← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 99/2015 du 2 juillet 2015 Numéro du rôle : 5931 En cause : la
question préjudicielle concernant l'article 39bis de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale
du 25 mars 1999 relative à la recherche, la constatation, La Cour constitutionnelle, composée des présidents A.
Alen et J. Spreutels, et des juges E. De G(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 99/2015 du 2 juillet 2015 Numéro du rôle : 5931 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 39bis de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 25 mars 1999 relative à la recherche, la constatation, La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De G(...) | Uittreksel uit arrest nr. 99/2015 van 2 juli 2015 Rolnummer : 5931 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 39bis van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Extrait de l'arrêt n° 99/2015 du 2 juillet 2015 | Uittreksel uit arrest nr. 99/2015 van 2 juli 2015 |
| Numéro du rôle : 5931 | Rolnummer : 5931 |
| En cause : la question préjudicielle concernant l'article 39bis de | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 39bis van de ordonnantie |
| l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 25 mars 1999 | van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende |
| relative à la recherche, la constatation, la poursuite et la | |
| répression des infractions en matière d'environnement (actuellement | de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van |
| l'article 49 du Code de l'inspection, la prévention, la constatation | misdrijven inzake leefmilieu (thans artikel 49 van het Wetboek van |
| et la répression des infractions en matière d'environnement et de la | inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van |
| responsabilité environnementale), posée par le Conseil d'Etat. | milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid), gesteld door de Raad |
| La Cour constitutionnelle, | van State. Het Grondwettelijk Hof, |
| composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de |
| Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
| Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée | Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. |
| du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, | Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Par arrêt n° 227.652 du 6 juin 2014 en cause de la SA « Thomas Cook | Bij arrest nr. 227.652 van 6 juni 2014 in zake de nv « Thomas Cook |
| Airlines Belgium » contre la Région de Bruxelles-Capitale, dont | Airlines Belgium » tegen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waarvan |
| l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 18 juin 2014, le | de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 juni 2014, |
| Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : | heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 39bis de l'ordonnance du 25 mars 1999 relative à la | « Schendt artikel 39bis van de ordonnantie van 25 maart 1999 |
| recherche, la constatation, la poursuite et la répression des | betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de |
| infractions en matière d'environnement viole-t-il les articles 10 et | bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu de artikelen 10 en 11 van |
| 11 de la Constitution, dans la mesure où, en ce qui concerne le délai | de Grondwet, in zoverre het met betrekking tot de termijn voor het |
| pour introduire un recours contre une condamnation au paiement d'une | instellen van een beroep tegen een veroordeling tot de betaling van |
| amende administrative, il ne prévoit pas le report du jour de | een administratieve geldboete niet erin voorziet dat de vervaldag |
| l'échéance au plus prochain jour ouvrable si le jour de l'échéance | wordt verplaatst op de eerstvolgende werkdag indien die vervaldag een |
| tombe un samedi, un dimanche ou un jour férié légal, de sorte que | zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, zodanig dat |
| certains justiciables qui introduisent un tel recours disposent d'un | sommige rechtsonderhorigen die zo een beroep indienen over een kortere |
| délai plus bref que les autres ? ». | termijn beschikken dan de anderen ? ». |
| (...) | (...) |
| III. En droit | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. Avant sa renumérotation et sa modification - pour devenir | |
| l'article 49 du Code de l'inspection, la prévention, la constatation | B.1. Vóór de hernummering en wijziging tot artikel 49 van het Wetboek |
