Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 36/2020 du 5 mars 2020 Numéro du rôle : 7110 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 35, alinéa 2, du Code rural, posée par le Juge de paix du deuxième canton de Courtrai. La Cour constitutionnelle,"
Extrait de l'arrêt n° 36/2020 du 5 mars 2020 Numéro du rôle : 7110 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 35, alinéa 2, du Code rural, posée par le Juge de paix du deuxième canton de Courtrai. La Cour constitutionnelle, Uittreksel uit arrest nr. 36/2020 van 5 maart 2020 Rolnummer 7110 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 35, tweede lid, van het Veldwetboek, gesteld door de Vrederechter van het tweede kanton Kortrijk. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, T. (...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 36/2020 du 5 mars 2020 Uittreksel uit arrest nr. 36/2020 van 5 maart 2020
Numéro du rôle : 7110 Rolnummer 7110
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 35, alinéa In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 35, tweede lid,
2, du Code rural, posée par le Juge de paix du deuxième canton de van het Veldwetboek, gesteld door de Vrederechter van het tweede
Courtrai. kanton Kortrijk.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L.
J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, M. Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R.
Pâques et Y. Kherbache, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée Leysen, M. Pâques en Y. Kherbache, bijgestaan door de griffier P.-Y.
par le président A. Alen, Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 29 janvier 2019, dont l'expédition est parvenue au Bij vonnis van 29 januari 2019, waarvan de expeditie ter griffie van
greffe de la Cour le 31 janvier 2019, le Juge de paix du deuxième het Hof is ingekomen op 31 januari 2019, heeft de Vrederechter van het
canton de Courtrai a posé la question préjudicielle suivante : tweede kanton Kortrijk de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 35, alinéa 2, du Code rural viole-t-il les articles 10 « Schendt artikel 35, tweede lid van het Veldwetboek de artikelen 10
et/ou 11 de la Constitution et/ou le principe de non-discrimination en/of 11 van de Grondwet en/of het verbod van discriminatie vastgelegd
contenu dans l'article 14 de la Convention européenne de sauvegarde in artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten
des droits de l'homme et des libertés fondamentales et dans l'article
26 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en van de mens en van de fundamentele vrijheden en in artikel 26 van het
ce qu'il est uniquement applicable aux propriétaires de parcelles sur Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in
lesquelles des arbres fruitiers sont plantés en espaliers, et non aux zoverre dit enkel van toepassing is op eigenaars van percelen met
propriétaires de parcelles sur lesquelles d'autres arbres sont plantés fruitbomen die als leiboom worden geplant, en niet op eigenaars van
en espaliers ? ». percelen met andere bomen die als leiboom worden aangeplant ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle porte sur la compatibilité de l'article B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van
35, alinéa 2, du Code rural avec les articles 10 et 11 de la artikel 35, tweede lid, van het Veldwetboek met de artikelen 10 en 11
Constitution, lus en combinaison avec l'article 14 de la Convention van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 14 van het Europees
européenne des droits de l'homme et avec l'article 26 du Pacte Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en met artikel 26
international relatif aux droits civils et politiques, « en ce qu'il van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke
est uniquement applicable aux propriétaires de parcelles sur rechten, « in zoverre dit enkel van toepassing is op eigenaars van
lesquelles des arbres fruitiers sont plantés en espaliers, et non aux percelen met fruitbomen die als leiboom worden geplant, en niet op
propriétaires de parcelles sur lesquelles d'autres arbres sont plantés eigenaars van percelen met andere bomen die als leiboom worden
en espaliers ». aangeplant ».
B.2.1. L'article 35, en cause, du Code rural fait partie des B.2.1. Het in het geding zijnde artikel 35 van het Veldwetboek maakt
dispositions de ce Code qui règlent la distance prévue pour les deel uit van de bepalingen in het Veldwetboek die de afstand voor
plantations. beplantingen regelen.
L'article 35 dispose : Artikel 35 bepaalt :
« Il n'est permis de planter des arbres de haute tige qu'à la distance « Hoogstammige bomen mogen slechts op een door vast en erkend gebruik
consacrée par les usages constants et reconnus; et, à défaut d'usages, bepaalde afstand geplant worden; bij ontstentenis van zodanig gebruik
qu'à la distance de deux mètres de la ligne séparative des deux mogen hoogstammige bomen slechts op twee meter, andere bomen en
héritages pour les arbres à haute tige, et à la distance d'un levende hagen slechts op een halve meter van de scheidingslijn tussen
demi-mètre pour les autres arbres et haies vives. twee erven worden geplant.
Les arbres fruitiers de toute espèce peuvent être plantés en espaliers Fruitbomen van welke soort ook mogen als leibomen, aan elke kant van
de chaque côté du mur séparatif de deux propriétés, sans que l'on soit de muur tussen twee erven, geplant worden zonder dat een afstand in
tenu d'observer aucune distance. acht wordt genomen.
Si ce mur n'est pas mitoyen, son propriétaire a seul le droit d'y Is die muur niet gemeen, dan heeft alleen de eigenaar het recht hem
appuyer ses espaliers ». als steun voor zijn leibomen te gebruiken ».
L'article 36 dispose : Artikel 36 bepaalt :
« Le voisin peut exiger que les arbres, haies, arbrisseaux et arbustes « De nabuur kan de rooiing eisen van bomen, hagen, heesters en
plantés à une distance moindre que la distance légale soient arrachés ». struiken die op een kortere afstand geplant zijn dan de wet bepaalt ».
L'article 37 dispose : Artikel 37 bepaalt :
« Celui sur la propriété duquel avancent les branches des arbres du « Degene over wiens eigendom takken van bomen van een nabuur hangen,
voisin peut contraindre celui-ci à couper ces branches. kan de nabuur noodzaken die takken af te snijden.
