← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 178/2019 du 14 novembre 2019 Numéro du rôle : 6944 En cause
: le recours en annulation partielle de l'article 12 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale
du 23 novembre 2017 « effectuant les adaptations législa La Cour constitutionnelle, composée des présidents
F. Daoût et A. Alen, et des juges T. Merckx-V(...)"
Extrait de l'arrêt n° 178/2019 du 14 novembre 2019 Numéro du rôle : 6944 En cause : le recours en annulation partielle de l'article 12 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 novembre 2017 « effectuant les adaptations législa La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges T. Merckx-V(...) | Uittreksel uit arrest nr. 178/2019 van 14 november 2019 Rolnummer 6944 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 12 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 november 2017 « houdende wetgevende Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters T. M(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 178/2019 du 14 novembre 2019 | Uittreksel uit arrest nr. 178/2019 van 14 november 2019 |
Numéro du rôle : 6944 | Rolnummer 6944 |
En cause : le recours en annulation partielle de l'article 12 de | In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 12 van |
l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 novembre 2017 « | de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 |
effectuant les adaptations législatives en vue de la reprise du | november 2017 « houdende wetgevende aanpassingen met het oog op de |
service du précompte immobilier par la Région de Bruxelles-Capitale », | overname van de dienst onroerende voorheffing door het Brussels |
introduit par l'ASBL « Congrégation Chrétienne des Témoins de Jéhovah | Hoofdstedelijk Gewest », ingesteld door de vzw « Congrégation |
de Forest » et autres. | Chrétienne des Témoins de Jéhovah de Forest » en anderen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges T. | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters T. |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, J. Moerman et M. Pâques, assistée | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, J. Moerman en M. Pâques, |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F. Daoût, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. - Objet du recours et procédure | I. - Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 6 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 juni 2018 |
juin 2018 et parvenue au greffe le 8 juin 2018, un recours en | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 juni |
2018, is beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van artikel | |
annulation partielle de l'article 12 de l'ordonnance de la Région de | 12 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 |
Bruxelles-Capitale du 23 novembre 2017 « effectuant les adaptations | november 2017 « houdende wetgevende aanpassingen met het oog op de |
législatives en vue de la reprise du service du précompte immobilier | overname van de dienst onroerende voorheffing door het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van | |
par la Région de Bruxelles-Capitale » (publiée au Moniteur belge du 8 | 8 december 2017) door de vzw « Congrégation Chrétienne des Témoins de |
décembre 2017) a été introduit par l'ASBL « Congrégation Chrétienne | |
des Témoins de Jéhovah de Forest », l'ASBL « Congrégation Chrétienne | Jéhovah de Forest », de vzw « Congrégation Chrétienne des Témoins de |
des Témoins de Jéhovah d'Anderlecht », l'ASBL « Congrégation | Jéhovah d'Anderlecht », de vzw « Congrégation Chrétienne des Témoins |
Chrétienne des Témoins de Jéhovah d'Uccle », l'ASBL « Congrégation | de Jéhovah d'Uccle », de vzw « Congrégation Chrétienne des Témoins de |
Chrétienne des Témoins de Jéhovah d'Ixelles », l'ASBL « Congrégation | Jéhovah d'Ixelles », de vzw « Congrégation Chrétienne des Témoins de |
Chrétienne des Témoins de Jéhovah de Molenbeek Ouest », l'ASBL « Les | Jéhovah de Molenbeek Ouest », de vzw « Les Témoins de Jéhovah de la |
Témoins de Jéhovah de la Congrégation de Koekelberg », l'ASBL « | Congrégation de Koekelberg », de vzw « Congrégation Chrétienne des |
Congrégation Chrétienne des Témoins de Jéhovah de Saint Josse », | Témoins de Jéhovah de Saint Josse », de vzw « Congrégation chrétienne |
l'ASBL « Congrégation chrétienne des Témoins de Jéhovah d'Auderghem » | des Témoins de Jéhovah d'Auderghem » en de vzw « Les Témoins de |
et l'ASBL « Les Témoins de Jéhovah de la Congrégation de | Jéhovah de la Congrégation de Woluwe-Saint-Pierre-Tomberg », |
Woluwe-Saint-Pierre-Tomberg », assistées et représentées par Me B. | bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. B. Pierard, advocaat bij de |
