← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 103/2021 du 8 juillet 2021 Numéro du rôle : 7406 En cause :
la question préjudicielle relative aux articles 203 et 205 du Code d'instruction criminelle, posée par
la Cour d'appel de Gand. La Cour constitutionnelle,"
| Extrait de l'arrêt n° 103/2021 du 8 juillet 2021 Numéro du rôle : 7406 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 203 et 205 du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Gand. La Cour constitutionnelle, | Uittreksel uit arrest nr. 103/2021 van 8 juli 2021 Rolnummer 7406 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 203 en 205 van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het Grondwettelijk Hof, s wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 103/2021 du 8 juillet 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 103/2021 van 8 juli 2021 |
| Numéro du rôle : 7406 | Rolnummer 7406 |
| En cause : la question préjudicielle relative aux articles 203 et 205 | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 203 en 205 |
| du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Gand. | van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te |
| La Cour constitutionnelle, | Gent. Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents L. Lavrysen et F. Daoût, des juges T. Giet, R. | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, de rechters |
| Leysen, M. Pâques et T. Detienne, et, conformément à l'article 60bis | T. Giet, R. Leysen, M. Pâques en T. Detienne, en, overeenkomstig |
| de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, de | artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| la juge émérite T. Merckx-Van Goey, assistée du greffier P.-Y. | Grondwettelijk Hof, emeritus rechter T. Merckx-Van Goey, bijgestaan |
| Dutilleux, présidée par le président L. Lavrysen, | door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Par arrêt du 24 juin 2020, dont l'expédition est parvenue au greffe de | Bij arrest van 24 juni 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| la Cour le 26 juin 2020, la Cour d'appel de Gand a posé la question | Hof is ingekomen op 26 juni 2020, heeft het Hof van Beroep te Gent de |
| préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Les articles 203 et 205 du Code d'instruction criminelle violent-ils | « Schenden de artikelen 203 en 205 van het Wetboek van Strafvordering |
| les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met |
| l'article 6 de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et | artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens |
| des libertés fondamentales, en ce que le prévenu n'a pas la | en de fundamentele vrijheden, in zoverre de beklaagde geen wettelijke |
| possibilité légale d'interjeter appel dans les dix jours après que le | mogelijkheid heeft om binnen de 10 dagen hoger beroep aan te tekenen |
| ministère public a interjeté appel, au sens de l'article 205 du Code | nadat het openbaar ministerie bij het appelgerecht ten aanzien van |
| d'instruction criminelle, auprès de la juridiction d'appel à l'égard | diezelfde beklaagde na het verstrijken van de termijn zoals bepaald in |
| du même prévenu après l'expiration du délai prévu par l'article 204 du | artikel 204 van het Wetboek van Strafvordering hoger beroep heeft |
| Code d'instruction criminelle, alors qu'en vertu de l'article 203, § 1er, | ingesteld in de zin van artikel 205 van het Wetboek van |
| du Code d'instruction criminelle, le ministère public dispose d'un | Strafvordering, terwijl het openbaar ministerie krachtens artikel 203, |
| délai supplémentaire de dix jours pour également interjeter appel, | § 1 van het Wetboek van Strafvordering wel een bijkomende termijn van |
| lorsque le prévenu a interjeté appel dans le délai prévu par l'article | 10 dagen heeft om eveneens hoger beroep in te stellen, wanneer de |
| 203 du Code d'instruction criminelle ? ». | beklaagde binnen de termijn zoals bepaald in artikel 203 van het |
| Wetboek van Strafvordering hoger beroep heeft ingesteld ? ». | |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of de | |
| B.1. Le juge a quo demande à la Cour si les articles 203 et 205 du | artikelen 203 en 205 van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar |
| Code d'instruction criminelle sont compatibles avec les articles 10 et | zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen |
| 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la | met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten |
| Convention européenne des droits de l'homme, en ce que le prévenu n'a | van de mens, in zoverre de beklaagde geen wettelijke mogelijkheid |
| pas la possibilité légale d'interjeter appel dans les dix jours de | heeft om binnen tien dagen hoger beroep aan te tekenen nadat het |
| l'appel formé par le ministère public près la juridiction d'appel en | openbaar ministerie bij het appelgerecht ten aanzien van diezelfde |
| application de l'article 205 du Code d'instruction criminelle contre | beklaagde na het verstrijken van de termijn zoals bepaald in artikel |
| ce même prévenu après l'expiration du délai prévu à l'article 204 du | 204 van het Wetboek van strafvordering hoger beroep heeft ingesteld |