| et la répression des infractions en matière d'environnement et de la | van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van |
| responsabilité environnementale de la Région de Bruxelles-Capitale - | milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid, van het Brusselse |
| par l'article 57 de l'ordonnance du 8 mai 2014 « modifiant | Hoofdstedelijke Gewest bij artikel 57 van de ordonnantie van 8 mei |
| l'ordonnance du 25 mars 1999 relative à la recherche, la constatation, | 2014 « tot wijziging van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende |
| la poursuite et la répression des infractions en matière | de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van |
| d'environnement, d'autres législations en matière d'environnement et | misdrijven inzake leefmilieu alsook andere wetgevingen inzake milieu, |
| instituant un Code de l'inspection, prévention, la constatation et la | en tot instelling van een Wetboek van inspectie, preventie, |
| répression des infractions en matière d'environnement et de la | vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en |
| milieuaansprakelijkheid », bepaalde het in het geding zijnde artikel | |
| responsabilité environnementale », l'article 39bis en cause de | 39bis van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van |
| l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 25 mars 1999 | 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging |
| relative à la recherche, la constatation, la poursuite et la | |
| répression des infractions en matière d'environnement (ci-après : | en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu (hierna : de |
| l'ordonnance du 25 mars 1999) disposait : | ordonnantie van 25 maart 1999) : |
| « Un recours est ouvert devant le Collège d'environnement à toute personne condamnée au paiement d'une amende administrative. Le recours est introduit, à peine de forclusion, par voie de requête dans les deux mois de la notification de la décision. Le Collège d'environnement entend, à leur demande, le requérant ou son conseil, de même que l'agent ayant pris la mesure. Le Collège d'environnement notifie sa décision dans les deux mois de la date d'envoi de la requête. Ce délai est augmenté d'un mois lorsque les parties demandent à être entendues. En l'absence de décision dans le délai prescrit à l'alinéa précédent, la décision ayant fait l'objet d'un recours est censée confirmée ». B.2. Le Collège d'environnement de la Région de Bruxelles-Capitale | « Iedereen die veroordeeld is tot de betaling van een administratieve geldboete kan een beroep instellen bij het Milieucollege. Het beroep wordt, op straffe van verval, ingesteld bij wege van verzoekschrift binnen twee maanden na de kennisgeving van de beslissing. Het Milieucollege hoort de eiser of zijn raadsman op hun verzoek en het personeelslid dat de maatregel heeft genomen. Het Milieucollege geeft binnen twee maanden na de datum van verzending van het verzoekschrift kennis van zijn beslissing. Deze termijn wordt met een maand verlengd wanneer de partijen vragen om te worden gehoord. Bij gebreke van een beslissing binnen de in het vorige lid gestelde termijn wordt de beslissing waartegen een beroep is ingesteld, geacht bevestigd te zijn ». B.2. Het Milieucollege van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest |
| (ci-après : le Collège d'environnement) a été institué par l'article | (hierna : het Milieucollege) is bij artikel 79 van de ordonnantie van |
| 79 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 5 juin 1997 | het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 5 juni 1997 betreffende de |
| relative aux permis d'environnement pour connaître des recours | milieuvergunningen opgericht om kennis te nemen van de beroepen tegen |
| introduits contre les décisions relatives aux permis administratifs et | beslissingen met betrekking tot administratieve vergunningen en tegen |
| contre les mesures prises à l'égard de contrevenants aux normes | maatregelen die werden genomen ten aanzien van overtreders van |
| d'environnement, tels les ordres de cessation d'activité et de | milieunormen, zoals de bevelen tot staking van activiteiten en van |
| fermeture. | sluiting. |
| La compétence du Collège d'environnement a été étendue aux recours | De bevoegdheid van het Milieucollege is uitgebreid tot de beroepen |
| dirigés contre les amendes administratives par l'article 13 de | gericht tegen de administratieve geldboetes bij artikel 13 van de |
