← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 61/2020 du 7 mai 2020 Numéro du rôle : 7128 En cause : la question
préjudicielle concernant les articles 19bis-11, § 2, et 29bis de la loi du 21 novembre 1989 «
relative à l'assurance obligatoire de la responsabilit La Cour constitutionnelle, composée
des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...)"
Extrait de l'arrêt n° 61/2020 du 7 mai 2020 Numéro du rôle : 7128 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 19bis-11, § 2, et 29bis de la loi du 21 novembre 1989 « relative à l'assurance obligatoire de la responsabilit La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...) | Uittreksel uit arrest nr. 61/2020 van 7 mei 2020 Rolnummer 7128 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 19bis-11, § 2, en 29bis van de wet van 21 november 1989 « betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake mo Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 61/2020 du 7 mai 2020 | Uittreksel uit arrest nr. 61/2020 van 7 mei 2020 |
Numéro du rôle : 7128 | Rolnummer 7128 |
En cause : la question préjudicielle concernant les articles 19bis-11, | In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 19bis-11, § 2, en |
§ 2, et 29bis de la loi du 21 novembre 1989 « relative à l'assurance | 29bis van de wet van 21 november 1989 « betreffende de verplichte |
obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs | aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen », gesteld door de |
», posée par le Tribunal de police du Hainaut, division Charleroi. | Politierechtbank Henegouwen, afdeling Charleroi. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. |
J.-P. Moerman, T. Giet, R. Leysen et Y. Kherbache, assistée du | Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Giet, R. Leysen en Y. Kherbache, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F. Daoût, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 19 février 2019, dont l'expédition est parvenue au | Bij vonnis van 19 februari 2019, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 22 février 2019, le Tribunal de police du | het Hof is ingekomen op 22 februari 2019, heeft de Politierechtbank |
Hainaut, division Charleroi, a posé la question préjudicielle suivante | Henegouwen, afdeling Charleroi, de volgende prejudiciële vraag gesteld |
: | : |
« Une différence de traitement entre l'occupant d'un véhicule | « Is een verschil in behandeling tussen, enerzijds, de inzittende van |
automoteur blessé lors d'un accident de la circulation survenu le | een motorrijtuig die gewond is geraakt bij een verkeersongeval dat |
30/04/2005, à qui il est imposé, pour l'application de l'article 29bis | zich op 30 april 2005 heeft voorgedaan, aan wie, voor de toepassing |
de la loi du 21/11/1989 relative à l'assurance obligatoire de la | van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de |
responsabilité en matière de véhicules automoteurs, de prouver sa qualité de passager pour être indemnisé par l'assureur dudit véhicule alors qu'il est impossible de déterminer lequel des deux occupants en était le conducteur, d'une part, et les tiers lésés lors d'un accident de la circulation alors qu'il est impossible d'en déterminer le responsable bien que tous les conducteurs en cause et, partant, leurs assureurs soient connus lesquels sont indemnisés en application de l'article 19bis-11, § 2 de la loi du 21/11/1989, tel qu'interprété avant son abrogation par la loi du 31/05/2017, d'autre part, est-elle | verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, de verplichting wordt opgelegd om zijn hoedanigheid van passagier te bewijzen teneinde door de verzekeraar van dat voertuig te worden vergoed, terwijl het onmogelijk is te bepalen welke van beide inzittenden de bestuurder ervan was, en, anderzijds, de derden die zijn benadeeld bij een verkeersongeval terwijl het onmogelijk is te bepalen wie ervoor aansprakelijk is, hoewel alle in het geding zijnde bestuurders en, bijgevolg, hun verzekeraars bekend zijn die met toepassing van artikel 19bis-11, § 2, van de wet van 21 november 1989, zoals geïnterpreteerd vóór de opheffing ervan bij de wet van 31 mei 2017, worden vergoed, verantwoord ten aanzien van de artikelen 10 en |
