← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 81/2017 du 15 juin 2017 Numéro du rôle : 6642 En cause : le
recours en annulation de l'article 2 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 décembre
1994 relative au précompte immobilier, introduit par l'or La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée
du président E. De Groot et des juges-ra(...)"
Extrait de l'arrêt n° 81/2017 du 15 juin 2017 Numéro du rôle : 6642 En cause : le recours en annulation de l'article 2 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 décembre 1994 relative au précompte immobilier, introduit par l'or La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président E. De Groot et des juges-ra(...) | Uittreksel uit arrest nr. 81/2017 van 15 juni 2017 Rolnummer 6642 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 2 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing, inge Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter E. De Groot en de rechters-v(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 81/2017 du 15 juin 2017 | Uittreksel uit arrest nr. 81/2017 van 15 juni 2017 |
Numéro du rôle : 6642 | Rolnummer 6642 |
En cause : le recours en annulation de l'article 2 de l'ordonnance de | In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 2 van de ordonnantie |
la Région de Bruxelles-Capitale du 22 décembre 1994 relative au | van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 22 december 1994 |
précompte immobilier, introduit par l'organisme public doté de la | betreffende de onroerende voorheffing, ingesteld door de openbare |
personnalité civile « het Gemeenschapsonderwijs ». | instelling met rechtspersoonlijkheid « het Gemeenschapsonderwijs ». |
La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, | Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, |
composée du président E. De Groot et des juges-rapporteurs A. Alen et | samengesteld uit voorzitter E. De Groot en de rechters-verslaggevers |
J.-P. Moerman, assistée du greffier F. Meersschaut, | A. Alen en J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 22 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 22 maart 2017 |
mars 2017 et parvenue au greffe le 23 mars 2017, l'organisme public | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 23 maart |
doté de la personnalité civile « het Gemeenschapsonderwijs », assisté | 2017, heeft de openbare instelling met rechtspersoonlijkheid « het |
Gemeenschapsonderwijs », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. V. | |
et représenté par Me V. Pertry et Me B. Martel, avocats au barreau de | Pertry en Mr. B. Martel, advocaten bij de balie te Brussel, met |
Bruxelles, a, en application de l'article 4, alinéa 2, de la loi | toepassing van artikel 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, introduit un | januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, beroep tot vernietiging |
recours en annulation de l'article 2 de l'ordonnance de la Région de | ingesteld van artikel 2 van de ordonnantie van het Brusselse |
Bruxelles-Capitale du 22 décembre 1994 relative au précompte | Hoofdstedelijke Gewest van 22 december 1994 betreffende de onroerende |
immobilier, à la suite de l'arrêt de la Cour n° 111/2016 du 14 juillet | voorheffing, naar aanleiding van het arrest van het Hof nr. 111/2016 |
2016 (publié au Moniteur belge du 4 octobre 2016). | van 14 juli 2016 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 |
Le 29 mars 2017, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la loi | oktober 2016). Op 29 maart 2017 hebben de rechters-verslaggevers A. Alen en J.-P. |
Moerman, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van voormelde | |
spéciale précitée du 6 janvier 1989, les juges-rapporteurs A. Alen et | bijzondere wet van 6 januari 1989, de voorzitter ervan in kennis |
J.-P. Moerman ont informé le président qu'ils pourraient être amenés à | gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, |
proposer à la Cour, siégeant en chambre restreinte, de rendre un arrêt | zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te |
constatant que le recours en annulation n'est manifestement pas | wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep tot vernietiging |
recevable. | klaarblijkelijk niet ontvankelijk is. |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Avant son annulation partielle par l'arrêt de la Cour n° 40/2017 | B.1. Vóór de gedeeltelijke vernietiging ervan bij het arrest van het |
du 22 mars 2017, l'article 2 de l'ordonnance de la Région de | Hof nr. 40/2017 van 22 maart 2017 bepaalde artikel 2 van de |
Bruxelles-Capitale du 22 décembre 1994 relative au précompte | ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 22 december |
immobilier, tel qu'il a été modifié par l'article 14 de l'ordonnance | 1994 betreffende de onroerende voorheffing, zoals gewijzigd bij |
du 18 décembre 2015 portant la première partie de la réforme fiscale, | artikel 14 van de ordonnantie van 18 december 2015 houdende het eerste |
disposait : | deel van de fiscale hervorming : |
« Par dérogation à l'article 253 du Code des impôts sur les revenus | « In afwijking van artikel 253 van het Wetboek van de |
1992, il n'y a pas d'exonération lorsque l'immeuble appartient, en | Inkomstenbelastingen 1992, wordt geen vrijstelling verleend als het |
propriété ou en copropriété : | onroerend goed in eigendom of medeëigendom toebehoort aan : |
1° soit à une Communauté, à une Région ou à une personne de droit | 1° ofwel een Gemeenschap, een Gewest of een publiekrechtelijke persoon |
public qui dépend d'une telle institution; | die onder een zodanige instelling ressorteert; |
2° soit à l'autorité fédérale, à un organisme fédéral d'intérêt public | 2° ofwel de federale overheid, een federale instelling van openbaar |
ou à une entreprise fédérale publique autonome, uniquement en ce qui | nut of een federaal autonoom overheidsbedrijf, uitsluitend inzake de |
concerne les propriétés visées à l'article 63, § 2, alinéa 2, de la | eigendommen bedoeld in artikel 63, § 2, tweede lid, van de bijzondere |
loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des | wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de |
Communautés et des Régions ». | Gemeenschappen en de Gewesten ». |
B.2. Par son arrêt n° 40/2017 du 22 mars 2017, la Cour a annulé | B.2. Bij zijn arrest nr. 40/2017 van 22 maart 2017 heeft het Hof |
l'article 2 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 | artikel 2 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest |
décembre 1994 relative au précompte immobilier, « en ce que son champ | van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing vernietigd, |
d'application, en visant les immeubles appartenant, ' en propriété ou | « in zoverre het toepassingsgebied ervan, door de gebouwen te beogen ' |
die in eigendom of mede-eigendom [toebehoren] aan ofwel een | |
en copropriété, soit à une Communauté, à une Région ou à une personne | Gemeenschap, een Gewest of een publiekrechtelijke persoon die onder |
de droit public qui dépend d'une telle institution ', englobe les | een zodanige instelling ressorteert ', de schoolgebouwen omvat », en |
bâtiments scolaires », en vertu des considérations suivantes : | dit op grond van volgende overwegingen : |
« B.5.1. Ainsi que la Cour l'a jugé par son arrêt n° 111/2016 [du 14 juillet 2016] précité, il n'y a pas de justification à la différence de traitement entre, d'une part, les bâtiments scolaires ' qui appartiennent à une communauté, une région ou une personne de droit public qui dépend d'une telle institution ', et, d'autre part, les bâtiments scolaires qui appartiennent à une autre autorité publique ou à un propriétaire privé. B.5.2. En immunisant du précompte immobilier les biens immobiliers visés dans l'article 12, § 1er, du CIR 1992, le législateur vise l'affectation d'immeubles à de telles destinations par des autorités publiques et des propriétaires privés qui ne poursuivent aucun but de lucre à cet égard. Cet objectif s'applique indépendamment de l'autorité qui est propriétaire de ces bâtiments. | « B.5.1. Zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn voormelde arrest nr. 111/2016 [van 14 juli 2016], is er geen verantwoording voor het verschil in behandeling tussen, enerzijds, schoolgebouwen die toebehoren aan ' een Gemeenschap, een Gewest of een publiekrechtelijke persoon die onder een zodanige instelling ressorteert ' en, anderzijds, schoolgebouwen die toebehoren aan een andere openbare overheid of aan een private eigenaar. B.5.2. Door de in artikel 12, § 1, van het WIB 1992 bedoelde onroerende goederen van de onroerende voorheffing vrij te stellen, beoogt de wetgever de bestemming van gebouwen tot dergelijke doeleinden door openbare overheden en private eigenaren die daarbij geen winstoogmerk nastreven. Die doelstelling geldt ongeacht welke overheid de eigenaar van die gebouwen is. |
B.5.3. L'article 2 de l'ordonnance du 22 décembre 1994 relative au | B.5.3. Artikel 2 van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende |
précompte immobilier n'est pas compatible avec le principe d'égalité | de onroerende voorheffing is niet bestaanbaar met het beginsel van |
et de non-discrimination, dans la mesure où il soumet les bâtiments | gelijkheid en niet-discriminatie, in zoverre het de schoolgebouwen die |
scolaires appartenant ' à une Communauté, à une Région ou à une | toebehoren aan ' een Gemeenschap, een Gewest of een publiekrechtelijke |
personne de droit public qui dépend d'une telle institution ' à un | persoon die onder een zodanige instelling ressorteert ', aan een |
régime fiscal moins favorable que celui des bâtiments scolaires qui | minder gunstige fiscale regeling onderwerpt dan de schoolgebouwen die |
appartiennent à d'autres autorités publiques ou à des particuliers. | toebehoren aan andere openbare overheden of aan particulieren. |
B.5.4. Dans chacune des affaires jointes, le moyen unique est fondé. | B.5.4. In elk van de samengevoegde zaken is het enige middel gegrond. |
B.6. Il convient d'annuler l'article 2 de l'ordonnance de la Région de | B.6. Artikel 2 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke |
Bruxelles-Capitale du 22 décembre 1994 relative au précompte | Gewest van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing |
immobilier en ce que son champ d'application, en visant les immeubles | dient te worden vernietigd, in zoverre het toepassingsgebied, door de |
appartenant, ' en propriété ou en copropriété, soit à une Communauté, | gebouwen te beogen ' die in eigendom of mede-eigendom [toebehoren] aan |
à une Région ou à une personne de droit public qui dépend d'une telle | ofwel een Gemeenschap, een Gewest of een publiekrechtelijke persoon |
institution ', englobe les bâtiments scolaires ». | die onder een zodanige instelling ressorteert ', de schoolgebouwen |
B.3.1. L'actuel recours est dirigé contre le même article 2 de | omvat ». B.3.1. Het onderhavige beroep is gericht tegen hetzelfde artikel 2 van |
l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 décembre 1994, « dans la mesure où il soumet les bâtiments scolaires appartenant ' à une communauté, à une région ou à une personne de droit public qui dépend d'une telle institution ' à un régime fiscal moins favorable que les bâtiments scolaires qui appartiennent à d'autres autorités publiques ou à des particuliers ». B.3.2. A la suite de l'annulation partielle de la disposition entreprise par l'arrêt précité n° 40/2017, l'actuel recours n'a plus d'objet. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, constate que le recours est sans objet. Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 15 juin 2017. Le greffier, F. Meersschaut Le président, | de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 22 december 1994, « in zoverre het de schoolgebouwen die toebehoren aan ' een Gemeenschap, een Gewest of een publiekrechtelijke persoon die onder een zodanige instelling ressorteert ', aan een minder gunstige fiscale regeling onderwerpt dan de schoolgebouwen die toebehoren aan andere openbare overheden of aan particulieren ». B.3.2. Ingevolge de gedeeltelijke vernietiging van de bestreden bepaling bij het voormelde arrest nr. 40/2017, heeft het onderhavige beroep geen voorwerp meer. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, stelt vast dat het beroep zonder voorwerp is. Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 15 juni 2017. De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, |
E. De Groot | E. De Groot |