← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 125/2021 du 30 septembre 2021 Numéro du rôle : 7552 En cause
: le recours en annulation de l'article 42 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 25 mars
1999 « relative à la recherche, la constatation, la po La Cour constitutionnelle, composée
du président L. Lavrysen, des juges M. Pâques, Y. Kherbache,(...)"
Extrait de l'arrêt n° 125/2021 du 30 septembre 2021 Numéro du rôle : 7552 En cause : le recours en annulation de l'article 42 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 25 mars 1999 « relative à la recherche, la constatation, la po La Cour constitutionnelle, composée du président L. Lavrysen, des juges M. Pâques, Y. Kherbache,(...) | Uittreksel uit arrest nr. 125/2021 van 30 september 2021 Rolnummer 7552 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 42 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 « betreffende de opsporing, de vaststel Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen, de rechters M. Pâques, Y. Kherb(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 125/2021 du 30 septembre 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 125/2021 van 30 september 2021 |
Numéro du rôle : 7552 | Rolnummer 7552 |
En cause : le recours en annulation de l'article 42 de l'ordonnance de | In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 42 van de |
la Région de Bruxelles-Capitale du 25 mars 1999 « relative à la | ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 |
recherche, la constatation, la poursuite et la répression des | « betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de |
infractions en matière d'environnement », dans sa version antérieure à | bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu », in de versie vóór de |
sa modification et à sa renumérotation par l'article 61 de | wijziging en de hernummering ervan bij artikel 61 van de ordonnantie |
l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 8 mai 2014, | van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 8 mei 2014, ingesteld |
introduit par la société de droit allemand « European Air Transport | door de vennootschap naar Duits recht « European Air Transport Leipzig |
Leipzig GmbH ». | GmbH ». |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée du président L. Lavrysen, des juges M. Pâques, Y. Kherbache, | samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen, de rechters M. Pâques, Y. |
T. Detienne et D. Pieters, et, conformément à l'article 60bis de la | Kherbache, T. Detienne en D. Pieters, en, overeenkomstig artikel 60bis |
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, du | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
président émérite F. Daoût et de la juge émérite T. Merckx-Van Goey, | emeritus voorzitter F. Daoût en emeritus rechter T. Merckx-Van Goey, |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
émérite F. Daoût, | emeritus voorzitter F. Daoût, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 6 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 april 2021 |
avril 2021 et parvenue au greffe le 8 avril 2021, la société de droit | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 april |
allemand « European Air Transport Leipzig GmbH », assistée et | 2021, heeft de vennootschap naar Duits recht « European Air Transport |
représentée par Me T. Leidgens, avocat au barreau de Bruxelles, a, à | Leipzig GmbH », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. T. Leidgens, |
advocaat bij de balie te Brussel, ingevolge het arrest van het Hof nr. | |
la suite de l'arrêt de la Cour n° 73/2020 du 28 mai 2020 (publié au | 73/2020 van 28 mei 2020 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van |
Moniteur belge du 5 octobre 2020), introduit un recours en annulation | 5 oktober 2020), beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 42 van |
de l'article 42 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du | de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart |
25 mars 1999 « relative à la recherche, la constatation, la poursuite | 1999 « betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de |
et la répression des infractions en matière d'environnement », dans sa | bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu », in de versie vóór de |
version antérieure à sa modification et à sa renumérotation par | |
l'article 61 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 8 | wijziging en de hernummering ervan bij artikel 61 van de ordonnantie |
mai 2014. | van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 8 mei 2014. |
Le 28 avril 2021, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la | Op 28 april 2021 hebben de rechters-verslaggevers M. Pâques en Y. |