| Code d'instruction criminelle, alors que le ministère public, lui, | met toepassing van artikel 205 van het Wetboek van strafvordering, |
| dispose, en vertu de l'article 203, § 1er, du Code d'instruction | terwijl het openbaar ministerie krachtens artikel 203, § 1, van het |
| criminelle, d'un délai supplémentaire de dix jours pour également | Wetboek van strafvordering wel een bijkomende termijn van tien dagen |
| former appel, lorsque le prévenu a interjeté appel dans le délai prévu | heeft om eveneens hoger beroep in te stellen, wanneer de beklaagde |
| à l'article 203 du Code d'instruction criminelle. | binnen de termijn zoals bepaald in artikel 203 van het Wetboek van |
| strafvordering hoger beroep heeft ingesteld. | |
| Bien que la question préjudicielle, telle qu'elle est formulée, porte | Hoewel volgens de bewoordingen ervan de prejudiciële vraag betrekking |
| sur la constitutionnalité des articles 203 et 205 du Code | heeft op de grondwettigheid van de artikelen 203 en 205 van het |
| d'instruction criminelle, il ressort de la décision de renvoi que la | Wetboek van strafvordering blijkt uit de verwijzingsbeslissing dat het |
| Cour n'est interrogée que sur la constitutionnalité de la dernière | Hof enkel wordt ondervraagd over de grondwettigheid van de |
| disposition mentionnée. Les règles que celle-ci contient sont | laatstvermelde bepaling. De regeling die daarin is vervat, wordt |
| néanmoins comparées avec les règles prévues aux articles 203 et 204 du | evenwel vergeleken met die van de artikelen 203 en 204 van het Wetboek |
| Code d'instruction criminelle. | van strafvordering. |
| B.2.1. L'article 203 du Code d'instruction criminelle, tel qu'il a été | B.2.1. Artikel 203 van het Wetboek van strafvordering, zoals gewijzigd |
| modifié par l'article 88 de la loi du 5 février 2016 « modifiant le | bij artikel 88 van de wet van 5 februari 2016 « tot wijziging van het |
| droit pénal et la procédure pénale et portant des dispositions | strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake |
| diverses en matière de justice » (ci-après : la loi du 5 février | justitie » (hierna : de wet van 5 februari 2016), bepaalt : |
| 2016), dispose : | |
| « § 1er. Il y aura, sauf l'exception portée en l'article 205 ci-après, | « § 1. Behoudens de uitzondering van artikel 205 hierna, vervalt het |
| déchéance de l'appel, si la déclaration d'appeler n'a pas été faite au | recht van hoger beroep, indien de verklaring van hoger beroep niet |
| greffe du tribunal qui a rendu le jugement, trente jours au plus tard | gedaan is op de griffie van de rechtbank die het vonnis heeft gewezen, |
| après celui où il a été prononcé, et, si le jugement est rendu par défaut, trente jours au plus tard après celui de la signification qui en aura été faite à la partie condamnée ou à son domicile. Le ministère public dispose d'un délai supplémentaire de dix jours pour interjeter appel, après que le prévenu ou la partie civilement responsable a interjeté appel. § 2. Lorsque l'appel sera dirigé contre la partie civile, celle-ci aura un délai supplémentaire de dix jours pour interjeter appel contre les prévenus et les personnes civilement responsables qu'elle entend maintenir à la cause, sans préjudice de son droit de faire appel | uiterlijk dertig dagen na de dag van die uitspraak en indien het vonnis bij verstek is gewezen, uiterlijk dertig dagen na de dag van de betekening ervan aan de veroordeelde partij of aan haar woonplaats. Het openbaar ministerie beschikt over een bijkomende termijn van tien dagen om hoger beroep in te stellen, nadat de beklaagde of de burgerrechtelijk aansprakelijke partij hoger beroep heeft ingesteld. § 2. Is het hoger beroep tegen de burgerlijk partij gericht, dan beschikt deze over een bijkomende termijn van tien dagen om hoger beroep in te stellen tegen de beklaagden en de burgerrechtelijk aansprakelijke personen die zij in de zaak wil doen blijven, onverminderd haar recht incidenteel beroep in te stellen |
| incident conformément au § 4. | overeenkomstig § 4. |
| [...] | [...] |
| § 4. Dans tous les cas où l'action civile sera portée devant la | § 4. In alle gevallen waarin de burgerlijke rechtsvordering gebracht |
| juridiction d'appel, l'intimé pourra, jusqu'à la clôture des débats | wordt voor de rechter in hoger beroep, kan de gedaagde bij een op de |
| sur l'appel, faire appel incident par conclusions prises à l'audience ». | terechtzitting genomen conclusie incidenteel beroep instellen zolang |
| de debatten in hoger beroep niet gesloten zijn ». | |
| B.2.2. L'article 204 du Code d'instruction criminelle, tel qu'il a été | B.2.2. Artikel 204 van het Wetboek van strafvordering, zoals vervangen |
| remplacé par l'article 89 de la loi du 5 février 2016, dispose : « A peine de déchéance de l'appel, la requête indique précisément les griefs élevés, y compris les griefs procéduraux, contre le jugement et est remise, dans le même délai et au même greffe que la déclaration visée à l'article 203. Elle est signée par l'appelant, son avocat ou tout autre fondé de pouvoir spécial. Dans ce dernier cas, le pouvoir est annexé à la requête. Cette requête peut aussi être remise directement au greffe du tribunal ou de la cour où l'appel est porté. Un formulaire dont le modèle est déterminé par le Roi peut être utilisé à cette fin. La présente disposition s'applique également au ministère public ». | bij artikel 89 van de wet van 5 februari 2016, bepaalt : « Op straffe van verval van het hoger beroep bepaalt het verzoekschrift nauwkeurig de grieven die tegen het vonnis worden ingebracht, met inbegrip van de procedurele grieven, en wordt het verzoekschrift binnen dezelfde termijn en op dezelfde griffie ingediend als de in artikel 203 bedoelde verklaring. Het verzoekschrift wordt ondertekend door de eiser in beroep of zijn advocaat, of door een ander bijzonder gevolmachtigde. In dit laatste geval wordt de volmacht bij het verzoekschrift gevoegd. Dit verzoekschrift kan ook rechtstreeks worden ingediend op de griffie van de rechtbank of van het hof waarvoor het hoger beroep wordt gebracht. Daartoe kan een formulier, waarvan het model wordt bepaald door de Koning, worden gebruikt. Deze bepaling geldt ook voor het openbaar ministerie ». |
| B.2.3. L'article 205 du Code d'instruction criminelle, tel qu'il a été | B.2.3. Artikel 205 van het Wetboek van strafvordering, zoals gewijzigd |
| modifié par l'article 90 de la loi du 5 février 2016 et complété par | bij artikel 90 van de wet van 5 februari 2016 en aangevuld bij artikel |
| l'article 42 de la loi du 5 mai 2019 « portant des dispositions | 42 van de wet van 5 mei 2019 « houdende diverse bepalingen in |
| diverses en matière pénale et en matière de cultes, et modifiant la | strafzaken en inzake erediensten, en tot wijziging van de wet van 28 |
| loi du 28 mai 2002 relative à l'euthanasie et le Code pénal social », | mei 2002 betreffende de euthanasie en van het Sociaal Strafwetboek », |
| dispose : | bepaalt : |
| « Le ministère public près le tribunal ou la cour qui doit connaître | « Het openbaar ministerie bij het hof of de rechtbank die van het |
| beroep kennis moet nemen, moet, op straffe van verval, binnen veertig | |
| de l'appel devra, à peine de déchéance, notifier son recours soit au | dagen te rekenen van de uitspraak van het vonnis, zijn beroep |
| prévenu, soit à la partie civilement responsable de l'infraction dans | betekenen, hetzij aan de beklaagde, hetzij aan de voor het misdrijf |
| les quarante jours à compter du prononcé du jugement. L'exploit | burgerrechtelijk aansprakelijke partij. Het exploot bevat dagvaarding. |
| contiendra l'assignation. Dans le cadre de la procédure de comparution | In het kader van de procedure van onmiddellijke verschijning bedoeld |
| immédiate visée à l'article 216quinquies, cette assignation se fera | in artikel 216quinquies gebeurt deze dagvaarding binnen zestig dagen |
| dans les soixante jours à compter du prononcé du jugement. Le | te rekenen van de uitspraak van het vonnis. Het openbaar ministerie |
| ministère public indique précisément les griefs élevés contre le | geeft nauwkeurig de grieven aan die tegen het vonnis worden ingebracht |
| jugement conformément à l'article 204 ». | overeenkomstig artikel 204 ». |
| B.3.1. Contre un jugement contradictoire du tribunal de police ou du | B.3.1. Tegen een op tegenspraak gewezen vonnis van de politierechtbank |
| tribunal correctionnel, le ministère public dispose en principe, comme | of de correctionele rechtbank beschikt het openbaar ministerie, |
| le prévenu, d'un délai de trente jours, à compter du lendemain du | evenals de beklaagde, in beginsel over een termijn van dertig dagen, |
| prononcé du jugement, pour faire au greffe de ce tribunal une | te rekenen vanaf de dag na de uitspraak van het vonnis, om op de |
| déclaration d'appel et pour remettre à ce greffe ou à celui de la | griffie van die rechtbank een verklaring van hoger beroep te doen en |
| juridiction devant laquelle l'appel est formé une requête indiquant | om bij die griffie of bij die van het rechtscollege waarvoor het hoger |
| beroep wordt gebracht, een verzoekschrift in te dienen dat de tegen | |
| les griefs formulés contre le jugement contesté (articles 203, § 1er, | het betwiste vonnis geformuleerde grieven bepaalt (artikelen 203, § 1, |
| et 204 du Code d'instruction criminelle). | en 204 van het Wetboek van strafvordering). |
| Lorsque le prévenu fait appel des dispositions du jugement entre le | Wanneer de beklaagde tussen de twintigste en de dertigste dag van de |
| vingtième et le trentième jour du délai d'appel, le ministère public | beroepstermijn hoger beroep instelt tegen de beschikkingen van het |
| vonnis, beschikt het openbaar ministerie nog steeds over een | |
| dispose toujours d'un délai supplémentaire de dix jours, à compter du | bijkomende termijn van tien dagen, te rekenen vanaf de dag na het |
| lendemain de l'appel du prévenu, pour faire appel de ce jugement | hoger beroep van de beklaagde, om tegen dat vonnis hoger beroep in te |
| (Cass., 29 novembre 2017, P.17.0761.F). | stellen (Cass., 29 november 2017, P.17.0761.F). |
| B.3.2. De plus, le ministère public près le tribunal ou la cour qui | B.3.2. Voorts beschikt het openbaar ministerie bij het hof of de |
| rechtbank die van het beroep kennis moet nemen over een termijn van | |
| doit connaître de l'appel dispose d'un délai de quarante jours à | veertig dagen, te rekenen van de uitspraak van het in eerste aanleg |
| compter du prononcé du jugement rendu en première instance pour | gewezen vonnis, om hoger beroep te betekenen bij dagvaardingsexploot, |
| notifier son recours par exploit d'assignation au prévenu (article 205 | aan de beklaagde (artikel 205 van het Wetboek van strafvordering). |
| du Code d'instruction criminelle). | |
| B.3.3. L'article 204 du Code d'instruction criminelle fait obligation | B.3.3. Artikel 204 van het Wetboek van strafvordering legt de |
| appellant, op straffe van verval van het hoger beroep, de verplichting | |
| à l'appelant, à peine de déchéance de l'appel, de déposer une requête | op een verzoekschrift in te dienen dat nauwkeurig de grieven bepaalt |
| indiquant précisément les griefs élevés, y compris les griefs | die tegen het vonnis worden ingebracht, met inbegrip van de |
| procéduraux, contre le jugement. | procedurele grieven. |
| B.4. Les articles 203, § 1er, alinéa 2, 204 et 205 du Code | B.4. De artikelen 203, § 1, tweede lid, 204 en 205 van het Wetboek van |
| d'instruction criminelle font partie d'un ensemble de mesures | strafvordering maken deel uit van een geheel van maatregelen bedoeld |
| destinées à « traiter plus efficacement les affaires pénales en degré | om « de strafzaken in hoger beroep doeltreffender te behandelen » |
| d'appel » (Doc. parl., Chambre, 2015-2016, DOC 54-1418/005, pp. 15 et 115). | (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1418/005, pp. 15 en 115). |
| Elles sont justifiées comme suit : | Zij zijn als volgt verantwoord : |
| « Vu l'instauration de l'obligation de définir les griefs (cf. infra), | « Gelet op de invoering van de verplichting om de grieven te bepalen |
| le délai pour interjeter appel est porté de quinze à vingt jours. | (cf. infra) wordt de termijn om hoger beroep in te stellen verlengd |
| van vijftien tot twintig dagen. Deze wetswijziging maakt het voorwerp | |
| Cette modification législative fait l'objet de l'article 203 du Code | uit van artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering. Overeenkomstig |
| d'instruction criminelle. De manière analogue, le délai pour | wordt ook de termijn om hoger beroep aan te tekenen voor de |
| interjeter appel pour les parties civiles (article 203, § 2, du même | burgerlijke partij (artikel 203, § 2 Sv.) en het openbaar ministerie |
| Code) et le ministère public devant la juridiction en degré d'appel (article 205 du même Code) est lui aussi prolongé. [La] défense dispose actuellement, dans certains cas, d'un délai d'appel plus important que le ministère public car pour elle le délai d'appel court à partir de la signification tandis que pour le ministère public, il court à partir de la décision même. Cela signifie que pour autant que dans ces cas le ministère public souhaite interjeter appel, cet appel devra se faire par l'intermédiaire du parquet près la cour ou le tribunal qui doit connaître de l'appel. Cela implique toutefois que l'appel doit être signifié dans les vingt-cinq jours à compter du prononcé du jugement. Une distinction doit être établie dans la mesure où l'appel est formé par le ministère public. Si c'est le magistrat de parquet près la juridiction qui a statué qui interjette appel, cet appel doit se faire par une déclaration au greffe, comme c'est le cas pour les autres parties. Si toutefois l'appel est formé par le magistrat de parquet près la juridiction d'appel, cet appel doit nécessairement se faire par exploit d'huissier contenant l'assignation à comparaître devant la juridiction appelée à statuer sur l'appel. La modification de loi proposée évite de devoir suivre cette procédure plus complexe dans | bij het gerecht in hoger beroep (artikel 205 Sv.) verlengd. [...] In bepaalde gevallen beschikt de verdediging thans [...] over een ruimere beroepstermijn dan het openbaar ministerie, omdat voor hen de termijn van hoger beroep loopt vanaf de betekening, terwijl dit voor het openbaar ministerie is vanaf de beslissing zelf. Dit betekent dat voor zover het openbaar ministerie in die gevallen hoger beroep wenst in te stellen, dit zal dienen te gebeuren via het parket bij het hof of de rechtbank die van het hoger beroep kennis moet nemen. Zulks impliceert evenwel dat het hoger beroep moet worden betekend, binnen de vijfentwintig dagen te rekenen van de uitspraak van het vonnis. Voor zover het hoger beroep wordt ingesteld door het openbaar ministerie moet een onderscheid worden gemaakt. Indien het hoger beroep wordt ingesteld door de parketmagistraat bij het gerecht dat uitspraak deed, dient dit te gebeuren door een verklaring ter griffie, zoals voor de andere partijen. Als het hoger beroep evenwel wordt ingesteld door de parketmagistraat bij het appelgerecht, dan dient dit noodzakelijkerwijze te gebeuren via een gerechtsdeurwaardersexploot houdende dagvaarding om te verschijnen voor het gerecht dat uitspraak moet doen over het hoger beroep. De ontworpen wetswijziging vermijdt dat deze meer omslachtige procedure moet worden gevolgd ingeval het |
| l'hypothèse où le ministère public souhaite interjeter appel (Doc. | openbaar ministerie hoger beroep wenst in te stellen » (Parl. St., |
| parl., Chambre, 2015-2016, DOC 54-1418/001, pp. 83-84). | Kamer, 2015-2016, DOC 54-1418/001, pp. 83-84). |
| B.5. Le principe de l'égalité des armes est un élément fondamental du | B.5. Het beginsel van de wapengelijkheid is een fundamenteel element |