Les fruits tombés naturellement sur la propriété du voisin lui Vruchten die vanzelf op het eigendom van de nabuur vallen, behoren de
appartiennent. nabuur toe.
Si ce sont les racines qui avancent sur son héritage, il a le droit de Degene op wiens erf wortels doorschieten, mag ze aldaar zelf
les y couper lui-même. weghakken.
Le droit de couper les racines ou de faire couper les branches est Het recht om de wortels weg te hakken of de takken te doen afsnijden
imprescriptible ». verjaart niet ».
B.2.2. L'article 35, alinéa 2, du Code rural dispose que des arbres B.2.2. Artikel 35, tweede lid, van het Veldwetboek bepaalt dat
fruitiers peuvent être plantés en espaliers de chaque côté du mur fruitbomen als leibomen mogen worden aangeplant aan elke kant van de
séparatif de deux propriétés, sans qu'une distance doive être muur tussen twee erven, zonder dat een afstand ten opzichte van de
respectée par rapport à la limite de la parcelle. La plantation en perceelsgrens in acht moet worden genomen. Het aanplanten van andere
espaliers d'autres arbres doit donc satisfaire aux distances légales bomen als leibomen dient bijgevolg, bij ontstentenis van « een door
fixées à l'article 35, alinéa 1er, à défaut de « distance consacrée vast en erkend gebruik bepaalde afstand », te voldoen aan de wettelijk
par les usages constants et reconnus ». voorgeschreven afstanden, zoals bepaald in artikel 35, eerste lid.
B.3. C'est en règle à la juridiction a quo qu'il appartient B.3. In de regel komt het de verwijzende rechter toe te oordelen of
d'apprécier si la réponse à la question préjudicielle est utile à la het antwoord op de prejudiciële vraag nuttig is voor het oplossen van
solution du litige. Ce n'est que lorsque tel n'est manifestement pas het geschil. Alleen indien dat klaarblijkelijk niet het geval is, kan
le cas que la Cour peut décider que la question n'appelle pas de het Hof beslissen dat de vraag geen antwoord behoeft.
réponse. B.4.1. La juridiction a quo interroge la Cour sur l'article 35, alinéa B.4.1. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over artikel 35,
2, du Code rural « en ce qu'il est uniquement applicable aux tweede lid, van het Veldwetboek « in zoverre dit enkel van toepassing
propriétaires de parcelles sur lesquelles des arbres fruitiers sont is op eigenaars van percelen met fruitbomen die als leiboom worden
plantés en espaliers, et non aux propriétaires de parcelles sur geplant, en niet op eigenaars van percelen met andere bomen die als
lesquelles d'autres arbres sont plantés en espaliers ». leiboom worden aangeplant ».
B.4.2. L'article 35, alinéa 2, du Code rural s'applique en cas B.4.2. Artikel 35, tweede lid, van het Veldwetboek is van toepassing
d'existence d'un mur séparatif de deux propriétés. in het geval van het bestaan van een muur tussen twee erven.
B.4.3. Cependant, aucun élément de la décision de renvoi ne permet B.4.3. Uit geen enkel element in de verwijzingsbeslissing blijkt
d'établir que le litige soumis au juge a quo se rapporte à une evenwel dat het geschil voor de verwijzende rechter een situatie
situation où il y a un mur au sens de l'article 35, alinéa 2, du Code betreft waarbij er een muur zoals bedoeld in artikel 35, tweede lid,
rural. van het Veldwetboek is.
B.4.4. C'est au juge a quo qu'il appartient de déterminer si, à défaut B.4.4. Het komt aan de verwijzende rechter toe om te bepalen of, bij
de distance consacrée par les usages constants et reconnus, la ontstentenis van een door vast en erkend gebruik bepaalde afstand, de
disposition prévue par l'article 35, alinéa 1er, du Code rural regeling van artikel 35, eerste lid, van het Veldwetboek van
s'applique, et si en l'espèce, la plantation litigieuse doit, par voie toepassing is en of bijgevolg, de betwiste beplanting in casu als een
de conséquence, être considérée comme un arbre ou comme une haie. Il boom of een haag moet worden beschouwd. Uit de verwijzingsbeslissing
ressort de la décision de renvoi que le litige porte sur la plantation blijkt dat het geschil draait om de aanplanting van een « blauwe regen
d'une « glycine » ou « wisteria ». On peut renvoyer à cet égard à un » of « wisteria ». In dat verband kan worden verwezen naar een arrest
arrêt de la Cour de cassation du 23 janvier 2014 par lequel la Cour a van het Hof van Cassatie van 23 januari 2014 waarbij dat Hof heeft
jugé que l'article 35 du Code rural s'applique à la plantation geoordeeld dat artikel 35 van het Veldwetboek van toepassing is bij de
d'arbres, y compris ceux plantés en espaliers, mais pas à la aanplanting van bomen, waaronder leibomen, maar niet op klimop of
plantation de lierre ou de vigne vierge (Cass., 23 janvier 2014, wingerd (Cass., 23 januari 2014, C.13.0083.N).
C.13.0083.N).
B.4.5. La réponse à la question préjudicielle n'est dès lors B.4.5. Derhalve is het antwoord op de prejudiciële vraag
manifestement pas utile à la solution du litige soumis au juge a quo. klaarblijkelijk niet nuttig voor de oplossing van het bodemgeschil.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof,
la Cour constitutionnelle, le 5 mars 2020. op 5 maart 2020.
Le greffier, Le président, De griffier, De voorzitter,
P.-Y. Dutilleux A. Alen P.-Y. Dutilleux A. Alen
^