← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 120/2020 du 24 septembre 2020 Numéros du rôle : 7142 et 7143 En
cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 285 et 288 du décret de la Communauté française
du 11 avril 2014 « réglementant les titres et fo La Cour
constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges T. Merckx-V(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 120/2020 du 24 septembre 2020 Numéros du rôle : 7142 et 7143 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 285 et 288 du décret de la Communauté française du 11 avril 2014 « réglementant les titres et fo La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges T. Merckx-V(...) | Uittreksel uit arrest nr. 120/2020 van 24 september 2020 Rolnummers 7142 en 7143 In zake: de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 285 en 288 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 11 april 2014 « tot regeling van de bekwaamheid Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters T. M(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 120/2020 du 24 septembre 2020 | Uittreksel uit arrest nr. 120/2020 van 24 september 2020 |
| Numéros du rôle : 7142 et 7143 | Rolnummers 7142 en 7143 |
| En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 285 et | In zake: de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 285 en 288 |
| 288 du décret de la Communauté française du 11 avril 2014 « | van het decreet van de Franse Gemeenschap van 11 april 2014 « tot |
| réglementant les titres et fonctions dans l'enseignement fondamental | regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse |
| et secondaire organisé et subventionné par la Communauté française », | Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair |
| posées par le Conseil d'Etat. | onderwijs », gesteld door de Raad van State. |
| La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters T. |
| Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman et M. Pâques, assistée | Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en M. Pâques, |
| du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F. Daoût, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
| Par deux arrêts, nos 243.839 et 243.838, du 28 février 2019, dont les | Bij twee arresten, nrs. 243.839 en 243.838, van 28 februari 2019, |
| expéditions sont parvenues au greffe de la Cour les 14 et 15 mars | waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 14 en |
| 2019, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : | 15 maart 2019, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag |
| « Les articles 285 et 288 du décret du 11 avril 2014 réglementant les | gesteld : « Schenden de artikelen 285 en 288 van het decreet van 11 april 2014 |
| titres et fonctions dans l'enseignement fondamental et secondaire | tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de |
| organisé et subventionné par la Communauté française violent-ils les | Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en |
| articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils permettent aux | secundair onderwijs de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre |
| membres du personnel temporaires prioritaires au sens de l'article 24 | zij de prioritaire tijdelijke personeelsleden in de zin van artikel 24 |
| du décret du 6 juin 1994 fixant le statut des membres du personnel | van het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie |
| subsidiés de l'enseignement officiel subventionné disposant d'un titre | van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd |
| onderwijs die over een vereist bekwaamheidsbewijs of een voldoende | |
| requis ou d'un titre suffisant A à la veille de l'entrée en vigueur du | bekwaamheidsbewijs A beschikken op de dag vóór de inwerkingtreding van |
| présent décret de conserver la possibilité d'être nommés, engagés à | dit decreet, toelaten de mogelijkheid te behouden om benoemd of in |
| vast verband aangeworven te worden, alsook om aangesteld te worden in | |
| titre définitif ainsi que désignés en qualité de temporaires | de hoedanigheid van prioritaire tijdelijke of beschermde |
| prioritaires ou protégés dans les conditions statutaires prévalant | personeelsleden onder de statutaire voorwaarden die golden vóór de |
| avant l'entrée en vigueur du décret (1er septembre 2016) et plus | inwerkingtreding van het decreet (1 september 2016) en meer bepaald, |
| précisément, en ce qu'ils permettent donc que, pour les désignations | in zoverre zij dus toelaten dat, voor de lopende aanstellingen voor |
| en cours pour l'année 2016-2017, les enseignants de l'enseignement | het jaar 2016-2017, de leerkrachten van het gesubsidieerd officieel |
| onderwijs die houder zijn van een diploma van geaggregeerde voor het | |
| officiel subventionné titulaires d'un diplôme d'agrégé de | hoger secundair onderwijs (AESS - ' agrégé de l'enseignement |
| l'enseignement secondaire supérieur (AESS) en section éducation | secondaire supérieur ') in de afdeling lichamelijke opvoeding en de |
| leerkrachten van het gesubsidieerd officieel onderwijs die houder zijn | |
| physique et les enseignants de l'enseignement officiel subventionné | van een diploma geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (AESI |
| titulaires d'un diplôme d'agrégé de l'enseignement secondaire | - ' agrégé de l'enseignement secondaire inférieur ') in de afdeling |
| inférieur (AESI) en section éducation physique, continuent à être mis | lichamelijke opvoeding, nog steeds op voet van gelijkheid worden |
| sur le même pied pour l'attribution des cours généraux d'éducation | geplaatst wat betreft de toekenning van de algemene vakken |
| physique dans le degré supérieur de l'enseignement secondaire ? ». | lichamelijke opvoeding in de hogere graad van het secundair onderwijs ? ». |
| Ces affaires, inscrites sous les numéros 7142 et 7143 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7142 en 7143 van de rol van |
| Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. Les questions préjudicielles, qui sont identiques, portent sur | B.1. De prejudiciële vragen waarvan de bewoordingen identiek zijn, |
| les articles 285 et 288 du décret de la Communauté française du 11 | hebben betrekking op de artikelen 285 en 288 van het decreet van de |
| avril 2014 « réglementant les titres et fonctions dans l'enseignement | Franse Gemeenschap van 11 april 2014 « tot regeling van de |
| bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap | |
| fondamental et secondaire organisé et subventionné par la Communauté | georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs » |
| française » (ci-après : le décret du 11 avril 2014). | (hierna : het decreet van 11 april 2014). |
| B.2.1. Le décret du 11 avril 2014 opère une réforme « annoncée depuis | B.2.1. Het decreet van 11 april 2014 voert een hervorming door « die |
| plus de 40 ans », emportant la « création d'un régime uniforme de | al meer dan 40 jaar werd aangekondigd », die de invoering met zich |
| titres et fonctions garantissant la priorité aux titres requis sur les | meebrengt « van een eenvormige regeling van bekwaamheidsbewijzen en |
| titres suffisants et [la] création d'un régime de titres de pénurie » | ambten waarbij de voorrang wordt gegarandeerd aan de vereiste |
| (Doc. parl., Parlement de la Communauté française, 2013-2014, n° | bekwaamheidsbewijzen boven de voldoende bekwaamheidsbewijzen en de |
| invoering van een regeling van schaarstebekwaamheidsbewijzen » (Parl. | |
| 632/1, p. 9). | St., Parlement van de Franse Gemeenschap, 2013-2014, nr. 632/1, p. 9). |
| Compte tenu de « l'ampleur de la réforme et de ses multiples | Rekening houdend « met de omvang van de hervorming en de talrijke |
| ramifications », un « important chapitre relatif aux dispositions | vertakkingen ervan » wordt in het decreet van 11 april 2014 in een « |
| transitoires » (ibid., p. 15) a été prévu dans le décret du 11 avril | belangrijk hoofdstuk in verband met de overgangsbepalingen » (ibid., |
| 2014. | p. 15) voorzien. |
| Les dispositions en cause figurent dans la section III (« Les membres | De in het geding zijnde bepalingen staan in afdeling III (« |
| du personnel temporaires prioritaires/protégés ou temporaires non | Prioritaire/beschermde tijdelijke personeelsleden of niet-prioritaire |
| prioritaires comptabilisant l'ancienneté définie dans la présente | tijdelijke personeelsleden met een anciënniteit bepaald in deze |
| section, à concurrence d'une charge partielle ou complète »), du | afdeling, naar rata van een gedeeltelijke of volledige opdracht ») van |
| chapitre II (« Dispositions transitoires »), du titre III (« | hoofdstuk II (« Overgangsbepalingen ») van titel III (« Wijzigings-, |
| Dispositions modificatives, abrogatoires, transitoires et finales ») du décret du 11 avril 2014. | opheffings-, overgangs- en slotbepalingen ») van het decreet van 11 april 2014. |
| B.2.2. L'article 285 du décret du 11 avril 2014 dispose : | B.2.2. Artikel 285 van het decreet van 11 april 2014 bepaalt : |
| « Les membres du personnel, titulaires d'une charge partielle ou | « De personeelsleden die titularis zijn van een gedeeltelijke of |
| complète, visés par la présente section sont les suivants : | volledige opdracht, zoals bedoeld in deze afdeling, zijn de volgende : |
| [...] | [...] |
| 3° les membres du personnel temporaires prioritaires au sens de | 3° de prioritaire tijdelijke personeelsleden in de zin van artikel 24 |
| l'article 24 du décret du 6 juin 1994 fixant le statut des membres du | van het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie |
| personnel subsidiés de l'enseignement officiel subventionné disposant | van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd |
| onderwijs die over een vereist bekwaamheidsbewijs of een voldoend | |
| d'un titre requis ou d'un titre suffisant A à la veille de l'entrée en | bekwaamheidsbewijs A beschikken op de dag vóór de inwerkingtreding van |
| vigueur du présent décret; | dit decreet; |
| [...] ». | [...] ». |
| Dans sa version initiale, avant sa modification par le décret du 14 | In de oorspronkelijke versie ervan, vóór de wijziging ervan bij het |
| mars 2019, l'article 288 du décret du 11 avril 2014 disposait : | decreet van 14 maart 2019, bepaalde artikel 288 van het decreet van 11 |
| « Les membres du personnel visés à la présente section conservent la | april 2014 : « De personeelsleden bedoeld in deze afdeling behouden de mogelijkheid |
| possibilité d'être nommés, engagés à titre définitif ainsi que | om benoemd of aangeworven in vast verband te worden, alsook om |
| désignés en qualité de temporaires prioritaires ou protégés dans les | aangesteld te worden in de hoedanigheid van prioritaire tijdelijke of |
| conditions statutaires prévalant avant l'entrée en vigueur du présent | beschermde personeelsleden onder de statutaire voorwaarden die golden |
| décret ». | vóór de inwerkingtreding van dit decreet ». |
| En vertu de son article 294, le décret du 11 avril 2014 est entré en | Krachtens artikel 294 ervan is het decreet van 11 april 2014 in |
| vigueur le 1er septembre 2016. | werking getreden op 1 september 2016. |
| B.3. La Cour est interrogée sur la compatibilité des dispositions en | B.3. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van de in het |
| cause avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'elles | geding zijnde bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in |
| permettent aux membres du personnel temporaires prioritaires, au sens | zoverre zij het de prioritaire tijdelijke personeelsleden in de zin |
| van artikel 24 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 6 juni | |
| de l'article 24 du décret de la Communauté française du 6 juin 1994 « | 1994 « tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde |
| fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement | personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs » (hierna : |
| officiel subventionné » (ci-après : le décret du 6 juin 1994), | het decreet van 6 juni 1994), die over een vereist bekwaamheidsbewijs |
| disposant d'un titre requis ou d'un titre suffisant A à la veille de | of een voldoende bekwaamheidsbewijs A beschikken op de dag vóór de |
| l'entrée en vigueur du décret du 11 avril 2014, de conserver la | inwerkingtreding van het decreet van 11 april 2014, toelaten de |
| mogelijkheid te behouden om benoemd of in vast verband aangeworven te | |
| possibilité d'être nommés, engagés à titre définitif ainsi que | worden, alsook om aangesteld te worden in de hoedanigheid van |
| désignés en qualité de temporaire prioritaire ou protégé dans les | prioritaire tijdelijke of beschermde personeelsleden onder de |
| conditions statutaires prévalant avant l'entrée en vigueur le 1er | statutaire voorwaarden die golden vóór de inwerkingtreding op 1 |
| septembre 2016 du décret du 11 avril 2014, et, plus précisément, en ce | september 2016 van het decreet van 11 april 2014 en meer bepaald in |
| qu'elles « permettent donc que, pour les désignations en cours pour | zoverre zij « toelaten dat, voor de lopende aanstellingen voor het |
| l'année 2016-2017, les enseignants de l'enseignement officiel | jaar 2016-2017, de leerkrachten van het gesubsidieerd officieel |
| onderwijs die houder zijn van een diploma van geaggregeerde voor het | |
| subventionné titulaires d'un diplôme d'agrégé de l'enseignement | hoger secundair onderwijs (AESS ' agregé de l'enseignement secondaire |
| secondaire supérieur (AESS) en section éducation physique et les | supérieur ') in de afdeling lichamelijke opvoeding en de leerkrachten |
| van het gesubsidieerd officieel onderwijs die houder zijn van een | |
| enseignants de l'enseignement officiel subventionné titulaires d'un | diploma geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (AESI ' |
| diplôme d'agrégé de l'enseignement secondaire inférieur (AESI) en | agrégé de l'enseignement secondaire inférieur ') in de afdeling |
| section éducation physique, continuent à être mis sur le même pied | lichamelijke opvoeding, nog steeds op voet van gelijkheid worden |
| pour l'attribution des cours généraux d'éducation physique dans le | geplaatst wat betreft de toekenning van de algemene vakken |
| degré supérieur de l'enseignement secondaire ». | lichamelijke opvoeding in de hogere graad van het secundair onderwijs ». |
| B.4. Il ressort des faits de la cause soumise au juge a quo et de la | B.4. Uit de feiten van de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak |
| formulation des questions préjudicielles que la Cour est invitée à se | en uit de formulering van de prejudiciële vragen blijkt dat het Hof |
| prononcer sur le régime transitoire prévu par l'article 288 du décret | wordt verzocht zich uit te spreken over de overgangsregeling bedoeld |
| du 11 avril 2014, en ce qu'il s'applique aux membres du personnel | in artikel 288 van het decreet van 11 april 2014, in zoverre die van |
| visés à l'article 285, 3°, du même décret, pour l'attribution des | toepassing is op de personeelsleden bedoeld in artikel 285, 3°, van |
| cours généraux d'éducation physique dans le degré supérieur de | hetzelfde decreet, voor de toekenning van de algemene vakken |
| l'enseignement secondaire. La Cour limite son examen à cette situation. B.5.1. Dans son mémoire en réponse, la partie requérante devant le juge a quo informe la Cour qu'elle a été nommée pour un horaire complet, ce qui pourrait avoir une influence sur son intérêt aux recours pendants devant le Conseil d'Etat. B.5.2. C'est en règle à la juridiction a quo qu'il appartient d'apprécier si la réponse à la question préjudicielle est utile à la solution du litige. Ce n'est que lorsque tel n'est manifestement pas le cas que la Cour peut décider que la question n'appelle pas de réponse. B.5.3. En l'espèce, la circonstance nouvelle évoquée par la partie requérante devant le juge a quo et l'incidence éventuelle de cette circonstance sur l'intérêt aux recours pendants devant le juge a quo | lichamelijke opvoeding in de hogere graad van het secundair onderwijs. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die situatie. B.5.1. In haar memorie van antwoord brengt de verzoekende partij voor de verwijzende rechter het Hof ervan op de hoogte dat zij benoemd is voor een volledig lesrooster, hetgeen invloed zou kunnen hebben op haar belang bij de voor de Raad van State hangende beroepen. B.5.2. In de regel komt het de verwijzende rechter toe te oordelen of het antwoord op de prejudiciële vraag nuttig is voor het oplossen van het geschil. Alleen indien dat klaarblijkelijk niet het geval is, kan het Hof beslissen dat de vraag geen antwoord behoeft. B.5.3. Te dezen maken de door de verzoekende partij voor de verwijzende rechter aangehaalde nieuwe omstandigheid en de eventuele weerslag van die omstandigheid op het belang bij de voor de verwijzende rechter hangende beroepen het niet mogelijk ervan uit te |
| ne permettent pas de considérer que la réponse aux questions | gaan dat het antwoord op de gestelde prejudiciële vragen |
| préjudicielles posées n'est manifestement plus utile à la solution des | klaarblijkelijk niet langer nuttig is voor het oplossen van de |
| litiges. | geschillen. |
| B.6.1. L'article 24, § 1er, du décret du 6 juin 1994 dispose : | B.6.1. Artikel 24, § 1, van het decreet van 6 juni 1994 bepaalt : |
| « Pour toute désignation en qualité de membre du personnel temporaire, | « Voor elke aanstelling als tijdelijk personeelslid in een ambt |
| dans une fonction pour laquelle il possède le titre de capacité prévu | waarvoor hij het in artikel 2 bepaalde bekwaamheidsbewijs bezit, is |
| à l'article 2, est prioritaire dans un pouvoir organisateur et entre | elk personeelslid prioritair in een inrichtende macht en komt het voor |
| dans un classement au sein de ce pouvoir organisateur, le membre du | |
| personnel qui peut faire valoir 360 jours de service effectivement | in een rangschikking binnen deze inrichtende macht als het 360 dagen |
| accomplis dans une fonction de la catégorie en cause en fonction | werkelijk bewezen diensten in een ambt van de betrokken categorie als |
| principale auprès de ce pouvoir organisateur et répartis sur deux | hoofdambt bij deze inrichtende macht kon doen gelden; deze diensten |
| années scolaires au moins et acquis au cours des cinq dernières années | moeten gespreid zijn over minstens twee schooljaren en tijdens de |
| scolaires. | laatste vijf schooljaren verstrekt zijn. |
| [...] | [...] |
| Les désignations se font dans le respect du classement. | De aanstellingen gebeuren met inachtneming van de rangschikking. |
| Celui-ci est établi sur la base du nombre de jours d'ancienneté de | Deze wordt, overeenkomstig artikel 34, op grond van het aantal dagen |
| service calculé conformément à l'article 34. | dienstanciënniteit berekend. |
| [...] ». | [...] ». |
| Cette disposition instaure un régime de désignation prioritaire, au | Die bepaling voert een regeling in van prioritaire aanstelling binnen |
| sein d'un pouvoir organisateur, sur la base d'un classement, des | een inrichtende macht, op basis van een rangschikking, van de |
| membres du personnel temporaire qui disposent des titres requis ou des | tijdelijke personeelsleden, die over de vereiste bekwaamheidsbewijzen |
| titres jugés suffisants pour l'exercice de la fonction, et qui peuvent | of over de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen voor de uitoefening |
| faire valoir un certain nombre de jours d'ancienneté de service auprès | van het ambt beschikken en die een aantal dagen dienstanciënniteit bij |
| de ce pouvoir organisateur. | die inrichtende macht kunnen doen gelden. |