justifiée au regard des articles 10 et 11 de la Constitution ? ». | 11 van de Grondwet ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant aux dispositions en cause et à la portée de la question | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen en de draagwijdte |
préjudicielle | van de prejudiciële vraag |
B.1. L'article 29bis de la loi du 21 novembre 1989 « relative à | B.1. Artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 « betreffende de |
l'assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules | verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen » |
automoteurs » (ci-après : la loi du 21 novembre 1989), inséré par | (hierna : de wet van 21 november 1989), ingevoegd bij artikel 45 van |
l'article 45 de la loi du 30 mars 1994, modifié par l'article 1er de | de wet van 30 maart 1994, gewijzigd bij artikel 1 van de wet van 13 |
la loi du 13 avril 1995 et par l'article 2, A) à F), de la loi du 19 | april 1995 en bij artikel 2, A) tot F), van de wet van 19 januari |
janvier 2001, disposait, avant sa modification par l'article 22 de la | 2001, bepaalde, vóór de wijziging ervan bij artikel 22 van de wet van |
loi du 31 mai 2017 : | 31 mei 2017 : |
« § 1er. En cas d'accident de la circulation impliquant un ou | « § 1. Bij een verkeersongeval waarbij een of meer motorrijtuigen |
plusieurs véhicules automoteurs, aux endroits visés à l'article 2, § 1er, | betrokken zijn, op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, wordt, met |
et à l'exception des dégâts matériels et des dommages subis par le | uitzondering van de stoffelijke schade en de schade geleden door de |
conducteur de chaque véhicule automoteur impliqué, tous les dommages | bestuurder van elk van de betrokken motorrijtuigen, alle schade |
subis par les victimes et leurs ayants droit et résultant de lésions corporelles ou du décès, y compris les dégâts aux vêtements, sont réparés solidairement par les assureurs qui, conformément à la présente loi, couvrent la responsabilité du propriétaire, du conducteur ou du détenteur des véhicules automoteurs. La présente disposition s'applique également si les dommages ont été causés volontairement par le conducteur. En cas d'accident de la circulation impliquant un véhicule automoteur lié à une voie ferrée, l'obligation de réparer les dommages prévue à l'alinéa précédent incombe au propriétaire de ce véhicule. Les dommages occasionnés aux prothèses fonctionnelles sont considérés comme des lésions corporelles. Il y a lieu d'entendre par prothèses fonctionnelles : les moyens utilisés par la victime pour compenser des déficiences corporelles. | geleden door de slachtoffers en hun rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, met inbegrip van de kledijschade, hoofdelijk vergoed door de verzekeraars die de aansprakelijkheid van de eigenaar, de bestuurder of de houder van de motorrijtuigen overeenkomstig deze wet dekken. Deze bepaling is ook van toepassing indien de schade opzettelijk werd veroorzaakt door de bestuurder. Bij een verkeersongeval waarbij een motorrijtuig is betrokken dat aan spoorstaven is gebonden, rust de verplichting tot schadevergoeding die in het voorgaande lid is bepaald, op de eigenaar van het motorrijtuig. Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade. Onder functionele prothesen wordt verstaan : de door het slachtoffer gebruikte middelen om lichamelijke gebreken te compenseren. |
L'article 80 de la loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des | Artikel 80 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der |
entreprises d'assurance s'applique à cette indemnisation. Toutefois, | verzekeringsondernemingen is van toepassing op deze schadevergoeding. |
si l'accident résulte d'un cas fortuit, l'assureur reste tenu. | Wanneer het ongeval evenwel door toeval gebeurde, blijft de |
Les dispositions du présent article s'appliquent également aux | verzekeraar tot vergoeding gehouden. |
accidents de la circulation, au sens de l'alinéa 1er, impliquant des | De bepalingen van dit artikel zijn tevens van toepassing op de |
véhicules automoteurs qui sont exemptés de l'obligation d'assurance en | verkeersongevallen in de zin van het eerste lid waarbij motorrijtuigen |
vertu de l'article 10 de la présente loi et dont les propriétaires ont | zijn betrokken die krachtens artikel 10 van deze wet vrijgesteld zijn |
fait usage de cette exemption. | van de verplichting tot verzekering en wanneer de eigenaars van die |
motorrijtuigen gebruik hebben gemaakt van die vrijstelling. | |
Les victimes âgées de plus de 14 ans qui ont voulu l'accident et ses | Slachtoffers die ouder zijn dan 14 jaar en het ongeval en zijn |
conséquences ne peuvent se prévaloir des dispositions visées à | gevolgen hebben gewild, kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van |
l'alinéa 1. | het eerste lid. |
Cette obligation d'indemnisation est exécutée conformément aux | Deze vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke |
dispositions légales relatives à l'assurance de la responsabilité en | bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsverzekering in het |
général et à l'assurance de la responsabilité en matière de véhicules | algemeen en de aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen in |
automoteurs en particulier, pour autant que le présent article n'y | het bijzonder, voorzover daarvan in dit artikel niet wordt afgeweken. |
déroge pas. § 2. Le conducteur d'un véhicule automoteur et ses ayants droit ne | § 2. De bestuurder van een motorrijtuig en zijn rechthebbenden kunnen |
peuvent se prévaloir du présent article, sauf si le conducteur agit en | zich niet beroepen op de bepalingen van dit artikel, tenzij de |
qualité d'ayant droit d'une victime qui n'était pas conducteur et à | bestuurder optreedt als rechthebbende van een slachtoffer dat geen |
condition qu'il n'ait pas causé intentionnellement les dommages. | bestuurder was en op voorwaarde dat hij de schade niet opzettelijk |
heeft veroorzaakt. | |
[...] | [...] |
§ 5. Les règles de la responsabilité civile restent d'application pour | § 5. De regels betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid |
tout ce qui n'est pas régi expressément par le présent article ». | blijven van toepassing op alles wat niet uitdrukkelijk bij dit artikel wordt geregeld ». |
L'article 19bis-11, § 2, de la même loi, tel qu'il a été introduit par | Artikel 19bis-11, § 2, van dezelfde wet, zoals ingevoerd bij de wet |
la loi du 22 août 2002, disposait, avant son abrogation par l'article | van 22 augustus 2002, bepaalde, vóór de opheffing ervan bij artikel 15 |
15 de la loi du 31 mai 2017 : | van de wet van 31 mei 2017 : |
« Par dérogation au 7°) du paragraphe précédent, si plusieurs | « In afwijking van 7°) van de voorgaande paragraaf, indien |
véhicules sont impliqués dans l'accident et s'il n'est pas possible de | verscheidene voertuigen bij het ongeval zijn betrokken en indien het |
niet mogelijk is vast te stellen welk voertuig het ongeval heeft | |
déterminer lequel de ceux-ci a causé l'accident, l'indemnisation de la | veroorzaakt, wordt de schadevergoeding van de benadeelde persoon in |
personne lésée est répartie, par parts égales, entre les assureurs | gelijke delen verdeeld onder de verzekeraars die de burgerrechtelijke |
couvrant la responsabilité civile des conducteurs de ces véhicules, à | aansprakelijkheid van de bestuurders van deze voertuigen dekken, met |
l'exception de ceux dont la responsabilité n'est indubitablement pas | uitzondering van degenen wier aansprakelijkheid ongetwijfeld niet in |
engagée ». | het geding komt ». |
B.2. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'article | B.2. De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de |
29bis précité de la loi du 21 novembre 1989 avec les articles 10 et 11 | bestaanbaarheid van het voormelde artikel 29bis van de wet van 21 |
de la Constitution, en ce qu'il impose à l'occupant d'un véhicule | november 1989 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre |
automoteur qui a été blessé lors d'un accident, pour que celui-ci | het de inzittende van een motorrijtuig die gewond is geraakt bij een |
bénéficie de l'indemnisation par l'assureur dudit véhicule, qu'il | ongeval, de verplichting oplegt om, teneinde de schadevergoeding door |
prouve sa qualité de passager même s'il est impossible de déterminer | de verzekeraar van dat voertuig te genieten, zijn hoedanigheid van |
passagier te bewijzen, zelfs indien het onmogelijk is te bepalen welke | |
lequel des deux occupants du véhicule reconnu responsable de | van beide inzittenden van het voertuig dat aansprakelijk is gehouden |
l'accident en était le conducteur, alors qu'en vertu de l'article | voor het ongeval, de bestuurder ervan was, terwijl de derden die zijn |
19bis-11, § 2, de la même loi, les tiers lésés lors d'un accident de la circulation sont tous indemnisés lorsqu'il est impossible d'en déterminer le responsable même si tous les conducteurs en cause sont connus. Quant au fond B.3. Il ressort des motifs du jugement et des éléments de la cause soumise au juge a quo que, d'une part, il est établi que l'accident litigieux a été causé par le véhicule dans lequel se trouvait l'occupant qui a introduit une demande d'indemnisation, mais que, d'autre part, l'enquête n'a pu identifier lequel des deux occupants conduisait le véhicule au moment de l'accident. Par ailleurs, il apparaît aussi que l'autre occupant a également introduit une demande | benadeeld bij een verkeersongeval, krachtens artikel 19bis-11, § 2, van dezelfde wet allen worden vergoed wanneer het onmogelijk is te bepalen wie ervoor aansprakelijk is, zelfs indien alle in het geding zijnde bestuurders bekend zijn. Ten gronde B.3. Uit de motieven van het vonnis en uit de elementen van de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak blijkt dat het vaststaat dat, enerzijds, het in het geding zijnde ongeval is veroorzaakt door het voertuig waarin de inzittende die een vordering tot schadevergoeding heeft ingesteld, zich bevond, maar dat, anderzijds, in het onderzoek niet kon worden vastgesteld wie van de twee inzittenden het voertuig op het ogenblik van het ongeval bestuurde. Daarenboven blijkt eveneens dat de andere inzittende ook een vordering tot schadevergoeding heeft |
d'indemnisation à charge de l'occupant demandeur devant le juge du | ingesteld ten laste van de inzittende, eiser voor de feitenrechter, |
fond, mais que cette action n'a jamais été diligentée. | maar dat die vordering nooit is benaarstigd. |
B.4.1. Alors que l'article 29bis précité de la loi du 21 novembre 1989 | B.4.1. Terwijl het voormelde artikel 29bis van de wet van 21 november |
prévoit un régime d'indemnisation automatique au profit des usagers faibles de la route en cas d'accident de la circulation impliquant un véhicule automoteur, l'article 19bis-11, § 2, de la même loi n'accorde une indemnisation qu'aux personnes lésées à l'occasion d'un accident de la circulation impliquant plusieurs véhicules dont les responsabilités sont impossibles à déterminer. B.4.2. En adoptant l'article 29bis précité, le législateur avait pour objectif l'indemnisation automatique des victimes des accidents de la route réputées faibles. Les critères retenus pour caractériser cette catégorie de victimes, celui, d'une part, de n'être pas conducteur d'un véhicule automoteur et celui, d'autre part, du danger que constitue en soi la mise en circulation d'un véhicule automoteur sur la voie publique, sont des critères objectifs pour fonder le droit à l'indemnisation automatique des préjudices corporels subis par les victimes réputées faibles. L'exclusion du bénéfice de cette indemnisation des conducteurs des véhicules automoteurs susvisés est | 1989 voorziet in een regeling van automatische schadevergoeding voor zwakke weggebruikers bij een verkeersongeval waarbij een motorrijtuig is betrokken, kent artikel 19bis-11, § 2, van dezelfde wet een schadevergoeding enkel toe aan de personen die zijn benadeeld naar aanleiding van een verkeersongeval waarbij verschillende voertuigen zijn betrokken waarvan de aansprakelijkheden niet kunnen worden bepaald. B.4.2. Met het voormelde artikel 29bis beoogt de wetgever de automatische schadevergoeding voor de zwak geachte slachtoffers van verkeersongevallen. De in aanmerking genomen criteria om die categorie van slachtoffers te kenmerken, namelijk, enerzijds, het feit dat men niet de bestuurder van een motorrijtuig is en, anderzijds, het gevaar dat de inverkeerstelling van een motorrijtuig op de openbare weg in se betekent, zijn objectieve criteria waarop het recht op de automatische vergoeding van de door de zwak geachte slachtoffers geleden lichamelijke schade kan worden gegrond. Dat de voormelde bestuurders van motorrijtuigen van het voordeel van die schadevergoeding worden uitgesloten, is het logische gevolg van de in aanmerking genomen criteria om de categorie vast te stellen van de begunstigden ten |
la conséquence logique des critères retenus pour déterminer la | aanzien van wie de wetgever de maatregel heeft gewild. Die uitsluiting |
catégorie des bénéficiaires de la mesure voulue par le législateur. | is niet onevenredig, in zoverre niet wordt betwist dat de |
Cette exclusion n'est pas disproportionnée, dans la mesure où il n'est | motorrijtuigen het vaakst aan de basis liggen van verkeersongevallen. |
pas contesté que ce sont les véhicules automoteurs qui sont le plus | Hoewel de bestuurders van die voertuigen ook slachtoffers van |
souvent à l'origine des accidents de la route. S'il est vrai que les | verkeersongevallen kunnen zijn, zijn zij, rekening houdend met de door |
conducteurs de ces véhicules peuvent aussi être victimes des accidents | de wetgever nagestreefde doelstelling, niet als zwakke weggebruikers |
de la circulation, ils ne sauraient, compte tenu de l'objectif | te beschouwen. Indien de wetgever eveneens had voorzien in de |
poursuivi par le législateur, être considérés comme des usagers | automatische schadevergoeding voor de bestuurders van motorrijtuigen, |
faibles. Si le législateur avait également prévu l'indemnisation | dan zou hij de doelstelling hebben ontkracht die erin bestond de |
automatique des conducteurs des véhicules automoteurs, il aurait | zwakke weggebruikers te beschermen en zou hij bovendien, zoals hij |
contredit l'objectif de protéger les usagers faibles et, comme il a pu | redelijkerwijze vermocht te oordelen tijdens de parlementaire |
raisonnablement l'estimer au cours des travaux préparatoires, il | voorbereiding, hebben bijgedragen tot een buitensporige verhoging van |
aurait contribué à une majoration excessive de la prime d'assurance | de verzekeringspremie burgerlijke aansprakelijkheid motorrijtuigen van |
responsabilité civile automobile, très supérieure aux 5 % sur lesquels | veel meer dan 5 % - als kostprijs van de bescherming van zwakke |
l'ensemble des partenaires s'étaient entendus comme coût de la | |
protection des usagers faibles (Doc. parl., Sénat, 1993-1994, n° | weggebruikers - waarover alle partners het ter zake eens zijn geraakt |
980/3, pp. 18, 21 et 40). | (Parl. St., Senaat, 1993-1994, nr. 980-3, pp. 18, 21 en 40). |
Ainsi, comme la Cour l'a jugé par ses arrêts nos 23/2002 et 130/2002, | Aldus, zoals het Hof bij zijn arresten nrs. 23/2002 en 130/2002 heeft |
l'article 29bis précité exclut du bénéfice de l'indemnisation qu'il | geoordeeld, sluit het voormelde artikel 29bis de bestuurder van het |
prévoit le conducteur du véhicule responsable de l'accident. | voertuig dat aansprakelijk is voor het ongeval, uit van het voordeel van de vergoeding waarin het voorziet. |
Par ailleurs, par un arrêt du 24 avril 2009 (Cass., C.07.0120.N), la | Daarenboven heeft het Hof van Cassatie, bij een arrest van 24 april |
Cour de cassation a dit pour droit : | 2009 (Cass., C.07.0120.N), voor recht gezegd : |