| droit à un procès équitable. Il exige un juste équilibre entre les | van het recht op een eerlijk proces. Het vereist een billijk evenwicht |
| parties qui, chacune, doivent recevoir une possibilité raisonnable de | tussen de partijen, die elk een redelijke mogelijkheid moeten krijgen |
| présenter leur cause dans des conditions qui ne les placent pas dans | om hun zaak voor te leggen onder voorwaarden die hen niet in een |
| une situation de net désavantage par rapport à leurs adversaires | duidelijk nadelige positie ten opzichte van de tegenpartij brengen |
| (CEDH, grande chambre, 19 septembre 2017, Regner c. République | (EHRM, grote kamer, Regner t. Tsjechische Republiek, 19 september |
| tchèque, § 146), entre autres dans le cadre de l'exercice de voies de | 2017, § 146), onder andere in het kader van de uitoefening van |
| recours (CEDH, 5 novembre 2002, Wynen et Centre hospitalier | rechtsmiddelen (EHRM, 5 november 2002, Wynen en Centre hospitalier |
| interrégional Edith-Cavell c. Belgique, § 32; 3 octobre 2006, Ben | interrégional Edith-Cavell t. België, § 32; 3 oktober 2006, Ben Naceur |
| Naceur c. France, §§ 31-32; 22 mai 2008, Gacon c. France, §§ 31-32; 26 | t. Frankrijk, § § 31-32; 22 mei 2008, Gacon t. Frankrijk, § § 31-32; |
| juin 2012, Ghirea c. Moldova, § 31; 18 octobre 2018, Thiam c. France, | 26 juni 2012, Ghirea t. Moldavië, § 31; 18 oktober 2018, Thiam t. |
| § 55). | Frankrijk, § 55). |
| B.6. Il existe, entre le ministère public et les autres parties à un | B.6. Tussen het openbaar ministerie en de andere partijen in een |
| procès pénal, une différence fondamentale : le premier accomplit, dans | strafproces bestaat een fundamenteel verschil : het openbaar |
| l'intérêt général, les missions de service public relatives à la | ministerie vervult, in het algemeen belang, de opdrachten van openbare |
| recherche et à la poursuite des infractions et il exerce l'action | dienst met betrekking tot de opsporing en de vervolging van de |
| publique; les autres parties défendent leur intérêt personnel. | misdrijven en vordert de toepassing van de strafwet; de andere |
| partijen verdedigen hun persoonlijk belang. | |
| Cette différence objective entre la situation du ministère public et | Dat objectief verschil tussen de situatie van het openbaar ministerie |
| celle des autres parties à un procès pénal existe durant toute | en die van de andere partijen in het strafproces is aanwezig gedurende |
| l'action publique. | de gehele strafvordering. |
| B.7.1. En vertu de l'article 203, § 1er, alinéa 1er, du Code | B.7.1. Op grond van artikel 203, § 1, eerste lid, van het Wetboek van |
| d'instruction criminelle, le ministère public et le prévenu disposent | strafvordering beschikken het openbaar ministerie en de beklaagde in |
| en principe, pour interjeter appel, d'un délai de trente jours à | beginsel over een termijn van dertig dagen na de uitspraak van het |
| compter du prononcé par la juridiction de jugement. Le ministère | vonnisgerecht om hoger beroep in te stellen. Het openbaar ministerie |
| public dispose toutefois d'un délai supplémentaire de dix jours pour | beschikt evenwel over een bijkomende termijn van tien dagen om hoger |
| interjeter appel, après que le prévenu ou la partie civilement | beroep in te stellen, nadat de beklaagde of de burgerrechtelijk |
| responsable a interjeté appel (article 203, § 1er, alinéa 2, du Code | aansprakelijke partij hoger beroep heeft ingesteld (artikel 203, § 1, |
| d'instruction criminelle). | tweede lid, van het Wetboek van strafvordering). |
| B.7.2. Par son arrêt n° 96/2019 du 6 juin 2019, la Cour a jugé que | B.7.2. Bij zijn arrest nr. 96/2019 van 6 juni 2019 heeft het Hof |
| l'article 203, § 1er, du Code d'instruction criminelle, lu en | geoordeeld dat artikel 203, § 1, van het Wetboek van strafvordering, |
| combinaison avec l'article 204 du même Code, viole les articles 10 et | in samenhang gelezen met artikel 204 van hetzelfde Wetboek, een |
| 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6, paragraphe | schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in |
| samenhang gelezen met artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor | |
| 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que, | de rechten van de mens, in zoverre het, wanneer het openbaar |
| lorsque le ministère public fait appel d'un jugement contradictoire | ministerie tussen de twintigste en de dertigste dag van de |
| entre le vingtième et le trentième jour du délai d'appel, cet article | beroepstermijn hoger beroep instelt tegen een op tegenspraak gewezen |
| ne prévoit pas un même délai supplémentaire pour le prévenu. | vonnis, voor de beklaagde niet voorziet in eenzelfde bijkomende termijn. |
| L'arrêt mentionne : | Het arrest vermeldt : |
| « B.8.1. Le délai d'appel supplémentaire de dix jours prévu par | « B.8.1. De in artikel 203, § 1, tweede lid, van het Wetboek van |
| l'article 203, § 1er, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle a | strafvordering bepaalde bijkomende termijn van tien dagen om hoger |
| pour but d'éviter qu'un appel du prévenu qui, en application du nouvel | beroep in te stellen, heeft tot doel te vermijden dat een hoger beroep |
| article 204 du même Code, ne porterait que sur certaines parties du | van de beklaagde dat, met toepassing van het nieuwe artikel 204 van |
| hetzelfde Wetboek, enkel betrekking zou hebben op bepaalde gedeelten | |
| jugement de première instance nuise aux intérêts défendus par le | van het in eerste aanleg gewezen vonnis, de door het openbaar |
| ministère public. Ce délai supplémentaire permet au ministère public | ministerie behartigde belangen schaadt. Die bijkomende termijn biedt |
| de réfléchir à l'opportunité d'interjeter appel contre des parties du | het openbaar ministerie de mogelijkheid na te denken over de |
| opportuniteit om hoger beroep in te stellen tegen gedeelten van het | |
| jugement non contestées par le prévenu lors de l'appel. | vonnis die in het hoger beroep van de beklaagde niet worden betwist. |
| Par son arrêt n° 2/2018 du 18 janvier 2018, la Cour a jugé que | Bij zijn arrest nr. 2/2018 van 18 januari 2018 heeft het Hof |
| l'octroi au ministère public du délai d'appel supplémentaire après la | geoordeeld dat de toekenning aan het openbaar ministerie van de |
| formation du premier appel, ainsi qu'il ressort des articles 203, § 1er, | bijkomende beroepstermijn om een volgberoep in te stellen, zoals |
| alinéa 2, et 204 du Code d'instruction criminelle, n'est pas sans justification raisonnable, eu égard notamment au droit à un procès équitable. Elle ne s'est pas encore prononcée sur la situation spécifique du prévenu qui n'a pas interjeté appel et qui ne dispose pas d'un délai raisonnable pour le faire après que le ministère public a formé son appel spécialement quand il le limite à certains griefs. Quant à l'absence d'un délai supplémentaire au bénéfice du prévenu dans les mêmes circonstances, c'est-à-dire dans l'hypothèse d'un appel formé par le procureur du Roi contre un jugement contradictoire, dans le dernier tiers du délai d'appel, elle n'a fait l'objet d'aucune justification, les travaux parlementaires cités plus haut envisageant seulement l'hypothèse d'un jugement rendu par défaut. B.8.2. Dans le cas d'un appel limité interjeté par le ministère public le dernier jour du délai de trente jours, le prévenu ne pourra pas, ou ne pourra que très difficilement, introduire un recours contre les parties du jugement attaqué non visées par l'appel du ministère public, alors que le ministère public a, quant à lui, toujours le temps de réagir à un appel, total ou partiel, interjeté in extremis par le prévenu. Cette limitation est encore aggravée par le fait qu'aucune disposition législative n'exige que le prévenu soit informé de la déclaration d'appel du ministère public autrement que par la citation à comparaître devant la juridiction d'appel, qui peut n'être signifiée au prévenu que bien plus tard. A l'inverse, le ministère public est informé par le greffe le jour du dépôt par le prévenu de la requête d'appel. En ne prévoyant aucun délai d'appel supplémentaire, notamment lorsque le ministère public limite son appel à certaines préventions ou à la détermination de la peine à infliger, les dispositions en cause limitent les droits de la défense du prévenu de manière | blijkt uit de artikelen 203, § 1, tweede lid, en 204 van het Wetboek van strafvordering, niet zonder redelijke verantwoording is, met name gelet op het recht op een eerlijk proces. Het Hof heeft zich nog niet uitgesproken over de specifieke situatie van de beklaagde die geen hoger beroep heeft ingesteld en die niet over een redelijke termijn beschikt om dat te doen nadat het openbaar ministerie zijn hoger beroep heeft ingesteld in het bijzonder wanneer het openbaar ministerie het hoger beroep tot bepaalde grieven beperkt. De ontstentenis van een bijkomende termijn ten voordele van de beklaagde in dezelfde omstandigheden, dat wil zeggen in de hypothese van een door de procureur des Konings in het laatste derde van de beroepstermijn ingesteld hoger beroep tegen een op tegenspraak gewezen vonnis, heeft niet het voorwerp uitgemaakt van enige verantwoording, aangezien in de hierboven aangehaalde parlementaire voorbereiding enkel de hypothese van een bij verstek gewezen vonnis onder ogen wordt genomen. B.8.2. In het geval van een beperkt hoger beroep van het openbaar ministerie dat is ingesteld op de laatste dag van de termijn van dertig dagen, kan de beklaagde niet of slechts zeer moeilijk een beroep instellen tegen de gedeelten van het bestreden vonnis die niet worden beoogd in het hoger beroep van het openbaar ministerie, terwijl het openbaar ministerie van zijn kant steeds tijd heeft om te reageren op een volledig of gedeeltelijk hoger beroep van de beklaagde dat in extremis is ingesteld. Die beperking wordt nog verergerd door het feit dat geen enkele wetsbepaling vereist dat de beklaagde anderszins van de verklaring van hoger beroep van het openbaar ministerie op de hoogte wordt gebracht dan via de dagvaarding om voor het gerecht in hoger beroep te verschijnen, die mogelijk pas heel wat later aan de beklaagde wordt betekend. Omgekeerd wordt het openbaar ministerie op de dag van de neerlegging, door de beklaagde, van het verzoekschrift tot hoger beroep door de griffie op de hoogte gebracht. Door voor de beklaagde niet te voorzien in enige bijkomende termijn voor hoger beroep, met name wanneer het openbaar ministerie zijn hoger beroep beperkt tot sommige tenlasteleggingen of tot de bepaling van de op te leggen straf, beperken de in het geding zijnde bepalingen op |
| disproportionnée ». | onevenredige wijze de rechten van de verdediging van de beklaagde ». |
| B.8.1. En vertu de l'article 205 du Code d'instruction criminelle, le | B.8.1. Op grond van artikel 205 van het Wetboek van strafvordering |
| ministère public près le tribunal ou la cour qui doit connaître de | beschikt het openbaar ministerie bij het hof of de rechtbank die van |
| l'appel dispose d'un délai de quarante jours, à compter du prononcé du | het beroep kennis moet nemen over een termijn van veertig dagen te |
| jugement rendu en première instance, pour notifier son recours au | rekenen vanaf de uitspraak van het in eerste aanleg gewezen vonnis, om |
| prévenu. Par son arrêt n° 2/2018 du 18 janvier 2018, la Cour a jugé | zijn beroep aan de beklaagde te betekenen. Bij zijn arrest nr. 2/2018 |
| que l'octroi de ce délai d'appel de quarante jours n'est pas sans | van 18 januari 2018 heeft het Hof geoordeeld dat de toekenning van die |
| justification raisonnable. | beroepstermijn van veertig dagen niet zonder redelijke verantwoording |
| Conformément à l'article 204 du Code d'instruction criminelle, le ministère public, lorsqu'il interjette appel, doit indiquer précisément les griefs soulevés contre le jugement, ce qui implique de préciser les points sur lesquels et les raisons pour lesquelles il y a lieu de modifier la décision rendue en première instance. Le ministère public peut donc limiter son appel à certaines parties du jugement attaqué. B.8.2. Par l'obligation d'indiquer précisément les griefs en cas d'appel, le législateur visait un traitement plus efficace des affaires pénales (Doc. parl., Chambre, 2015-2016, DOC 54-1418/001, p. | is. Overeenkomstig artikel 204 van het Wetboek van strafvordering dient het openbaar ministerie, wanneer hoger beroep wordt aangetekend, nauwkeurig de grieven aan te geven die tegen het vonnis worden ingebracht, wat impliceert dat wordt aangegeven op welke punten en om welke redenen de in eerste aanleg gewezen beslissing moet worden gewijzigd. Het openbaar ministerie kan aldus zijn beroep beperken tot bepaalde gedeelten van het bestreden vonnis. B.8.2. Met de verplichting om bij het instellen van hoger beroep nauwkeurig de grieven aan te geven, wilde de wetgever een doelmatigere behandeling van strafzaken bewerkstelligen (Parl. St., Kamer, |
| 3 et pp. 83-84). L'instauration d'un tel système limite toutefois la | 2015-2016, DOC 54-1418/001, p. 3 en pp. 83-84). Door de invoering van |
| saisine de la juridiction d'appel aux aspects de la décision rendue en | een dergelijk systeem wordt de saisine van het appelgerecht echter |
| beperkt tot die aspecten van de beslissing in eerste aanleg, die de | |
| première instance qui sont soulevés par la partie qui forme l'appel. | partij die het hoger beroep instelt, uitdrukkelijk heeft aangegeven. |
| B.9.1. La question préjudicielle soumise à la Cour dans le cadre de la | B.9.1. De voorliggende prejudiciële vraag heeft betrekking op de |
| présente affaire concerne le cas où le prévenu n'a pas interjeté appel | situatie waarin de beklaagde geen hoger beroep heeft ingesteld binnen |
| dans le délai de trente jours visé aux articles 203 et 204 du Code | de termijn van dertig dagen bepaald in de artikelen 203 en 204 van het |
| d'instruction criminelle, mais où le ministère public, après | |
| l'expiration de ce délai, interjette appel sur la base de l'article | Wetboek van strafvordering, maar het openbaar ministerie na afloop van |
| 205 du même Code et limite cet appel à certaines parties du jugement | die termijn hoger beroep aantekent op grond van artikel 205 van |
| hetzelfde Wetboek en dat beroep beperkt tot bepaalde gedeelten van het | |
| attaqué. | bestreden vonnis. |
| B.9.2. Dans un tel cas, le prévenu ne peut pas faire appel des parties | B.9.2. In een dergelijk geval kan de beklaagde geen beroep instellen |
| du jugement attaqué qui ne sont pas visées dans le cadre de l'appel du | tegen de gedeelten van het bestreden vonnis die niet worden beoogd in |
| ministère public, alors que le ministère public, de son côté, dispose | het hoger beroep van het openbaar ministerie, terwijl het openbaar |
| toujours d'un délai pour réagir à un appel, total ou partiel, | ministerie van zijn kant steeds tijd heeft om te reageren op een |
| volledig of gedeeltelijk hoger beroep van de beklaagde dat in extremis | |
| interjeté in extremis par le prévenu en vertu des articles 203 et 204 | is ingesteld op grond van de artikelen 203 en 204 van het Wetboek van |
| du Code d'instruction criminelle, qui accordent au ministère public un | strafvordering, die in een bijkomende termijn van tien dagen voorzien |
| délai supplémentaire de dix jours pour réagir à l'appel du prévenu en | voor het openbaar ministerie om een volgberoep in te stellen. |
| formant appel à son tour. | Door voor de beklaagde niet te voorzien in een termijn van tien dagen |
| Dès lors qu'elle n'accorde pas au prévenu un délai de dix jours pour | om hoger beroep aan te tekenen als volgberoep, met name wanneer het |