| l'ordonnance du 28 juin 2001 « modifiant diverses dispositions | ordonnantie van 28 juni 2001 tot wijziging van diverse bepalingen |
| relatives à la recherche, la constatation, la poursuite et la | betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de |
| répression des infractions en matière d'environnement », qui a inséré | bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu, dat het in het geding |
| l'article 39bis en cause dans l'ordonnance du 25 mars 1999. | zijnde artikel 39bis in de ordonnantie van 25 maart 1999 heeft |
| Selon les travaux préparatoires, l'intérêt d'un recours devant le | ingevoegd. Volgens de parlementaire voorbereiding bestond het belang van een |
| Collège d'environnement était qu'il s'agissait d'une instance | beroep bij het Milieucollege erin dat het een vrij onafhankelijke |
| relativement indépendante et qui disposait d'un pouvoir d'appréciation | instantie is die over een appreciatiebevoegdheid beschikt inzake |
| en matière de permis d'environnement, le Collège pouvant se substituer | milieuvergunningen, waarbij het College zich zonder meer in de plaats |
| purement et simplement à l'autorité de décision en se prononçant non | kan stellen van de voor de beslissing bevoegde overheid, en zich niet |
| seulement sur la légalité mais également sur l'opportunité de la | alleen over de wettigheid maar ook over de opportuniteit van de |
| décision. | beslissing uitspreekt. |
| La procédure devant le Conseil d'Etat, seul organe compétent | De procedure voor de Raad van State, tot dan het enige orgaan dat |
| jusqu'alors pour connaître des recours dirigés contre les amendes | bevoegd was om kennis te nemen van de beroepen gericht tegen de met |
| infligées en application de l'ordonnance, n'était pas considérée comme | toepassing van de ordonnantie opgelegde geldboetes, werd niet |
| la plus appropriée, compte tenu de sa longueur et des coûts qu'elle | beschouwd als de meest geschikte, gelet op de duur ervan en op de |
| pouvait engendrer, de même que de la nature du contrôle exercé par la | kosten die zij met zich kon meebrengen, alsook op de aard van de door |
| haute juridiction, se limitant à la seule légalité et non au fond de | het hoge rechtscollege uitgeoefende controle, die zich enkel beperkt |
| l'affaire (Doc. parl., Région de Bruxelles-Capitale, 2000-2001, | tot de wettigheid en niet de grond van de zaak betreft (Parl. St., |
| A-176/2, p. 16). | Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2000-2001, A-176/2, p. 16). |
| B.3. En vertu de l'article 39bis, alinéa 1er, de l'ordonnance du 25 | B.3. Krachtens artikel 39bis, eerste lid, van de ordonnantie van 25 |
| mars 1999, les recours doivent être introduits au Collège | maart 1999 moeten de beroepen bij het Milieucollege op straffe van |
| d'environnement, à peine de forclusion, dans les deux mois de la | verval worden ingesteld binnen twee maanden na de kennisgeving van de |
| notification de la décision infligeant une amende administrative. | beslissing waarbij een administratieve geldboete wordt opgelegd. |
| Dans l'affaire soumise au juge a quo, un recours a été introduit, par | In de zaak voor de verwijzende rechter is bij een aangetekend |
| pli recommandé du lundi 20 août 2012, au Collège d'environnement | schrijven van maandag 20 augustus 2012 bij het Milieucollege beroep |
| contre une décision infligeant une amende administrative, décision qui | ingesteld tegen een beslissing waarbij een administratieve geldboete |
| a été notifiée à l'intéressée le 19 juin 2012. Ce recours a été rejeté | is opgelegd, beslissing die aan de betrokkene op 19 juni 2012 ter |
| par le Collège d'environnement pour cause de tardiveté, parce qu'il | kennis is gebracht. Dat beroep is door het Milieucollege wegens |
| aurait dû être introduit dans les deux mois, soit avant le 20 août 2012. | laattijdigheid afgewezen omdat het binnen twee maanden, hetzij vóór 20 |
| L'intéressée, qui a introduit un recours en annulation au Conseil | augustus 2012, had moeten zijn ingesteld. |
| d'Etat contre cette décision, fait valoir que l'article 39bis de | De betrokkene, die tegen die beslissing bij de Raad van State een |
| beroep tot nietigverklaring heeft ingesteld, klaagt aan dat artikel | |
| l'ordonnance du 25 mars 1999 porte une atteinte disproportionnée aux | 39bis van de ordonnantie van 25 maart 1999 op onevenredige wijze |
| droits de la défense de la personne pour laquelle le dernier jour | afbreuk doet aan de rechten van verdediging van de persoon voor wie de |