« 6. En instaurant l'article 29bis, le législateur a entendu obliger l'assureur à indemniser les victimes autres que le conducteur du véhicule automoteur impliqué dans l'accident et ses ayants droits. 7. Conformément à l'article 1315, alinéa 1er, du Code civil, qui dispose que celui qui réclame l'exécution d'une obligation, doit la prouver, la partie qui poursuit des dommages-intérêts sur la base de l'article 29bis précité doit prouver que le sinistre répond au risque défini par cet article. Il incombe, dès lors, à cette partie d'apporter la preuve qu'elle est une victime protégée par cet article ou un ayant droit et, partant, qu'elle n'était pas le conducteur du véhicule automoteur impliqué dans l'accident ou son ayant droit ». B.5. C'est en règle au juge a quo qu'il appartient de déterminer et d'interpréter les normes applicables au litige qui lui est soumis. B.6.1. Il résulte des éléments du dossier mentionnés en B.3 que le | « 6. Door het invoeren van dit artikel 29bis, heeft de wetgever de verzekeraar willen verplichten tot vergoeding van de andere slachtoffers dan de bestuurder van het in het ongeval betrokken motorrijtuig, en zijn rechthebbenden. 7. Overeenkomstig artikel 1315, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat hij die de uitvoering van een verbintenis vordert, het bestaan daarvan moet bewijzen, moet de partij die schadevergoeding vordert op grond van voormeld artikel 29bis bewijzen dat het schadegeval beantwoordt aan het in dit artikel omschreven risico. Het behoort dus aan deze partij om het bewijs te leveren dat zij een door artikel 29bis beschermd slachtoffer of rechthebbende is en dienvolgens dat zij niet de bestuurder is van het in het ongeval betrokken motorrijtuig, of zijn rechthebbende ». B.5. In beginsel komt het aan de verwijzende rechter toe de normen vast te stellen die toepasselijk zijn op het hem voorgelegde geschil, en die normen te interpreteren. B.6.1. Uit de in B.3 vermelde elementen van het dossier vloeit voort |
demandeur devant le juge a quo était l'occupant du véhicule dont il | dat de eiser voor de verwijzende rechter de inzittende was van het |
est établi par jugement qu'il est responsable de l'accident. Il | voertuig waarvan bij vonnis is vastgesteld dat het aansprakelijk is |
résulte du même dossier que le demandeur n'a pas pu établir qu'il | voor het ongeval. Uit hetzelfde dossier vloeit voort dat de eiser niet |
n'était pas le conducteur du véhicule responsable de l'accident, | heeft kunnen aantonen dat hij niet de bestuurder was van het voertuig |
dat aansprakelijk is voor het ongeval, in welk geval hij zou zijn | |
auquel cas il aurait été exclu du bénéfice de l'indemnisation, et que | uitgesloten van het voordeel van de vergoeding, en dat ook de andere |
l'autre occupant du même véhicule a d'ailleurs introduit lui aussi une | inzittende van hetzelfde voertuig trouwens een vordering tot |
demande d'indemnisation. | schadevergoeding heeft ingesteld. |
B.6.2. Compte tenu des éléments précités et de ce qui est dit en | B.6.2. Rekening houdend met de voormelde elementen en met hetgeen in |
B.4.2, il est raisonnablement justifié qu'une indemnisation prévue par | B.4.2 is vermeld, is het redelijk verantwoord dat een in een bepaling |
une disposition d'ordre public ne puisse être allouée à une personne | van openbare orde bedoelde vergoeding niet kan worden toegekend aan |
qui ne remplit pas les conditions d'application de l'article 29bis de | een persoon die niet voldoet aan de toepassingsvoorwaarden van artikel |
la loi du 21 novembre 1989, à savoir, d'une part, ne pas être le | 29bis van de wet van 21 november 1989, namelijk, enerzijds, niet de |
conducteur du véhicule à l'origine de l'accident de roulage et, | bestuurder zijn van het voertuig dat aan de oorsprong van het |
d'autre part, prouver qu'elle était un usager faible de ce véhicule. | verkeersongeval lag en, anderzijds, bewijzen dat hij een zwakke |
weggebruiker ten aanzien van dat voertuig was. | |
B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 29bis de la loi du 21 novembre 1989 « relative à l'assurance | Artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 « betreffende de |
obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs » | verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen » |
ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 7 mai 2020. | op 7 mei 2020. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |