← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 124/2019 du 26 septembre 2019 Numéros du rôle : 6935 et 6939 En
cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 4, § 1 er , alinéa
3, et 24 de la loi du 15 juin 1935 « concernant l'emploi des la La Cour constitutionnelle, composée
des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...)"
Extrait de l'arrêt n° 124/2019 du 26 septembre 2019 Numéros du rôle : 6935 et 6939 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 4, § 1 er , alinéa 3, et 24 de la loi du 15 juin 1935 « concernant l'emploi des la La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...) | Uittreksel uit arrest nr. 124/2019 van 26 september 2019 Rolnummers 6935 en 6939 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 4, § 1, derde lid, en 24 van de wet van 15 juni 1935 « op het gebruik der talen in gerechtszaken » Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 124/2019 du 26 septembre 2019 | Uittreksel uit arrest nr. 124/2019 van 26 september 2019 |
Numéros du rôle : 6935 et 6939 | Rolnummers 6935 en 6939 |
En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 4, § 1er, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 4, § 1, |
alinéa 3, et 24 de la loi du 15 juin 1935 « concernant l'emploi des | derde lid, en 24 van de wet van 15 juni 1935 « op het gebruik der |
langues en matière judiciaire », posées par le Tribunal de première | talen in gerechtszaken », gesteld door de Franstalige Rechtbank van |
instance francophone de Bruxelles. | eerste aanleg te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. |
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et P. Nihoul, assistée du | Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en P. Nihoul, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F. Daoût, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
a. Par jugement du 18 mai 2018, dont l'expédition est parvenue au | a. Bij vonnis van 18 mei 2018, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 29 mai 2018, le Tribunal de première instance | het Hof is ingekomen op 29 mei 2018, heeft de Franstalige Rechtbank |
francophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : | van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 4, § 1er, alinéa 3, et 24 de la loi du 15 juin 1935 | « Zijn de artikelen 4, § 1, derde lid, en 24 van de wet van 15 juni |
relative à l'emploi des langues en matière judiciaire sont-ils | 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken in overeenstemming met |
conformes aux articles 10, 11 et 30 de la Constitution, combinés avec | de artikelen 10, 11 en 30 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de |
les articles 6 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme | artikelen 6 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
et avec l'article 14 du Pacte international relatif aux droits civils | en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten |
et politiques en tant qu'ils sont interprétés comme interdisant au | en politieke rechten, in zoverre zij geïnterpreteerd worden in die zin |
défendeur originaire condamné par défaut par le premier juge [aux | dat zij de oorspronkelijke verweerder die door de eerste rechter bij |
termes] d'un jugement prononcé en premier ressort de solliciter en | verstek is veroordeeld luidens een in eerste aanleg uitgesproken |
degré d'appel le renvoi de la cause devant le tribunal de l'autre rôle | vonnis verbieden om in hoger beroep een verwijzing van de zaak naar de |
linguistique alors que le défendeur originaire condamné par défaut par | rechtbank van de andere taalrol te vragen, terwijl de oorspronkelijke |
le premier juge [aux termes] d'un jugement prononcé en dernier ressort | verweerder die door de eerste rechter bij verstek is veroordeeld |
disposerait, par contre, quant à lui, de la faculté de solliciter un | luidens een in laatste aanleg uitgesproken vonnis daarentegen wel over |
changement de langue dans le cadre de la procédure en opposition à | de mogelijkheid zou beschikken om een verandering van taal te vragen |
l'encontre dudit jugement, ceci alors que, dans les deux cas de | in het kader van de procedure in verzet tegen het genoemde vonnis, en |
figure, tant en ce qui concerne la procédure en opposition qu'en ce | dat terwijl, in beide gevallen, zowel wat de procedure in verzet als |
qui concerne la procédure d'appel, la demande de changement de langue | de procedure in hoger beroep betreft, de vraag tot verandering van |
ou de renvoi devant le tribunal de l'autre rôle linguistique a été | taal of tot verwijzing naar de rechtbank van de andere taalrol vóór |
formulée avant toute défense et toute exception par le défendeur | elk verweer en elke exceptie is geformuleerd door de oorspronkelijke |
originaire défaillant ? ». | niet-verschenen verweerder ? ». |
b. Par jugement du 16 mai 2018, dont l'expédition est parvenue au | b. Bij vonnis van 16 mei 2018, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 31 mai 2018, le Tribunal de première instance | het Hof is ingekomen op 31 mei 2018, heeft de Franstalige Rechtbank |
francophone de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes | van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
: « 1. L'article 24 de la loi du 15 juin 1935 relative à l'emploi des | « 1. Schendt artikel 24 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der |
langues en matière judiciaire interprété comme interdisant une demande | talen in gerechtszaken, geïnterpreteerd in die zin dat het een vraag |
de changement de langue en degré d'appel viole-t-il les articles 10, | tot verandering van taal verbiedt in hoger beroep, de artikelen 10, 11 |
11 et 30 de la Constitution, lus isolément ou en combinaison avec les | en 30 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de |
articles 6 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, | artikelen 6 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, |
en ce que : | in zoverre : |
- la demande de changement de langue serait autorisée pour | - de vraag tot verandering van taal zou zijn toegestaan voor een |
l'opposition, voie de recours ordinaire ouverte au défendeur condamné | verzet, gewoon rechtsmiddel dat openstaat voor de verweerder die bij |
par défaut par un jugement en premier degré prononcé en dernier | verstek is veroordeeld door een vonnis in eerste aanleg, uitgesproken |
ressort, | in laatste aanleg, |
- mais ne le serait pas pour l'appel, seule voie de recours ordinaire | - maar dat niet zou zijn voor een hoger beroep, enig gewoon |
disponible pour le défendeur condamné par défaut par un jugement de | rechtsmiddel dat beschikbaar is voor de verweerder die bij verstek is |
premier degré prononcé en 1er ressort, | veroordeeld door een vonnis in eerste aanleg, uitgesproken in eerste aanleg, |
- alors que dans les deux cas de figure analysés, la demande de | - terwijl in de twee onderzochte gevallen de vraag tot verandering van |
changement de langue (au sens large du terme) est formulée (in limine | taal (in de ruime zin van het woord) (in limine litis) wordt |
litis) dans le premier acte de procédure pris par le défendeur | geformuleerd in de eerste proceshandeling die door de oorspronkelijke |
originaire défaillant ? | niet-verschenen verweerder wordt gesteld ? |
2. L'article 24 de la loi du 15 juin 1935 relative à l'emploi des | 2. Neemt artikel 24 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der |
langues en matière judiciaire, lu en combinaison avec l'article 4 de | talen in gerechtszaken, in samenhang gelezen met artikel 4 van |
cette même loi, respecte-t-il les articles 10, 11 et 30 de la | diezelfde wet, de artikelen 10, 11 en 30 van de Grondwet, al dan niet |
Constitution, lus isolément ou en combinaison avec les articles 6 et | in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 14 van het Europees Verdrag |
14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en étant | voor de rechten van de mens, in acht wanneer het in die zin wordt |
interprété comme : | geïnterpreteerd dat : |
- n'excluant pas la possibilité . pour l'appelant, originairement défendeur condamné par défaut par une décision prononcée en 1er ressort par le premier juge, . à l'instar de l'opposant, originairement défendeur condamné par défaut par une décision prononcée en dernier ressort par le premier juge, - de demander (in limine litis) dans le premier acte de procédure pris par le défendeur originaire défaillant le renvoi devant le tribunal | - het niet de mogelijkheid uitsluit . voor de appellant, oorspronkelijk verweerder die bij verstek is veroordeeld bij een beslissing die door de eerste rechter is uitgesproken in eerste aanleg, om, . net zoals de eiser in verzet, oorspronkelijk verweerder die bij verstek is veroordeeld bij een beslissing die door de eerste rechter is uitgesproken in laatste aanleg, - (in limine litis), in de eerste proceshandeling die door de oorspronkelijke niet-verschenen verweerder wordt gesteld, de verwijzing te vragen naar de overeenkomstige Brusselse rechtbank van |
bruxellois correspondant de l'autre rôle linguistique ? ». | de andere taalrol ? ». |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 6935 et 6939 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6935 en 6939 van de rol van |
Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. L'article 4, § 1er, de la loi du 15 juin 1935 « concernant | B.1.1. Artikel 4, § 1, van de wet van 15 juni 1935 « op het gebruik |
l'emploi des langues en matière judiciaire » (ci-après : la loi du 15 | der talen in gerechtszaken » (hierna : de wet van 15 juni 1935), |
juin 1935), modifié par l'article 47 de la loi du 19 juillet 2012 « | gewijzigd bij artikel 47 van de wet van 19 juli 2012 « betreffende de |