| interjeter appel en réaction au premier appel, notamment lorsque le | openbaar ministerie zijn hoger beroep beperkt tot sommige |
| ministère public limite son appel à certaines préventions ou à la | tenlasteleggingen of tot de bepaling van de op te leggen straf, |
| fixation de la peine à infliger, la disposition en cause limite de | beperkt de in het geding zijnde bepaling op onevenredige wijze de |
| manière disproportionnée les droits de défense du prévenu. | rechten van de verdediging van de beklaagde. |
| B.10. Dans cette mesure, l'article 205 du Code d'instruction | B.10. In die mate schendt artikel 205 van het Wetboek van |
| criminelle viole les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en | strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang |
| combinaison avec l'article 6, paragraphe 1, de la Convention | gelezen met artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten |
| européenne des droits de l'homme. | van de mens. |
| La question préjudicielle appelle dès lors une réponse affirmative. | De prejudiciële vraag dient bijgevolg bevestigend te worden beantwoord. |
| B.11.1. Il résulte de ce constat d'inconstitutionnalité et de la | B.11.1. Uit die vaststelling van ongrondwettigheid en uit de daaraan |
| motivation qui le sous-tend que l'appel, formé par un prévenu, d'un | ten grondslag liggende motivering volgt dat het hoger beroep dat door |
| jugement contradictoire contre lequel le ministère public a formé un | een beklaagde is ingesteld tegen een op tegenspraak gewezen vonnis, |
| appel qu'il a notifié au prévenu, en vertu de l'article 205 du Code | waartegen het openbaar ministerie op grond van artikel 205 van het |
| Wetboek van strafvordering hoger beroep heeft betekend aan de | |
| d'instruction criminelle, doit être déclaré recevable quand il est | beklaagde, ontvankelijk moet worden verklaard wanneer het is ingesteld |
| formé dans les dix jours qui suivent la date de la signification de | binnen tien dagen die volgen op de datum van de betekening van dat |
| cet appel. | hoger beroep. |
| B.11.2. Dès lors que la lacune constatée en B.9.2 est exprimée en des | B.11.2. Aangezien de in B.9.2 vastgestelde lacune is uitgedrukt in |
| termes suffisamment précis et complets qui permettent l'application de | voldoende nauwkeurige en volledige bewoordingen die toelaten de in het |
| geding zijnde bepaling toe te passen met inachtneming van het beginsel | |
| la disposition en cause dans le respect du principe d'égalité et de | van gelijkheid en niet-discriminatie, staat het aan de verwijzende |
| non-discrimination, il appartient au juge a quo, dans l'attente d'une | rechter, in afwachting van een optreden van de wetgever, een einde te |
| intervention du législateur, de mettre fin à la violation de ce | maken aan de schending van dat beginsel. |
| principe. B.11.3. Afin d'éviter la remise en cause de décisions judiciaires | B.11.3. Teneinde te vermijden dat definitieve rechterlijke |
| définitives, il y a lieu, en vertu de l'article 28, alinéa 2, de la | beslissingen in het geding worden gebracht, dienen, met toepassing van |
| loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, de | artikel 28, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
| maintenir les effets de l'article 205 du Code d'instruction | het Grondwettelijk Hof, de gevolgen van artikel 205 van het Wetboek |
| criminelle, comme indiqué dans le dispositif. | van strafvordering te worden gehandhaafd, zoals aangegeven in het dictum. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| - L'article 205 du Code d'instruction criminelle viole les articles 10 | - Artikel 205 van het Wetboek van strafvordering schendt de artikelen |
| et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6, | 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, lid 1, |
| paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, |
| que, lorsque le ministère public a limité son appel à certaines | wanneer het openbaar ministerie zijn beroep heeft beperkt tot bepaalde |
| parties du jugement rendu en première instance, cet article n'offre | gedeelten van het in eerste aanleg gewezen vonnis, voor de beklaagde |
| pas au prévenu qui n'a pas interjeté appel en vertu des articles 203 | die geen beroep heeft aangetekend op grond van de artikelen 203 en 204 |
| et 204 du même Code un délai supplémentaire de dix jours à compter du | van hetzelfde Wetboek, niet voorziet in een bijkomende termijn van |
| lendemain de la signification de cet appel pour réagir à cet appel en | tien dagen die volgen op de datum van de betekening van dat hoger |
| formant appel à son tour. | beroep om volgberoep in te stellen. |
| - Les effets de cette disposition sont maintenus en ce qui concerne | - De gevolgen van die bepaling worden gehandhaafd voor de definitieve |
| les décisions judiciaires contradictoires définitives rendues avant la | rechterlijke beslissingen op tegenspraak die gewezen zijn vóór de |
| publication du présent arrêt au Moniteur belge. | bekendmaking van dit arrest in het Belgisch Staatsblad. |
| Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| la Cour constitutionnelle, le 8 juillet 2021. | op 8 juli 2021. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| Le président, | De voorzitter, |
| L. Lavrysen | L. Lavrysen |