| B.6.2.1. L'article 6, § 1er, de l'arrêté royal du 30 juillet 1975 « | B.6.2.1. Artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 30 juli 1975 « |
| betreffende de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in het secundair | |
| relatif aux titres jugés suffisants dans l'enseignement secondaire | onderwijs georganiseerd in de gesubsidieerde officiële inrichtingen |
| dispensé dans les établissements d'enseignement moyen ou | voor middelbaar onderwijs en in de gesubsidieerde officiële |
| d'enseignement normal officiels subventionnés » (ci-après : l'arrêté | inrichtingen voor normaalonderwijs » (hierna : het koninklijk besluit |
| royal du 30 juillet 1975), avant son abrogation, avec effet au 1er | van 30 juli 1975), vóór de opheffing ervan, met ingang op 1 september |
| septembre 2016, par l'article 116 du décret de la Communauté française | 2016, door artikel 116 van het decreet van de Franse Gemeenschap van |
| du 30 juin 2016 « rendant applicable aux maîtres et professeurs de | 30 juni 2016 « waarbij het decreet van 11 april 2014 tot regeling van |
| religion le décret du 11 avril 2014 réglementant les titres et | de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap |
| fonctions dans l'enseignement fondamental et secondaire organisé et | georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs op de |
| leermeesters en leraars godsdienst toepasselijk wordt gemaakt en | |
| subventionné par la Communauté française et portant diverses mesures | houdende verschillende maatregelen inzake bekwaamheidsbewijzen en |
| en matière de titres et fonctions » (ci-après : décret du 30 juin | ambten » (hierna : het decreet van 30 juni 2016), bepaalde : |
| 2016), disposait : | |
| « Sans préjudice des dispositions prises en exécution de l'article 22 | « Onverminderd de beschikkingen genomen ter uitvoering van artikel 22 |
| de la loi du 11 juillet 1973, prérappelée : | van de voornoemde wet van 11 juli 1973 : |
| 1° Un pouvoir organisateur qui procède au recrutement pour une | 1° kan een inrichtende macht, die voor een bepaald ambt een houder van |
| fonction déterminée d'un porteur d'un titre jugé suffisant du groupe | een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, ingedeeld in de groep B, |
| B, n'obtient la subvention-traitement pour ce membre du personnel que | aanwerft, voor dit personeelslid slechts een weddetoelage bekomen mits |
| : | : |
| a) s'il atteste avoir offert les prestations que comporte l'emploi | a) zij verklaart de dienstprestaties die de betrekking in het bedoelde |
| dans la fonction en cause à tous les membres du personnel de | ambt omvat, te hebben aangeboden aan alle personeelsleden van de |
| l'établissement concerné, porteurs : | betrokken inrichting, die houder zijn voor dat ambt : |
| - soit des titres requis, | - hetzij van een vereist bekwaamheidsbewijs; |
| - soit des titres jugés suffisants du groupe A; | - hetzij van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs van groep A; |
| - soit encore des titres jugés suffisants, conformément aux articles | - hetzij nog van een bekwaamheidsbewijs dat voldoende geacht wordt |
| 3, 5 et 6 de l'arrêté royal du 14 avril 1964 déterminant les modalités de fixation des subventions-traitements aux membres du personnel des établissements officiels subventionnés d'enseignement moyen et normal, porteurs de titres de capacité jugés suffisants, pour ladite fonction et exerçant dans l'enseignement de plein exercice une fonction principale à prestations incomplètes; b) s'il atteste en outre avoir été dans l'impossibilité de recruter un porteur du titre requis ou un porteur d'un titre jugé suffisant du groupe A ou encore un porteur d'un des titres jugés suffisants conformément aux articles 3, 5 et 6 de l'arrêté royal du 14 avril 1964 prérappelé. Cette impossibilité doit se comprendre aussi dans le respect du caractère de l'enseignement dispensé dans l'établissement que ce pouvoir organise. c) et si le Ministre prend une décision favorable sur avis, selon le | overeenkomstig de artikelen 3, 5 en 6 van het koninklijk besluit van 14 april 1964 houdende bepaling van de wijze waarop de weddetoelagen worden vastgesteld voor de personeelsleden van de gesubsidieerde officiële inrichtingen voor middelbaar en normaalonderwijs die houder zijn van bekwaamheidsbewijzen welke voldoende worden geacht, en die in het onderwijs met volledig leerplan een hoofdambt met onvolledige prestaties uitoefenen; b) zij bovendien verklaart in de onmogelijkheid te hebben verkeerd, een houder aan te werven van een vereist bekwaamheidsbewijs of van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs van groep A of nog van een van de bekwaamheidsbewijzen die voldoende geacht worden overeenkomstig de artikelen 3, 5 en 6 van het hoger vermeld koninklijk besluit van 14 april 1964. Bij het vaststellen van deze onmogelijkheid mag de inrichtende macht rekening houden met het specifiek karakter van het onderwijs dat verstrekt wordt in de door haar georganiseerde inrichting. c) en de Minister een gunstige beslissing treft, op advies van naargelang het geval de commissie, opgericht in toepassing van de |
| cas, de la commission créée en vertu des dispositions du § 3 du | bepalingen van § 3 van dit artikel of de diensten van de Regering. |
| présent article ou des services du Gouvernement. | |
| Les attestations visées ci-dessus sont établies suivant le modèle | De hierboven bedoelde verklaringen dienen opgesteld te worden volgens |
| annexé au présent arrêté et doivent être envoyées, par lettre | het bij dit besluit gevoegde model en moeten per aangetekende brief |
| recommandée, à la Direction générale qui assume la gestion du dossier | gezonden worden naar de Algemene Directie die het dossier van het |
| du membre du personnel intéressé, au plus tard le 30me jour après | betrokken personeelslid beheert, en dit uiterlijk de 30ste dag na de |
| l'entrée en fonction de celui-ci ». | indiensttreding ». |
| En vertu de l'article 11, A, point 3, de l'arrêté royal du 30 juillet | Krachtens artikel 11, A, punt 3, van het koninklijk besluit van 30 |
| juli 1975, vormde het diploma van AESI (geaggregeerde van het lager | |
| secundair onderwijs) in de lichamelijke opvoeding, vóór de opheffing | |
| 1975, avant son abrogation, avec effet au 1er septembre 2016, par | ervan, met gevolg op 1 september 2016, bij artikel 228, a), van het |
| l'article 228, a), du décret du 11 avril 2014, le diplôme d'AESI en | decreet van 11 april 2014, een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs van |
| éducation physique constituait un titre jugé suffisant du groupe A | groep A voor de toegang tot het ambt van leraar bijzondere vakken |
| pour l'accès à la fonction de professeur de cours spéciaux (éducation | (lichamelijke opvoeding, spel en sport, aanvullende educatieve |
| physique, jeux et sports, activités éducatives complémentaires) dans | |
| l'enseignement secondaire supérieur. | activiteiten) in het hoger secundair onderwijs. |
| B.6.2.2. Il découle des articles 6 et 11 de l'arrêté royal du 30 | B.6.2.2. Uit de artikelen 6 en 11 van het koninklijk besluit van 30 |
| juillet 1975 que les titulaires d'un diplôme d'AESI en éducation | juli 1975 vloeit voort dat de houders van een diploma van AESI in de |
| physique disposaient d'un titre jugé suffisant du groupe A leur | lichamelijke opvoeding over een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs |
| permettant d'acquérir l'ancienneté de service pour le classement, en | van groep A beschikten dat hun in staat stelt de dienstanciënniteit |
| qualité de membre du personnel temporaire prioritaire visé à l'article | voor de rangschikking te verwerven, als prioritair tijdelijk |
| 24 du décret du 6 juin 1994, en vue d'une désignation dans la fonction | personeelslid bedoeld in artikel 24 van het decreet van 6 juni 1994, |
| de professeur d'éducation physique dans des établissements | met het oog op een aanstelling in het ambt van leraar lichamelijke |
| d'enseignement secondaire supérieur de l'enseignement officiel | opvoeding in de inrichtingen van hoger secundair onderwijs van het |
| subventionné. | gesubsidieerd officieel onderwijs. |
| B.6.3.1. Comme il est dit en B.2.1, le décret du 11 avril 2014 opère | B.6.3.1. Zoals is vermeld in B.2.1, voert het decreet van 11 april |
| 2014 een grote hervorming door van de bekwaamheidsbewijzen en ambten, | |
| une grande réforme des titres et fonctions, uniforme pour les | op uniforme wijze voor de verschillende onderwijsnetten, hervorming |
| différents réseaux d'enseignement, qui garantit notamment la priorité | die met name de voorrang waarborgt van de vereiste |
| des titres requis sur les titres suffisants. | bekwaamheidsbewijzen op de voldoende bekwaamheidsbewijzen. |
| L'exposé des motifs mentionne : | De memorie van toelichting vermeldt : |
| « Chaque niveau d'enseignement (maternel, primaire, DI et DS) est | « Elk onderwijsniveau (kleuteronderwijs, lager onderwijs, DI (graad |
| lager secundair) en DS (graad hoger secundair) wordt gekenmerkt door | |
| marqué par des titres de capacité dont la composante pédagogique est | bekwaamheidsbewijzen waarvan de pedagogische component zo niet |
| sinon spécifique à ce niveau, celle(s) qui est (sont) le plus | specifiek is voor dat niveau, dan toch diegene(n) is (zijn) die het |
| fréquemment reconnue(s) comme adéquate(s). Ainsi au niveau : | vaakst word(t)(en) erkend als zijnde adequaat. Aldus zijn : |
| [...] | [...] |
| - secondaire supérieur, les composantes pédagogiques considérées comme | - op het hoger secundair niveau de pedagogische componenten die |
| adéquates sont d'une part l'AESS et d'autre part le CAP pour les | adequaat worden beschouwd enerzijds de AESS en anderzijds de CAP |
| (getuigschrift van pedagogische bekwaamheid) voor de | |
| titres de capacité dont la composante ' compétence disciplinaire ' | bekwaamheidsbewijzen waarvan de component ' competentie betreffende |
| n'ouvre pas l'accès à l'agrégation » (Doc. parl., Parlement de la | een discipline ' geen toegang opent tot het aggregaat » (Parl. St., |
| Communauté française, 2013-2014, n° 632/1, p. 12). | Parlement van de Franse Gemeenschap, 2013-2014, nr. 632/1, p. 12). |
| B.6.3.2. En ce qui concerne la fonction de professeur d'éducation | B.6.3.2. Wat betreft het ambt van leraar lichamelijke opvoeding in het |
| physique dans l'enseignement secondaire supérieur, l'article 228 du | hoger secundair onderwijs heft artikel 228 van het decreet van 11 |
| décret du 11 avril 2014 abroge, au 1er septembre 2016, l'article 11, | april 2014, op 1 september 2016, artikel 11, A, punt 3, van het |
| A, point 3, de l'arrêté royal du 30 juillet 1975. Il ressort par | koninklijk besluit van 30 juli 1975 op. Overigens blijkt uit de |
| ailleurs des annexes de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté | bijlagen bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van |
| française du 5 juin 2014 « relatif aux fonctions, titres de capacité | 5 juni 2014 « betreffende de ambten, bekwaamheidsbewijzen en barema's |
| et barèmes portant exécution des articles 7, 16, 50 et 263 du décret | tot uitvoering van de artikelen 7, 16, 50 en 263 van het decreet van |
| du 11 avril 2014 réglementant les titres et fonctions dans | 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in |
| l'enseignement fondamental et secondaire organisé et subventionné par | het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- |
| la Communauté française » (ci-après : l'arrêté du 5 juin 2014) que les cours d'éducation physique sont devenus des cours généraux pour lesquels, dans l'enseignement secondaire supérieur, le titre requis est le diplôme d'AESS en éducation physique. Il découle de cette réforme que le diplôme d'AESI en éducation physique ne constitue plus un titre jugé suffisant pour accéder à la fonction de professeur d'éducation physique dans l'enseignement secondaire supérieur. B.6.4. Les dispositions en cause instaurent cependant un régime transitoire, qui tient compte de « l'ampleur de la réforme et de ses | en secundair onderwijs » (hierna : het besluit van 5 juni 2014) dat de vakken lichamelijke opvoeding algemene vakken zijn geworden waarvoor, in het hoger secundair onderwijs het vereiste bekwaamheidsbewijs het diploma van AESS (geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs) in lichamelijke opvoeding is. Uit die hervorming vloeit voort dat het diploma van AESI in lichamelijke opvoeding niet langer een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs vormt om toe te treden tot het ambt van leraar lichamelijke opvoeding in het hoger secundair onderwijs. B.6.4. De in het geding zijnde bepalingen voeren echter een overgangsregeling in, die rekening houdt met « de omvang van de |
| multiples ramifications », afin de préserver les droits acquis des | hervorming en de talrijke vertakkingen ervan », teneinde de verworven |
| membres du personnel concernés. | rechten van de betrokken personeelsleden te vrijwaren. |
| Dans l'exposé des motifs, la logique de ce régime transitoire est | In de memorie van toelichting wordt de logica van die |
| expliquée comme suit : | overgangsregeling uiteengezet als volgt : |
| « Compte tenu de l'ampleur de la réforme et de ses multiples | « Rekening houdend met de omvang van de hervorming en de talrijke |
| ramifications, ce chapitre a nécessité un ' screening ' précis de | vertakkingen ervan vergde dit hoofdstuk een precieze ' screening ' van |
| nombreux décrets et arrêtés. | talrijke decreten en besluiten. |
| Sans entrer dans le détail de toutes ces mesures, cet exposé des | Zonder al die maatregelen in detail te behandelen, is deze memorie van |
| motifs est une opportunité de mettre en évidence la logique qui a | toelichting een gelegenheid om de aandacht te vestigen op de logica |
| prévalu dans l'important chapitre relatif aux dispositions transitoires applicables aux membres des personnels en place au moment de l'entrée en application de la réforme. Les mesures transitoires vont aussi loin que possible dans le respect du principe ' on ne change pas les règles en cours de jeu '. On a donc non seulement voulu maintenir l'intégralité des droits des personnes nommées ou engagées à titre définitif, mais également tenir compte, autant que possible, des perspectives qui s'ouvraient aux enseignants au moment de leur engagement ou de leur recrutement. Les membres du personnel concernés par les mesures transitoires peuvent être répertoriés en quatre catégories : - Les MDP nommés ou engagés à titre définitif (TR, TSA, TSB ou autre TP (art 20, etc...)) à concurrence d'une charge partielle ou complète. Les droits liés à leur nomination seront maintenus; - Les MDP désignés ou engagés, à concurrence d'une charge partielle ou complète, en qualité de temporaires prioritaires/protégés ou temporaires non prioritaires comptant une certaine ancienneté. L'ancienneté acquise sera maintenue et les possibilités d'être nommés seront maintenues aux conditions précédant la réforme; - Les MDP temporaires non prioritaires/protégés ne répondant pas aux conditions d'ancienneté. Ils feront l'objet d'un nouvel engagement et ne pourront être nommés que dans les conditions en vigueur après la réforme; - Les MDP dont la situation devra être examinée par la CITICAP car non couverts par les mesures transitoires » (Doc. parl., Parlement de la | die doorslaggevend is geweest in het belangrijke hoofdstuk betreffende de overgangsbepalingen die van toepassing zijn op de personeelsleden die in dienst waren op het ogenblik van de inwerkingtreding van de hervorming. De overgangsmaatregelen komen zoveel mogelijk tegemoet aan de naleving van het beginsel ' de regels worden niet veranderd in de loop van het spel '. Men heeft dus niet alleen alle rechten van de benoemde of in vast verband aangeworven personen willen behouden, maar ook zoveel mogelijk rekening willen houden met de perspectieven voor de leerkrachten op het ogenblik van hun indiensttreding of hun aanwerving. De personeelsleden op wie de overgangsmaatregelen betrekking hebben, kunnen in vier categorieën worden onderverdeeld : - De benoemde of in vast verband aangeworven personeelsleden (vereist bekwaamheidsbewijs (TR), voldoende bekwaamheidsbewijs groep A (TSA), voldoende bekwaamheidsbewijs van groep B (TSB) of andere schaarstebekwaamheidsbewijzen (TP) (artikel 20, enz ....) naar rata van een gedeeltelijke of volledige opdracht. De aan hun benoeming verbonden rechten zullen worden gehandhaafd; - De personeelsleden die zijn aangesteld of aangeworven, naar rata van een gedeeltelijke of volledige opdracht, in de hoedanigheid van prioritaire/beschermde tijdelijken of niet-prioritaire tijdelijken met een zekere anciënniteit. De verworven anciënniteit zal worden gehandhaafd en de mogelijkheden om te worden benoemd zullen worden gehandhaafd onder de voorwaarden van vóór de hervorming; - De niet-prioritaire/beschermde tijdelijke personeelsleden die niet beantwoorden aan de anciënniteitsvoorwaarden. Zij zullen het voorwerp uitmaken van een nieuwe aanwerving en zij zullen enkel kunnen worden benoemd onder de voorwaarden die van kracht zijn na de hervorming; - De personeelsleden wier situatie zal moeten worden onderzocht door de Netoverschrijdende commissie voor bekwaamheidsbewijzen (CITICAP) omdat zij niet zijn gedekt door de overgangsmaatregelen » (Parl. St., |
| Communauté française, 2013-2014, n° 632/1, p. 15). | Parlement van de Franse Gemeenschap, 2013-2014, nr. 632/1, p. 15). |
| En ce qui concerne l'article 285, en cause, du décret du 11 avril | Wat betreft het in het geding zijnde artikel 285 van het decreet van |
| 2014, l'exposé des motifs mentionne : | 11 april 2014 vermeldt de memorie van toelichting : |
| « Cet article définit le champ d'application rationne personae des mesures transitoires ' étendues ' en ce qui concerne les membres du personnel temporaire. Par mesures transitoires ' étendue[s] ', on entend la possibilité pour le membre du personnel visé d'être nommé ou engagé à titre définitif selon les règles statutaires prévalant avant l'entrée en vigueur du présent décret et la possibilité de conserver la rémunération attachée à la fonction antérieure au présent décret si celle-ci est plus élevée. Ce champ d'application porte sur les membres du personnel temporaires prioritaires et protégés au sens des différents statuts applicables aux membres du personnel de l'enseignement. Dans l'enseignement subventionné, on vise également les membres du personnel temporaires non prioritaires disposant d'un titre requis ou | « Dit artikel definieert de toepassingssfeer ratione personae van de ' ruime ' overgangsmaatregelen wat betreft de tijdelijke personeelsleden. Met ' ruime ' overgangsmaatregelen wordt bedoeld de mogelijkheid voor elk beoogd personeelslid om te worden benoemd of aangeworven in vast verband volgens de statutaire regels die golden vóór de inwerkingtreding van het onderhavige decreet en de mogelijkheid om de aan het ambt verbonden bezoldiging van vóór het onderhavige decreet te behouden indien die meer bedraagt. Die toepassingssfeer heeft betrekking op de prioritaire en beschermde tijdelijke personeelsleden in de zin van de verschillende statuten die van toepassing zijn op de personeelsleden van het onderwijs. In het gesubsidieerd onderwijs beoogt men ook de niet-prioritaire tijdelijke personeelsleden die over een vereist bekwaamheidsbewijs of |
| d'un titre suffisant A à la veille de l'entrée en vigueur du présent | een voldoende bekwaamheidsbewijs A bezitten op de dag vóór de |
| décret et d'une ancienneté de fonction de 315 jours sur minimum 2 | inwerkingtreding van het onderhavige decreet en een ambtsanciënniteit |
| années scolaires, acquises dans les 5 dernières années scolaires. » | van 315 dagen op minimum 2 schooljaren, verworven tijdens de laatste 5 |
| (ibid., p. 43). | schooljaren » (ibid., p. 43). |
| Wat betreft het in het geding zijnde artikel 288 van het decreet van | |
| En ce qui concerne l'article 288, en cause, du décret du 11 avril | 11 april 2014, vermeldt de memorie van toelichting dat dit artikel « |
| 2014, l'exposé des motifs mentionne que cet article « port[e] sur le | betrekking heeft op de inhoud van de ' ruime ' overgangsmaatregelen » |
| contenu des mesures transitoires ' étendues ' » (ibid., p. 43) : | (ibid., p. 43) : |
| « Les membres du personnel entrant dans le champ d'application de ces | « De personeelsleden die onder de toepassingssfeer vallen van die |
| mesures transitoires étendues peuvent : | ruime overgangsmaatregelen kunnen : |
| - récupérer l'ancienneté acquise dans les fonctions existant | - de anciënniteit recupereren die werd verworven in de ambten die |
| antérieurement à l'entrée en vigueur du présent décret selon les | bestonden vóór de inwerkingtreding van het onderhavig decreet volgens |
| règles définies à la section 2, | de in afdeling 2 gedefinieerde regels, |
| - être nommés ou engagés à titre définitif, et partant, d'être | - benoemd of in vast verband aangeworven worden, en bijgevolg |
| désignés en qualité de temporaires prioritaires ou protégés, selon les | aangesteld worden in de hoedanigheid van prioritaire of beschermde |
| règles applicables avant l'entrée en vigueur du présent décret » | tijdelijke personeelsleden, volgens de regels die van toepassing zijn |
| (ibid.). | vóór de inwerkingtreding van het onderhavige decreet » (ibid.). |
| B.7.1. Conformément aux dispositions en cause, les membres du | B.7.1. Overeenkomstig de in het geding zijnde bepalingen behouden de |
| personnel temporaires prioritaires, au sens de l'article 24 du décret | prioritaire tijdelijke personeelsleden in de zin van artikel 24 van |
| du 6 juin 1994, disposant d'un titre requis ou d'un titre suffisant A | het decreet van 6 juni 1994, die houder zijn van een vereist |
| bekwaamheidsbewijs of een voldoende bekwaamheidsbewijs A op de dag | |
| à la veille de l'entrée en vigueur du décret du 11 avril 2014, | vóór de inwerkingtreding van het decreet van 11 april 2014, de |
| conservent la possibilité d'être nommés, engagés à titre définitif | mogelijkheid om te worden benoemd, aangeworven in vast verband alsook |
| ainsi que désignés en qualité de temporaire prioritaire ou protégé | aangesteld in de hoedanigheid van prioritaire of beschermde tijdelijke |
| dans les conditions statutaires prévalant avant l'entrée en vigueur du | personeelsleden onder de statutaire voorwaarden die golden vóór de |
| décret du 11 avril 2014. | inwerkingtreding van het decreet van 11 april 2014. |
| B.7.2. La Cour doit examiner si, en maintenant les droits acquis à la | B.7.2. Het Hof dient te onderzoeken of de bestreden bepalingen, door |
| de verworven rechten van de prioritaire tijdelijke personeelsleden met | |
| een zekere dienstanciënniteit, bedoeld in artikel 24 van het decreet | |
| van 6 juni 1994, te handhaven op de dag vóór de inwerkingtreding, op 1 | |
| veille de l'entrée en vigueur, le 1er septembre 2016, du décret du 11 | september 2016, van het decreet van 11 april 2014, en door aldus toe |
| avril 2014, des membres temporaires prioritaires comptant une certaine | te staan dat de leerkrachten die houder zijn van een diploma van AESI |
| ancienneté de service, visés à l'article 24 du décret du 6 juin 1994, | in lichamelijke opvoeding op dezelfde voet geplaatst blijven als de |
| et en permettant ainsi que les enseignants titulaires d'un diplôme | leerkrachten die houder zijn van een diploma van AESS in lichamelijke |
| d'AESI en éducation physique continuent à être mis sur le même pied | opvoeding voor een aanstelling in het ambt van leraar lichamelijke |
| que les enseignants titulaires d'un diplôme d'AESS en éducation | |
| physique pour une désignation dans la fonction de professeur | opvoeding in het hoger secundair onderwijs, bestaanbaar zijn met de |
| d'éducation physique dans l'enseignement secondaire supérieur, les dispositions en cause sont compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution. B.8. Il appartient en principe au législateur, lorsqu'il décide d'introduire une nouvelle réglementation, d'estimer s'il est nécessaire ou opportun d'assortir celle-ci de dispositions transitoires. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'est violé que si le régime transitoire ou son absence entraîne une différence de traitement dénuée de justification raisonnable ou s'il est porté une atteinte excessive au principe de la confiance légitime. B.9.1. La mesure transitoire contenue dans les dispositions en cause a un caractère général et repose sur un critère objectif, à savoir le | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.8. Het staat in beginsel aan de wetgever om, wanneer hij beslist nieuwe regelgeving in te voeren, te beoordelen of het noodzakelijk of opportuun is die beleidswijziging vergezeld te doen gaan van overgangsmaatregelen. Het beginsel van gelijkheid en niet discriminatie wordt slechts geschonden indien de overgangsregeling of de ontstentenis daarvan tot een verschil in behandeling leidt waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat of indien aan het vertrouwensbeginsel op buitensporige wijze afbreuk wordt gedaan. B.9.1. De in de in het geding zijnde bepalingen vervatte overgangsmaatregel heeft een algemeen karakter en berust op een objectief criterium, namelijk het feit dat men het statuut heeft van |
| fait d'avoir le statut de membre du personnel temporaire prioritaire, | prioritair tijdelijke personeelsleden in de zin van artikel 24 van het |
| au sens de l'article 24 du décret du 6 juin 1994, disposant d'un titre | decreet van 6 juni 1994, en houder is van een vereist |
| requis ou d'un titre suffisant A à la veille de l'entrée en vigueur du | bekwaamheidsbewijs of een voldoende bekwaamheidsbewijs A op de dag |
| décret du 11 avril 2014. | vóór de inwerkingtreding van het decreet van 11 april 2014. |
| B.9.2. Comme il est dit en B.6.3, le décret du 11 avril 2014 opère une réforme d'ampleur des titres et fonctions dans l'enseignement. En exécution de ce décret, les cours d'éducation physique sont devenus des cours généraux, pour lesquels, dans l'enseignement secondaire supérieur, le titre requis est le diplôme d'AESS. Il ressort des travaux préparatoires cités en B.6.4 que les dispositions en cause s'inscrivent dans un ensemble de mesures transitoires visant à respecter le principe selon lequel « on ne change pas les règles en cours de jeu ». Les dispositions en cause visent dès lors à maintenir les droits acquis au 31 août 2016, c'est-à-dire à la veille de l'entrée en vigueur du décret du 11 avril 2014, par les membres du personnel temporaires prioritaires, visés à | B.9.2. Zoals is vermeld in B.6.3, voert het decreet van 11 april 2014 een ruime hervorming door van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het onderwijs. Ter uitvoering van dat decreet zijn de vakken lichamelijke opvoeding algemene vakken geworden waarvoor in het hoger secundair onderwijs het vereiste bekwaamheidsbewijs het diploma van AESS is. Uit de in B.6.4 vermelde parlementaire voorbereiding blijkt dat de in het geding zijnde bepalingen passen in een geheel van overgangsmaatregelen waarbij het beginsel volgens hetwelk « de regels niet worden veranderd in de loop van het spel » wordt in acht genomen. De in het geding zijnde bepalingen strekken bijgevolg ertoe de rechten die, door de prioritaire tijdelijke personeelsleden, bedoeld in artikel 24 van het decreet van 6 juni 1994, zijn verworven op 31 augustus 2016, dit wil zeggen op de dag vóór de inwerkingtreding van het decreet van 11 april 2014 te handhaven. Een dergelijke |
| l'article 24 du décret du 6 juin 1994. Un tel objectif de préserver | doelstelling om de verworven rechten en de gewettigde verwachtingen |
| les droits acquis et espérances légitimes des enseignants concernés | van de betrokken leerkrachten te vrijwaren is legitiem aangezien zij, |
| est légitime, dès lors que ceux-ci pouvaient, sur la base des | op basis van de bepalingen die golden vóór de inwerkingtreding van het |
| dispositions prévalant avant l'entrée en vigueur du décret du 11 avril | decreet van 11 april 2014, een benoeming konden verhopen in een ambt |
| 2014, escompter une nomination dans une fonction pour laquelle ils | waarvoor zij over een voldoende bekwaamheidsbewijs van groep A |
| disposaient d'un titre jugé suffisant du groupe A au moment où ils ont | beschikten op het ogenblik waarop zij een dienstanciënniteit hebben |
| acquis au sein d'un pouvoir organisateur une ancienneté de service | verworven binnen een inrichtende macht die hun toestaat het statuut en |
| leur permettant de bénéficier du statut et du classement visés à | de rangschikking te genieten bedoeld in artikel 24 van het decreet van |
| l'article 24 du décret du 6 juin 1994. | 6 juni 1994. |
| Compte tenu de l'ampleur de la réforme opérée par le décret du 11 | Rekening houdend met de omvang van de bij het decreet van 11 april |
| avril 2014 et du fait que le statut de membre du personnel temporaire prioritaire, visé à l'article 24 du décret du 6 juin 1994, requiert une certaine ancienneté de service, il est raisonnablement justifié de préserver les droits acquis de ces enseignants. B.9.3. Enfin, une telle mesure ne porte pas une atteinte disproportionnée aux attentes légitimes des enseignants titulaires d'un diplôme d'AESS en éducation physique. En effet, les dispositions en cause se limitent à maintenir, à titre transitoire, le régime qui existait avant la réforme opérée par le décret du 11 avril 2014, dans le cadre duquel les enseignants titulaires d'un diplôme d'AESS en éducation physique n'ignoraient pas qu'ils étaient mis sur le même pied que les enseignants titulaires d'un diplôme d'AESI en éducation | 2014 doorgevoerde hervorming en met het feit dat het statuut van de prioritaire tijdelijke personeelsleden, bedoeld in artikel 24 van het decreet van 6 juni 1994, vereist dat een zekere dienstanciënniteit wordt verworven, is het redelijk verantwoord om de verworven rechten van die leerkrachten te vrijwaren. B.9.3. Ten slotte doet een dergelijke maatregel niet op onevenredige wijze afbreuk aan de gewettigde verwachtingen van de leerkrachten die houder zijn van een diploma van AESS in lichamelijke opvoeding. De in het geding zijnde bepalingen beperken zich immers ertoe, bij wijze van overgangsregeling, de regeling te handhaven die bestond vóór de bij het decreet van 11 april 2014 doorgevoerde hervorming in het kader waarvan de leerkrachten houders van een diploma van AESS in lichamelijke opvoeding wisten dat zij op voet van gelijkheid werden geplaatst met de leerkrachten die houder zijn van een diploma van AESI |
| physique pour l'acquisition d'une ancienneté de service qui leur | in lichamelijke opvoeding voor de verwerving van een |
| permettait de bénéficier du statut et du classement visés à l'article | dienstanciënniteit die hen in staat stelde het statuut en de |
| 24 du décret du 6 juin 1994 en vue d'une désignation dans la fonction | rangschikking te genieten bedoeld in artikel 24 van het decreet van 6 |
| de professeur d'éducation physique dans l'enseignement secondaire | juni 1994 met het oog op de aanstelling in het ambt van leraar |
| lichamelijke opvoeding in het hoger secundair onderwijs. Die | |
| supérieur. Ces enseignants titulaires d'un diplôme d'AESS en éducation | leerkrachten die houder zijn van een diploma van AESS in lichamelijke |
| physique ne pouvaient donc pas escompter, avant l'entrée en vigueur du | opvoeding konden dus niet, vóór de inwerkingtreding van het decreet |
| décret du 11 avril 2014, être nommés prioritairement par rapport aux | van 11 april 2014, verhopen prioritair te worden benoemd in |
| enseignants temporaires prioritaires mieux classés titulaires d'un | vergelijking met de prioritaire tijdelijke leerkrachten die beter |
| diplôme d'AESI en éducation physique. | gerangschikt zijn en houder zijn van een diploma van AESI in |
| lichamelijke opvoeding. | |
| B.10. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. | B.10. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| Les articles 285, 3°, et 288 du décret de la Communauté française du | De artikelen 285, 3°, en 288 van het decreet van de Franse Gemeenschap |
| 11 avril 2014 « réglementant les titres et fonctions dans | van 11 april 2014 « tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten |
| l'enseignement fondamental et secondaire organisé et subventionné par | in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd |
| la Communauté française » ne violent pas les articles 10 et 11 de la | basis- en secundair onderwijs » schenden de artikelen 10 en 11 van de |
| Constitution. | Grondwet niet. |
| Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| la Cour constitutionnelle, le 24 septembre 2020. | op 24 september 2020. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| Le président, | De voorzitter, |
| F. Daoût | F. Daoût |