Kherbache, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de | |
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les | bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof |
juges-rapporteurs M. Pâques et Y. Kherbache ont informé la Cour qu'ils | ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht |
pourraient être amenés à proposer de mettre fin à l'examen de | voor te stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest |
l'affaire par un arrêt rendu sur procédure préliminaire. | gewezen op voorafgaande rechtspleging. |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La partie requérante demande l'annulation de l'article 42 de | B.1.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van artikel 42 |
l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 25 mars 1999 « | van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 |
relative à la recherche, la constatation, la poursuite et la | maart 1999 « betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging |
répression des infractions en matière d'environnement » (ci-après : | en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu » (hierna : de |
l'ordonnance du 25 mars 1999), dans sa version applicable avant sa | ordonnantie van 25 maart 1999), in de versie die van toepassing is |
modification et sa renumérotation par l'article 61 de l'ordonnance de | vóór de wijziging en hernummering ervan bij artikel 61 van de |
la Région de Bruxelles-Capitale du 8 mai 2014 « modifiant l'ordonnance | ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 8 mei 2014 « |
du 25 mars 1999 relative à la recherche, la constatation, la poursuite | tot wijziging van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de |
et la répression des infractions en matière d'environnement, d'autres | opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van |
législations en matière d'environnement et instituant un Code de | misdrijven inzake leefmilieu alsook andere wetgevingen inzake milieu, |
l'inspection, la prévention, la constatation et la répression des | en tot instelling van een Wetboek van inspectie, preventie, |
infractions en matière d'environnement et de la responsabilité | vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en |
environnementale ». | milieuaansprakelijkheid ». |
L'article 42 de l'ordonnance du 25 mars 1999 dispose : | Artikel 42 van de ordonnantie van 25 maart 1999 bepaalt : |
« Si une nouvelle infraction est constatée dans les trois ans à | « Indien binnen drie jaar na de datum van het proces-verbaal een nieuw |
compter de la date du procès-verbal, les montants prévus aux articles | misdrijf wordt vastgesteld, worden de bedragen vastgesteld in de |
32 et 33 sont doublés ». | artikelen 32 en 33, verdubbeld ». |
B.1.2. Le recours en annulation a été introduit en vertu de l'article | B.1.2. Het beroep tot vernietiging is ingesteld op grond van artikel |
4, alinéa 2, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
constitutionnelle, qui dispose qu'un nouveau délai de six mois est | Grondwettelijk Hof, dat bepaalt dat voor onder meer iedere natuurlijke |
ouvert pour l'introduction d'un recours en annulation d'une loi, d'un | persoon of rechtspersoon die doet blijken van een belang, een nieuwe |
décret ou d'une ordonnance notamment par toute personne physique ou | termijn van zes maanden openstaat voor het instellen van een beroep |
morale justifiant d'un intérêt, lorsque la Cour, statuant sur une | tot vernietiging tegen een wet, een decreet of een ordonnantie wanneer |
question préjudicielle, a déclaré que cette loi, ce décret ou cette | het Hof, uitspraak doende op een prejudiciële vraag, heeft verklaard |
ordonnance viole entre autres une des règles visées à l'article 1er. | dat die wet, dat decreet of die ordonnantie met name een van de in |
artikel 1 bedoelde regels schendt. | |
B.2.1. Dans un premier moyen, la partie requérante soutient que la | B.2.1. In een eerste middel voert de verzoekende partij aan dat de |
disposition attaquée viole les articles 10 et 11 de la Constitution en | bestreden bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in |
ce qu'elle ne soumet pas son application à l'existence d'une décision | zoverre zij haar toepassing niet onderwerpt aan het bestaan van een |
préalable imposant une amende administrative, qui ne fait plus l'objet | voorafgaande beslissing waarbij een administratieve geldboete wordt |
ou n'est plus susceptible de faire l'objet d'un recours. | opgelegd, waartegen niet langer beroep is ingesteld of kan worden ingesteld. |
B.2.2. Par son arrêt n° 73/2020 du 28 mai 2020, la Cour a dit pour | B.2.2. Bij zijn arrest nr. 73/2020 van 28 mei 2020 heeft het Hof voor |
droit : | recht gezegd : |
« B.3. La Cour est invitée à examiner la compatibilité de l'article 42 | « B.3. Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid te onderzoeken van |
de l'ordonnance du 25 mars 1999 avec les articles 10 et 11 de la | artikel 42 van de ordonnantie van 25 maart 1999 met de artikelen 10 en |
Constitution, en ce que, dans l'interprétation retenue par le juge a | 11 van de Grondwet in zoverre het, in de door de verwijzende rechter |
quo, il instaure une différence de traitement entre les auteurs | aangenomen interpretatie, een verschil in behandeling invoert tussen |
présumés d'une infraction aux dispositions de la même ordonnance, | de vermoedelijke daders van een inbreuk op de bepalingen van dezelfde |
selon qu'ils font l'objet de poursuites pénales ou qu'ils se voient | ordonnantie, naargelang zij strafrechtelijk worden vervolgd of een |
infliger une amende administrative. | administratieve geldboete opgelegd krijgen. |
Dans le premier cas, les contrevenants peuvent voir la peine qui leur | In het eerste geval kan de aan de dader opgelegde straf worden |
est infligée aggravée, en application de l'article 23 de la même ordonnance, s'ils ont été condamnés dans les trois ans qui précèdent l'infraction pour une infraction aux mêmes dispositions. Dans le second cas, les contrevenants peuvent voir le montant de la sanction administrative qui leur est infligée augmenté si une ou plusieurs infractions aux mêmes dispositions ont été constatées à leur charge antérieurement, même si ces infractions n'ont pas été sanctionnées par une décision administrative ou juridictionnelle définitive. B.4. La différence de traitement en cause repose sur le critère de la procédure administrative ou pénale suivie. Lorsque le contrevenant est sanctionné pénalement, la peine encourue pour la seconde infraction ne peut être aggravée que si la première infraction a été sanctionnée par une décision juridictionnelle passée en force de chose jugée. Lorsque le contrevenant se voit infliger une amende administrative, le montant de celle-ci peut être augmenté si un procès-verbal a été antérieurement dressé à sa charge, même si cette constatation n'a pas été suivie de sanction ou si la sanction administrative fait l'objet d'un recours toujours pendant. B.5. Sans qu'il soit nécessaire de trancher la question de savoir si la disposition en cause doit être qualifiée de règle établissant la ' récidive ', il suffit de constater qu'elle prévoit une augmentation du | verzwaard, met toepassing van artikel 23 van dezelfde ordonnantie, indien hij binnen een termijn van drie jaar voorafgaand aan het misdrijf veroordeeld is voor een inbreuk op dezelfde bepalingen. In het tweede geval kan het bedrag van de aan de dader opgelegde administratieve sanctie worden verhoogd indien al eerder één of meer inbreuken op dezelfde bepalingen te zijnen laste zijn vastgesteld, zelfs indien die inbreuken niet zijn bestraft bij een definitieve administratieve of rechterlijke beslissing. B.4. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op het criterium van de te volgen strafrechtelijke of administratiefrechtelijke procedure. Wanneer de dader strafrechtelijk wordt bestraft, kan de voor het tweede misdrijf opgelopen straf alleen worden verzwaard indien het eerste misdrijf is bestraft bij een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing. Wanneer hij het voorwerp uitmaakt van een administratieve geldboete, kan het bedrag van die boete worden verhoogd indien al eerder een proces-verbaal te zijnen laste werd opgesteld, zelfs indien die vaststelling niet door een sanctie werd gevolgd of indien de administratieve sanctie het voorwerp uitmaakt van een beroep dat nog steeds hangende is. B.5. Zonder dat het nodig is te oordelen over de vraag of de in het geding zijnde bepaling moet worden gekwalificeerd als een regel die een ' recidive ' vastlegt, volstaat het vast te stellen dat zij in een verhoging voorziet van het bedrag van de opgelopen administratieve geldboete, verhoging die verbonden is aan het gedrag van de dader. Zij |
montant de l'amende administrative encourue, liée au comportement du | vormt bijgevolg een maatregel van individualisering van de |
contrevenant. Elle constitue dès lors une mesure d'individualisation | administratieve sanctie, die vergelijkbaar is met een verzwaring van |
de la sanction administrative, semblable à l'aggravation de la | de strafrechtelijke sanctie in geval van recidive, zoals geregeld bij |
sanction pénale en cas de récidive, organisée par l'article 23 de | artikel 23 van de in het geding zijnde ordonnantie. |
l'ordonnance en cause. B.6.1. Lorsque l'auteur d'un même fait peut être puni de manière | B.6.1. Wanneer de dader van eenzelfde feit op een alternatieve wijze |
alternative, c'est-à-dire lorsque, pour des mêmes faits, il peut, soit | kan worden gestraft, dat wil zeggen wanneer hij, voor dezelfde feiten, |
être renvoyé devant le tribunal correctionnel, soit se voir infliger | ofwel naar de correctionele rechtbank kan worden verwezen, ofwel een |
une amende administrative contre laquelle un recours lui est offert | administratieve geldboete kan opgelegd krijgen waartegen hem een |
devant un tribunal non pénal, un parallélisme doit exister entre les | beroep wordt geboden voor een andere rechtbank dan een strafrechtbank, |
dient er een parallellisme te bestaan tussen de maatregelen tot | |
mesures d'individualisation de la peine. | individualisering van de straf. |
B.6.2. Les caractéristiques spécifiques de la procédure de la sanction | B.6.2. De eigen kenmerken van de procedure van de administratieve |
administrative ne font pas obstacle à ce que seules les infractions | sanctie staan niet eraan in de weg dat alleen de misdrijven waarvan de |
dont la constatation n'a pas fait l'objet d'un recours ou qui, en cas | vaststelling niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een beroep of die, |
de recours, ont été confirmées par une décision juridictionnelle, | in geval van beroep, zijn bevestigd bij een rechterlijke beslissing, |
soient prises en considération pour fonder une augmentation de | in aanmerking worden genomen als grondslag voor een verhoging van de |
l'amende administrative encourue lorsque l'infraction sanctionnée est | opgelopen administratieve geldboete wanneer het bestrafte misdrijf een |
une réitération d'un comportement similaire passé du contrevenant. | herhaling is van een vroeger soortgelijk gedrag van de dader. |
B.7. Il résulte de ce qui précède que la différence de traitement en | B.7. Uit het voorgaande volgt dat het in het geding zijnde verschil in |
cause n'est pas raisonnablement justifiée ». | behandeling niet redelijk is verantwoord ». |
B.2.3. Par identité de motifs, il y a lieu de constater que le premier | B.2.3. Om identieke redenen dient te worden vastgesteld dat het eerste |
moyen est fondé. L'article 42 de l'ordonnance du 25 mars 1999 viole | middel gegrond is. Artikel 42 van de ordonnantie van 25 maart 1999 |
les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne soumet pas son | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de |
application à l'existence d'une décision préalable définitive imposant | toepassing ervan niet onderwerpt aan het bestaan van een definitieve |
une amende administrative, c'est-à-dire une décision qui ne fait plus | voorafgaande beslissing waarbij een administratieve geldboete wordt |
l'objet ou n'est plus susceptible de faire l'objet d'un recours. | opgelegd, beslissing waartegen met andere woorden niet langer beroep |
is ingesteld of kan worden ingesteld. | |
B.3. Dès lors que le second moyen ne peut donner lieu à une annulation | B.3. Aangezien het tweede middel niet tot een ruimere vernietiging kan |
plus étendue, il ne doit pas être examiné. | leiden, moet het niet worden onderzocht. |
B.4.1. Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale demande à la | B.4.1. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering vraagt het Hof om, met |
Cour de maintenir, en application de l'article 8, alinéa 3, de la loi | toepassing van artikel 8, derde lid, van de bijzondere wet van 6 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les effets | januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de gevolgen van de vernietigde |
de la disposition annulée jusqu'au 5 octobre 2020, date de la | bepaling te handhaven tot 5 oktober 2020, datum van bekendmaking van |
publication de l'arrêt n° 73/2020 au Moniteur belge. Il soutient que | het arrest nr. 73/2020 in het Belgisch Staatsblad. Zij voert aan dat |
l'annulation de l'article 42 de l'ordonnance du 25 mars 1999 sans | de vernietiging van artikel 42 van de ordonnantie van 25 maart 1999 |
maintien de ses effets est de nature à causer à la Région un préjudice | zonder handhaving van de gevolgen het Gewest een financieel nadeel kan |
financier qu'il estime à douze millions d'euros. En outre, dans cette | berokkenen dat zij op twaalf miljoen euro raamt. Bovendien zou, in die |
hypothèse, le contentieux devant le Collège de l'environnement et | hypothese, het contentieux voor het Milieucollege en voor de afdeling |
devant la section du contentieux administratif du Conseil d'Etat | bestuursrechtspraak van de Raad van State ook zeer aanzienlijk zijn. |
serait aussi très important. | |
B.4.2. Le fait que des recours administratifs soient possibles contre | B.4.2. Het feit dat administratieve beroepen kunnen worden ingesteld |
des décisions ayant infligé des amendes administratives dont le | tegen beslissingen waarbij administratieve geldboetes zijn opgelegd |
montant a été augmenté sur la base de la disposition en cause et que | waarvan het bedrag is verhoogd op grond van de in het geding zijnde |
des requêtes en rétractation d'arrêts du Conseil d'Etat rejetant des | bepaling en dat eveneens verzoekschriften tot intrekking van arresten |
recours contre de telles décisions puissent également être introduites | van de Raad van State waarbij beroepen tegen zulke beslissingen zijn |
sur la base des articles 17 et 18 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | verworpen, kunnen worden ingesteld op grond van de artikelen 17 en 18 |
sur la Cour constitutionnelle ne constitue pas, à lui seul, un risque | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
de perturbation de l'ordre juridique justifiant le maintien des effets | vormt op zich geen risico op verstoring van de rechtsorde waardoor de |
de la disposition attaquée. Il s'agit de la conséquence normale | handhaving van de gevolgen van de bestreden bepaling verantwoord is. |
attachée par le législateur spécial aux arrêts d'annulation. | Het gaat om het normale gevolg dat de bijzondere wetgever heeft |
Par ailleurs, la Cour observe que le Gouvernement de la Région de | verbonden aan de vernietigingsarresten. |
Bruxelles-Capitale ne démontre pas à suffisance, dans son mémoire | Het Hof merkt overigens op dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
justificatif, l'étendue du préjudice financier qui découlerait de | in haar memorie met verantwoording de omvang van het financieel nadeel |
l'annulation. Il ressort en outre de ce mémoire que l'identification | dat uit de vernietiging zou voortvloeien, onvoldoende aantoont. |
Bovendien blijkt uit die memorie dat de terug te betalen bedragen | |
des montants à rembourser est possible. | kunnen worden geïdentificeerd. |
Partant, il n'y a pas lieu de maintenir les effets de la disposition | De gevolgen van de bestreden bepaling dienen derhalve niet te worden |
attaquée. | gehandhaafd. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
annule l'article 42 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale | vernietigt artikel 42 van de ordonnantie van het Brusselse |
du 25 mars 1999 « relative à la recherche, la constatation, la | Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 « betreffende de opsporing, |
poursuite et la répression des infractions en matière d'environnement | de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake |
», dans sa version antérieure à sa modification et à sa renumérotation | leefmilieu », in de versie die van toepassing is vóór de wijziging en |
par l'article 61 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du | de hernummering ervan bij artikel 61 van de ordonnantie van het |
8 mai 2014 « modifiant l'ordonnance du 25 mars 1999 relative à la | Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 8 mei 2014 « tot wijziging van de |
recherche, la constatation, la poursuite et la répression des | ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de |
infractions en matière d'environnement, d'autres législations en | vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake |
matière d'environnement et instituant un Code de l'inspection, la | leefmilieu alsook andere wetgevingen inzake milieu, en tot instelling |
prévention, la constatation et la répression des infractions en | van een Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing |
matière d'environnement et de la responsabilité environnementale », en | van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid », in zoverre het de |
ce qu'il ne soumet pas son application à l'existence d'une amende | toepassing ervan niet onderwerpt aan het bestaan van een definitieve |
administrative préalable définitive, c'est-à-dire qui ne fait plus | voorafgaande administratieve geldboete, waartegen met andere woorden |
l'objet ou n'est plus susceptible de faire l'objet d'un recours. | niet langer beroep is ingesteld of kan worden ingesteld. |
Ainsi rendu en langue française, en langue néerlandaise et en langue | Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, |
allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier | overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
1989 sur la Cour constitutionnelle, le 30 septembre 2021. | het Grondwettelijk Hof, op 30 september 2021. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |