Extrait de l'arrêt n° 22/2018 du 22 février 2018 Numéro du rôle : 6629 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 35 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, posées par le Tribunal du travail du Hainaut, La Cour constitutionnelle, composée du président J. Spreutels, du président émérite E. De Groot,(...) | Uittreksel uit arrest nr. 22/2018 van 22 februari 2018 Rolnummer 6629 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door de Arbeidsrechtbank Henegouwen, afdeling Berg Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter J. Spreutels, emeritus voorzitter E. De Groo(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 22/2018 du 22 février 2018 | Uittreksel uit arrest nr. 22/2018 van 22 februari 2018 |
Numéro du rôle : 6629 | Rolnummer 6629 |
En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 35 de la | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 35 van de wet van 3 juli |
loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, posées par le | 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door de |
Tribunal du travail du Hainaut, division Mons. | Arbeidsrechtbank Henegouwen, afdeling Bergen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée du président J. Spreutels, du président émérite E. De Groot, | samengesteld uit voorzitter J. Spreutels, emeritus voorzitter E. De |
conformément à l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Groot, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour constitutionnelle, et des juges L. Lavrysen, J.-P. Snappe, | januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, en de rechters L. Lavrysen, |
J.-P. Moerman, E. Derycke et R. Leysen, assistée du greffier F. | J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door |
Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, | de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 27 février 2017 en cause de X.-F. H. contre le Service | Bij vonnis van 27 februari 2017 in zake X.-F. H. tegen de Federale |
public fédéral Finances, dont l'expédition est parvenue au greffe de | Overheidsdienst Financiën, waarvan de expeditie ter griffie van het |
la Cour le 1er mars 2017, le Tribunal du travail du Hainaut, division | Hof is ingekomen op 1 maart 2017, heeft de Arbeidsrechtbank |
Mons, a posé les questions préjudicielles suivantes : | Henegouwen, afdeling Bergen, de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« L'article 35 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de | « Schendt artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
travail, interprété comme faisant obstacle au droit d'un travailleur | arbeidsovereenkomsten, in die zin geïnterpreteerd dat het een beletsel |
employé par une autorité publique d'être entendu préalablement à son | vormt voor het recht van een door een overheid tewerkgestelde |
licenciement, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution | werknemer om vóór zijn ontslag te worden gehoord, de artikelen 10 en |
alors que ce droit est garanti aux agents statutaires en cas de | 11 van de Grondwet, terwijl dat recht aan statutaire ambtenaren wordt |
révocation ? | gewaarborgd in geval van herroeping ? |
Le même article, interprété comme ne faisant pas obstacle au droit | Schendt hetzelfde artikel, in die zin geïnterpreteerd dat het geen |
d'un travailleur employé par une autorité publique d'être entendu | beletsel vormt voor het recht van een door een overheid tewerkgestelde |
préalablement à son licenciement, viole-t-il les articles 10 et 11 de | werknemer om vóór zijn ontslag te worden gehoord, de artikelen 10 en |
la Constitution ? ». | 11 van de Grondwet ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Les articles 32 et 35 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux | B.1. De artikelen 32 en 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
contrats de travail disposent : | arbeidsovereenkomsten bepalen : |
« Art. 32.Sans préjudice des modes généraux d'extinction des |
« Art. 32.Behoudens de algemene wijzen waarop de verbintenissen te |
obligations, les engagements résultant des contrats régis par la | niet gaan, nemen de verbintenissen voortspruitende uit de door deze |
présente loi prennent fin : | wet geregelde overeenkomsten een einde : |
1° par l'expiration du terme; | 1° door afloop van de termijn; |
2° par l'achèvement du travail en vue duquel le contrat a été conclu; | 2° door voltooiing van het werk, waarvoor de overeenkomst werd gesloten; |