| utile pour introduire un recours est un samedi, un dimanche ou un jour | laatst nuttige dag voor het instellen van een beroep een zaterdag, een |
| férié légal et qui dispose par conséquent d'un délai plus court que la | zondag of een wettelijke feestdag is, en die bijgevolg over een |
| personne pour laquelle le dernier jour utile de ce délai n'est pas un | kortere termijn beschikt dan de persoon voor wie de laatst nuttige dag |
| samedi, un dimanche ou un jour férié légal. | van die termijn geen zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is. |
| B.4.1. L'article 2 du Code judiciaire dispose : | B.4.1. Artikel 2 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
| « Les règles énoncées dans le présent code s'appliquent à toutes les | « De in dit wetboek gestelde regels zijn van toepassing op alle |
| procédures, sauf lorsque celles-ci sont régies par des dispositions | rechtsplegingen, behoudens wanneer deze geregeld worden door niet |
| légales non expressément abrogées ou par des principes de droit dont | uitdrukkelijk opgeheven wetsbepalingen of door rechtsbeginselen, |
| l'application n'est pas compatible avec celle des dispositions dudit | waarvan de toepassing niet verenigbaar is met de toepassing van de |
| code ». | bepalingen van dit wetboek ». |
| Il en découle que les règles énoncées par le Code judiciaire peuvent | Daaruit volgt dat de in het Gerechtelijk Wetboek gestelde regels het |
| constituer le droit commun de la procédure et s'appliquer, le cas | gemeen recht van de rechtspleging kunnen vormen en in voorkomend geval |
| op suppletieve wijze kunnen worden toegepast op een bepaalde | |
| échéant, de manière supplétive à une procédure déterminée, sauf | rechtspleging, behalve wanneer die procedureregels worden |
| lorsque ces règles de procédure sont contredites ou que la procédure | tegengesproken of wanneer de rechtspleging anders wordt geregeld, |
| est régie autrement, soit par une disposition légale antérieure, non | ofwel door een vroegere, niet uitdrukkelijk opgeheven wetsbepaling, |
| expressément abrogée, soit par une disposition légale ultérieure | ofwel door een latere wetsbepaling (Cass., 1 februari 2001, Arr. |
| (Cass., 1er février 2001, Pas., 2001, n° 64; 12 juin 2009, Pas., 2009, | Cass., 2001, nr. 64; 12 juni 2009, Arr. Cass., 2009, nr. 399). |
| n° 399). B.4.2. En ce qui concerne les règles de computation des délais, | B.4.2. Wat betreft de regels voor de berekening van de termijnen, |
| l'article 53 du Code judiciaire prévoit que lorsque le jour d'échéance | bepaalt artikel 53 van het Gerechtelijk Wetboek dat, wanneer de |
| d'un délai est un samedi, un dimanche ou un jour férié légal, le jour | vervaldag van een termijn een zaterdag, een zondag of een wettelijke |
| de l'échéance est reporté au plus prochain jour ouvrable. | feestdag is, de vervaldag wordt verplaatst op de eerstvolgende |
| Les règles prescrites par l'article 53 précité pour le calcul des | werkdag. De bij het voormelde artikel 53 bepaalde regels voor de berekening van |
| délais ne sont applicables qu'aux actes de procédure, soit les actes | de termijnen zijn, overeenkomstig artikel 48 van hetzelfde Wetboek, |
| accomplis dans le cadre d'une procédure juridictionnelle, sous le | enkel van toepassing op de proceshandelingen, zijnde de handelingen |
| die in het kader van een jurisdictionele procedure, onder toezicht van | |
| contrôle d'une juridiction contentieuse (Cass., 28 avril 1988, Pas., | een met eigenlijke rechtspraak belast orgaan, zijn verricht (Cass., 28 |
| 1988, I, n° 527; CE, Wellens, 13 janvier 2009, n° 189.445). | april 1988, Arr. Cass., 1988, nr. 527; RvSt, Wellens, 13 januari 2009, nr. 189.445). |
| La Cour de cassation a jugé, en outre, que la règle contenue dans | Het Hof van Cassatie heeft bovendien geoordeeld dat de regel vervat in |
| l'article 53 du Code judiciaire ne constitue pas un principe général | artikel 53 van het Gerechtelijk Wetboek geen algemeen rechtsbeginsel |
| de droit (Cass., 10 octobre 1985, Pas., 1986, I, n° 82). | is (Cass., 10 oktober 1985, Arr. Cass., 1985-1986, nr. 82). |
| B.5. Comme le relève le juge a quo, par l'article 39bis en cause, le | B.5. Zoals de verwijzende rechter opmerkt, heeft de ordonnantiegever |
| législateur ordonnanciel a organisé un recours administratif. La | met het in het geding zijnde artikel 39bis een administratief beroep |
| décision prise par le Collège d'environnement ne constituant pas un | ingevoerd. Daar de door het Milieucollege genomen beslissing geen |
| acte accompli dans le cadre d'une procédure juridictionnelle, | handeling vormt die is verricht in het kader van een jurisdictionele |
| l'article 48 du Code judiciaire ne peut s'appliquer. | procedure, kan artikel 48 van het Gerechtelijk Wetboek niet worden toegepast. |
| Le juge a quo demande par conséquent si l'article 39bis de | De verwijzende rechter vraagt bijgevolg of artikel 39bis van de |
| l'ordonnance du 25 mars 1999 est compatible avec les articles 10 et 11 | ordonnantie van 25 maart 1999 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 |
| de la Constitution dans la mesure où, en ce qui concerne le délai fixé | van de Grondwet in zoverre het, met betrekking tot de termijn voor het |
| pour introduire un recours contre une condamnation au paiement d'une | instellen van een beroep bij het Milieucollege tegen een veroordeling |
| amende administrative auprès du Collège d'environnement, il ne prévoit | tot de betaling van een administratieve geldboete, niet erin voorziet |
| pas le report du jour de l'échéance au plus prochain jour ouvrable si | dat de vervaldag wordt verplaatst tot de eerstvolgende werkdag indien |
| cette date d'échéance tombe un samedi, un dimanche ou un jour férié | die vervaldag een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, |
| légal, « de sorte que certains justiciables qui introduisent un tel | « zodanig dat sommige rechtsonderhorigen die zo een beroep indienen |
| recours disposent d'un délai plus bref que les autres ». | over een kortere termijn beschikken dan de anderen ». |
| B.6.1. Les deux parties devant la Cour se réfèrent à l'arrêt n° 1/2013 | B.6.1. Beide partijen voor het Hof refereren aan het arrest nr. 1/2013 |
| du 17 janvier 2013. | van 17 januari 2013. |
| Dans cet arrêt, la Cour était confrontée à un délai de forclusion de | In dat arrest werd het Hof geconfronteerd met een vervaltermijn van |
| dix jours pour l'introduction d'une requête en reconsidération d'une | tien dagen voor het instellen van een verzoek tot heroverweging van |
| sanction disciplinaire devant le conseil de discipline pour les | een tuchtsanctie bij de tuchtraad voor de politiediensten. |
| services de police. La Cour a jugé en B.12.2 de cet arrêt : | Het Hof heeft in B.12.2 van dat arrest als volgt geoordeeld : |
| « La rapidité et l'efficacité de la procédure décrites en B.11 ne sont | « De in B.11 omschreven snelheid en doeltreffendheid van de procedure |
| pas de nature à justifier de manière raisonnable que l'agent qui ne | kunnen niet redelijk verantwoorden dat, voor het personeelslid dat |
| dispose que d'un délai de dix jours pour introduire une requête en | slechts over een termijn van tien dagen beschikt om een verzoek tot |
| reconsidération, puisse voir ce délai raccourci de manière | heroverweging in te dienen, die termijn aanzienlijk kan worden |
| considérable au seul motif que le jour de son échéance ne peut être | ingekort om de enkele reden dat de vervaldag ervan niet kan worden |
| reporté au plus prochain jour ouvrable lorsque le jour de l'échéance | verplaatst tot de eerstvolgende werkdag wanneer die vervaldag een |
| est un samedi, un dimanche ou un jour férié légal. Compte tenu du | zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is. Rekening houdend |
| caractère bref du délai applicable en l'espèce, du fait qu'en cas de | met de korte duur van de termijn die te dezen van toepassing is, met |
| tardiveté aucun recours ne peut plus être introduit devant le Conseil | het feit dat in geval van laattijdigheid geen beroep meer mogelijk is |
| d'Etat et de ce qu'il s'agit d'un contentieux disciplinaire qui | bij de Raad van State, en dat het gaat om een tuchtcontentieux waarbij |
| requiert d'être particulièrement attentif au respect des droits de la | in het bijzonder moet worden toegezien op de inachtneming van de |
| défense de l'intéressé, l'absence de report du délai dans ce cas n'est | rechten van verdediging van de betrokkene, is in dat geval de |
| pas justifiée ». B.6.2. En l'espèce, l'intéressée disposait, en vertu de l'article | ontstentenis van verplaatsing van de vervaldag niet verantwoord ». |
| 39bis de l'ordonnance du 25 mars 1999, d'un délai de deux mois pour | B.6.2. Te dezen beschikte de betrokkene krachtens artikel 39bis van de |
| introduire un recours devant le Collège d'environnement contre une | ordonnantie van 25 maart 1999 over een termijn van twee maanden om een |
| amende administrative infligée en raison d'infractions aux normes | beroep in te stellen bij het Milieucollege tegen een administratieve |
| bruxelloises en matière de bruit. | geldboete wegens inbreuken op de Brusselse geluidsnormen. |
| Le justiciable qui veut introduire un recours auprès du Collège | De rechtsonderhorige die bij het Milieucollege een beroep wil |
| d'environnement contre une telle sanction administrative dispose par | instellen tegen een dergelijke administratieve sanctie beschikt |
| conséquent d'un délai suffisamment long pour le faire. | derhalve over een voldoende ruime termijn om zulks te doen. |
| En outre, la partie qui veut introduire un tel recours ne doit pas | Bovendien wordt er geen overdreven last gelegd op de partij die een |
| supporter une charge excessive du fait qu'il lui est demandé de tenir | dergelijk beroep wil instellen door van haar te verwachten dat zij |
| compte, durant une période de deux mois, de ce que son recours doit | binnen een tijdsbestek van twee maanden ermee rekening houdt dat haar |
| être introduit un ou deux jours - ou exceptionnellement trois jours au | beroep één of twee dagen - of uitzonderlijk maximaal drie dagen - |
| maximum - plus tôt lorsque le délai de recours expire un samedi, un | vroeger moet worden ingesteld indien de beroepstermijn verstrijkt op |
| dimanche ou un jour férié légal. | een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag. |
| La circonstance que le délai de forclusion n'est pas prolongé par la | Het gegeven dat de vervaltermijn door de in het geding zijnde bepaling |
| disposition en cause jusqu'au plus prochain jour ouvrable si le jour | niet wordt verlengd tot de eerstvolgende werkdag indien de vervaldag |
| de l'échéance de ce délai est un samedi, un dimanche ou un jour férié | van die termijn eindigt op een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag |
| légal n'est dès lors pas sans justification raisonnable. | is, is derhalve niet zonder redelijke verantwoording. |
| B.6.3. Le fait que le législateur ordonnantiel a, dans l'intervalle, | B.6.3. Uit het gegeven dat de ordonnantiegever inmiddels bij artikel |
| par l'article 68 de l'ordonnance précitée du 8 mai 2014, prévu une | 68 van de voormelde ordonnantie van 8 mei 2014 heeft voorzien in een |
| prolongation du délai pour introduire un tel recours jusqu'au plus | verlenging van de termijn voor het instellen van een dergelijk beroep |
| prochain jour ouvrable lorsque ce délai prend fin un samedi, un | tot de eerstkomende werkdag wanneer die termijn eindigt op een |
| dimanche ou un jour férié légal, ne permet pas de déduire que la | zaterdag, zondag of wettelijke feestdag, kan niet worden afgeleid dat |
| réglementation antérieure contenue dans la disposition en cause serait | de vroegere regeling van de in het geding zijnde bepaling daarom |
| pour cette raison discriminatoire. | discriminatoir zou zijn. |
| B.6.4. Compte tenu notamment du principe général de droit selon lequel | B.6.4. Mede rekening houdend met het algemeen rechtsbeginsel dat de |
| la rigueur de la loi peut être tempérée en cas de force majeure, | strengheid van de wet in geval van overmacht kan worden gemilderd, |
| principe auquel la disposition en cause n'a pas dérogé, la différence | beginsel waarvan de in het geding zijnde bepaling niet is afgeweken, |
| de traitement au sujet de laquelle la Cour est interrogée n'est pas | is het verschil in behandeling waarover het Hof wordt ondervraagd niet |
| incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. | onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
| Par ces motifs, | Om die redenen, |
| la Cour | het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| L'article 39bis de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du | Artikel 39bis van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke |
| 25 mars 1999 relative à la recherche, la constatation, la poursuite et | Gewest van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de |
| la répression des infractions en matière d'environnement ne viole pas | vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu schendt |
| les articles 10 et 11 de la Constitution. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
| Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| la Cour constitutionnelle, le 2 juillet 2015. | op 2 juli 2015. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| Le président, | De voorzitter, |
| A. Alen | A. Alen |