← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 181/2018 du 6 décembre 2018 Numéro du rôle : 7000 En cause :
le recours contre l'arrêt n° 113/2018 du 19 juillet 2018, introduit par Alain Kiyabala Mundele. La
Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée d après en avoir délibéré, rend
l'arrêt suivant : I. Objet du recours et procédure Par requête (...)"
| Extrait de l'arrêt n° 181/2018 du 6 décembre 2018 Numéro du rôle : 7000 En cause : le recours contre l'arrêt n° 113/2018 du 19 juillet 2018, introduit par Alain Kiyabala Mundele. La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée d après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet du recours et procédure Par requête (...) | Uittreksel uit arrest nr. 181/2018 van 6 december 2018 Rolnummer 7000 In zake : het beroep tegen het arrest nr. 113/2018 van 19 juli 2018, ingesteld door Alain Kiyabala Mundele. Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit v wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoe(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 181/2018 du 6 décembre 2018 | Uittreksel uit arrest nr. 181/2018 van 6 december 2018 |
| Numéro du rôle : 7000 | Rolnummer 7000 |
| En cause : le recours contre l'arrêt n° 113/2018 du 19 juillet 2018, | In zake : het beroep tegen het arrest nr. 113/2018 van 19 juli 2018, |
| introduit par Alain Kiyabala Mundele. | ingesteld door Alain Kiyabala Mundele. |
| La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, | Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, |
| composée du président F. Daoût et des juges-rapporteurs J.-P. Snappe | samengesteld uit voorzitter F. Daoût en de rechters-verslaggevers |
| et L. Lavrysen, assistée du greffier F. Meersschaut, | J.-P. Snappe en L. Lavrysen, bijgestaan door de griffier F. |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | Meersschaut, wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
| Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 18 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 18 augustus |
| août 2018 et parvenue au greffe le 21 août 2018, Alain Kiyabala | 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 21 |
| Mundele a introduit un recours en annulation contre l'arrêt de la Cour | augustus 2018, heeft Alain Kiyabala Mundele beroep tot vernietiging |
| n° 113/2018 du 19 juillet 2018. | ingesteld tegen het arrest van het Hof nr. 113/2018 van 19 juli 2018. |
| Le 12 septembre 2018, en application de l'article 71, alinéa 1er, de | Op 12 september 2018 hebben de rechters-verslaggevers J.-P. Snappe en |
| L. Lavrysen, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de | |
| la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les | bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de |
| juges-rapporteurs J.-P. Snappe et L. Lavrysen ont informé le président | voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden |
| qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en | gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te |
| chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que le recours en | stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep |
| annulation ne relève manifestement pas de la compétence de la Cour. | tot vernietiging klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort. |
| (...) | (...) |
| II. En droit | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. Le requérant a introduit un recours par lequel il demande à la | B.1. De verzoekende partij heeft een beroep ingesteld waarbij zij het |
| Cour de « réexaminer » l'arrêt n° 113/2018 du 19 juillet 2018 par lequel la Cour a rejeté, pour motif d'incompétence, sa demande d'annulation d'un arrêt de la Cour d'appel de Bruxelles du 6 novembre 2017. Dans sa requête et dans son mémoire justificatif, il soutient que les motifs retenus par la Cour, tirés de l'incompétence de cette dernière, d'une part, à statuer sur un recours en annulation introduit à l'encontre d'un arrêt rendu par le pouvoir judiciaire et, d'autre part, à répondre à des questions préjudicielles qui ne sont pas posées par des juridictions, n'étaient pas des raisons valables pour rejeter la requête qu'il avait introduite le 5 mai 2018. | Hof vraagt het arrest nr. 113/2018 van 19 juli 2018 « opnieuw te onderzoeken », arrest waarbij het Hof, om reden van onbevoegdheid, haar beroep tot vernietiging van een arrest van het Hof van Beroep te Brussel van 6 november 2017 heeft verworpen. In haar verzoekschrift en haar memorie met verantwoording voert de verzoekende partij aan dat de motieven die het Hof in aanmerking heeft genomen en die zijn afgeleid uit zijn onbevoegdheid om, enerzijds, uitspraak te doen over een beroep tot vernietiging ingesteld tegen een arrest dat door de rechterlijke macht is gewezen en, anderzijds, prejudiciële vragen te beantwoorden die niet door rechtscolleges zijn gesteld, geen geldige redenen waren om het door haar op 5 mei 2018 ingediende verzoekschrift te verwerpen. |
| B.2. En vertu de l'article 142 de la Constitution et des articles 1er | B.2. Krachtens artikel 142 van de Grondwet en de artikelen 1 en 26 van |
| et 26 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof doet |
| constitutionnelle, la Cour statue sur les recours en annulation de | het Hof uitspraak over beroepen tot vernietiging van wetten, decreten |
| lois, décrets et ordonnances et sur les questions préjudicielles y | en ordonnanties en over prejudiciële vragen dienaangaande, gesteld |
| relatives, posées par des juridictions. | door rechtscolleges. |
| Par ailleurs, en vertu de l'article 116 de la loi spéciale précitée, les arrêts de la Cour sont définitifs et sans recours. B.3. Le recours est manifestement irrecevable. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, rejette le recours. Ainsi rendu en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 6 décembre 2018. Le greffier, F. Meersschaut Le président, | Krachtens artikel 116 van de voormelde bijzondere wet zijn de arresten van het Hof overigens definitief en niet vatbaar voor beroep. B.3. Het beroep is klaarblijkelijk onontvankelijk. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 6 december 2018. De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, |
| F. Daoût | F. Daoût |