3° par la volonté de l'une des parties lorsque le contrat a été conclu | 3° door de wil van een der partijen, wanneer de overeenkomst voor |
pour une durée indéterminée ou qu'il existe un motif grave de rupture; | onbepaalde tijd werd gesloten, of ingeval een dringende reden tot |
beëindiging voorhanden is; | |
4° par la mort du travailleur; | 4° door de dood van de werknemer; |
5° par la force majeure ». « Art. 35.Chacune des parties peut résilier le contrat sans préavis ou avant l'expiration du terme pour un motif grave laissé à l'appréciation du juge et sans préjudice de tous dommages-intérêts s'il y a lieu. Est considérée comme constituant un motif grave, toute faute grave qui rend immédiatement et définitivement impossible toute collaboration professionnelle entre l'employeur et le travailleur. Le congé pour motif grave ne peut plus être donné sans préavis ou avant l'expiration du terme, lorsque le fait qui l'aurait justifié est connu de la partie qui donne congé, depuis trois jours ouvrables au moins. Peut seul être invoqué pour justifier le congé sans préavis ou avant l'expiration du terme, le motif grave notifié dans les trois jours ouvrables qui suivent le congé. A peine de nullité, la notification du motif grave se fait soit par lettre recommandée à la poste, soit par exploit d'huissier de justice. Cette notification peut également être faite par la remise d'un écrit à l'autre partie. La signature apposée par cette partie sur le double de cet écrit ne vaut que comme accusé de réception de la notification. La partie qui invoque le motif grave doit prouver la réalité de ce dernier; elle doit également fournir la preuve qu'elle a respecté les |
5° door overmacht ». « Art. 35.Elke partij kan de overeenkomst zonder opzegging of vóór het verstrijken van de termijn beëindigen om een dringende reden die aan het oordeel van de rechter wordt overgelaten en onverminderd alle eventuele schadeloosstellingen. Onder dringende reden wordt verstaan de ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt. Ontslag om een dringende reden mag niet meer zonder opzegging of vóór het verstrijken van de termijn worden gegeven, wanneer het feit ter rechtvaardiging ervan sedert ten minste drie werkdagen bekend is aan de partij die zich hierop beroept. Alleen de dringende reden waarvan kennis is gegeven binnen drie werkdagen na het ontslag kan worden aangevoerd ter rechtvaardiging van het ontslag zonder opzegging of vóór het verstrijken van de termijn. Op straffe van nietigheid, geschiedt de kennisgeving van de dringende reden hetzij bij een ter post aangetekende brief, hetzij bij gerechtsdeurwaardersexploot. Deze kennisgeving kan ook geschieden door afgifte van een geschrift aan de andere partij. De handtekening van deze partij op het duplicaat van dit geschrift geldt enkel als bericht van ontvangst van de kennisgeving. De partij die een dringende reden inroept, dient hiervan het bewijs te leveren; bovendien moet zij bewijzen dat zij de termijnen voorzien in |
délais prévus aux alinéas 3 et 4 ». | het derde en vierde lid geëerbiedigd heeft ». |
B.2.1. La première question préjudicielle interroge la Cour sur la | B.2.1. In de eerste prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit |
compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de | te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de |
l'article 35 de la loi du 3 juillet 1978 précitée, interprété comme | Grondwet, van artikel 35 van de voormelde wet van 3 juli 1978, in die |
faisant obstacle au droit d'un travailleur employé par une autorité | zin geïnterpreteerd dat het een beletsel vormt voor het recht van een |
publique à être entendu préalablement à son licenciement, alors que ce | door een overheid tewerkgestelde werknemer om vóór zijn ontslag te |
droit est garanti aux agents statutaires conformément à l'adage audi | worden gehoord, terwijl dat recht, overeenkomstig het adagium audi |
alteram partem. | alteram partem, wordt gewaarborgd voor de statutaire ambtenaren. |
La seconde question préjudicielle interroge la Cour sur la | In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te |
compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution de ce même | spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de |
article, interprété comme ne faisant pas obstacle au droit d'un | Grondwet, van datzelfde artikel, in die zin geïnterpreteerd dat het |
travailleur employé par une autorité publique à être entendu | geen beletsel vormt voor het recht van een door een overheid |
préalablement à son licenciement. | tewerkgestelde werknemer om vóór zijn ontslag te worden gehoord. |
B.2.2. Il ressort des motifs de la décision de renvoi que le juge a quo est saisi d'une demande introduite par un travailleur contractuel licencié pour motif grave par le Service public fédéral Finances, qui tend à la condamnation de l'Etat belge au paiement d'une indemnité compensatoire à la suite de l'absence d'audition préalable à son licenciement. Quant à la comparabilité B.3. La circonstance que les travailleurs employés par une autorité publique et les agents statutaires se trouveraient dans les situations juridiques différentes que constituent le contrat d'emploi et le statut ne suffit pas, contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres, à permettre de considérer que ces catégories de personnes ne pourraient être comparées : il s'agit en effet, dans les deux cas, de déterminer les conditions dans lesquelles ces personnes peuvent être valablement privées de leur emploi. | B.2.2. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat bij de verwijzende rechter een vordering is ingesteld door een contractuele werknemer die om dringende reden is ontslagen door de Federale Overheidsdienst Financiën, vordering die ertoe strekt de Belgische Staat te veroordelen tot de betaling van een compenserende vergoeding ingevolge het feit dat hij vóór zijn ontslag niet werd gehoord. Ten aanzien van de vergelijkbaarheid B.3. De omstandigheid dat de door een overheid tewerkgestelde werknemers en de statutaire ambtenaren zich in verschillende juridische situaties zouden bevinden die bestaan uit de arbeidsovereenkomst en het statuut, volstaat niet, in tegenstelling tot hetgeen de Ministerraad aanvoert, om te kunnen oordelen dat die categorieën van personen niet met elkaar zouden kunnen worden vergeleken : in beide gevallen gaat het immers erom de voorwaarden te bepalen waaronder voor die personen op geldige wijze een einde kan worden gemaakt aan hun betrekking. |
Quant à la première question préjudicielle | Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag |
B.4. Dans l'interprétation retenue par le juge a quo dans la | B.4. In de interpretatie die, in de formulering van de eerste |
formulation de la première question préjudicielle, l'article 35 de la loi du 3 juillet 1978 précitée, qui est une des modalités de la rupture du contrat de travail prévues par l'article 32, 3°, précité, autorise une autorité publique à licencier, pour motif grave, un travailleur avec lequel elle a conclu un contrat de travail, sans obliger cette autorité à entendre préalablement ce travailleur. Il appartient en règle au juge a quo d'interpréter les dispositions qu'il applique, sous réserve d'une lecture manifestement erronée des dispositions en cause, ce qui n'est pas le cas en l'espèce. Par un arrêt du 12 octobre 2015, la Cour de cassation a d'ailleurs jugé : « 5. Les règles relatives à la cessation des contrats de travail à durée indéterminée prévue par ces dispositions légales [n'obligent] pas un employeur à entendre un travailleur avant de procéder à son | prejudiciële vraag, door de verwijzende rechter in aanmerking is genomen, staat artikel 35 van de voormelde wet van 3 juli 1978, dat een van de in het voormelde artikel 32, 3°, bedoelde wijzen van beëindiging van de arbeidsovereenkomst is, een overheid toe een werknemer met wie zij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, om dringende reden te ontslaan zonder die overheid ertoe te verplichten die werknemer vooraf te horen. Het komt in de regel aan de verwijzende rechter toe de bepalingen die hij toepast te interpreteren, onder voorbehoud van een kennelijk verkeerde lezing van de in het geding zijnde bepalingen, hetgeen te dezen niet het geval is. Bij een arrest van 12 oktober 2015 heeft het Hof van Cassatie trouwens geoordeeld : « 5. De regeling inzake de beëindiging van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur waarin de voormelde wetsbepalingen voorzien, verplicht een werkgever niet om een werknemer te horen alvorens over te gaan tot |
licenciement. | diens ontslag. |
Il ne peut être dérogé en vertu d'un principe général de bonne | Aan die regeling die overeenkomstig artikel 1, tweede lid, |
administration à ces règles qui, conformément à l'article 1er, alinéa | Arbeidsovereenkomstenwet ook de overeenkomsten beheerst van de |
2, de la loi du 3 juillet 1978, régissent également les contrats des | werknemers tewerkgesteld door de gemeenten en wier toestand niet |
travailleurs occupés par les communes, qui ne sont pas soumis à un | statutair geregeld is, kan geen afbreuk worden gedaan op grond van een |
statut » (Cass., 12 octobre 2015, Pas., 2015, n° 595). | algemeen beginsel van behoorlijk bestuur » (Cass., 12 oktober 2015, |
Arr. Cass., 2015, nr. 595). | |
La Cour examine en conséquence la différence de traitement, dans | Het Hof onderzoekt het verschil in behandeling bijgevolg in de |
l'interprétation du juge a quo. | interpretatie van de verwijzende rechter. |
B.5. En autorisant une autorité publique à licencier un travailleur | B.5. Door een overheid toe te staan een werknemer met wie zij een |
avec lequel elle a conclu un contrat de travail, sans obliger cette | |
autorité à entendre préalablement ce travailleur, l'article 35, qui | arbeidsovereenkomst heeft gesloten, te ontslaan, zonder die overheid |
est une des modalités de licenciement prévues par l'article 32, 3°, de | ertoe te verplichten die werknemer vooraf te horen, doet artikel 35 |
la loi du 3 juillet 1978, crée une différence de traitement entre ces | van de wet van 3 juli 1978, dat een van de in artikel 32, 3°, bedoelde |
travailleurs et les agents statutaires qui ont le droit d'être | wijzen van ontslag is, een verschil in behandeling ontstaan tussen die |
entendus conformément au principe général de bonne administration audi | werknemers en de statutaire ambtenaren, die, overeenkomstig het |
alteram partem. | algemeen beginsel van behoorlijk bestuur audi alteram partem, het |
recht hebben te worden gehoord. | |
B.6. Les spécificités que présente le statut par rapport au contrat de | B.6. De specifieke kenmerken die het statuut ten opzichte van de |
travail peuvent s'analyser, selon le cas, comme des avantages (c'est | arbeidsovereenkomst vertoont, kunnen naar gelang van het geval worden |
notamment le cas de la plus grande stabilité d'emploi ou du régime de | geanalyseerd als voordelen (dat is met name het geval voor de grotere |
pension plus avantageux) ou comme des désavantages (tels la loi du | vastheid van betrekking of de pensioenregeling, die voordeliger is), |
changement, le devoir de discrétion et de neutralité ou le régime en matière de cumul ou d'incompatibilités). Ces spécificités ne doivent toutefois être prises en considération que par rapport à l'objet et à la finalité des dispositions en cause. A cet égard, il n'apparaît pas que l'employé d'une autorité publique qui reçoit son congé soit dans une situation différente selon qu'il a été recruté comme agent statutaire ou comme agent contractuel, quant à l'application du principe général de bonne administration audi alteram partem. | of als nadelen (zoals het veranderlijkheidsbeginsel, de discretie- en neutraliteitsplicht of de regeling inzake de cumulatie of de onverenigbaarheden). Die specifieke kenmerken dienen evenwel alleen in aanmerking te worden genomen in het licht van het onderwerp en de finaliteit van de in het geding zijnde bepalingen. In dat opzicht blijkt niet dat de werknemer van een overheid die zijn opzegging krijgt, zich ten aanzien van de toepassing van het algemeen beginsel van behoorlijk bestuur audi alteram partem in een verschillende situatie bevindt naargelang hij als statutair ambtenaar dan wel als contractueel personeelslid in dienst is genomen. |
B.7. Le principe général de bonne administration audi alteram partem | B.7. Het algemeen beginsel van behoorlijk bestuur audi alteram partem |
impose à l'autorité publique d'entendre préalablement la personne à | legt de overheid de verplichting op de persoon ten aanzien van wie, om |
l'égard de laquelle est envisagée une mesure grave pour des motifs | redenen die verband houden met zijn persoon of zijn gedrag, een |
liés à sa personne ou à son comportement. | ernstige maatregel wordt overwogen, voorafgaandelijk te horen. |
Ce principe s'impose à l'autorité publique en raison de sa nature | Dat beginsel is aan de overheid opgelegd wegens haar bijzondere aard, |
particulière, à savoir qu'elle agit nécessairement en tant que | namelijk dat zij noodzakelijkerwijs als behoedster van het algemeen |
gardienne de l'intérêt général et qu'elle doit statuer en pleine et | belang handelt en dat zij met volle kennis van zaken moet beslissen |
entière connaissance de cause lorsqu'elle prend une mesure grave liée | wanneer zij een ernstige maatregel neemt die verband houdt met het |
au comportement ou à la personne de son destinataire. | gedrag of de persoon van de adressaat ervan. |
Le principe audi alteram partem implique que l'agent qui risque | Het beginsel audi alteram partem houdt in dat het personeelslid dat |
d'encourir une mesure grave en raison d'une appréciation négative de | wegens een negatieve beoordeling van zijn gedrag een ernstige |
son comportement en soit préalablement informé et puisse faire valoir | maatregel dreigt te ondergaan, daarvan vooraf op de hoogte wordt |
utilement ses observations. La différence objective entre la relation | gebracht en zijn opmerkingen dienstig kan doen gelden. Het objectieve |
de travail statutaire et la relation de travail contractuelle ne peut | verschil tussen de statutaire arbeidsrelatie en de contractuele |
justifier, pour les agents d'une autorité publique, une différence de | arbeidsrelatie kan, voor de personeelsleden van een overheid, een |
traitement dans l'exercice du droit garanti par le principe de bonne | verschil in behandeling bij de uitoefening van het door het beginsel |
administration audi alteram partem. B.8.1. Il est vrai que, s'agissant du licenciement pour motif grave, l'article 35, alinéa 3, de la loi du 3 juillet 1978 dispose que « le congé pour motif grave ne peut plus être donné sans préavis ou avant l'expiration du terme, lorsque le fait qui l'aurait justifié est connu de la partie qui donne congé, depuis trois jours ouvrables au moins ». Le Conseil des ministres soutient qu'il résulterait de ce bref délai l'impossibilité pour l'autorité administrative d'entendre le travailleur contractuel qu'elle souhaiterait licencier. | van behoorlijk bestuur audi alteram partem gewaarborgde recht niet verantwoorden. B.8.1. Het is juist dat artikel 35, derde lid, van de wet van 3 juli 1978, met betrekking tot het ontslag om dringende reden, bepaalt dat « ontslag om een dringende reden [...] niet meer zonder opzegging of vóór het verstrijken van de termijn [mag] worden gegeven, wanneer het feit ter rechtvaardiging ervan sedert ten minste drie werkdagen bekend is aan de partij die zich hierop beroept ». De Ministerraad voert aan dat uit die korte termijn de onmogelijkheid voor de administratieve overheid zou voortvloeien om de contractuele werknemer te horen die zij zou willen ontslaan. |
B.8.2. Il résulte toutefois de la jurisprudence de la Cour de | B.8.2. Uit de rechtspraak van het Hof van Cassatie vloeit evenwel |
cassation qu'au sens de l'article 35, alinéa 3, de la loi du 3 juillet | voort dat, volgens artikel 35, derde lid, van de wet van 3 juli 1978, |
1978, « le fait qui constitue le motif grave de rupture est connu de la | « het feit dat aanleiding geeft tot het ontslag om dringende redenen, |
partie donnant congé lorsque celle-ci a, pour prendre une décision en | [...] aan de ontslaggevende partij bekend is, wanneer deze omtrent het |
connaissance de cause quant à l'existence du fait et des circonstances | bestaan van dat feit en de omstandigheden die daarvan een dringende |
de nature à lui attribuer le caractère d'un motif grave, une certitude | reden kunnen maken, voldoende zekerheid heeft om met kennis van zaken |
suffisant à sa propre conviction et aussi à l'égard de l'autre partie | een beslissing te kunnen nemen, inzonderheid voor haar eigen |
et de la justice; | overtuiging en tevens tegenover de andere partij en het gerecht; |
Que quel que soit son résultat, l'audition préalable du travailleur | Dat het voorafgaande verhoor van de werknemer, ongeacht het resultaat |
peut, suivant les circonstances de la cause, constituer une mesure | en volgens de omstandigheden van de zaak, een maatregel kan vormen die |
permettant à l'employeur d'acquérir une telle certitude; que de la | de werkgever dergelijke zekerheid geeft; dat uit de omstandigheid dat |
circonstance que le licenciement a été décidé après un entretien, sur | de werkgever besloot de werknemer te ontslaan na een onderhoud, op |
la base de faits qui étaient connus de l'employeur avant cet | grond van feiten waarmee hij vóór dat onderhoud bekend was, niet kan |
entretien, il ne peut être déduit que celui-ci disposait déjà, à ce | worden afgeleid dat hij reeds op dat ogenblik beschikte over alle |
moment, de tous les éléments d'appréciation nécessaires pour prendre | gegevens die hij nodig had om met kennis van zaken te beslissen; » |
une décision en connaissance de cause; » (Cass., 14 octobre 1996, | (Cass., 14 oktober 1996, Arr. Cass., 1996, I, nr. 380). |
Pas., 1996, I, n° 380). Ainsi, en pareil cas, le délai pour licencier ne prend cours qu'à | Aldus vangt de termijn om te ontslaan, in een dergelijk geval, pas aan |
partir de cette audition. | vanaf dat verhoor. |
B.9. Il ressort de ce qui précède que l'article 35 de la loi du 3 | B.9. Uit hetgeen voorafgaat, blijkt dat artikel 35 van de voormelde |
juillet 1978 précitée, interprété comme autorisant une autorité | wet van 3 juli 1978, in die zin geïnterpreteerd dat het een overheid |
publique à licencier un travailleur, avec lequel elle a conclu un | toestaat een werknemer, met wie zij een arbeidsovereenkomst heeft |
contrat de travail, pour des motifs graves liés à sa personne ou à son | gesloten, te ontslaan om dringende redenen die verband houden met zijn |
comportement, sans être tenue d'entendre préalablement ce travailleur, | persoon of zijn gedrag, zonder ertoe gehouden te zijn die werknemer |
n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. | vooraf te horen, niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de |
B.10. La Cour observe toutefois que la disposition en cause peut faire | Grondwet. B.10. Het Hof merkt echter op dat de in het geding zijnde bepaling |
l'objet d'une autre interprétation, comme celle que retient la seconde | anders kan worden geïnterpreteerd, zoals in de tweede prejudiciële |
question préjudicielle. | vraag in aanmerking wordt genomen. |
Quant à la seconde question préjudicielle | Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag |
B.11. Dans l'interprétation retenue par le juge a quo dans la | B.11. In de interpretatie die, in de formulering van de tweede |
formulation de la deuxième question préjudicielle, l'article 35 de la | prejudiciële vraag, door de verwijzende rechter in aanmerking wordt |
loi du 3 juillet 1978 précitée n'empêche pas une autorité publique, en | genomen, belet artikel 35 van de voormelde wet van 3 juli 1978 een |
sa qualité d'autorité administrative, de respecter le principe général | overheid, in haar hoedanigheid van administratieve overheid, niet om |
de bonne administration audi alteram partem et d'entendre le | het algemeen beginsel van behoorlijk bestuur audi alteram partem in |
travailleur avant de procéder au licenciement, même si ce licenciement | acht te nemen en de werknemer te horen alvorens tot het ontslag over |
est fondé sur un motif grave. | te gaan, zelfs indien dat ontslag op een dringende reden is gebaseerd. |
Dans cette interprétation, la différence de traitement est inexistante | In die interpretatie is het verschil in behandeling onbestaande en is |
et la disposition en cause n'est pas incompatible avec les articles 10 | de in het geding zijnde bepaling niet onbestaanbaar met de artikelen |
et 11 de la Constitution. | 10 en 11 van de Grondwet. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- L'article 35 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de | - Artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
travail, interprété comme faisant obstacle au droit d'un travailleur | arbeidsovereenkomsten, in die zin geïnterpreteerd dat het een beletsel |
vormt voor het recht van een door een overheid tewerkgestelde | |
employé par une autorité publique à être entendu préalablement à son | werknemer om vóór zijn ontslag, om dringende redenen die verband |
licenciement pour des motifs graves liés à sa personne ou à son | houden met zijn persoon of zijn gedrag, te worden gehoord, schendt de |
comportement, viole les articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
- Compte tenu de ce qui est dit en B.8.2, la même disposition, | - Rekening houdend met hetgeen is vermeld in B.8.2, schendt dezelfde |
interprétée comme ne faisant pas obstacle au droit d'un travailleur | bepaling, in die zin geïnterpreteerd dat zij geen beletsel vormt voor |
employé par une autorité publique à être entendu préalablement à son | het recht van een door een overheid tewerkgestelde werknemer om vóór |
licenciement pour des motifs graves liés à sa personne ou à son | zijn ontslag, om dringende redenen die verband houden met zijn persoon |
comportement, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | of zijn gedrag, te worden gehoord, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 22 février 2018. | op 22 februari 2018. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
J. Spreutels | J. Spreutels |