastige of duurzame en niet op louter |
seulement occasionnelle, alors qu'en vertu de l'article 5, § 3, alinéa | occasionele wijze worden bewoond, terwijl op grond van artikel 5, § 3, |
2, du Code flamand du Logement, le Gouvernement flamand ne peut | 2de lid van de Vlaamse Wooncode de Vlaamse Regering enkel beperkte |
accorder aux exigences et normes qu'il fixe en application des | afwijkingen kan toestaan van de vereisten en normen die ze vaststelt |
paragraphes 1 et 2 de l'article 5, que des dérogations limitées pour | met toepassing van paragrafen 1 en 2 van artikel 5 voor de tijdelijke |
le logement temporaire de familles ou de personnes seules qui sont | huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen |
sans abri ou risquent de le devenir, et pour le logement de résidents | te worden en voor de huisvesting van bewoners van sociale |
d'habitations sociales de location qui doivent être temporairement | huurwoningen, die tijdelijk ontruimd moeten worden voor |
libérées pour des travaux de rénovation ? Et violent-ils les mêmes | renovatiewerkzaamheden ? En schenden zij dezelfde artikelen van de |
articles de la Constitution en ce qu'ils ne prévoient à cette | |
obligation de logement constant ou durable, en application de | Grondwet waar zij op deze verplichting tot standvastige of duurzame |
l'article 5, § 3, qu'une exception pour les chambres dans lesquelles | huisvesting, met toepassing van artikel 5, § 3, enkel in een |
séjournent temporairement les travailleurs saisonniers dans le secteur | |
de l'horticulture et de l'agriculture, mais pas pour les logements | uitzondering voorzien voor kamers waarin seizoenarbeiders in de tuin- |
indépendants ou chambres attribués temporairement aux travailleurs | en landbouwsector tijdelijk verblijven, maar niet voor zelfstandige |
dans d'autres secteurs, comme les travailleurs immigrés dans le | woningen of kamers waarop arbeiders uit andere sectoren, zoals |
secteur de la construction, pour la durée de l'exécution de leur | gastarbeiders in de bouwsector, voor de duur van de uitoefening van |
contrat de travail ? ». | hun arbeidsovereenkomst tijdelijk zijn aangewezen voor hun huisvesting ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à l'objet de la question préjudicielle | Ten aanzien van het onderwerp van de prejudiciële vraag |
B.1.1. La question préjudicielle porte sur la compatibilité de | B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid |
l'article 2, § 1er, alinéa 1er, 8°, 11°, 12°, 13°, 14°, 16° et 31°, et | van artikel 2, § 1, eerste lid, 8°, 11°, 12°, 13°, 14°, 16° en 31°, en |
alinéa 2, et de l'article 5 du décret du 15 juillet 1997 « contenant | tweede lid, evenals artikel 5 van het decreet van 15 juli 1997 « |
le Code flamand du Logement » (ci-après : le décret du 15 juillet | houdende de Vlaamse Wooncode » (hierna : het decreet van 15 juli 1997) |
1997) avec les articles 10, 11, 23, alinéa 3, 3°, ou 191 de la | met de artikelen 10, 11, 23, derde lid, 3°, of 191 van de Grondwet, al |
Constitution, lus en combinaison ou non avec l'article 20 de la | dan niet in samenhang gelezen met artikel 20 van de richtlijn |
directive 2014/36/UE du Parlement européen et du Conseil du 26 février | 2014/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 |
2014 « établissant les conditions d'entrée et de séjour des | « betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen |
ressortissants de pays tiers aux fins d'un emploi en tant que | van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider », |
travailleur saisonnier », avec l'article 9 du règlement (UE) n° | met artikel 9 van de verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees |
492/2011 du Parlement européen et du Conseil du 5 avril 2011 « relatif | Parlement en de Raad van 5 april 2011 « betreffende het vrije verkeer |
à la libre circulation des travailleurs à l'intérieur de l'Union » et | |
avec l'article 19, point 4, c), de la Charte sociale européenne | van werknemers binnen de Unie » en met artikel 19, punt 4, c), van het |
révisée, d'une part, en ce que, dans l'interprétation du juge a quo, | Herziene Europees Sociaal Handvest, enerzijds, doordat zij, in de |
ils ont pour effet que les normes de sécurité, de salubrité et de | interpretatie van de verwijzende rechter, ertoe leiden dat de |
veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsnormen van het decreet van | |
qualité d'habitat prévues par le décret du 15 juillet 1997 seraient | 15 juli 1997 alleen van toepassing zouden zijn op onroerende goederen |
uniquement applicables aux biens immobiliers occupés de manière | die permanent worden bewoond en, anderzijds, doordat zij een verschil |
permanente et, d'autre part, en ce qu'ils feraient naître une | |
différence de traitement entre les travailleurs saisonniers du secteur | in behandeling tot gevolg zouden hebben tussen seizoenarbeiders in de |
de l'horticulture et de l'agriculture et les travailleurs d'autres | tuin- en landbouwsector, en arbeiders in andere sectoren, zoals de |
secteurs, tels que le secteur de la construction. | bouwsector. |
B.1.2. Il ressort de la décision de renvoi que les faits de la cause | B.1.2. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de feiten van de zaak |
pendante devant le juge a quo portent sur un bien immeuble dans lequel | die hangende is voor de verwijzende rechter betrekking hebben op een |
des travailleurs du secteur de la construction séjournent pour la | onroerend goed waar arbeiders uit de bouwsector verblijven voor de |
durée de leur mission. La Cour limite son examen de la question | duur van hun opdracht. Het Hof beperkt zijn onderzoek van de |
préjudicielle à cette situation. | prejudiciële vraag tot die situatie. |
Il n'apparaît toutefois ni de la décision de renvoi ni de la question | Noch uit de verwijzingsbeslissing, noch uit de prejudiciële vraag zelf |
préjudicielle telle qu'elle est formulée en quoi la compatibilité des | blijkt echter in welke mate de bestaanbaarheid van de artikelen 2, § |
articles 2, § 1er, alinéa 1er, 8°, 11°, 12°, 13°, 14° et 16°, et | 1, eerste lid, 8°, 11°, 12°, 13°, 14° en 16°, en tweede lid, van het |
alinéa 2, du décret du 15 juillet 1997, tels qu'ils sont applicables | decreet van 15 juli 1997, zoals van toepassing voor de verwijzende |
dans l'affaire devant le juge a quo, avec les normes de contrôle | rechter, met de in de prejudiciële vraag vermelde toetsingsnormen in |
mentionnées dans la question préjudicielle serait remise en question. | het geding zou worden gebracht. |
La Cour limite donc son examen de la question préjudicielle à | Het Hof beperkt zijn onderzoek van de prejudiciële vraag bijgevolg tot |
l'article 2, § 1er, alinéa 1er, 31°, et à l'article 5 du décret du 15 | artikel 2, § 1, eerste lid, 31°, en artikel 5 van het decreet van 15 |
juillet 1997, tels qu'ils sont applicables dans l'affaire devant le juge a quo. | juli 1997, zoals van toepassing voor de verwijzende rechter. |
B.2.1. L'article 5, § 1er, du décret du 15 juillet 1997, tel qu'il est | B.2.1. Artikel 5, § 1, van het decreet van 15 juli 1997, zoals van |
applicable dans l'affaire devant le juge a quo, prévoit que chaque « | toepassing voor de verwijzende rechter, bepaalt dat elke « woning » op |
habitation » doit, dans un certain nombre de domaines qui sont | een aantal opgesomde vlakken moet voldoen aan de elementaire |
énumérés, satisfaire aux normes élémentaires de sécurité, de salubrité | veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, die door de |
et de qualité d'habitat, précisées par le Gouvernement flamand. En | Vlaamse Regering nader worden bepaald. Krachtens artikel 5, § 2, van |
vertu de l'article 5, § 2, du même décret, le Gouvernement flamand | hetzelfde decreet stelt de Vlaamse Regering aanvullende vereisten en |
fixe les exigences complémentaires et les normes pour les chambres, et | normen vast voor kamers, en zijn de bepalingen van titel I van het |
les dispositions du titre Ier s'appliquent aux chambres. L'article 2, | decreet van toepassing op kamers. Artikel 2, § 1, eerste lid, 31°, van |
§ 1er, alinéa 1er, 31°, de ce décret, tel qu'il est applicable dans | dat decreet, zoals van toepassing voor de verwijzende rechter, |
l'affaire devant le juge a quo, définit la notion d'« habitation » | definieert het begrip « woning » als « elk onroerend goed of het deel |
comme étant « tout bien immobilier ou la partie de celui-ci destinés | ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin |
principalement au logement d'un ménage ou d'un isolé ». | of alleenstaande ». |
B.2.2. Par son arrêt n° P.18.1059.N du 23 avril 2019, la Cour de | B.2.2. Bij zijn arrest nr. P.18.1059.N van 23 april 2019 oordeelde het |
cassation a jugé : | Hof van Cassatie : |
« 6. L'article 2, § 1er, 31°, du Code flamand du logement décrit une | « 6. Artikel 2, § 1, 31°, Vlaamse Wooncode omschrijft een woning als |
habitation comme étant tout bien immobilier ou la partie de celui-ci | elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk is bestemd voor de |
destiné principalement au logement d'un ménage ou d'un isolé. | huisvesting voor een gezin of een alleenstaande. Artikel 2, § 1, 8°, |
L'article 2, § 1er, 8°, du Code flamand du logement définit un ménage | Vlaamse Wooncode definieert een gezin als meerdere personen die op |
comme plusieurs personnes habitant de manière durable dans une même | duurzame wijze in dezelfde woning samenwonen en daar hun |
habitation et y ayant leur résidence principale. L'article 2, § 1er, | hoofdverblijfplaats hebben. Artikel 2, § 1, 10°, Vlaamse Wooncode |
10°, de ce même Code prévoit qu'il y a lieu d'entendre par résidence | bepaalt dat onder hoofdverblijfplaats moet worden verstaan de woning |
principale l'habitation où un ménage ou un isolé réside effectivement | waar een gezin of een alleenstaande effectief en gewoonlijk verblijft. |
et habituellement. | |
Il résulte de ces dispositions que les biens immeubles ne relèvent de | Uit deze bepalingen volgt dat onroerende goederen slechts onder de |
l'application du Code flamand du logement que si leur vocation de | toepassing van de Vlaamse Wooncode vallen indien de |
logement présente une certaine persistance, ce qui implique que le | huisvestingsbestemming een zekere standvastigheid heeft, wat inhoudt |
séjour doit avoir un caractère durable ou, autrement dit, permanent et | dat het verblijf een duurzaam of anders gezegd permanent karakter moet |
ne peut donc être occasionnel. | hebben en dus niet occasioneel mag zijn. |
7. Il appartient au juge d'apprécier, à la lumière des éléments de | 7. Het staat aan de rechter te oordelen op grond van de feitelijke |
fait en la cause, dans quelle mesure un séjour dans un immeuble | gegevens van de zaak in welke mate een verblijf in een onroerend goed |
présente un caractère durable ou permanent ou s'il n'est | een duurzaam of permanent karakter heeft dan wel slechts occasioneel |
qu'occasionnel. Pour ce faire, le juge peut également prendre en | van aard is. De rechter kan daarbij het gegeven dat de betrokken |
considération le fait que les personnes concernées séjournent pour une | personen slechts voor korte tijd in het onroerend goed verblijven en |
brève période dans un immeuble et regagnent régulièrement leur lieu | regelmatig terugkeren naar hun woon- of verblijfplaats in het |
d'habitation ou de séjour à l'étranger ». | buitenland in aanmerking nemen ». |
B.3.1. Il ressort de la décision de renvoi que le juge a quo estime | B.3.1. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de verwijzende rechter |
que le séjour des travailleurs occupés par la locataire doit être | |
qualifié de logement au sens de l'article 2, § 1er, 31°, du décret du | van oordeel is dat het verblijf van de werknemers van de huurster als |
15 juillet 1997, tel qu'il est applicable dans l'affaire devant le | huisvesting in de zin van artikel 2, § 1, 31°, van het decreet van 15 |
juge a quo, mais que, sur la base de la jurisprudence de la Cour de | juli 1997, zoals van toepassing voor de verwijzende rechter, moet |
worden gekwalificeerd, maar dat het tijdelijke karakter van die | |
cassation, le caractère temporaire de ce logement l'empêche de | huisvesting, op grond van de rechtspraak van het Hof van Cassatie, |
constituer une habitation au sens de cette même disposition. Il | verhindert dat er sprake is van een woning in de zin van diezelfde |
s'ensuit que l'application de l'article 5 du même décret aussi est | bepaling. Dit heeft tot gevolg dat ook de toepassing van artikel 5 van |
hetzelfde decreet wordt uitgesloten. Het is op grond van die | |
exclue. C'est sur la base de cette interprétation que le juge a quo | interpretatie dat de verwijzende rechter de prejudiciële vraag stelt, |
pose la question préjudicielle, par laquelle la compatibilité des | waarin onder andere de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde |
dispositions en cause avec les articles 10 et 11 de la Constitution, | bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in het geding |
notamment, est remise en question. | wordt gebracht. |
B.3.2. Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une portée | B.3.2. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene |
générale. Ils interdisent toute discrimination, quelle qu'en soit | draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong |
l'origine : les règles constitutionnelles de l'égalité et de la | ervan : de grondwettelijke regels van de gelijkheid en van de |
non-discrimination sont applicables à l'égard de tous les droits et de | niet-discriminatie zijn toepasselijk ten aanzien van alle rechten en |
toutes les libertés. | alle vrijheden. |
Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas qu'une | Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat |
différence de traitement soit établie entre des catégories de | een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. | en het redelijk verantwoord is. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.3.3. L'article 5, § 3, alinéa 2, du décret du 15 juillet 1997, tel | B.3.3. Artikel 5, § 3, tweede lid, van het decreet van 15 juli 1997, |
qu'il est applicable dans l'affaire devant le juge a quo, dispose que | zoals van toepassing voor de verwijzende rechter, bepaalt dat de |
le Gouvernement flamand peut accorder des dérogations limitées aux | Vlaamse Regering, voor de tijdelijke huisvesting van gezinnen of |
exigences et normes qu'il fixe en application du paragraphe 1er ou du | alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden en voor de |
paragraphe 2, pour le logement temporaire de familles ou de personnes | huisvesting van bewoners van sociale huurwoningen die tijdelijk |
seules qui étaient sans-abri ou risquent de le devenir, et pour le | ontruimd moeten worden voor renovatiewerkzaamheden, beperkte |
logement de résidents d'habitations de location sociales qui doivent | afwijkingen kan toestaan van de vereisten en normen die ze vaststelt |
être libérées pour des travaux de rénovation. Il en découle qu'en | met toepassing van paragraaf 1 of 2. Hieruit volgt dat in principe, en |
principe, et hormis les dérogations précitées, le législateur décrétal | buiten de voormelde afwijkingen, de decreetgever de bedoeling had de |
entendait rendre les exigences contenues dans l'article 5, § § 1er et | vereisten van artikel 5, § § 1 en 2, van toepassing te maken op zowel |
2, applicables tant au logement temporaire qu'au logement permanent | tijdelijke als permanente huisvesting (Parl. St., Vlaams Parlement, |
(Doc. parl., Parlement flamand, 2012-2013, n° 1861/1, p. 4). Un tel | 2012-2013, nr. 1861/1, p. 4). Dit blijkt eveneens uit de doelstelling |
constat ressort également de l'objectif du législateur décrétal qui | van de decreetgever om de woonkwaliteit van alle woningen te |
consiste à améliorer la qualité d'habitat de toutes les habitations | |
(ibid., p. 14). A la lumière de cet objectif, il n'est pas | verbeteren (ibid., p. 14). In het licht van die doelstelling is het |
raisonnablement justifié d'exclure les personnes dont le logement | niet redelijk verantwoord om personen van wie de huisvesting slechts |
n'est que temporaire des garanties en matière de qualité d'habitat qui | tijdelijk is, uit te sluiten van de waarborgen inzake woonkwaliteit |
résultent de la qualification du bien immeuble comme étant une | die het gevolg zijn van de kwalificatie van het onroerend goed als |
habitation, sur la base des dispositions en cause. | woning, op grond van de in het geding zijnde bepalingen. |
B.4. Dans l'interprétation selon laquelle ils excluent l'application | B.4. In de interpretatie dat zij de toepassing van artikel 5 van het |
de l'article 5 du décret du 15 juillet 1997, tel qu'il est applicable | decreet van 15 juli 1997, zoals van toepassing voor de verwijzende |
dans l'affaire devant le juge a quo, lorsque le logement est | rechter, uitsluiten wanneer de huisvesting tijdelijk is, zijn artikel |
temporaire, l'article 2, § 1er, alinéa 1er, 31°, et l'article 5 du | 2, § 1, eerste lid, 31°, en artikel 5 van het decreet van 15 juli |
décret du 15 juillet 1997 ne sont pas compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution. | 1997, niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
B.5.1. Une autre interprétation est toutefois possible. Bien qu'ils | B.5.1. Er is echter een andere interpretatie mogelijk. Hoewel zij daar |
n'y associent pas toujours les mêmes effets eu égard aux faits | niet altijd dezelfde gevolgen aan verbinden ten aanzien van de |
spécifiques de l'affaire au fond, tant le Gouvernement flamand que les | specifieke feiten in de zaak ten gronde, voeren zowel de Vlaamse |
deux parties devant le juge a quo soutiennent que la lecture des | Regering als beide partijen voor de verwijzende rechter aan dat de |
dispositions en cause sur laquelle la question préjudicielle est | lezing van de in het geding zijnde bepalingen waarop de prejudiciële |
fondée est erronée en tant qu'elle requiert que le logement ait un | vraag is gebaseerd, verkeerd is in zoverre zij vereist dat de |
caractère permanent. | huisvesting een permanent karakter heeft. |
B.5.2. Comme il est dit en B.3.3, il ressort du texte du décret en | B.5.2. Zoals is vermeld in B.3.3, blijkt uit de tekst van het in het |
cause, ainsi que des travaux préparatoires, que les exigences | geding zijnde decreet, alsook uit de parlementaire voorbereiding, dat |
contenues dans l'article 5, § § 1er et 2, s'appliquent en principe au | de vereisten van artikel 5, § § 1 en 2, in principe van toepassing |
logement temporaire. En vertu de l'article 2, § 1er, de l'arrêté du | zijn op tijdelijke huisvesting. Krachtens artikel 2, § 1, van het |
Gouvernement flamand du 12 juillet 2013 « portant les normes de | besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 « betreffende de |
qualité et de sécurité pour habitation », tel qu'il est applicable | kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen », zoals van toepassing |
dans l'affaire devant le juge a quo, les exigences et normes | |
auxquelles chaque habitation doit satisfaire sont celles qui sont | voor de verwijzende rechter, worden de vereisten en normen waaraan |
définies dans le modèle de rapport technique joint audit arrêté. | elke woning moet voldoen, nader bepaald in het model van technisch |
L'annexe 2 contient spécifiquement les exigences et normes pour les | verslag dat bij het besluit is gevoegd als bijlage. Bijlage 2 bevat |
chambres louées à des travailleurs saisonniers. Pour définir la notion | specifiek de vereisten en normen voor kamers die verhuurd worden aan |
de « travailleur saisonnier », l'arrêté renvoie au travailleur | seizoenarbeiders. Voor de definitie van seizoenarbeider verwijst het |
occasionnel visé à l'article 8bis, alinéa 2, de l'arrêté royal du 28 | besluit naar de gelegenheidsarbeider vermeld in artikel 8bis, tweede |
novembre 1969 « pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant | lid, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 « tot uitvoering |
l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des | van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 |
travailleurs ». Il ressort par contre de cette dernière disposition | december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders |
qu'il peut s'agir de personnes qui, dans certains cas, ne travaillent | ». Uit die laatste bepaling blijkt dan weer dat het kan gaan om |
quelque part que pendant un maximum de 30 jours par année civile, ce | personen die in bepaalde gevallen slechts gedurende maximaal 30 dagen |
qui suppose, par définition, que leur hébergement comme travailleurs | per kalenderjaar ergens werken, wat per definitie veronderstelt dat |
saisonniers n'est pas « permanent ». | hun huisvesting als seizoenarbeider niet « permanent » is. |
B.5.3. Enfin, il ne peut être déduit ni de la définition de la notion | B.5.3. Tot slot kan noch uit de definitie van het begrip |
de « résidence principale », ni de celle de la notion de « ménage », | hoofdverblijfplaats, noch uit de definitie van gezin, zoals die zijn |
telles qu'elles sont mentionnées en B.2.2, qu'un bien immeuble ne peut être considéré comme une habitation que s'il est utilisé pour le logement permanent d'un ménage ou d'une personne seule. Il découle clairement du choix du législateur décrétal de définir la notion de « résidence principale » de manière distincte ainsi que de la définition même de la notion de « résidence principale » qu'il s'agit de l'habitation dans laquelle un ménage ou une personne seule réside effectivement et habituellement. Contrairement à ce que le juge a quo donne comme interprétation, cela ne signifie pas qu'un bien immeuble ne peut être considéré comme une habitation que s'il sert aussi de résidence principale pour un ménage ou pour une personne seule. Par ailleurs, il ressort de la définition de la notion d'« habitation », mentionnée en B.2.1, que tant le logement d'une personne seule que celui d'un ménage peuvent être qualifiés d'habitation. Abstraction faite encore de la question de savoir en quoi la définition de la notion de « ménage » dans ce contexte aurait pour conséquence que le | vermeld in B.2.2, worden afgeleid dat een onroerend goed enkel als een woning kan worden beschouwd indien het wordt gebruikt voor de permanente huisvesting van een gezin of een alleenstaande. Uit de keuze van de decreetgever om hoofdverblijfplaats afzonderlijk te definiëren, alsook uit de definitie van hoofdverblijfplaats zelf, volgt duidelijk dat het gaat om de woning waar een gezin of een alleenstaande effectief en gewoonlijk verblijft. In tegenstelling tot de interpretatie van de verwijzende rechter, houdt dit echter niet in dat een onroerend goed enkel als woning kan worden beschouwd als het ook dient als de hoofdverblijfplaats van een gezin of alleenstaande. Uit de in B.2.1 vermelde definitie van woning blijkt bovendien dat zowel de huisvesting van een alleenstaande als die van een gezin in aanmerking komen voor kwalificatie als woning. Nog los van de vraag op welke wijze de definitie van gezin in deze context tot gevolg zou |
logement temporaire ne saurait être pris en considération, il ressort | hebben dat tijdelijke huisvesting niet in overweging kan worden |
des travaux préparatoires que l'exigence de durabilité contenue dans | genomen, blijkt uit de parlementaire voorbereiding dat de vereiste van |
la définition de la notion de « ménage » renvoie à la durabilité de la | duurzaamheid in de definitie van gezin naar de duurzaamheid van de |
cohabitation, sans qu'il soit nécessairement requis que cette | samenwoning verwijst, zonder dat noodzakelijk is vereist dat dit ook |
cohabitation ait en outre lieu de manière permanente dans la même | op permanente wijze in dezelfde specifieke woning gebeurt (Parl. St., |
habitation spécifique (Doc. parl., Parlement flamand, 1996-1997, n° 654/1, p. 9). | Vlaams Parlement, 1996-1997, nr. 654/1, p. 9). |
