← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 134/2016 du 20 octobre 2016 Numéro du rôle : 6251 En cause :
le recours en annulation du décret de la Région wallonne du 22 janvier 2015 modifiant la loi du 14 août
1986 relative à la protection et au bien-être des anima La Cour constitutionnelle, composée des présidents
J. Spreutels et E. De Groot, et des juges A. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 134/2016 du 20 octobre 2016 Numéro du rôle : 6251 En cause : le recours en annulation du décret de la Région wallonne du 22 janvier 2015 modifiant la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des anima La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges A. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 134/2016 van 20 oktober 2016 Rolnummer : 6251 In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Waalse Gewest van 22 januari 2015 tot wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming e Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 134/2016 du 20 octobre 2016 | Uittreksel uit arrest nr. 134/2016 van 20 oktober 2016 |
Numéro du rôle : 6251 | Rolnummer : 6251 |
En cause : le recours en annulation du décret de la Région wallonne du | In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Waalse |
22 janvier 2015 modifiant la loi du 14 août 1986 relative à la | Gewest van 22 januari 2015 tot wijziging van de wet van 14 augustus |
protection et au bien-être des animaux afin d'interdire la détention | 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren teneinde het |
d'animaux à des fins exclusives ou principales de production de | bezit van dieren uitsluitend of voornamelijk voor de productie van |
fourrure, introduit par l'ASBL « Nationale Vereniging van | pels te verbieden, ingesteld door de vzw « Nationale Vereniging van |
Edelpelsdierenfokkers » et autres. | Edelpelsdierenfokkers » en anderen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges A. | samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de |
Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet et R. Leysen, assistée du | rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, |
greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, | bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 27 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 juli 2015 |
juillet 2015 et parvenue au greffe le 28 juillet 2015, un recours en | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 28 juli |
2015, is beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van het | |
annulation du décret de la Région wallonne du 22 janvier 2015 | Waalse Gewest van 22 januari 2015 tot wijziging van de wet van 14 |
modifiant la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au | augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren |
bien-être des animaux afin d'interdire la détention d'animaux à des | teneinde het bezit van dieren uitsluitend of voornamelijk voor de |
fins exclusives ou principales de production de fourrure (publié au | productie van pels te verbieden (bekendgemaakt in het Belgisch |
Moniteur belge du 30 janvier 2015) a été introduit par l'ASBL « | Staatsblad van 30 januari 2015) door de vzw « Nationale Vereniging van |
Nationale Vereniging van Edelpelsdierenfokkers », l'AISBL « Fur Europe | Edelpelsdierenfokkers », de ivzw « Fur Europe » en Jean-Philippe |
» et Jean-Philippe Marchal, assistés et représentés par Me E. Laevens | Marchal, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. E. Laevens en Mr. O. |
et Me O. Sasserath, avocats au barreau de Bruxelles. | Sasserath, advocaten bij de balie te Brussel. |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Le décret de la Région wallonne du 22 janvier 2015 « modifiant la | B.1. Het decreet van het Waalse Gewest van 22 januari 2015 « tot |
loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des | wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming |
animaux afin d'interdire la détention d'animaux à des fins exclusives | en het welzijn der dieren teneinde het bezit van dieren uitsluitend of |
ou principales de production de fourrure » dispose : | voornamelijk voor de productie van pels te verbieden » bepaalt : |
« Article 1er.Dans le chapitre II de la loi du 14 août 1986 relative |
« Artikel 1.In hoofdstuk II van de wet van 14 augustus 1986 |
à la protection et au bien-être des animaux, il est inséré un article | betreffende de bescherming en het welzijn der dieren wordt een artikel |
9/1 rédigé comme suit : | 9/1 ingevoegd, luidend als volgt : |
' Art. 9/1.La détention d'animaux à des fins exclusives ou |
' Art. 9/1.Het bezit van dieren uitsluitend en [lees : of] |
principales de production de fourrure est interdite. '. | voornamelijk voor de productie van pels is verboden. '. |
Article 2.L'article 35, alinéa 1er, de la même loi, modifié par la |
Art. 2.Artikel 35, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet |
loi du 27 décembre 2012, est complété par le 10° rédigé comme suit : | van 27 december 2012, wordt aangevuld met punt 10°, luidend als volgt |
' 10° contrevient à l'article 9/1. ' ». | : ' 10° artikel 9/1 overtreedt. ' ». |
B.2.1. Il ressort des travaux préparatoires de ce décret que le | B.2.1. Uit de parlementaire voorbereiding van dat decreet blijkt dat |
législateur décrétal a voulu prendre des mesures en vue de protéger | de decreetgever maatregelen wilde nemen om dieren te beschermen en hun |
les animaux et de favoriser leur bien-être en exerçant la compétence | welzijn te bevorderen, door de bevoegdheid uit te oefenen die hem |
que lui reconnaît l'article 24 de la loi spéciale du 6 janvier 2014 | wordt toegekend bij artikel 24 van de bijzondere wet van 6 januari |
relative à la Sixième réforme de l'Etat : | 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming : |
« La Wallonie est désormais compétente pour prendre toute mesure en | « Wallonië is voortaan bevoegd om alle maatregelen te nemen tot |
vue de protéger les animaux et favoriser leur bien-être. A cette fin, | bescherming van dieren en tot bevordering van hun welzijn. Daartoe |
le Gouvernement wallon s'est engagé dans la déclaration de politique | heeft de Waalse Regering zich in de regionale beleidsverklaring |
régionale 2014-2019 à interdire l'élevage d'animaux pour la production | 2014-2019 ertoe verbonden het fokken van dieren voor de productie van |
de fourrure. Ce projet de décret a pour objectif de mettre en oeuvre | pelzen te verbieden. Dit ontwerp van decreet heeft tot doel die wil |
cette volonté. » (Doc. parl., Parlement wallon, 2014-2015, n° 89/1, p. | uit te voeren » (Parl. St., Waals Parlement, 2014-2015, nr. 89/1, p. |
2). | 2). |
« En Belgique, seuls les visons sont élevés pour leur fourrure. Les | « In België worden uitsluitend nertsen gefokt voor hun pels. De |
entreprises sont toutes situées en Flandre, de sorte que le présent | bedrijven zijn allemaal in Vlaanderen gelegen, zodat het voorliggende |
projet de décret anticipe le fait de voir de telles entreprises | ontwerp van decreet anticipeert op een mogelijke vestiging van zulke |
s'implanter en Wallonie. Les demandes y sont bien réelles comme en | bedrijven in Wallonië. Er werden reeds aanvragen ingediend, zoals |
témoignent quelques projets dans certaines régions de Wallonie » (Doc. | blijkt uit enkele projecten in bepaalde regio's van Wallonië » (Parl. |
parl., Parlement wallon, 2014-2015, nos 51/3 et 89/2, p. 4). | St., Waals Parlement, 2014-2015, nrs. 51/3 en 89/2, p. 4). |
B.2.2. Il ressort également de ces travaux préparatoires que le législateur décrétal a poursuivi un triple objectif. Il a tout d'abord considéré que la détention de visons pour leur fourrure rencontre de sérieuses difficultés pour le bien-être des animaux parce que les visons sont des animaux sauvages qui dans la nature vivent sur un grand territoire et qu'en captivité ils développeraient des problèmes de santé tels que des phénomènes de caudophagie et d'automutilation. Le législateur décrétal a également pris en compte des considérations éthiques et le fait que l'opinion publique est opposée à ce type d'élevage. | B.2.2. Uit die parlementaire voorbereiding blijkt voorts dat de decreetgever een drievoudig doel nastreefde. Hij was in de eerste plaats van oordeel dat het houden van nertsen voor hun pels ernstige problemen oplevert voor het welzijn van de dieren omdat nertsen wilde dieren zijn die in de natuur op een groot territorium leven en omdat zij in gevangenschap gezondheidsproblemen zouden krijgen zoals staartbijten en zelfmutilatie. De decreetgever heeft ook rekening gehouden met ethische overwegingen en met het feit dat de publieke opinie gekant is tegen dat type fokkerij : |
« Une enquête menée par GAIA nous rapporte que 86 % des Belges | « Een door GAIA gevoerde enquête leert ons dat 86 pct. van de |
interrogés sont opposés à ce type d'élevage. Tuer un animal est ici | ondervraagde Belgen gekant is tegen dat type fokkerij. Het doden van |
dénué de sens puisqu'il existe des alternatives pour les produits | dieren is in dit geval zinloos omdat er alternatieven bestaan voor de |
concernés » (Doc. parl., Parlement wallon, 2014-2015, n° 89/1, p. 2). | betrokken producten » (Parl. St., Waals Parlement, 2014-2015, nr. 89/1, p. 2). |
Il relève à cet égard que l'interdiction de détention d'animaux à | Hij wijst in dat verband erop dat reeds verschillende EU-lidstaten een |
fourrure a déjà vu le jour dans plusieurs Etats européens. | verbod op het houden van pelsdieren hebben opgelegd. |
Il a enfin pris en compte les nuisances à l'environnement qui | Hij heeft ten slotte rekening gehouden met de milieuschade die wordt |
résultent des élevages de visons : | veroorzaakt door nertsfokkerijen : |
« Deux études ont été menées en 2010 et en 2013. Selon celles-ci | « Er zijn twee studies verricht, in 2010 en in 2013. Volgens die |
l'impact environnemental d'un kilo de fourrure de vison est bien plus | studies is de milieu-impact van één kilogram nertsenbont veel groter |
important que celui d'un kilo de tissu à base de coton, d'acrylique ou | dan die van één kilogram stof gemaakt van katoen, acryl of polyester. |
de polyester. Le rapport est de dix contre un pour un grand nombre | Voor een groot aantal milieu-effecten haalt het bont een tienmaal |
d'effets environnementaux. Le manteau doit pouvoir être porté sept | hogere score. Een bontjas moet zeven keer langer meegaan om die |
fois plus longtemps pour éviter cette distorsion. De plus, la Belgique | distorsie te vermijden. Bovendien heeft België reeds te kampen met |
est déjà exposée à des excédents de lisier » (ibid.). | mestoverschotten » (ibid.). |
Il ressort encore des travaux préparatoires que le législateur a | Uit de parlementaire voorbereiding blijkt verder nog dat de |
utilisé les termes « à des fins exclusives ou principales » en vue de | decreetgever de termen « uitsluitend of voornamelijk » heeft gebruikt |
« ne pas pénaliser les éleveurs qui recycleraient la fourrure des | om « de fokkers die de pels van de dieren die zij exploiteren zouden |
animaux qu'ils exploitent » (Doc. parl., Parlement wallon, 2014-2015, | recycleren, niet te bestraffen » (Parl. St., Waals Parlement, |
nos 51/3 et 89/2, p. 5). | 2014-2015, nrs. 51/3 en 89/2, p. 5). |
Quant à la recevabilité du recours | Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep |
B.3.1. Le Gouvernement wallon, le Gouvernement flamand et la partie | B.3.1. De Waalse Regering, de Vlaamse Regering en de tussenkomende |
intervenante GAIA contestent l'intérêt des parties requérantes. | partij GAIA betwisten het belang van de verzoekende partijen. |
B.3.2. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la | B.3.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
Cour constitutionnelle imposent à toute personne physique ou morale | Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of |
qui introduit un recours en annulation de justifier d'un intérêt. Ne | rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken |
justifient de l'intérêt requis que les personnes dont la situation | van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de |
pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme | personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en |
attaquée. | ongunstig zou kunnen worden geraakt. |
B.3.3. L'ASBL « Nationale Vereniging van Edelpelsdierenfokkers » | B.3.3. De vzw « Nationale Vereniging van Edelpelsdierenfokkers » |
(ci-après : BEFFA) et l'AISBL « Fur Europe » sont des associations | (hierna : BEFFA) en de ivzw « Fur Europe » zijn verenigingen die |
actives dans le domaine de la production de fourrure animale. En interdisant la détention d'animaux à des fins exclusives ou principales de production de fourrure sur le territoire de la Région wallonne, le décret attaqué est de nature à porter atteinte directement et défavorablement à leur objet social, même s'il n'y a pas pour l'instant d'éleveurs d'animaux à fourrure installés en Région wallonne. Ces associations justifient de l'intérêt requis pour demander son annulation. Etant donné que l'intérêt de ces deux parties requérantes est établi, il n'est pas nécessaire d'examiner l'intérêt à agir de la troisième. B.3.4. Les exceptions sont rejetées. Quant au premier moyen B.4. Le premier moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution par les articles 1er et 2 du décret attaqué. Selon les parties requérantes, ces dispositions instaurent une | actief zijn op het gebied van de productie van dierlijke pelzen. Door het houden van dieren voor uitsluitend of voornamelijk de productie van pelzen te verbieden op het grondgebied van het Waalse Gewest, kan het bestreden decreet rechtstreeks en ongunstig afbreuk doen aan hun maatschappelijk doel, ook al zijn er op dit ogenblik geen pelsdierenhouders gevestigd in het Waalse Gewest. Die verenigingen doen blijken van het vereiste belang om de vernietiging ervan te vorderen. Aangezien het belang van die twee verzoekende partijen is aangetoond, dient het belang van de derde om in rechte te treden, niet te worden onderzocht. B.3.4. De excepties worden verworpen. Ten aanzien van het eerste middel B.4. Het eerste middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de artikelen 1 en 2 van het bestreden decreet. Volgens de verzoekende partijen voeren die bepalingen een niet |
différence de traitement non raisonnablement justifiée entre, d'une | redelijk verantwoord verschil in behandeling in tussen, enerzijds, de |
part, les personnes qui détiennent des animaux à fourrure à des fins exclusives ou principales de production de fourrure et, d'autre part, les personnes qui détiennent des animaux à fourrure ou d'autres animaux à d'autres fins, comme la production de viande destinée à la consommation. B.5.1. Le Gouvernement wallon estime que le premier moyen est irrecevable parce que les parties requérantes ne démontrent pas appartenir à une des catégories qu'elles identifient. B.5.2. Lorsqu'une partie requérante justifie de l'intérêt requis pour demander l'annulation des dispositions attaquées, elle ne doit pas justifier en outre d'un intérêt aux moyens qu'elle invoque. B.6. Il ressort des travaux préparatoires mentionnés en B.2 que le législateur décrétal a eu pour objectif, en instaurant une interdiction de détention d'animaux à des fins exclusives ou principales de production de fourrure, de respecter le bien-être animal, de protéger l'environnement et de prendre en compte des considérations éthiques dont il est constaté qu'elles sont partagées par une majorité de la population. La protection du bien-être animal est un but légitime d'intérêt général, dont l'importance a déjà été relevée, notamment lors de | personen die pelsdieren houden voor uitsluitend of voornamelijk de productie van pelzen en, anderzijds, de personen die pelsdieren of andere dieren houden voor andere doeleinden, zoals de productie van vlees voor consumptie. B.5.1. De Waalse Regering is van mening dat het eerste middel niet ontvankelijk is omdat de verzoekende partijen niet aantonen dat zij tot een van de door hen geïdentificeerde categorieën behoren. B.5.2. Wanneer een verzoekende partij doet blijken van het vereiste belang om de vernietiging van de bestreden bepalingen te vorderen, dient zij daarnaast niet te doen blijken van een belang bij de middelen die zij aanvoert. B.6. Uit de in B.2 vermelde parlementaire voorbereiding blijkt dat de decreetgever met de invoering van een verbod op het houden van dieren voor uitsluitend of voornamelijk de productie van pelzen, tot doel had het dierenwelzijn in acht te nemen, het milieu te beschermen en rekening te houden met de ethische overtuigingen waarvan wordt vastgesteld dat die door een meerderheid van de bevolking worden gedeeld. De bescherming van het dierenwelzijn is een legitiem doel van algemeen belang, waarvan het belang met name reeds tot uitdrukking is gekomen in de vaststelling, door de Europese lidstaten, van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol |
l'établissement, par les Etats membres européens, du Protocole n° 33 | nr. 33 betreffende de bescherming en het welzijn van dieren (Pb. 1997, |
sur la protection et le bien-être des animaux, annexé au Traité | |
instituant la Communauté européenne (JO 1997, C 340, p. 110), dont le | C 340, p. 110), waarvan de inhoud grotendeels is overgenomen in |
contenu a été repris en grande partie dans l'article 13 du Traité sur | artikel 13 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie |
le fonctionnement de l'Union européenne (TFUE). | (VWEU). |
B.7.1. La différence de traitement entre les personnes qui détiennent | B.7.1. Het verschil in behandeling tussen de personen die dieren |
des animaux à des fins exclusives ou principales de production de | houden voor uitsluitend of voornamelijk de productie van pelzen en de |
fourrure et les personnes qui détiennent des animaux à d'autres fins | personen die dieren houden voor andere doeleinden, berust op een |
repose sur un critère objectif. | objectief criterium. |
B.7.2. Cette interdiction peut, pour le surplus, être considérée comme | B.7.2. Dat verbod kan voorts als pertinent worden beschouwd om een |
pertinente pour garantir une protection efficace du bien-être de ces | doeltreffende bescherming van het welzijn van die dieren te |
animaux. Cette interdiction répond également aux objectifs de | waarborgen. Het beantwoordt ook aan de doelstellingen van |
protection de l'environnement poursuivis par le législateur décrétal | milieubescherming die de decreetgever nastreeft doordat het toelaat de |
en ce qu'elle permet d'éviter la production de déchets d'animaux à | afvalproductie van pelsdieren te voorkomen, en aan de ethische |
fourrure et aux considérations éthiques qui fondent cette | overwegingen die aan de basis ervan liggen. |
interdiction. B.8. Le législateur décrétal dispose, en matière socioéconomique, d'un | B.8. De decreetgever beschikt in sociaaleconomische aangelegenheden |
pouvoir d'appréciation étendu. A la lumière des objectifs qu'il | over een ruime beoordelingsbevoegdheid. In het licht van de |
poursuit, il pouvait raisonnablement conclure qu'il existe entre la | doelstellingen die hij nastreeft, kon hij redelijkerwijze tot de |
détention d'animaux à fourrure à des fins exclusives ou principales de | conclusie komen dat tussen het houden van pelsdieren voor uitsluitend |
production de fourrure et la détention d'animaux à d'autres fins des | of voornamelijk de productie van pelzen en het houden van dieren voor |
différences telles qu'une interdiction de détention doit être édictée | andere doeleinden zodanige verschillen bestaan dat in het eerste geval |
dans la première hypothèse. Le fait que la peau des animaux qui sont | een verbod op het houden ervan dient te worden uitgevaardigd. Dat de |
élevés pour d'autres raisons que la production de fourrure peut être | huid van dieren die om andere redenen dan voor de productie van pelzen |
utilisée n'y change rien, dès lors qu'il ne s'agit en pareil cas que | worden gekweekt, wel mag worden gebruikt, doet hieraan geen afbreuk, |
d'un sous-produit. | nu het in een dergelijk geval slechts gaat om een bijproduct. |
B.9. Contrairement à ce que soutiennent les parties requérantes, le | B.9. In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen staande houden, |
fait qu'elles contestent le choix politique du législateur décrétal | heeft het feit dat zij het niet eens zijn met de beleidskeuze van de |
n'a pas pour conséquence qu'elles seraient discriminées en tant que | decreetgever, niet tot gevolg dat zij als ideologische minderheid |
minorité idéologique, au sens de l'article 11, alinéa 2, de la | zouden worden gediscrimineerd in de zin van artikel 11, tweede lid, |
Constitution. L'article 11 de la Constitution n'interdit pas au | van de Grondwet. Artikel 11 van de Grondwet verbiedt de decreetgever |
législateur décrétal de prendre des dispositions en faveur du | niet om bepalingen ten gunste van het dierenwelzijn aan te nemen, |
bien-être animal malgré l'opinion d'une minorité qui serait en | ondanks de mening van een minderheid die het niet eens zou zijn met |
désaccord avec le choix politique qu'il pose, choix qui relève de son | zijn beleidskeuze, die tot zijn beoordelingsbevoegdheid behoort. |
pouvoir d'appréciation. | |
B.10. Le premier moyen n'est pas fondé. | B.10. Het eerste middel is niet gegrond. |
Quant au deuxième moyen | Ten aanzien van het tweede middel |
B.11. Le deuxième moyen est pris de la violation, par les articles 1er | B.11. Het tweede middel is afgeleid uit de schending, door de |
et 2 du décret attaqué, de l'article 16 de la Constitution combiné | artikelen 1 en 2 van het bestreden decreet, van artikel 16 van de |
avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend |
européenne des droits de l'homme. | Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. |
Les parties requérantes relèvent que l'interdiction décrétale de | De verzoekende partijen wijzen erop dat het decretale verbod om dieren |
détenir des animaux à des fins exclusives ou principales de production | te houden voor uitsluitend of voornamelijk de productie van pelzen een |
de fourrure constitue une restriction de l'usage du droit de propriété | beperking vormt van het gebruik van het eigendomsrecht met betrekking |
sur ces animaux, ainsi qu'une restriction de l'usage des propriétés | tot die dieren, alsook een beperking van het gebruik van de onroerende |
immobilières dans lesquelles ces animaux sont détenus. | eigendommen waarin die dieren worden gehouden. |
B.12.1. Le Gouvernement wallon estime qu'aucune des parties | B.12.1. De Waalse Regering is van mening dat geen enkele van de |
requérantes n'a intérêt au moyen, à défaut d'être propriétaire d'une | verzoekende partijen belang heeft bij het middel omdat geen enkele van |
installation située en Région wallonne. | hen eigenaar is van een installatie gelegen in het Waalse Gewest. |
B.12.2. Lorsqu'une partie requérante justifie de l'intérêt requis pour | B.12.2. Wanneer een verzoekende partij doet blijken van het vereiste |
demander l'annulation des dispositions attaquées, elle ne doit pas | belang om de vernietiging van de bestreden bepalingen te vorderen, |
justifier en outre d'un intérêt aux moyens qu'elle invoque. | dient zij daarnaast niet te doen blijken van een belang bij de |
middelen die zij aanvoert. | |
B.13. L'article 16 de la Constitution dispose que nul ne peut être | B.13. Artikel 16 van de Grondwet bepaalt dat niemand van zijn eigendom |
privé de sa propriété pour cause d'utilité publique que dans les cas | kan worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de |
et de la manière établis par la loi, et moyennant une juste et | wijze bij de wet bepaald en tegen een billijke en voorafgaande |
préalable indemnité. | schadeloosstelling. |
B.14.1. L'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention | B.14.1. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees |
européenne des droits de l'homme offre non seulement une protection | Verdrag voor de rechten van de mens biedt niet alleen bescherming |
contre une expropriation ou une privation de propriété (premier | tegen een onteigening of een eigendomsberoving (eerste alinea, tweede |
alinéa, deuxième phrase) mais également contre une ingérence dans le | zin), maar ook tegen een verstoring van het genot van de eigendom |
droit au respect des biens (premier alinéa, première phrase) et contre | (eerste alinea, eerste zin) en tegen een uitoefening van toezicht op |
une réglementation de l'usage des biens (deuxième alinéa). | het gebruik van eigendom (tweede alinea). |
B.14.2. En ce que l'article 16 de la Constitution et l'article 1er du | B.14.2. Doordat artikel 16 van de Grondwet en artikel 1 van het Eerste |
Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de | Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de |
l'homme protègent le droit de propriété, les garanties qu'ils | mens het eigendomsrecht beschermen, vormen de erin vervatte waarborgen |
contiennent forment un ensemble indissociable, de sorte que la Cour | een onlosmakelijk geheel, zodat het Hof bij zijn toetsing aan artikel |
doit tenir compte, lors de son contrôle au regard de l'article 16 de | 16 van de Grondwet rekening dient te houden met de ruimere bescherming |
la Constitution, de la protection plus large offerte par l'article 1er | die artikel 1 van dat Protocol biedt. |
de ce Protocole. | |
B.15. L'article 1er du Premier Protocole additionnel ne garantit pas | B.15. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol houdt geen recht in |
le droit d'acquérir des biens (CEDH, 13 juin 1979, Marckx c. Belgique, | om eigendom te verwerven (EHRM, 13 juni 1979, Marckx t. België, § 50; |
§ 50; 28 septembre 2004, Kopecky c. Slovaquie, § 35). Dans certaines | 28 september 2004, Kopecky t. Slovakije, § 35). Weliswaar kunnen in |
circonstances, des attentes fondées relatives à la réalisation de | bepaalde omstandigheden gefundeerde verwachtingen met betrekking tot |
futurs titres de propriété peuvent certes relever de la protection de | de verwezenlijking van toekomstige eigendomsaanspraken onder de |
la disposition conventionnelle précitée. Cela implique toutefois qu'il | bescherming van de vermelde verdragsbepaling vallen. Dat veronderstelt |
soit question d'un titre ayant force obligatoire et qu'il existe une | evenwel dat er sprake is van een rechtens afdwingbare aanspraak en dat |
base suffisante en droit national avant qu'un justiciable puisse | een voldoende basis bestaat in het nationaal recht alvorens een |
invoquer une espérance légitime. Le simple espoir d'obtenir la | rechtsonderhorige zich op een legitieme verwachting kan beroepen. De |
jouissance d'un droit de propriété ne constitue pas pareille espérance | loutere hoop om het genot van eigendom te verkrijgen, maakt geen |
légitime (CEDH, 28 septembre 2004, Kopecky c. Slovaquie, § 35). B.16. Il ressort des travaux préparatoires qu'avant l'adoption du décret attaqué, il n'existait pas d'élevages d'animaux à fourrure en Région wallonne, de sorte qu'il n'est pas porté atteinte au droit de propriété. Il ne peut pas davantage être admis que des justiciables pouvaient légitimement espérer qu'ils seraient autorisés à détenir en Région wallonne des animaux à des fins exclusives ou principales de production de fourrure, ni qu'ils pourraient à l'avenir en retirer des revenus. Il n'est dès lors pas question d'une ingérence dans le droit de propriété au sens de l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme. B.17. Le deuxième moyen n'est pas fondé. | dergelijke legitieme verwachting uit (EHRM, 28 september 2004, Kopecky t. Slovakije, § 35). B.16. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat er vóór de aanneming van het bestreden decreet geen fokkerijen van pelsdieren in het Waalse Gewest bestonden, zodat er geen sprake is van een aantasting van bestaande eigendom. Evenmin kan worden aangenomen dat rechtsonderhorigen de gewettigde verwachting konden koesteren dat het hen zou worden toegelaten in het Waalse Gewest dieren te houden uitsluitend of voornamelijk voor de productie van pelzen, noch dat zij daaruit toekomstige inkomsten zouden kunnen verwerven. Aldus is er geen sprake van een inmenging in het eigendomsrecht in de zin van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. B.17. Het tweede middel is niet gegrond. |
Quant au troisième moyen | Ten aanzien van het derde middel |
B.18.1. Le troisième moyen est pris de la violation, par les articles | B.18.1. Het derde middel is afgeleid uit de schending, door de |
1er et 2 du décret attaqué, des articles 11 et 23 de la Constitution, | artikelen 1 en 2 van het bestreden decreet, van de artikelen 11 en 23 |
combinés avec les articles 34, 35 et 49 du TFUE. | van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 34, 35 en 49 |
Selon les parties requérantes, l'interdiction de détenir des animaux | van het VWEU. Volgens de verzoekende partijen moet het verbod op het houden van |
destinés principalement ou exclusivement à la production de fourrure | dieren die hoofdzakelijk of uitsluitend bestemd zijn voor |
doit être considérée comme une mesure d'effet équivalent à des | pelsproductie worden beschouwd als een maatregel met dezelfde werking |
restrictions à l'importation ou à l'exportation. L'interdiction serait | als invoer- of uitvoerbeperkingen. Het verbod zou dus strijdig zijn |
donc contraire aux articles 34 et 35 du TFUE. Elle serait également | met de artikelen 34 en 35 van het VWEU. Het zou ook strijdig zijn met |
contraire à l'article 49 du TFUE, qui prévoit une interdiction des | artikel 49 van het VWEU, dat voorziet in een verbod op beperkingen van |
restrictions à la liberté d'établissement des ressortissants d'un Etat | de vrijheid van vestiging voor onderdanen van een lidstaat op het |
membre dans le territoire d'un autre Etat membre. | grondgebied van een andere lidstaat. |
B.18.2. Les parties requérantes n'exposent pas suffisamment, dans leur | B.18.2. De verzoekende partijen zetten in hun verzoekschrift niet |
requête, en quoi les dispositions attaquées violeraient l'article 23 | voldoende uiteen in welk opzicht de bestreden bepalingen artikel 23 |
de la Constitution. | van de Grondwet zouden schenden. |
Le troisième moyen est irrecevable en ce qu'il est pris de la | Het derde middel is onontvankelijk in zoverre het is afgeleid uit de |
violation de l'article 23 de la Constitution. La Cour limite par | schending van artikel 23 van de Grondwet. Het Hof beperkt bijgevolg |
conséquent son examen à l'article 11 de la Constitution combiné avec | zijn onderzoek tot artikel 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen |
les articles 34, 35 et 49 du TFUE. | met de artikelen 34, 35 en 49 van het VWEU. |
B.19. Les articles 34, 35, 36 et 49 du TFUE disposent : | B.19. De artikelen 34, 35, 36 en 49 van het VWEU bepalen : |
« Article 34 | « Artikel 34 |
Les restrictions quantitatives à l'importation ainsi que toutes | Kwantitatieve invoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke |
mesures d'effet équivalent, sont interdites entre les Etats membres. | werking zijn tussen de lidstaten verboden. |
Article 35 | Artikel 35 |
Les restrictions quantitatives à l'exportation, ainsi que toutes | Kwantitatieve uitvoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke |
mesures d'effet équivalent, sont interdites entre les Etats membres. | werking zijn tussen de lidstaten verboden. |
Article 36 | Artikel 36 |
Les dispositions des articles 34 et 35 ne font pas obstacle aux | De bepalingen van de artikelen 34 en 35 vormen geen beletsel voor |
interdictions ou restrictions d'importation, d'exportation ou de | verboden of beperkingen van invoer, uitvoer of doorvoer, welke |
transit, justifiées par des raisons de moralité publique, d'ordre | gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de openbare |
public, de sécurité publique, de protection de la santé et de la vie | zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid |
des personnes et des animaux ou de préservation des végétaux, de | |
protection des trésors nationaux ayant une valeur artistique, | en het leven van personen, dieren of planten, het nationaal artistiek |
historique ou archéologique ou de protection de la propriété | historisch en archeologisch bezit of uit hoofde van bescherming van de |
industrielle et commerciale. Toutefois, ces interdictions ou | industriële en commerciële eigendom. Deze verboden of beperkingen |
restrictions ne doivent constituer ni un moyen de discrimination | mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie noch een |
arbitraire ni une restriction déguisée dans le commerce entre les | verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen ». |
Etats membres ». | |
« Article 49 | « Artikel 49 |
Dans le cadre des dispositions ci-après, les restrictions à la liberté | In het kader van de volgende bepalingen zijn beperkingen van de |
d'établissement des ressortissants d'un Etat membre dans le territoire | vrijheid van vestiging voor onderdanen van een lidstaat op het |
d'un autre Etat membre sont interdites. Cette interdiction s'étend | grondgebied van een andere lidstaat verboden. Dit verbod heeft |
également aux restrictions à la création d'agences, de succursales ou | eveneens betrekking op beperkingen betreffende de oprichting van |
de filiales, par les ressortissants d'un Etat membre établis sur le | agentschappen, filialen of dochterondernemingen door de onderdanen van |
territoire d'un Etat membre. | een lidstaat die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd. |
La liberté d'établissement comporte l'accès aux activités non | De vrijheid van vestiging omvat, behoudens de bepalingen van het |
salariées et leur exercice, ainsi que la constitution et la gestion | hoofdstuk betreffende het kapitaal, de toegang tot werkzaamheden |
d'entreprises, et notamment de sociétés au sens de l'article 54, | anders dan in loondienst en de uitoefening daarvan alsmede de |
oprichting en het beheer van ondernemingen, en met name van | |
deuxième alinéa, dans les conditions définies par la législation du | vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 54, |
pays d'établissement pour ses propres ressortissants, sous réserve des | overeenkomstig de bepalingen welke door de wetgeving van het land van |
dispositions du chapitre relatif aux capitaux ». | vestiging voor de eigen onderdanen zijn vastgesteld ». |
B.20. Les dispositions décrétales interdisant la détention d'animaux à | B.20. De decretale bepalingen waarbij een verbod wordt opgelegd voor |
des fins exclusives ou principales de production de fourrure sont de | het houden van dieren voor uitsluitend of voornamelijk de productie |
nature à entraver, tout au moins indirectement, le commerce | |
intracommunautaire de tels animaux et doivent dès lors être | van pelzen kunnen het intracommunautair handelsverkeer in dergelijke |
considérées comme une mesure d'effet équivalent à une restriction | dieren, minstens onrechtstreeks, belemmeren en dienen bijgevolg te |
quantitative en principe interdite par les articles 34 et 35 du TFUE | worden beschouwd als een bij de artikelen 34 en 35 van het VWEU in |
beginsel verboden maatregel die een gelijke werking heeft als een | |
(Voir arrêt CJCE, 17 septembre 1998, C-400/96, Harpegnies, point 30; | kwantitatieve beperking (zie arrest HvJ, 17 september 1998, C-400/96, |
19 juin 2008, C 219/07, Nationale Raad van Dierenkwekers en | Harpegnies, punt 30; 19 juni 2008, C-219/07, Nationale Raad van |
Liefhebbers VZW e.a., point 22). | Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., punt 22). |
Il y a dès lors lieu d'examiner si l'interdiction de principe peut | Het moet derhalve worden onderzocht of het principiële verbod kan |
être justifiée sur la base de l'article 36 du même Traité ou sur la base d'autres impératifs, compte tenu de la jurisprudence de la Cour de justice de l'Union européenne. B.21. Comme il est dit en B.6, en interdisant de détenir des animaux à des fins exclusives ou principales de production de fourrure, le législateur décrétal a voulu garantir le bien-être de ces animaux et protéger l'environnement. La protection du bien-être animal est un but légitime d'intérêt général, dont l'importance a déjà été relevée, notamment lors de | worden gerechtvaardigd op grond van artikel 36 van hetzelfde Verdrag of op grond van andere dwingende vereisten, rekening houdend met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. B.21. Zoals in B.6 is vermeld, wilde de decreetgever, met het verbod op het houden van dieren voor uitsluitend of voornamelijk de productie van pelzen, het welzijn van die dieren waarborgen en het milieu beschermen. De bescherming van het dierenwelzijn is een legitiem doel van algemeen belang, waarvan het belang met name reeds tot uitdrukking is gekomen in de vaststelling, door de Europese lidstaten, van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol |
l'établissement, par les Etats membres européens, du Protocole n° 33 | nr. 33 betreffende de bescherming en het welzijn van dieren (Pb. 1997, |
sur la protection et le bien-être des animaux, annexé au Traité | |
instituant la Communauté européenne (JO 1997, C 340, p. 110), dont le | C 340, p. 110), waarvan de inhoud grotendeels is overgenomen in |
contenu a été repris en grande partie dans l'article 13 du TFUE. | artikel 13 van het VWEU. |
Conformément à l'article 36 du TFUE, les dispositions des articles 34 | Overeenkomstig artikel 36 van het VWEU vormt het bepaalde in de |
et 35 ne font pas obstacle aux interdictions ou restrictions | artikelen 34 en 35 geen beletsel voor verboden of beperkingen die |
justifiées par des raisons de protection de la santé et de la vie des | gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de gezondheid |
animaux, à condition que ces interdictions ou restrictions ne | en het leven van dieren, op voorwaarde dat die verboden of beperkingen |
constituent ni un moyen de discrimination arbitraire ni une | geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking |
restriction déguisée dans le commerce entre les Etats membres. | van de handel tussen de lidstaten vormen. |
Conformément à la jurisprudence constante de la Cour de justice, il | Bovendien is het, overeenkomstig de vaste rechtspraak van het Hof van |
est en outre possible de justifier des restrictions à la libre | Justitie, mogelijk beperkingen op het vrije verkeer van goederen te |
circulation des biens par des impératifs tels que la protection de | rechtvaardigen door dwingende vereisten zoals de bescherming van het |
l'environnement (CJCE, 14 juillet 1998, C-341/95, Bettati, point 62; | milieu (HvJ, 14 juli 1998, C-341/95, Bettati, punt 62; 12 oktober |
12 octobre 2000, C-314/98, Snellers, point 55; 19 juin 2008, C-219/07, | 2000, C-314/98, Snellers, punt 55; 19 juni 2008, C-219/07, Nationale |
Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., point 29). | Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., punt 29). |
B.22. L'interdiction de principe de détenir des animaux à des fins | B.22. Het principiële verbod op het houden van dieren voor uitsluitend |
exclusives ou principales de production de fourrure peut être | of voornamelijk de productie van pelzen kan als noodzakelijk worden |
considérée comme nécessaire pour garantir une protection efficace du | beschouwd om een doeltreffende bescherming van het welzijn van die |
bien-être de ces animaux et pour exclure tout risque de maltraitance | dieren te verzekeren en om elk risico op fysieke of psychische |
physique ou psychique. | mishandeling uit te sluiten. |
Le fait que d'autres Etats membres de l'Union européenne appliquent | De vaststelling dat in andere lidstaten van de Europese Unie minder |
des règles moins strictes que celles qui sont appliquées en Belgique | strikte bepalingen gelden dan in België, betekent op zich niet dat het |
ne signifie pas en soi que l'interdiction de principe est | principiële verbod onevenredig en derhalve onverenigbaar met het recht |
disproportionnée et, partant, incompatible avec le droit de l'Union | van de Europese Unie is. De enkele omstandigheid dat de ene lidstaat |
européenne. La seule circonstance qu'un Etat membre a choisi un | voor een ander stelsel van bescherming heeft gekozen dan de andere, |
système de protection différent de celui adopté par un autre Etat | heeft geen invloed op de beoordeling van de noodzaak en de |
membre ne saurait avoir d'incidence sur l'appréciation de la nécessité | |
et de la proportionnalité des dispositions attaquées (CJCE, 1er mars | evenredigheid van de bestreden bepalingen (HvJ, 1 maart 2001, |
2001, C-108/96, Mac Quen e.a., points 33 et 34; 19 juin 2008, | C-108/96, Mac Quen e.a., punten 33 en 34; 19 juni 2008, C-219/07, |
C-219/07, Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., | Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW e.a., punt 31). |
point 31). La Commission européenne a considéré que, eu égard au Protocole sur la | De Europese Commissie oordeelde dat, gelet op het Protocol betreffende |
protection et au bien-être des animaux, annexé au Traité d'Amsterdam, | de bescherming en het welzijn van dieren gehecht aan het Verdrag van |
la protection des animaux est un sujet sensible sur lequel les | Amsterdam, dierenbescherming een gevoelig onderwerp is waarover door |
opinions des populations des Etats membres peuvent être très | de bevolking van de lidstaten, afhankelijk van de sociale, culturele |
différentes, selon les caractéristiques sociales, culturelles et | en religieuze kenmerken van de desbetreffende maatschappij, zeer |
religieuses de la société concernée, de sorte que les Etats membres | verschillend kan worden gedacht, zodat de lidstaten het meest geschikt |
sont les mieux placés pour prendre des mesures adaptées (Decision of | zijn om gepaste maatregelen te treffen (Decision of the European |
the European Ombudsman closing his inquiry into complaint | Ombudsman closing his inquiry into complaint 3307/2006/(PB)JMA against |
3307/2006/(PB)JMA against the European Commission, | the European Commission, |
http://www.ombudsman.europa.eu/cases/decision.faces/en/4653/html.bookmark, | http://www.ombudsman.europa.eu/cases/decision.faces/en/4653/html.bookmark, |
points 25 et 35). | punten 25 en 35). |
B.23. Contrairement à ce que font valoir les parties requérantes, le | B.23. Anders dan de verzoekende partijen staande houden, heeft de |
législateur décrétal a pu raisonnablement constater que le fait | decreetgever in redelijkheid kunnen vaststellen dat het opleggen van |
d'imposer des mesures moins extrêmes, comme des conditions de | minder verregaande maatregelen, zoals het opleggen van voorwaarden |
détention d'animaux à fourrure, ne permet pas de garantir le niveau | voor het houden van pelsdieren, niet toelaat het door hem beoogde |
minimum de bien-être qu'il souhaitait atteindre, et qu'il faut | minimumwelzijnsniveau te waarborgen en dat aan het uitgangspunt |
attacher à la prémisse selon laquelle détenir et tuer des animaux à | volgens hetwelk het houden en doden van pelsdieren voor uitsluitend of |
fourrure à des fins exclusives ou principales de production de | voornamelijk de productie van pelzen niet aanvaardbaar is, het logisch |
fourrure n'est pas admissible, la conséquence logique qu'une | gevolg moet worden verbonden dat dit moet worden verboden. |
interdiction s'impose en la matière. | |
B.24. L'interdiction décrétale ne viole pas non plus l'article 11 de | B.24. Het decretale verbod schendt evenmin artikel 11 van de Grondwet, |
la Constitution, combiné avec l'article 49 du TFUE. En ce qui concerne | in samenhang gelezen met artikel 49 van het VWEU. De |
la liberté d'établissement, les dispositions décrétales n'utilisent | decreetsbepalingen gebruiken inzake de vrijheid van vestiging geen |
pas un critère basé sur la nationalité ou l'Etat d'origine et | criterium dat gebaseerd is op de nationaliteit of de Staat van |
poursuivent l'objectif du bien-être animal visé spécifiquement par | herkomst en streven het doel van dierenwelzijn na dat specifiek wordt |
l'article 13 du TFUE. B.25. Le troisième moyen n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi rendu en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 de la Cour constitutionnelle, le 20 octobre 2016. Le greffier, F. Meersschaut Le président | vermeld in artikel 13 van het VWEU. B.25. Het derde middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 20 oktober 2016. De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, |
J. Spreutels | J. Spreutels |