portant réforme de l'arrondissement judiciaire de Bruxelles » | hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel » (hierna : de |
(ci-après : la loi du 19 juillet 2012), dispose : | wet van 19 juli 2012), bepaalt : |
« Sauf dans les cas prévus à l'article 3, l'emploi des langues pour la | « Behoudens de gevallen van artikel 3 wordt het gebruik der talen voor |
procédure en matière contentieuse devant les juridictions de première | geheel de rechtspleging in betwiste zaken voor de gerechten van eerste |
instance dont le siège est établi dans l'arrondissement de Bruxelles | aanleg waarvan de zetel in het arrondissement Brussel is gevestigd, |
et, si la demande excède le montant fixé à l'article 590 du Code | en, wanneer de vordering het bedrag vastgesteld in artikel 590 van het |
judiciaire, devant le tribunal de police de Bruxelles siégeant dans les matières visées à l'article 601bis du même Code est réglé comme suit : L'acte introductif d'instance est rédigé en français si le défendeur est domicilié dans la région de langue française; en néerlandais, si le défendeur est domicilié dans la région de langue néerlandaise; en français ou en néerlandais, au choix du demandeur, si le défendeur est domicilié dans une commune de l'agglomération bruxelloise ou n'a aucun domicile connu en Belgique. La procédure est poursuivie dans la langue employée pour la rédaction de l'acte introductif d'instance, à moins que le défendeur, avant toute défense et toute exception même d'incompétence, ne demande que | Gerechtelijk wetboek overschrijdt, voor de politierechtbank van Brussel die zitting houdt in de aangelegenheden bedoeld in artikel 601bis van hetzelfde Wetboek geregeld als volgt : De akte tot inleiding van het geding wordt in het Fransch gesteld, indien de verweerder woonachtig is in het Frans taalgebied; in het Nederlandsch, indien de verweerder woonachtig is in het Nederlands taalgebied; in het Fransch of in het Nederlandsch, ter keuze van den eischer, indien de verweerder woonachtig is in eene gemeente van de Brusselsche agglomeratie of geen gekende woonplaats in België heeft. De rechtspleging wordt voortgezet in de taal der akte tot inleiding van het geding, tenzij de verweerder, voor alle verweer en alle exceptie, zelfs van onbevoegdheid, vraagt dat de rechtspleging in de |
la procédure soit poursuivie dans l'autre langue s'il s'agit d'une | andere taal wordt voortgezet indien het een rechtspleging betreft die |
procédure introduite devant le juge de paix, ou renvoyée devant le | werd ingeleid voor de vrederechter, dan wel naar de anderstalige |
tribunal de l'autre langue de l'arrondissement, s'il s'agit d'une | rechtbank van het arrondissement wordt verwezen, indien het een |
procédure introduite devant le tribunal de première instance, le | rechtspleging betreft die werd ingeleid voor de rechtbank van eerste |
tribunal du travail, le tribunal de commerce ou le tribunal de police | aanleg, de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel of de |
». | politierechtbank ». |
L'article 24 de la loi du 15 juin 1935 dispose : | Artikel 24 van de wet van 15 juni 1935 bepaalt : |
« Devant toutes les juridictions d'appel, il est fait usage pour la | « Voor al de rechtscolleges in hooger beroep wordt, voor de |
procédure de la langue dans laquelle la décision attaquée est rédigée | rechtspleging, de taal gebruikt waarin de bestreden beslissing is |
». | gesteld ». |
B.1.2. Il ressort des travaux préparatoires de l'article 4, § 1er, de | B.1.2. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 4, § 1, van de |
la loi du 15 juin 1935 que le législateur accorde « la prédominance à | wet van 15 juni 1935 blijkt dat de wetgever « voorrang aan de taal van |
la langue du défendeur. Il faut avant tout que celui-ci sache ce | den verweerder [geeft]. Deze moet dus vóór alles weten wat men van hem |
[qu'on] lui réclame » (Doc. parl., Sénat, 1934-1935, n° 86, p. 14). | vergt » (Parl. St., Senaat, 1934-1935, nr. 86, p. 14). Om de taal van |
Afin de déterminer la langue du défendeur, le législateur estime que | de verweerder te bepalen, is de wetgever van oordeel dat het |
la région linguistique du domicile du défendeur est le critère le plus | taalgebied van de woonplaats van de verweerder het meest geschikte |
adéquat qui puisse protéger au mieux le défendeur. Au cours des | criterium is dat de verweerder de grootste bescherming biedt. Tijdens |
travaux préparatoires, il a été souligné qu'il ne s'agit pas d'une | de parlementaire voorbereiding werd benadrukt dat dit geen absolute |
règle absolue, mais d'un critère qui est entouré des différentes | regel is, maar een criterium dat omringd is met verscheidene |
garanties (Ann., Sénat, 11 avril 1935, p. 516). | waarborgen (Hand., Senaat, 11 april 1935, p. 516). |
B.1.3. Il ressort des mêmes travaux préparatoires que la règle selon | B.1.3. Uit dezelfde parlementaire voorbereiding blijkt dat de regel |
laquelle seul le défendeur peut, en vertu de l'article 4, § 1er, | volgens welke enkel de verweerder, krachtens artikel 4, § 1, derde |
alinéa 3, solliciter un changement de langue de la procédure s'inscrit | lid, kan vragen om de taal van de rechtspleging te veranderen, in het |
dans le prolongement de l'article 4, § 1er, alinéa 2, qui détermine la | verlengde ligt van artikel 4, § 1, tweede lid, dat de taal van de |
langue de l'acte introductif d'instance. Le législateur confirme ici | gedinginleidende akte bepaalt. De wetgever bevestigt ook hier de |
aussi la prédominance de la langue du défendeur, qui doit savoir ce | voorrang van de taal van de verweerder, die moet kunnen begrijpen wat |
qu'on lui réclame (Doc. parl., Sénat, 1934-1935, n° 86, p. 14; Ann., | van hem wordt geëist (Parl. St., Senaat, 1934-1935, nr. 86, p. 14; |
Sénat, 11 avril 1935, p. 516). | Hand., Senaat, 11 april 1935, p. 516). |
B.1.4. Lors de la modification des articles précités par la loi du 19 | B.1.4. Bij de wijziging van de voormelde artikelen door de wet van 19 |
juillet 2012, les principes fondamentaux de la loi du 15 juin 1935 | juli 2012 werd aan de fundamentele beginselen van de wet van 15 juni |
sont restés inchangés et il a été souligné que les droits des parties | 1935 niet geraakt en werd beklemtoond dat de rechten van de partijen |
qui découlent de cette loi linguistique étaient intégralement | die voortvloeien uit deze taalwet integraal worden gevrijwaard (Parl. |
préservés (Doc. parl., Chambre, 2011-2012, DOC 53-2140/001, pp. 9-11, | St., Kamer, 2011-2012, DOC 53-2140/001, pp. 9-11, en DOC 53-2140/005, |
et DOC 53-2140/005, pp. 7 et 25). Des possibilités supplémentaires de | pp. 7 en 25). Wel is voorzien in bijkomende mogelijkheden tot |
renvoi ou de changement de langue de la procédure ont toutefois été | verwijzing of wijziging van de taal van de rechtspleging (Parl. St., |
prévues (Doc. parl., Chambre, 2011-2012, DOC 53-2140/001, pp. 9-11). | Kamer, 2011-2012, DOC 53-2140/001, pp. 9-11). |
Lors des travaux préparatoires du projet de révision de la | Ook tijdens de parlementaire voorbereiding van het ontwerp tot |
Constitution qui a abouti à l'article 157bis de la Constitution, le | herziening van de Grondwet dat tot artikel 157bis van de Grondwet |
secrétaire d'Etat compétent a également insisté sur le fait que « les | heeft geleid, heeft de bevoegde staatssecretaris benadrukt dat « de |
principes fondamentaux de la législation linguistique restent | fundamentele uitgangspunten van de taalwetgeving niet worden gewijzigd |
inchangés » et que « la doctrine et la jurisprudence développées quant | » en dat « de rechtsleer en rechtspraak die zich hebben ontwikkeld |
à l'application de cette réglementation restent applicables sans | inzake de toepassing van die regelgeving onverkort [blijven] gelden » |
réserve » (Doc. parl., Sénat, 2011-2012, n° 5-1673/3, pp. 14-16 et 178). | (Parl. St., Senaat, 2011-2012, nr. 5-1673/3, pp. 14-16 en 178). |
B.1.5. L'article 157bis de la Constitution dispose : | B.1.5. Artikel 157bis van de Grondwet bepaalt : |
« Les éléments essentiels de la réforme qui concernent l'emploi des | « De essentiële elementen van de hervorming met betrekking tot het |
langues en matière judiciaire au sein de l'arrondissement judiciaire | gebruik der talen in gerechtszaken in het gerechtelijk arrondissement |
de Bruxelles, ainsi que les aspects y afférents relatifs au parquet, | Brussel, alsook de ermee overeenstemmende aspecten inzake het parket, |
au siège et au ressort, ne pourront être modifiés que par une loi | de zetel en het rechtsgebied, kunnen niet worden gewijzigd dan bij een |
adoptée à la majorité prévue à l'article 4, dernier alinéa. | wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid. |
[...] ». | [...] ». |
B.2. Il ressort des éléments des causes et des motifs des décisions de | B.2. Uit de elementen van de zaken en uit de motieven van de |
renvoi que, dans chacune des deux causes, la partie appelante a été | verwijzingsbeslissingen blijkt dat, in beide zaken, de appellant is |
condamnée par un jugement prononcé par défaut en français et en | veroordeeld bij een vonnis dat bij verstek in het Frans en in eerste |
premier ressort, et qu'elle a sollicité, dans son acte d'appel, in | aanleg is uitgesproken, en dat hij in zijn akte van hoger beroep, in |
limine litis, un changement de langue de la procédure et le renvoi de la cause devant le Tribunal de première instance néerlandophone de Bruxelles. Les questions préjudicielles partent du constat que la lecture combinée des articles 4, § 1er, alinéa 3, et 24 de la loi du 15 juin 1935 créerait une distinction entre, d'une part, un défendeur originaire condamné par un jugement prononcé par défaut en premier ressort et, d'autre part, un défendeur originaire condamné par un jugement prononcé par défaut en dernier ressort. La Cour est interrogée sur la compatibilité des articles 4, § 1er, | limine litis, heeft gevraagd de taal van de rechtspleging te veranderen, alsook de zaak te verwijzen naar de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. De prejudiciële vragen gaan uit van de vaststelling dat de combinatie van de artikelen 4, § 1, derde lid, en 24 van de wet van 15 juni 1935 een onderscheid zou maken tussen, enerzijds, een oorspronkelijke verweerder die is veroordeeld bij een vonnis dat in eerste aanleg bij verstek is uitgesproken en, anderzijds, een oorspronkelijke verweerder die is veroordeeld bij een in laatste aanleg bij verstek uitgesproken vonnis. Aan het Hof worden vragen gesteld over de bestaanbaarheid van de artikelen 4, § 1, derde lid, en 24 van de wet van 15 juni 1935 met de |
alinéa 3, et 24 de la loi du 15 juin 1935 avec les articles 10, 11 et | artikelen 10, 11 en 30 van de Grondwet, al dan niet in samenhang |
30 de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 6 et 14 de | gelezen met de artikelen 6 en 14 van het Europees Verdrag voor de |
la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14 du | rechten van de mens en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag |
Pacte international relatif aux droits civils et politiques, dans | inzake burgerrechten en politieke rechten, in die interpretatie dat |
l'interprétation selon laquelle il ressortirait de la lecture | uit de combinatie van beide in het geding zijnde bepalingen een |
conjointe des deux dispositions en cause une différence de traitement | onverantwoord verschil in behandeling zou voortvloeien, enerzijds, |
injustifiée, d'une part, entre le défendeur condamné par défaut en | tussen de in eerste aanleg bij verstek veroordeelde verweerder die, |
premier ressort, qui ne pourrait pas, lorsqu'il fait appel, demander | wanneer hij hoger beroep instelt, geen verandering van de taal van de |
un changement de langue de la procédure et, d'autre part, le défendeur | rechtspleging zou kunnen vragen en, anderzijds, de oorspronkelijke |
originaire condamné par défaut en dernier ressort, qui disposerait de | verweerder die in laatste aanleg bij verstek is veroordeeld en over |
ce droit. | dat recht zou beschikken. |
B.3.1. L'article 1047, alinéa 1er, du Code judiciaire, tel qu'il a été | B.3.1. Artikel 1047, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals |
modifié par l'article 143 de la loi du 6 juillet 2017 « portant simplification, harmonisation, informatisation et modernisation de dispositions de droit civil et de procédure civile ainsi que du notariat, et portant diverses mesures en matière de justice », dispose : « Tout jugement par défaut rendu en dernier ressort peut être frappé d'opposition, sauf les exceptions prévues par la loi. L'opposition est signifiée par exploit d'huissier de justice contenant citation à comparaître devant le juge qui a rendu le jugement par défaut. De l'accord des parties, leur comparution volontaire peut tenir lieu de l'accomplissement de ces formalités. L'acte d'opposition contient, à peine de nullité, les moyens de l'opposant. L'opposition peut être inscrite par la partie, son conseil ou l'huissier de justice qui instrumente pour la partie, dans un registre tenu à cet effet au greffe de la juridiction qui a rendu la décision. L'inscription énonce le nom des parties, de leurs conseils et les | gewijzigd bij artikel 143 van de wet van 6 juli 2017 « houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van burgerlijk recht en van burgerlijk procesrecht alsook van het notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake justitie », bepaalt : « Tegen ieder verstekvonnis dat in laatste aanleg is gewezen kan verzet worden gedaan, onverminderd de bij de wet bepaalde uitzonderingen. Het verzet wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot, dat dagvaarding inhoudt om te verschijnen voor de rechter die het verstekvonnis heeft gewezen. Met instemming van de partijen kan hun vrijwillige verschijning die formaliteiten vervangen. De akte van verzet bevat, op straffe van nietigheid, de middelen van de eiser in verzet. Het verzet kan door de partij, haar raadsman of de voor de partij optredende gerechtsdeurwaarder worden ingeschreven in een register dat daartoe gehouden wordt ter griffie van het gerecht dat de beslissing heeft gewezen. De inschrijving omvat de namen van de partijen en hun |
dates de la décision et de l'opposition ». | raadslieden alsook de datum van de beslissing en van het verzet ». |
Il en découle que les jugements rendus par défaut atteignant le seuil | Hieruit vloeit voort dat de verstekvonnissen die de drempel van de |
du ressort conformément aux articles 617 et suivants du Code | aanleg bereiken overeenkomstig de artikelen 617 en volgende van het |
judiciaire ne peuvent plus être entrepris que par la voie de l'appel | Gerechtelijk Wetboek alleen nog kunnen worden bestreden door middel |
en vertu de l'article 1050 du même Code, et pour autant que la loi | van het hoger beroep krachtens artikel 1050 van hetzelfde Wetboek, op |
n'en ait pas disposé autrement. | voorwaarde dat de wet niet anders heeft bepaald. |
B.3.2. Il résulte de cette modification que l'appel introduit par un | B.3.2. Uit die wijziging vloeit voort dat het hoger beroep ingesteld |
défendeur originaire condamné par défaut en premier ressort a | door een oorspronkelijke verweerder die bij verstek in eerste aanleg |
dorénavant la même finalité que l'opposition formée par un défendeur | is veroordeeld, voortaan dezelfde finaliteit heeft als het verzet door |
originaire contre un jugement rendu en dernier ressort : celle de | een oorspronkelijke verweerder tegen een in laatste aanleg gewezen |
rouvrir les débats qui se sont déroulés devant la juridiction | vonnis : namelijk de debatten heropenen die plaatshadden voor het |
antérieurement saisie, afin de procurer à la juridiction d'appel les | rechtscollege waarvoor de zaak eerder aanhangig was, teneinde de |
éléments de contradiction qui manquaient au premier juge et dès lors | elementen van tegenspraak te bezorgen aan het rechtscollege in hoger |
de permettre à la juridiction d'appel de rendre un nouveau jugement. | beroep waarover de eerste rechter niet beschikte, en bijgevolg het |
Ainsi, il s'agit dans les deux hypothèses de faire respecter le | rechtscollege in hoger beroep toe te laten een nieuw vonnis te wijzen. |
principe du contradictoire et les droits de la défense. | Het gaat aldus in beide hypothesen erom het beginsel van de |
B.4.1. Lorsqu'il règle l'emploi des langues en matière judiciaire, le | tegenspraak en de rechten van de verdediging te doen naleven. |
législateur doit concilier la liberté individuelle qu'a le justiciable | B.4.1. Bij de regeling van het taalgebruik in gerechtszaken dient de |
d'utiliser la langue de son choix et le bon fonctionnement de | wetgever de individuele vrijheid van de rechtsonderhorige om zich van |
l'administration de la justice. Ce faisant, le législateur doit en | de taal van zijn keuze te bedienen te verzoenen met de goede werking |
outre tenir compte de la diversité linguistique consacrée par | van de rechtsbedeling. Bovendien dient de wetgever daarbij rekening te |
l'article 4 de la Constitution, qui établit quatre régions | houden met de taalverscheidenheid die verankerd is in artikel 4 van de |
linguistiques, dont une est bilingue. Il peut dès lors subordonner la | Grondwet, dat vier taalgebieden vastlegt, waarvan er één tweetalig is. |
liberté individuelle du justiciable au bon fonctionnement de | Hij vermag dan ook de individuele vrijheid van de rechtsonderhorige |
l'administration de la justice. | ondergeschikt te maken aan de goede werking van de rechtsbedeling. |
B.4.2. Il reste que, lorsqu'il règle l'emploi des langues pour les | B.4.2. Dat neemt niet weg dat, wanneer de wetgever, ter uitvoering van |
affaires judiciaires, en exécution de l'article 30 de la Constitution, | artikel 30 van de Grondwet, het gebruik van de talen regelt voor |
le législateur doit respecter le principe d'égalité et de | |
non-discrimination garanti par les articles 10 et 11 de la | gerechtszaken, hij hierbij het in de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution ainsi que le droit d'accès au juge garanti par l'article | Grondwet gewaarborgde beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie en |
13 de la Constitution et par l'article 6, paragraphe 1, de la | het door artikel 13 van de Grondwet en door artikel 6, lid 1, van het |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens gewaarborgde recht van | |
Convention européenne des droits de l'homme. | toegang tot de rechter dient te eerbiedigen. |
B.5. Aux termes de l'article 24, précité, de la loi du 15 juin 1935, | B.5. Luidens het voormelde artikel 24 van de wet van 15 juni 1935 |
la procédure est poursuivie dans « la langue dans laquelle la décision | wordt voor de rechtspleging « de taal gebruikt waarin de bestreden |
attaquée est rédigée ». | beslissing is gesteld ». |
Toutefois, aux termes de l'article 4, § 1er, alinéa 3, de la même loi, | Luidens artikel 4, § 1, derde lid, van dezelfde wet kan de verweerder |
le défendeur peut avant toute défense et toute exception, même | evenwel, vóór elk verweer en elke exceptie, zelfs van onbevoegdheid, |
d'incompétence, demander que la procédure soit suivie dans l'autre | vragen dat de rechtspleging wordt voortgezet in de andere taal dan die |
langue que celle employée « pour la rédaction de l'acte introductif | welke is gebruikt voor het opstellen van de « akte tot inleiding van |
d'instance ». | het geding ». |
B.6. Si la lecture conjointe des articles 4, § 1er, alinéa 3, et 24 de | B.6. Indien de combinatie van de artikelen 4, § 1, derde lid, en 24 |
la loi du 15 juin 1935 doit s'interpréter en ce sens que le défendeur | van de wet van 15 juni 1935 zo moet worden geïnterpreteerd dat de |
défaillant condamné en premier ressort ne peut pas demander de | verweerder die verstek laat gaan en in eerste aanleg is veroordeeld, |
changement de langue in limine litis devant la juridiction d'appel, alors que le défendeur défaillant condamné par défaut en dernier ressort peut faire cette demande quand il fait appel, elle crée une différence de traitement qui n'est pas raisonnablement justifiée, au détriment du défendeur défaillant condamné en premier ressort. En effet, rien ne justifie qu'une partie défenderesse condamnée par défaut qui n'a, par définition, pas encore pu exprimer de moyen de défense, ne puisse, lorsqu'elle fait appel, demander un changement de langue. Cette interprétation est en outre contraire aux droits de la défense du justiciable défaillant condamné en premier ressort, tels qu'ils | de verandering van taal in limine litis voor het rechtscollege in hoger beroep niet kan vragen, terwijl de verweerder die verstek laat gaan en in laatste aanleg bij verstek is veroordeeld, dat wel kan vragen wanneer hij hoger beroep instelt, dan voert zij ten koste van de verweerder die verstek laat gaan en in eerste aanleg is veroordeeld, een verschil in behandeling in dat niet redelijk is verantwoord. Niets verantwoordt immers dat een verwerende partij die bij verstek is veroordeeld en per definitie nog geen middel van verweer heeft kunnen uiteenzetten, wanneer zij hoger beroep instelt, geen verandering van taal kan vragen. Die interpretatie is bovendien in strijd met de rechten van verdediging van de rechtzoekende die verstek laat gaan en in eerste |
sont garantis par l'article 6, paragraphe 1, de la Convention | aanleg is veroordeeld, zoals die zijn gewaarborgd bij artikel 6, lid |
européenne des droits de l'homme. | 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
Si la Cour européenne des droits de l'homme admet que le droit d'accès | Hoewel het Europees Hof voor de Rechten van de Mens aanvaardt dat het |
à un tribunal pour qu'y soient tranchées des contestations sur des | recht op toegang tot een rechtbank om geschillen over burgerlijke |
droits et des obligations de caractère civil n'est pas absolu et que | rechten en verplichtingen te beslechten, niet absoluut is en |
des recours peuvent être subordonnés à des conditions de recevabilité, | rechtsmiddelen afhankelijk kunnen worden gesteld van |
ces conditions doivent être raisonnablement proportionnées au but | ontvankelijkheidsvoorwaarden, dienen die voorwaarden redelijk |
légitime qu'elles poursuivent (CEDH, 7 juillet 2009, Stagno c. | evenredig te zijn met het gewettigde doel dat zij nastreven (EHRM, 7 |
Belgique, § 25; grande chambre, 17 janvier 2012, Stanev c. Bulgarie, | juli 2009, Stagno t. België, § 25; grote kamer, 17 januari 2012, |
§§ 229-230). La réglementation du droit d'accès à un juge ne peut | Stanev t. Bulgarije, §§ 229-230). De reglementering inzake het recht |
cesser de servir les buts de la sécurité juridique et de la bonne | op toegang tot een rechter moet steeds de rechtszekerheid en de goede |
administration de la justice et constituer une sorte de barrière qui | rechtsbedeling nastreven en mag geen soort van belemmering vormen die |
empêche le justiciable de voir la substance de son litige tranchée par | de rechtzoekende belet dat de inhoud van zijn geschil wordt beslecht |
la juridiction compétente (CEDH, 7 juillet 2009, Stagno c. Belgique, § | door het bevoegde rechtscollege (EHRM, 7 juli 2009, Stagno t. België, |
25; 29 mars 2011, RTBF c. Belgique, § 69). | § 25; 29 maart 2011, RTBF t. België, § 69). |
La compatibilité de ces limitations avec le droit d'accès à un juge | De verenigbaarheid van die beperkingen met het recht op toegang tot |
s'apprécie compte tenu des particularités de la procédure en cause et | een rechter wordt beoordeeld rekening houdend met de bijzonderheden |
de l'ensemble du procès (CEDH, 29 mars 2011, RTBF c. Belgique, § 70). | van de in het geding zijnde procedure en van het hele proces (EHRM, 29 |
maart 2011, RTBF t. België, § 70). | |
B.7. Dans l'interprétation mentionnée en B.6, la question | B.7. In de in B.6 vermelde interpretatie dient de prejudiciële vraag |
préjudicielle dans l'affaire n° 6935 appelle une réponse négative et | in de zaak nr. 6935 ontkennend te worden beantwoord en de eerste |
la première question préjudicielle dans l'affaire n° 6939 appelle une | prejudiciële vraag in de zaak nr. 6939 bevestigend te worden |
réponse affirmative. | beantwoord. |
B.8. Les deux dispositions en cause peuvent toutefois recevoir une | B.8. De beide in het geding zijnde bepalingen kunnen evenwel anders |
autre interprétation en ce qu'elles s'appliquent à l'appel d'un | worden geïnterpreteerd, in zoverre zij van toepassing zijn op het |
jugement rendu par défaut en premier ressort. | hoger beroep tegen een in eerste aanleg bij verstek gewezen vonnis. |
Lus à la lumière des textes cités en B.1.1 et en B.3.1, les termes de | Gelezen in het licht van de teksten vermeld in B.1.1 en B.3.1 kunnen |
l'article 24 « la langue dans laquelle la décision attaquée est | de bewoordingen van artikel 24 « de taal [...] waarin de bestreden |
rédigée » ne peuvent s'appliquer qu'à un appel interjeté contre un | beslissing is gesteld » alleen van toepassing zijn op een hoger beroep |
jugement rendu contradictoirement. | ingesteld tegen een op tegenspraak gewezen vonnis. |
B.9. Sous peine, en effet, de dénaturer l'esprit de la loi du 15 juin | B.9. Immers, teneinde niet in te gaan tegen de geest van de wet van 15 |
1935 et de priver de sens les articles 4 et 24 de ladite loi, il faut | juni 1935 en de artikelen 4 en 24 van die wet niet uit te hollen, |
interpréter ces deux dispositions comme n'interdisant pas au défendeur | dienen die twee bepalingen zo te worden geïnterpreteerd dat zij de |
oorspronkelijke verweerder die in eerste aanleg bij verstek is | |
originaire condamné par défaut en premier ressort de solliciter, en | veroordeeld, niet verbieden om, in hoger beroep, de verandering van de |
degré d'appel, le changement de langue de la procédure. | taal van de rechtspleging te vragen. |
Il convient de reconnaître à un défendeur originaire défaillant le | Aan de oorspronkelijke verweerder die verstek laat gaan, dient het |
droit de formuler une demande de changement de langue in limine litis, | recht te worden toegekend een verandering van taal in limine litis te |
c'est-à-dire dans le premier acte de procédure qu'il a pris, et ce, | vragen, met andere woorden in de eerste proceshandeling die die |
même si ce premier acte de procédure intervient en degré d'appel. | verweerder heeft gesteld, zelfs indien die eerste proceshandeling |
plaatsheeft in hoger beroep. | |
B.10. Dans l'interprétation mentionnée en B.8 et en B.9, la seconde | B.10. In de in B.8 en B.9 vermelde interpretatie dient de tweede |
question préjudicielle dans l'affaire n° 6939 appelle une réponse | prejudiciële vraag in de zaak nr. 6939 bevestigend te worden |
affirmative. | beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- Les articles 4, § 1er, alinéa 3, et 24 de la loi du 15 juin 1935 « | - De artikelen 4, § 1, derde lid, en 24 van de wet van 15 juni 1935 « |
concernant l'emploi des langues en matière judiciaire » violent les | op het gebruik der talen in gerechtszaken » schenden de artikelen 10, |
articles 10, 11 et 30 de la Constitution, lus en combinaison avec les | 11 en 30 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en |
articles 6 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme et | 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel |
avec l'article 14 du Pacte international relatif aux droits civils et | 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke |
politiques, s'ils sont interprétés en ce sens qu'ils ne permettent pas | rechten, indien zij zo worden geïnterpreteerd dat zij een verweerder |
à un défendeur défaillant de demander un changement de langue in | die verstek laat gaan, niet toelaten om in limine litis een |
limine litis, lorsqu'il fait appel d'un jugement rendu en premier | verandering van taal te vragen wanneer die verweerder hoger beroep |
ressort. | instelt tegen een in eerste aanleg gewezen vonnis. |
- Les mêmes dispositions ne violent pas les articles 10, 11 et 30 de | - Dezelfde bepalingen schenden niet de artikelen 10, 11 en 30 van de |
la Constitution, lus en combinaison avec les articles 6 et 14 de la | Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 14 van het |
Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14 du | Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van het |
Pacte international relatif aux droits civils et politiques, si elles | Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, |
sont interprétées comme permettant à un défendeur défaillant de | indien zij zo worden geïnterpreteerd dat zij een verweerder die |
demander un changement de langue in limine litis, lorsqu'il fait appel | verstek laat gaan, toelaten om in limine litis een verandering van |
taal te vragen wanneer die verweerder hoger beroep instelt tegen een | |
d'un jugement rendu en premier ressort. | in eerste aanleg gewezen vonnis. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 26 septembre 2019. | op 26 september 2019. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
P.-Y. Dutilleux F. Daoût | P.-Y. Dutilleux F. Daoût |