B.5.4. Il découle des éléments mentionnés en B.5.2 et en B.5.3 que les | B.5.4. Uit de in B.5.2 en B.5.3 vermelde elementen volgt dat in |
exigences contenues dans l'article 5, § § 1er et 2, s'appliquent en | principe de vereisten van artikel 5, § § 1 en 2, niet enkel van |
principe non seulement au logement permanent, mais aussi au logement | toepassing zijn op permanente huisvesting, maar ook op tijdelijke |
temporaire. Dans cette interprétation, la différence de traitement est | huisvesting. In die interpretatie is het verschil in behandeling |
inexistante et les dispositions en cause sont par conséquent | onbestaande en zijn de in het geding zijnde bepalingen bijgevolg |
compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution. | bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
B.6. Sur la base de cette interprétation, il convient en outre de | B.6. Op grond van die interpretatie moet bovendien worden vastgesteld |
constater que la question préjudicielle, en ce qu'elle porte sur la | dat de prejudiciële vraag, in zoverre zij betrekking heeft op de |
compatibilité des dispositions en cause avec les articles 23, alinéa | bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepalingen met de |
3, 3°, et 191 de la Constitution, lus en combinaison ou non avec | artikelen 23, derde lid, 3°, en 191 van de Grondwet, al dan niet in |
l'article 20 de la directive 2014/36/UE du Parlement européen et du | samenhang gelezen met artikel 20 van de richtlijn 2014/36/EU van het |
Conseil du 26 février 2014 « établissant les conditions d'entrée et de | Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 « betreffende de |
séjour des ressortissants de pays tiers aux fins d'un emploi en tant | voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen |
que travailleur saisonnier », avec l'article 9 du règlement (UE) n° | met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider », met artikel 9 van |
de verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad | |
492/2011 du Parlement européen et du Conseil du 5 avril 2011 « relatif | van 5 april 2011 « betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen |
à la libre circulation des travailleurs à l'intérieur de l'Union » et | |
avec l'article 19, point 4, c), de la Charte sociale européenne | de Unie » en met artikel 19, punt 4, c), van het Herziene Europees |
révisée, n'appelle pas de réponse. | Sociaal Handvest, geen antwoord behoeft. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- L'article 2, § 1er, alinéa 1er, 31°, et l'article 5 du décret de la | - Artikel 2, § 1, eerste lid, 31°, en artikel 5 van het decreet van |
Région flamande du 15 juillet 1997 « contenant le Code flamand du | het Vlaamse Gewest van 15 juli 1997 « houdende de Vlaamse Wooncode », |
Logement », interprétés en ce sens que les biens immeubles ne relèvent | zo geïnterpreteerd dat onroerende goederen slechts onder de toepassing |
de l'application du Code flamand du Logement que si le séjour revêt un | van de Vlaamse Wooncode vallen indien het verblijf een duurzaam of |
caractère durable ou permanent, violent les articles 10 et 11 de la | permanent karakter heeft, schenden de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution. | Grondwet. |
- Les mêmes dispositions, interprétées en ce sens que les biens | - Dezelfde bepalingen, zo geïnterpreteerd dat onroerende goederen ook |
immeubles relèvent aussi de l'application du Code flamand du Logement | onder de toepassing van de Vlaamse Wooncode vallen indien het verblijf |
si le séjour ne revêt pas un caractère durable ou permanent, ne | geen duurzaam of permanent karakter heeft, schenden de artikelen 10 en |
violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | 11 van de Grondwet niet. |
- Pour le surplus, la question préjudicielle n'appelle pas de réponse. | - De prejudiciële vraag behoeft voor het overige geen antwoord. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 21 octobre 2021. | op 21 oktober 2021. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
L. Lavrysen | L. Lavrysen |