Pierard, avocat au barreau de Bruxelles, et Me P. Muzny, avocat aux | balie te Brussel, en Mr. P. Muzny, advocaat bij de balies te Bern en |
barreaux de Berne et de Paris. | te Parijs. |
(...) | (...) |
II. - En droit | II. - In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la disposition attaquée et à son contexte | Ten aanzien van de bestreden bepaling en de context ervan |
B.1.1. Les parties requérantes sollicitent l'annulation de l'article | B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel |
12, paragraphe 2, a) et d), de l'ordonnance de la Région de | 12, § 2, a) en d), van de ordonnantie van het Brusselse |
Bruxelles-Capitale du 23 novembre 2017 « effectuant les adaptations | Hoofdstedelijke Gewest van 23 november 2017 « houdende wetgevende |
aanpassingen met het oog op de overname van de dienst onroerende | |
législatives en vue de la reprise du service du précompte immobilier | voorheffing door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » (hierna : de |
par la Région de Bruxelles-Capitale » (ci-après : l'ordonnance du 23 | ordonnantie van 23 november 2017). |
novembre 2017). B.1.2. L'article 12 de l'ordonnance du 23 novembre 2017 dispose : | B.1.2. Artikel 12 van de ordonnantie van 23 november 2017 bepaalt : |
« Dans le Code des impôts sur les revenus 1992, l'article 253 est | « In het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, wordt artikel 253 |
remplacé par ce qui suit : | vervangen door : |
' [...] | ' [...] |
§ 2. Sur demande du contribuable, est exonéré du précompte immobilier, | § 2. Op verzoek van de belastingplichtige, wordt vrijgesteld van de |
onroerende voorheffing, het kadastraal inkomen van onroerende goederen | |
le revenu cadastral des biens immobiliers ou des parties de biens | of delen van onroerende goederen die aan volgende cumulatieve |
immobiliers qui remplissent les conditions cumulatives suivantes : | voorwaarden voldoen : |
a) être utilisés exclusivement comme lieu où se pratique l'exercice | a) uitsluitend worden gebruikt als plaats voor het openbaar uitoefenen |
public d'un culte d'une religion reconnue ou de l'assistance morale | van een eredienst van een erkende godsdienst of van de morele |
selon une conception philosophique non confessionnelle; | dienstverlening op basis van een niet-confessionele levensbeschouwing; |
b) être accessibles au public; | b) toegankelijk voor het publiek zijn; |
c) être utilisés fréquemment pour des évènements de culte ou | c) regelmatig worden gebruikt voor evenementen van eredienst of van |
d'assistance morale selon une conception philosophique non | morele dienstverlening op basis van een niet-confessionele |
confessionnelle; | levensbeschouwing; |
d) être gérés par un établissement local, reconnu par l'autorité | d) worden beheerd door een plaatselijke instelling, erkend door de |
compétente, chargée de la gestion du temporel du culte, ou par un | bevoegde overheid, belast met het beheer van de temporaliën van de |
établissement d'assistance morale du Conseil central laïque. | eredienst, of door een instelling voor morele dienstverlening van de |
Centrale Vrijzinnige Raad. | |
Ne sont pas visés par l'exonération mentionnée à l'alinéa précédent : | Worden niet beoogd door de vrijstelling vermeld in het vorige lid : |
a) les biens immobiliers ou parties de biens immobiliers utilisés | a) de onroerende goederen of delen van onroerende goederen gebruikt |
comme habitation, ou équipés pour une telle utilisation; | als woning of uitgerust voor zulk gebruik; |
b) les salles de fête ou de réunion, à moins que ne soit apportée la | b) de feestzalen of vergaderzalen, tenzij het bewijs wordt aangebracht |
preuve qu'il s'agit là du lieu principal d'exercice public du culte ou | dat het gaat over de hoofdplaats van de openbare uitoefening van de |
de l'assistance morale et que des évènements de culte ou d'assistance | eredienst of de morele dienstverlening en dat evenementen van de |
morale s'y tiennent en moyenne au moins trois fois par semaine. | eredienst of de morele dienstverlening er gemiddeld minstens drie keer |
per week worden gehouden | |
[...] ' ». | [...] ' ». |
B.1.3. Il ressort de la requête que les parties requérantes | B.1.3. Uit het verzoekschrift blijkt dat de verzoekende partijen in |
sollicitent en réalité l'annulation de l'article 253, § 2, alinéa 1er, | werkelijkheid de vernietiging vorderen van artikel 253, § 2, eerste |
a) et d), du Code des impôts sur les revenus (ci-après : CIR 1992), | lid, a) en d), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (hierna : |
tel qu'il a été remplacé par l'article 12 de l'ordonnance du 23 | WIB 1992), zoals vervangen bij artikel 12 van de ordonnantie van 23 |
novembre 2017. | november 2017. |
La Cour limite son examen à cette disposition. | Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die bepaling. |
B.2.1. L'article 253, § 2, du CIR 1992, tel qu'il a été remplacé par | B.2.1. Artikel 253, § 2, van het WIB 1992, zoals vervangen bij artikel |
l'article 12 de l'ordonnance du 23 novembre 2017, prévoit l'exonération du précompte immobilier du revenu cadastral des immeubles situés en Région de Bruxelles-Capitale qui sont affectés à l'exercice public d'un culte, moyennant le respect de certaines conditions. Les parties requérantes critiquent les conditions selon lesquelles l'immeuble en question doit, d'une part, être exclusivement affecté à l'exercice public d'un culte d'une religion reconnue et, d'autre part, être géré par un établissement local reconnu chargé de la gestion du temporel du culte. B.2.2. La disposition attaquée s'inscrit dans le contexte de la reprise du service du précompte immobilier par la Région de | 12 van de ordonnantie van 23 november 2017, voorziet in de vrijstelling, van de onroerende voorheffing, van het kadastraal inkomen van onroerende goederen gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die worden gebruikt als plaats voor het openbaar uitoefenen van een eredienst, mits aan sommige voorwaarden is voldaan. De verzoekende partijen bekritiseren de voorwaarden volgens welke het onroerend goed in kwestie, enerzijds, uitsluitend moet worden gebruikt als plaats voor het openbaar uitoefenen van een eredienst van een erkende godsdienst en, anderzijds, moet worden beheerd door een erkende plaatselijke instelling die belast is met het beheer van de temporaliën van de eredienst. B.2.2. De bestreden bepaling past in de context van de overname van de dienst onroerende voorheffing door het Brusselse Hoofdstedelijke |
Bruxelles-Capitale, en application de l'article 5, § 3, de la loi | Gewest, met toepassing van artikel 5, § 3, van de bijzondere wet van |
spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et | 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en |
des régions. En effet, l'ordonnance du 23 novembre 2017 a été prise | de gewesten. De ordonnantie van 23 november 2017 is immers genomen om |
pour fixer les règles matérielles applicables au précompte immobilier | de materiële regels vast te stellen die van toepassing zijn op de |
dans la Région de Bruxelles-Capitale, en vue du transfert du service | onroerende voorheffing in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, met |
d'impôt concerné. | het oog op de overdracht van de betrokken belastingdienst. |
La disposition attaquée est entrée en vigueur dès l'exercice | De bestreden bepaling is in werking getreden vanaf het aanslagjaar |
d'imposition 2018 (article 18 de l'ordonnance du 23 novembre 2017), | 2018 (artikel 18 van de ordonnantie van 23 november 2017), dat |
qui coïncide avec la reprise effective du service du précompte | samenvalt met de daadwerkelijke overname van de dienst onroerende |
immobilier par la Région de Bruxelles-Capitale. | voorheffing door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. |
B.2.3. Avant son remplacement par la disposition attaquée, l'article | B.2.3. Vóór de vervanging ervan bij de bestreden bepaling, bepaalde |
253 du CIR 1992 disposait : | artikel 253 van het WIB 1992 : |
« Est exonéré du précompte immobilier, le revenu cadastral : | "Van de onroerende voorheffing wordt het kadastraal inkomen vrijgesteld : |
1° des biens immobiliers ou des parties de biens immobiliers visés à | 1° van de in artikel 12, § 1 vermelde onroerende goederen of delen van |
l'article 12, § 1er; | onroerende goederen; |
[...] ». | [...] ». |
L'article 12, § 1er, du CIR 1992 dispose : | Artikel 12, § 1, van het WIB 1992 bepaalt : |
« Sont exonérés les revenus de biens immobiliers ou des parties de | « Vrijgesteld zijn de inkomsten van onroerende goederen of delen van |
biens immobiliers sis dans un Etat membre de l'Espace économique | onroerende goederen gelegen in een lidstaat van de Europese |
européen qu'un contribuable ou un occupant a affectés sans but de | Economische Ruimte die een belastingplichtige of een bewoner zonder |
lucre à l'exercice public d'un culte, ou de l'assistance morale laïque | winstoogmerk heeft bestemd voor het openbaar uitoefenen van een |
à l'enseignement, à l'installation d'hôpitaux, de cliniques, de | eredienst of van de vrijzinnige morele dienstverlening, voor |
dispensaires, de maisons de repos, de homes de vacances pour enfants | onderwijs, voor het vestigen van hospitalen, klinieken, dispensaria, |
ou personnes pensionnées, ou d'autres oeuvres analogues de | rusthuizen, vakantiehuizen voor kinderen of gepensioneerden, of van |
bienfaisance ». | andere soortgelijke weldadigheidsinstellingen ». |
Il s'ensuit qu'avant la disposition attaquée, le revenu cadastral des | Hieruit vloeit voort dat, vóór de bestreden bepaling, het kadastraal |
inkomen van de in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gelegen | |
immeubles situés dans la Région de Bruxelles-Capitale affectés sans | onroerende goederen zonder winstoogmerk en bestemd voor de openbare |
but de lucre à l'exercice public d'un culte était exonéré du précompte | uitoefening van een eredienst was vrijgesteld van de onroerende |
immobilier, que ce culte soit reconnu ou non. | voorheffing, ongeacht of die eredienst al dan niet erkend was. |
B.3. Les travaux préparatoires de la disposition attaquée indiquent : | B.3. De parlementaire voorbereiding van de bestreden bepaling vermeldt : |
« § 2 : Exonération liée aux lieux de culte | « § 2 : Vrijstelling gelinkt aan de plaats van de eredienst |
Ce nouveau paragraphe 2 concerne l'exonération du précompte immobilier | Deze nieuwe paragraaf 2 heeft betrekking op de vrijstelling van de |
pour les cultes reconnus et l'assistance morale selon une conception | onroerende voorheffing voor de erkende erediensten en de morele |
philosophique non confessionnelle. | dienstverlening op basis van een niet confessionele levensbeschouwing. |
Des abus de cette exonération, par les propriétaires d'immeubles qui | In de praktijk werden misbruiken van deze vrijstelling vastgesteld |
les destinaient à des cultes fictifs, ont été constatés dans la | door eigenaars van gebouwen die deze voor fictieve erediensten |
pratique. Pourtant, cette exonération ne visait que les cultes et | bestemden. Deze vrijstelling was echter enkel bedoeld voor ' |
l'assistance morale ' authentiques '. | authentieke ' erediensten en morele dienstverlening. |
Un contrôle de l'authenticité du culte, qui était pratiqué dans un | Een controle op de authenticiteit van de eredienst die wordt |
immeuble en question, afin de détecter les abus potentiels, est | uitgeoefend in een bepaald gebouw om potentiële misbruiken op te |
toutefois difficile, vu la liberté de culte constitutionnelle et | sporen ligt echter moeilijk gelet op de grondwettelijke vrijheid van |
l'interdiction d'ingérence en découlant (articles 19 à 21 de la Constitution). | eredienst en het daaruit voortvloeiende verbod van inmenging (artikelen 19 tot 21 van de Grondwet). |
Comme solution, le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale a | Als oplossing wenst de Brusselse Hoofdstedelijke Regering de |
entendu limiter l'accès à l'exonération aux bâtiments et parties de | vrijstelling voor gebouwen of delen van gebouwen te beperken tot |
bâtiments où sont exercés les seuls cultes d'une religion reconnue ou | plaatsen waar enkel erediensten van een erkende godsdienst en van de |
de l'assistance morale et qui sont gérés par une instance reconnue. | morele dienstverlening worden uitgeoefend en beheerd worden door een |
Dans ce cas, ce n'est pas à l'autorité de contrôler l'authenticité du | erkende instelling. Het is in dit geval niet aan de overheid om toe te zien op de |
culte ou de l'assistance morale pratiqués dans le bâtiment, mais à | authenticiteit van de in een gebouw uitgeoefende eredienst of morele |
l'instance reconnue de la religion et de l'assistance morale | dienstverlening, maar aan de erkende instelling van de betrokken |
concernées. Ces concepts sont déjà contenus dans les articles 24, § 1er, | godsdienst en morele dienstverlening. Deze begrippen zijn reeds vervat |
et 187 [lire : 181], § 1er, de la Constitution, et sont également | in artikelen 24, § 1, en 181, § 1, van de Grondwet en worden eveneens |
appliqués par d'autres législations, comme par exemple l'enseignement | toegepast bij andere wetgeving, bijvoorbeeld de wetgeving op het |
de la religion. | godsdienstonderwijs. |
Le caractère constitutionnel de la distinction entre cultes reconnus | De grondwettigheid van een onderscheid tussen erkende en niet-erkende |
et non reconnus avait déjà été consacré par la Cour constitutionnelle. | godsdiensten werd reeds bevestigd door het Grondwettelijk Hof. In zijn |
Dans son arrêt du 4 mars 1993, la Cour a confirmé qu'un tel avantage ' | arrest van 4 maart 1993 bevestigt het Hof dat een dergelijk voordeel ' |
peut être lié à l'intervention d'une instance indépendante des | gekoppeld mag worden aan het optreden van een van de overheid |
pouvoirs publics qui en garantisse l'authenticité ' (C.C., 4 mars 1993, n° 18/1993). | onafhankelijke instantie die de authenticiteit ervan waarborgt ' (GwH, 4 maart 1993, nr. 18/1993). |
Pour éviter les aménagements mineurs de certaines pièces pour tenter | Om te vermijden dat men minieme inrichtingen uitvoert van bepaalde |
de bénéficier de l'exonération, ce paragraphe précise également que | delen om de vrijstelling trachten te bekomen, preciseert deze |
l'immeuble concerné (ou certaines parties) doit exclusivement et | paragraaf eveneens dat het onroerend goed (of deel ervan) exclusief en |
régulièrement être utilisé pour des événements de culte ou | regelmatig voor evenementen van eredienst of van morele |
d'assistance morale » (Doc. parl., Parlement de la Région de | dienstverlening mogen worden gebruikt » (Parl. St., Parlement van het |
Bruxelles-Capitale, 2016-2017, n° A-554/1, pp. 9-10). | Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, 2016-2017, nr. A-554/1, pp. 9-10). |
Quant au moyen unique | Ten aanzien van het enige middel |
B.4. Les parties requérantes prennent un moyen unique de la violation | B.4. De verzoekende partijen leiden een enig middel af uit de |
des articles 10, 11, 19 et 172 de la Constitution, combinés avec les | schending van de artikelen 10, 11, 19 en 172 van de Grondwet, in |
articles 9, 11 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme | samenhang gelezen met de artikelen 9, 11 en 14 van het Europees |
et avec l'article 1er du Premier protocole additionnel à la Convention | Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste |
européenne des droits de l'homme. | Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de |
Elles soutiennent que la différence de traitement créée par la | mens. Zij voeren aan dat het door de bestreden bepaling tot stand gebrachte |
disposition attaquée entre, d'une part, les cultes reconnus, qui | verschil in behandeling tussen, enerzijds, de erkende erediensten, die |
bénéficient de l'exonération du précompte immobilier pour les | de vrijstelling van de onroerende voorheffing genieten voor de |
immeubles qu'ils affectent exclusivement à l'exercice public de leur | onroerende goederen die zij uitsluitend bestemmen voor de openbare |
culte, et les cultes non reconnus, qui ne bénéficient pas ou ne | uitoefening van hun eredienst, en de niet-erkende erediensten, welke |
bénéficient plus de cette exonération, n'est pas objectivement et | die vrijstelling niet of niet langer genieten, niet objectief en |
raisonnablement justifiée et qu'elle entraîne une violation de la | redelijk verantwoord is en dat zij een schending van de vrijheid van |
liberté de religion. | godsdienst tot gevolg heeft. |
B.5. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas | B.5. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit |
qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de | dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt |
personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et | ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust |
qu'elle soit raisonnablement justifiée. | en het redelijk verantwoord is. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité et de | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
et le but visé. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.6.1. L'article 19 de la Constitution dispose : | B.6.1. Artikel 19 van de Grondwet bepaalt : |
« La liberté des cultes, celle de leur exercice public, ainsi que la | « De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, |
liberté de manifester ses opinions en toute matière, sont garanties, | alsmede de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn |
sauf la répression des délits commis à l'occasion de l'usage de ces | gewaarborgd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter |
libertés ». | gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd ». |
L'article 9 de la Convention européenne des droits de l'homme dispose | Artikel 9 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt |
: | : |
« 1. Toute personne a droit à la liberté de pensée, de conscience et | « 1. Eenieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en |
de religion; ce droit implique la liberté de changer de religion ou de | godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of |
conviction, ainsi que la liberté de manifester sa religion ou sa | overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid, hetzij alleen, hetzij |
conviction individuellement ou collectivement, en public ou en privé, | met anderen, zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn |
par le culte, l'enseignement, les pratiques et l'accomplissement des | godsdienst of overtuiging te belijden door de eredienst, door het |
rites. | onderwijzen ervan, door de practische toepassing ervan en het |
2. La liberté de manifester sa religion ou ses convictions ne peut | onderhouden van de geboden en voorschriften. |
faire l'objet d'autres restrictions que celles qui, prévues par la | 2. De vrijheid van godsdienst of overtuiging te belijden kan aan geen |
loi, constituent des mesures nécessaires, dans une société | andere beperkingen zijn onderworpen dan die welke bij de wet zijn |
démocratique, à la sécurité publique, à la protection de l'ordre, de | voorzien, en die in een democratische samenleving nodig zijn voor de |
la santé ou de la morale publiques, ou à la protection des droits et | openbare orde, gezondheid of zedelijkheid of de bescherming van de |
libertés d'autrui ». | rechten en vrijheden van anderen ». |
En ce que l'article 9 précité reconnaît le droit d'exprimer sa | In zoverre het voormelde artikel 9 het recht erkent om hetzij alleen, |
religion, soit seul, soit avec d'autres, il a une portée analogue à | hetzij met anderen, zijn godsdienst tot uiting te brengen, heeft het |
celle de l'article 19 de la Constitution, qui reconnaît, entre autres, | een draagwijdte die analoog is aan die van artikel 19 van de Grondwet, |
la liberté de religion. Dès lors, les garanties offertes par ces | dat onder meer de vrijheid van godsdienst erkent. De bij die |
dispositions forment, dans cette mesure, un ensemble indissociable. | bepalingen geboden waarborgen vormen dan ook, in die mate, een onlosmakelijk geheel. |
B.6.2. Le droit à la liberté de religion ne vaut que pour les | B.6.2. Het recht op de vrijheid van godsdienst geldt alleen voor de |
convictions qui atteignent un degré suffisant de force, de sérieux, de | overtuigingen die voldoende valide, ernstig, coherent en relevant |
cohérence et d'importance. Cependant, dès lors que cette condition est | zijn. Wanneer aan die voorwaarde is voldaan, is de Staat echter |
remplie, il incombe à l'Etat un devoir de neutralité et d'impartialité | gebonden door een neutraliteits- en onpartijdigheidsplicht die |
qui est incompatible avec un quelconque pouvoir d'appréciation de sa | onverenigbaar is met enige beoordelingsbevoegdheid van zijn kant ten |
part quant à la légitimité des convictions religieuses ou à la manière | aanzien van de legitimiteit van de religieuze overtuigingen of de |
dont elles sont exprimées (CEDH, grande chambre, 26 avril 2016, | manier waarop zij tot uiting worden gebracht (EHRM, grote kamer, 26 |
Izzettin Dogan et autres c. Turquie, §§ 68 et 107). | april 2016, Izzettin Dogan et anderen t. Turkije, §§ 68 en 107). |
B.7. Il ressort des travaux préparatoires cités en B.3 qu'en réservant | B.7. Uit de in B.3 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat |
l'exonération du précompte immobilier aux revenus cadastraux des | de ordonnantiegever, door de vrijstelling van de onroerende |
immeubles affectés exclusivement à l'exercice public de cultes | voorheffing voor te behouden aan de kadastrale inkomens van de |
reconnus et gérés par des établissements locaux reconnus, le | onroerende goederen die uitsluitend worden bestemd voor de openbare |
législateur ordonnanciel entendait lutter contre la pratique des | uitoefening van erkende erediensten en die worden beheerd door erkende |
plaatselijke instellingen, de praktijk heeft willen bestrijden waarbij | |
demandes d'exonération du précompte immobilier pour des immeubles | de vrijstelling van de onroerende voorheffing werd gevorderd voor |
affectés à des cultes fictifs. | onroerende goederen die voor fictieve erediensten werden bestemd. |
La lutte contre la fraude fiscale est un objectif légitime. | De strijd tegen fiscale fraude is een legitiem doel. |
B.8. En outre, le critère de la reconnaissance du culte et de | B.8. Het criterium van de erkenning van de eredienst en van de |
l'établissement chargé de la gestion du temporel des cultes est | instelling die belast is met het beheer van de temporaliën van de |
objectif. | erediensten is bovendien objectief. |
B.9. Par ailleurs, ce critère est pertinent au regard de l'objectif | B.9. Dat criterium is overigens relevant in het licht van het |
poursuivi de lutte contre la fraude fiscale. | nagestreefde doel bestaande in de bestrijding van fiscale fraude. |
En effet, pour obtenir leur reconnaissance, les cultes doivent | De erediensten moeten immers, om te worden erkend, beantwoorden aan |
répondre à des critères d'organisation et de fonctionnement et ils ne | criteria inzake organisatie en werking en zij kunnen bijgevolg niet |
peuvent dès lors être considérés comme des cultes fictifs, qui ne | worden beschouwd als fictieve erediensten, die dus niet langer de |
peuvent donc plus bénéficier de l'exonération du précompte immobilier. | vrijstelling van de onroerende voorheffing kunnen genieten. |
B.10. La Cour doit encore vérifier si le législateur ordonnanciel, en | B.10. Het Hof moet voorts nagaan of de ordonnantiegever, door te |
choisissant le critère de la reconnaissance du culte et de | kiezen voor het criterium van de erkenning van de eredienst en van de |
l'établissement local qui gère le temporel du culte, n'a pas créé | plaatselijke instelling die de temporaliën van de eredienst beheert, |
d'effets disproportionnés pour les cultes non reconnus, tels que les | geen onevenredige gevolgen heeft gecreëerd voor de niet-erkende |
parties requérantes, et porté atteinte à leur liberté de religion. | erediensten, zoals de verzoekende partijen, en afbreuk heeft gedaan |
aan hun vrijheid van godsdienst. | |
B.11.1. La liberté de religion n'implique pas que les Eglises ou leurs | B.11.1. De vrijheid van godsdienst houdt niet in dat de Kerken of hun |
fidèles doivent se voir accorder un statut fiscal différent de celui | gelovigen een ander fiscaal statuut moeten krijgen dan dat van de |
des autres contribuables (CEDH, décision, 14 juin 2001, Alujer | andere belastingplichtigen (EHRM, beslissing, 14 juni 2001, Alujer |
Fernandez et Caballero Garcia c. Espagne, p. 8). L'article 9 de la | Fernandez en Caballero Garcia t. Spanje, p. 8). Artikel 9 van het |
Convention européenne des droits de l'homme n'implique pas non plus le | Europees Verdrag voor de rechten van de mens impliceert evenmin het |
droit pour une association religieuse d'être exonérée de tout impôt | recht voor een religieuze vereniging om van elke belasting te worden |
(Comm. eur. D.H., 16 avril 1998, n° 30260/96, Association Sivananda de | vrijgesteld (ECRM, 16 april 1998, nr. 30260/96, Association Sivananda |
Yoga Vedanta). | de Yoga Vedanta). |
Toutefois, une mesure de taxation d'une association religieuse | Een maatregel inzake de belasting van een religieuze vereniging vormt |
constitue une ingérence dans l'exercice des droits garantis par | evenwel een inmenging in de uitoefening van de rechten die zijn |
l'article 9 précité lorsqu'elle a pour effet de couper les ressources | gewaarborgd bij het voormelde artikel 9 wanneer hij tot gevolg heeft |
vitales de l'association, de sorte que cette dernière n'est plus en | de vereniging haar vitale middelen te ontnemen, zodat die laatste niet |
mesure d'assurer concrètement à ses fidèles le libre exercice de leur | langer in staat is voor haar aanhangers de vrije uitoefening van hun |
culte, et qu'elle menace la pérennité, sinon entrave sérieusement | eredienst concreet te verzekeren, en wanneer hij hun voortbestaan |
l'organisation interne, le fonctionnement de l'association et ses | bedreigt of de interne organisatie, de werking van de vereniging en |
activités religieuses (CEDH, 30 juin 2011, Association les Témoins de | haar religieuze activiteiten belemmert (EHRM, 30 juni 2011, |
Jéhovah c. France, § 53). | Association les Témoins de Jéhovah t. Frankrijk, § 53). |
B.11.2. Conformément à l'article 255 du CIR 1992, tel qu'il est | B.11.2. Overeenkomstig artikel 255 van het WIB 1992, zoals van |
applicable dans la Région de Bruxelles-Capitale, le précompte | toepassing in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, bedraagt de |
immobilier s'élève à 1,25 % du revenu cadastral tel que celui-ci est | onroerende voorheffing 1,25 % van het kadastraal inkomen zoals |
établi au 1er janvier de l'exercice d'imposition. | vastgesteld op 1 januari van het aanslagjaar. |
Les parties requérantes ne démontrent pas qu'un précompte immobilier | De verzoekende partijen tonen niet aan dat een op dergelijke basis |
calculé sur une telle base, même majoré des centimes additionnels | berekende onroerende voorheffing, zelfs wanneer zij wordt vermeerderd |
communaux et des centimes additionnels au profit de l'agglomération | met de gemeentelijke opcentiemen en met de opcentiemen ten behoeve van |
bruxelloise, est disproportionné par rapport aux ressources des cultes | de Brusselse agglomeratie, onevenredig is ten opzichte van de middelen |
non reconnus et menacerait leur pérennité ou entraverait sérieusement leur organisation interne, leur fonctionnement et leurs activités religieuses. B.12.1. Lorsqu'il détermine sa politique en matière fiscale, le législateur ordonnanciel dispose d'un pouvoir d'appréciation étendu. Tel est notamment le cas lorsqu'il détermine le fait générateur et les redevables des impôts qu'il prévoit. La Cour ne peut censurer les choix politiques du législateur ordonnanciel et les motifs qui les fondent que s'ils reposent sur une erreur manifeste ou ne sont pas raisonnablement justifiés. Le législateur dispose ainsi d'un large pouvoir d'appréciation pour déterminer les cas dans lesquels un contribuable peut bénéficier d'une exonération d'impôt. Toutefois, lorsque l'exonération fiscale est liée au droit d'exprimer sa religion, soit seul, soit avec d'autres, le législateur est tenu | van de niet-erkende erediensten en hun voortbestaan zou bedreigen of hun interne organisatie, hun werking en hun religieuze activiteiten ernstig zou belemmeren. B.12.1. Wanneer de ordonnantiegever zijn fiscaal beleid vaststelt, beschikt hij over een ruime beoordelingsbevoegdheid. Dat is met name het geval wanneer hij het belastbare feit en de belastingschuldigen vaststelt van de belasting waarin hij voorziet. Het Hof vermag de beleidskeuzen van de ordonnantiegever, alsook de motieven die daaraan ten grondslag liggen, slechts af te keuren indien zij op een manifeste vergissing zouden berusten of niet redelijk verantwoord zouden zijn. De ordonnantiegever beschikt aldus over een ruime beoordelingsbevoegdheid om de gevallen te bepalen waarin een belastingplichtige een belastingvrijstelling kan genieten. Echter, wanneer de belastingvrijstelling verband houdt met het recht om zijn godsdienst tot uiting te brengen, ofwel alleen, ofwel samen |
par le devoir de neutralité et d'impartialité qui lui incombe en vertu | met anderen, is de ordonnantiegever gebonden aan de neutraliteits- en |
des articles 19 et 21, alinéa 1er, de la Constitution. | onpartijdigheidsplicht die hem krachtens de artikelen 19 en 21, eerste |
B.12.2. Pour atteindre l'objectif légitime d'éviter que les cultes | lid, van de Grondwet is opgelegd. B.12.2. Om het legitieme doel te bereiken dat erin bestaat te |
fictifs bénéficient de l'exonération du précompte immobilier, le | voorkomen dat fictieve erediensten de vrijstelling van de onroerende |
législateur ordonnanciel a légitimement pu recourir au critère de la | voorheffing genieten, vermocht de ordonnantiewetgever op legitieme |
reconnaissance du culte et de l'établissement local qui gère le | wijze gebruik te maken van het criterium van de erkenning van de |
temporel du culte. En effet, ce critère permet au législateur | eredienst en van de plaatselijke instelling die de temporaliën van de |
ordonnanciel à la fois d'atteindre l'objectif de lutte contre la | eredienst beheert. Dat criterium maakt het de ordonnantiegever immers |
fraude fiscale et de respecter son devoir de neutralité et | mogelijk om zowel het doel inzake de bestrijding van fiscale fraude te |
d'impartialité découlant des articles 19 et 21, alinéa 1er, de la Constitution. Par ailleurs, le législateur ordonnanciel a raisonnablement pu considérer que le contrôle de l'administration fiscale et celui du juge judiciaire ne sont pas suffisants pour mettre fin aux situations de fraude constatées. B.12.3. La circonstance que le bénéfice de l'exonération du précompte immobilier prévue par la disposition attaquée est lié à la reconnaissance du culte et de l'établissement local chargé de la gestion du temporel du culte n'entraîne pas d'effets disproportionnés pour les cultes non reconnus, étant donné que ceux-ci peuvent solliciter la reconnaissance de leur culte. Pour le surplus, la procédure de reconnaissance des cultes, critiquée par les parties requérantes, n'est pas régie par la disposition attaquée, de sorte qu'elle ne fait pas l'objet du présent recours. B.13. Le moyen unique n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi rendu en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 14 novembre 2019. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, | bereiken als tegemoet te komen aan zijn neutraliteits- en onpartijdigheidsplicht die voortvloeit uit de artikelen 19 en 21, eerste lid, van de Grondwet. De ordonnantiegever vermocht overigens redelijkerwijs ervan uit te gaan dat de controle vanwege de belastingadministratie en die vanwege de justitiële rechter niet volstaan om een einde te maken aan de vastgestelde situaties van fraude. B.12.3. Het gegeven dat het voordeel van de vrijstelling van de onroerende voorheffing waarin de bestreden bepaling voorziet, is verbonden met de erkenning van de eredienst en van de plaatselijke instelling die belast is met het beheer van de temporaliën van de eredienst, heeft geen onevenredige gevolgen voor de niet-erkende erediensten, daar zij de erkenning van hun eredienst kunnen aanvragen. Voor het overige wordt de procedure inzake de erkenning van de erediensten, die wordt bekritiseerd door de verzoekende partijen, niet geregeld bij de bestreden bepaling, zodat zij niet het voorwerp uitmaakt van het onderhavige beroep. B.13. Het enige middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 14 november 2019. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |