Extrait de l'arrêt n° 163/2014 du 6 novembre 2014 Numéro du rôle : 5744 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 187, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour de cassation. La Cour constitutionnelle, | Uittreksel uit arrest nr. 163/2014 van 6 november 2014 Rolnummer : 5744 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 187, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Grondwettelijk Hof, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 163/2014 du 6 novembre 2014 | Uittreksel uit arrest nr. 163/2014 van 6 november 2014 |
Numéro du rôle : 5744 | Rolnummer : 5744 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 187, alinéa | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 187, tweede lid, |
2, du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour de cassation. | van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de |
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée | Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, | Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 5 novembre 2013 en cause de V.P., dont l'expédition est | Bij arrest van 5 november 2013 in zake V.P., waarvan de expeditie ter |
parvenue au greffe de la Cour le 12 novembre 2013, la Cour de | griffie van het Hof is ingekomen op 12 november 2013, heeft het Hof |
cassation a posé la question préjudicielle suivante : | van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 187, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle viole-t-il | « Schendt artikel 187, tweede lid, Wetboek van Strafvordering de |
les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il dispose qu'une | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat een |
personne qui a été condamnée par défaut et n'a pas eu connaissance de | persoon die bij verstek is veroordeeld en geen kennis heeft gekregen |
la signification du jugement peut seulement former opposition à ce | van de betekening van het vonnis, slechts in verzet kan komen tegen |
jugement jusqu'à l'expiration du délai de prescription de la peine, | dit vonnis totdat de termijn van verjaring van de straf is verstreken, |
alors que tant que la prescription de la peine n'est pas intervenue, | terwijl zolang de verjaring van de straf niet is tussengekomen, de |
la personne qui a eu connaissance de la signification du jugement peut | persoon die kennis gekregen heeft van de betekening van het vonnis, in |
former opposition à ce jugement dans les quinze jours qui suivent | verzet kan komen binnen de vijftien dagen na die kennisneming, en het |
cette prise de connaissance, et que le jugement rendu par défaut crée, | vonnis bij verstek voor de beide categorieën van personen een |
pour les deux catégories de personnes, un précédent judiciaire en | strafrechtelijk voorgaande creëert dat onder meer aanleiding kan geven |
matière pénale susceptible notamment de donner lieu à une mention dans | tot een vermelding op het strafregister, de mogelijkheid tot |
le casier judiciaire, à la constatation de la récidive, accompagnée | vaststelling van de herhaling met bijkomende strafverzwaring en de |
d'une aggravation de la peine, et à l'impossibilité de se voir encore | onmogelijkheid om nog een straf opgelegd te krijgen waarbij de gunst |
infliger une peine pour laquelle le bénéfice de la suspension serait | van de opschorting verleend wordt of de straf met uitstel opgelegd |
accordé ou qui serait assortie d'un sursis ? ». | wordt ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. L'article 187 du Code d'instruction criminelle dispose : | B.1.1. Artikel 187 van het Wetboek van strafvordering bepaalt : |
« Le condamné par défaut pourra faire opposition au jugement dans les quinze jours, qui suivent celui de sa signification. Lorsque la signification du jugement n'a pas été faite à sa personne, le prévenu pourra faire opposition, quant aux condamnations pénales, dans les quinze jours qui suivent celui où il aura connu la signification. S'il en a eu connaissance par la signification d'un mandat d'arrêt européen ou d'une demande d'extradition ou que le délai en cours de quinze jours n'a pas encore expiré au moment de son arrestation à l'étranger, il pourra faire opposition dans les quinze jours qui suivent celui de sa remise ou de sa remise en liberté à l'étranger. S'il n'est pas établi qu'il a eu connaissance de la signification, le prévenu pourra faire opposition jusqu'à l'expiration des délais de prescription de la peine. Il pourra faire opposition, quant aux condamnations civiles, jusqu'à l'exécution du jugement. La partie civile et la partie civilement responsable ne pourront faire opposition que dans les conditions énoncées à l'alinéa 1. L'opposition sera signifiée au ministère public, à la partie poursuivante ou aux autres parties en cause. Si l'opposition n'a pas été signifiée dans les quinze jours qui suivent la signification du jugement, il pourra être procédé à l'exécution des condamnations et, en cas d'appel des parties poursuivantes ou de l'une d'elles, il pourra être procédé au jugement sur l'appel. La condamnation sera comme non avenue par suite de l'opposition; néanmoins, les frais et dépens causés par l'opposition, y compris le | « Hij die bij verstek is veroordeeld, kan tegen het vonnis in verzet komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop het is betekend. Is de betekening van het vonnis niet aan de beklaagde in persoon gedaan, dan kan deze, wat de veroordelingen tot straf betreft, in verzet komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop hij van de betekening kennis heeft gekregen. Indien hij hiervan kennis heeft gekregen door de betekening van een Europees aanhoudingsbevel of een uitleveringsverzoek of indien de lopende termijn van vijftien dagen nog niet verstreken was op het ogenblik van zijn aanhouding in het buitenland, kan hij in verzet komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop hij werd overgeleverd of in het buitenland terug in vrijheid werd gesteld. Indien het niet blijkt dat hij kennis heeft gekregen van de betekening, kan de beklaagde in verzet komen totdat de termijnen van verjaring van de straf verstreken zijn. Wat de burgerrechtelijke veroordelingen betreft, kan hij in verzet komen tot de tenuitvoerlegging van het vonnis. De burgerlijke partij en de burgerrechtelijk aansprakelijke partij kunnen alleen in verzet komen overeenkomstig de bepaling van het eerste lid. Het verzet wordt betekend aan het openbaar ministerie, aan de andere vervolgende partij of aan de andere partijen in de zaak. Indien het verzet niet is betekend binnen een termijn van vijftien dagen na de betekening van het vonnis, kunnen de veroordelingen ten uitvoer gelegd worden; ingeval hoger beroep is ingesteld door de vervolgende partijen of door een van hen, kan de behandeling in hoger beroep voortgang vinden. Ten gevolge van het verzet wordt de veroordeling voor niet bestaande gehouden; de door het verzet veroorzaakte kosten en uitgaven, met |
coût de l'expédition et de la signification du jugement, seront laissés à charge de l'opposant, si le défaut lui est imputable ». B.1.2. En vertu de l'article 187, alinéas 1er et 3, du Code d'instruction criminelle, le condamné, la partie civilement responsable et la partie civile ont quinze jours pour faire opposition à un jugement pénal prononcé par défaut. Ce délai court à compter de la signification régulière de la décision rendue par défaut. Toutefois, l'alinéa 2 du même article prévoit un délai supplémentaire au seul bénéfice du prévenu condamné auquel la signification du jugement n'a pas été faite en parlant à sa personne, alors que la partie civile et la partie civilement responsable ne disposent que du délai ordinaire d'opposition prévu à l'alinéa 1er. Lorsque le jugement n'a pas été signifié à sa personne, le prévenu condamné peut faire opposition, en ce qui concerne la condamnation pénale, dans les quinze jours qui suivent celui où il a eu connaissance de la signification. S'il n'est pas établi qu'il a eu | inbegrip van de kosten van uitgifte en van de betekening van het vonnis, blijven evenwel ten laste van de eiser in verzet, indien het verstek aan hem te wijten is ». B.1.2. Krachtens artikel 187, eerste en derde lid, van het Wetboek van strafvordering, hebben de veroordeelde, de burgerrechtelijk aansprakelijke partij en de burgerlijke partij vijftien dagen de tijd om verzet aan te tekenen tegen een bij verstek uitgesproken strafvonnis. Die termijn loopt vanaf de regelmatige betekening van de bij verstek gewezen beslissing. Het tweede lid van hetzelfde artikel voorziet echter in een bijkomende termijn, uitsluitend voor de veroordeelde beklaagde aan wie het vonnis niet in persoon werd betekend, terwijl de burgerlijke partij en de burgerrechtelijk aansprakelijk partij enkel beschikken over de gewone termijn van verzet waarin het eerste lid voorziet. Wanneer het vonnis niet aan de persoon werd betekend, kan de veroordeelde beklaagde verzet aantekenen, wat de veroordeling tot de straf betreft, binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop hij van de betekening kennis kreeg. Indien niet blijkt dat hij kennis |
connaissance de la signification, le prévenu peut encore faire | heeft gekregen van de betekening, kan de beklaagde nog in verzet komen |
opposition jusqu'à l'expiration des délais de prescription de la | totdat de termijnen van verjaring van de straf zijn verstreken. Wat de |
peine. En ce qui concerne les condamnations civiles, il peut faire | burgerrechtelijke veroordelingen betreft, kan hij in verzet komen tot |
opposition jusqu'à l'exécution du jugement. | de tenuitvoerlegging van het vonnis. |
Le délai « extraordinaire » d'opposition visé à l'article 187, alinéa | De « buitengewone » termijn van verzet bedoeld in artikel 187, tweede |
2, du Code d'instruction criminelle se termine à l'expiration des | lid, van het Wetboek van strafvordering eindigt op het ogenblik waarop |
délais de prescription de la peine. Lorsque le prévenu a connaissance | de straf is verjaard. Als de beklaagde kennis krijgt van de betekening |
de la signification après la prescription de la peine, celui-ci ne | nadat de straf is verjaard, kan hij de verstekbeslissing niet meer op |
peut plus contester au pénal la décision rendue par défaut (Cass., 22 | strafgebied aanvechten (Cass., 22 februari 1994, Arr. Cass., 1994, nr. |
février 1994, Pas., 1994, I, n° 88). | 88). |
B.1.3. Les délais de prescription de la peine figurent aux articles 91 | B.1.3. De termijnen van verjaring van de straf zijn neergelegd in de |
à 93 du Code pénal, qui disposent : | artikelen 91 tot 93 van het Strafwetboek, die bepalen : |
« Art. 91.Sauf pour les peines concernant les infractions définies |
« Art. 91.Behoudens straffen met betrekking tot misdrijven, zoals |
dans les articles 136bis, 136ter et 136quater, les peines criminelles se prescriront par vingt années révolues, à compter de la date des arrêts ou jugements qui les prononcent. Art. 92.Les peines correctionnelles se prescriront par cinq années révolues, à compter de la date de l'arrêt ou du jugement rendu en dernier ressort, ou à compter du jour où le jugement rendu en première instance ne pourra plus être attaqué par la voie de l'appel. Si la peine prononcée dépasse trois années, la prescription sera de dix ans. Art. 93.Les peines de police se prescriront par une année révolue, à compter des époques fixées à l'article précédent ». |
bepaald in de artikelen 136bis, 136ter en 136quater, verjaren criminele straffen door verloop van twintig jaren, te rekenen van de dagtekening van de arresten of vonnissen waarbij zij zijn uitgesproken. Art. 92.Correctionele straffen verjaren door verloop van vijf jaren, te rekenen van de dagtekening van het arrest of van het in laatste aanleg gewezen vonnis, of te rekenen van de dag waarop het in eerste aanleg gewezen vonnis niet meer kan worden bestreden bij wege van hoger beroep. Indien de uitgesproken straf drie jaar te boven gaat, is de verjaringstermijn tien jaren. Art. 93.Politiestraffen verjaren door verloop van een jaar, te rekenen van de tijdstippen, in het vorige artikel vastgesteld ». |
B.2.1. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 187, alinéa 2, du | B.2.1. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 187, tweede |
Code d'instruction criminelle viole les articles 10 et 11 de la | lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution en ce qu'il dispose qu'une personne qui a été condamnée | Grondwet schendt, in zoverre het bepaalt dat een persoon die bij |
par défaut et n'a pas eu connaissance de la signification du jugement | verstek is veroordeeld en geen kennis heeft gekregen van de betekening |
peut seulement former opposition à ce jugement jusqu'à l'expiration du | van het vonnis, slechts in verzet kan komen tegen dat vonnis totdat de |
délai de prescription de la peine, alors que tant que la prescription | termijn van verjaring van de straf is verstreken, terwijl zolang de |
de la peine n'est pas intervenue, la personne qui a eu connaissance de | verjaring van de straf zich niet heeft voorgedaan, de persoon die |
la signification du jugement peut former opposition à ce jugement dans | kennis gekregen heeft van de betekening van het vonnis, in verzet kan |
les quinze jours qui suivent cette prise de connaissance. Or, pour les | komen binnen vijftien dagen na die kennisneming. Voor de beide |
deux catégories de personnes, le jugement rendu par défaut crée un | categorieën van personen creëert het vonnis dat bij verstek is gewezen |
précédent judiciaire en matière pénale susceptible notamment de donner | nochtans een strafrechtelijk precedent dat onder meer aanleiding kan |
lieu à une mention dans le casier judiciaire, à la constatation de la | geven tot een vermelding in het strafregister, de mogelijkheid tot |
récidive, accompagnée d'une aggravation de la peine, et à | vaststelling van de herhaling met bijkomende strafverzwaring en de |
l'impossibilité de se voir encore infliger une peine pour laquelle le | onmogelijkheid om nog een straf opgelegd te krijgen waarbij de gunst |
bénéfice de la suspension serait accordé ou qui serait assortie d'un | van de opschorting verleend wordt of de straf met uitstel opgelegd |
sursis. | wordt. |
B.2.2. Il ressort de la formulation de la question préjudicielle que | B.2.2. Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat het |
la Cour est uniquement interrogée au sujet de l'article 187, alinéa 2, | Hof enkel wordt ondervraagd over artikel 187, tweede lid, van het |
du Code d'instruction criminelle en ce qu'il règle le délai | Wetboek van strafvordering, in zoverre het de buitengewone termijn van |
extraordinaire d'opposition au pénal et non au civil. | verzet regelt op strafgebied en niet op burgerlijk gebied. |
B.3. Par la disposition en cause, le législateur souhaitait réaliser | B.3. Met de invoering van de in het geding zijnde bepaling beoogde de |
un équilibre entre l'intérêt social, consistant en ce que la personne | wetgever een evenwicht te bereiken tussen het maatschappelijk belang |
coupable d'un délit soit condamnée le plus vite possible, et le droit | dat de schuldige aan een misdrijf zo spoedig mogelijk wordt |
du prévenu d'être entendu (Doc. parl., Chambre, 1906-1907, 15 février | veroordeeld, en het recht van de beklaagde om te worden gehoord (Parl. |
1907, n° 73, pp. 1 et suivantes). Le législateur était conscient que | St., Kamer, 1906-1907, 15 februari 1907, nr. 73, pp. 1 en volgende). |
la prescription de la peine n'a pas pour effet de faire disparaître | De wetgever was zich ervan bewust dat de verjaring van de straf niet |
les autres effets du jugement par défaut (ibid., p. 17). | als gevolg heeft dat de overige gevolgen van het verstekvonnis verdwijnen (ibid., p. 17). |
B.4. Selon l'article 185 du Code d'instruction criminelle, le prévenu | B.4. Volgens artikel 185 van het Wetboek van strafvordering moet de |
doit comparaître en personne ou par un avocat. Si un prévenu est | beklaagde persoonlijk verschijnen of in de persoon van een advocaat. |
condamné par défaut, celui-ci dispose du droit à une nouvelle | Indien een beklaagde bij verstek wordt veroordeeld, beschikt hij over |
appréciation en fait et en droit et du droit d'être entendu, sauf s'il | het recht op een nieuwe beoordeling in feite en in rechte, waarbij hij |
wordt gehoord, tenzij hij afstand heeft gedaan van zijn recht om te | |
a renoncé à son droit de comparaître et de se défendre ou s'il a | verschijnen en zich te verdedigen of tenzij hij de bedoeling heeft |
l'intention de se soustraire à la justice (CEDH, 24 mai 2007, Da Luz | zich aan de justitie te onttrekken (EHRM, 24 mei 2007, Da Luz |
Domingues Ferreira c. Belgique, § 54; 1er mars 2011, Faniel c. | Domingues Ferreira t. België, § 54; 1 maart 2011, Faniel t. België, § |
Belgique, § 26). | 26). |
Le droit de former opposition à un jugement par défaut peut certes se | Het recht om in verzet te komen tegen een verstekvonnis mag weliswaar |
prêter à des exigences procédurales en ce qui concerne l'utilisation | worden omgeven met procedurele vereisten bij het aanwenden van |
de voies de recours, mais ces exigences ne peuvent empêcher le prévenu | rechtsmiddelen, maar die vereisten mogen het de beklaagde niet |
de faire usage des voies de recours disponibles (CEDH, 28 octobre | onmogelijk maken de beschikbare rechtsmiddelen aan te wenden (EHRM, 28 |
1998, Pérez de Rada Cavanilles c. Espagne, § § 44-45; 24 mai 2007, Da | oktober 1998, Pérez de Rada Cavanilles t. Spanje, § § 44-45; 24 mei |
Luz Domingues Ferreira c. Belgique, § 57; 1er mars 2011, Faniel c. | 2007, Da Luz Domingues Ferreira t. België, § 57; 1 maart 2011, Faniel |
Belgique, § 26). Les règles relatives aux délais à respecter pour | t. België, § 26). De regels met betrekking tot het naleven van |
former un recours visent à assurer une bonne administration de la | termijnen om een rechtsmiddel aan te wenden, beogen een behoorlijke |
justice et le respect, en particulier, du principe de la sécurité | rechtsbedeling en inzonderheid ook de rechtszekerheid te waarborgen |
juridique (CEDH, 28 octobre 1998, Pérez de Rada Cavanilles c. Espagne, § 45). | (EHRM, 28 oktober 1998, Pérez de Rada Cavanilles t. Spanje, § 45). |
Afin de garantir la possibilité d'opposition et le droit d'accès au | Teneinde de mogelijkheid van verzet en het recht op toegang tot de |
juge, il importe non seulement que les règles concernant les | rechter te waarborgen, is het niet alleen van belang dat de regels met |
possibilités des voies de recours et les délais soient posées avec | betrekking tot de mogelijkheden inzake de rechtsmiddelen en de |
clarté, mais qu'elles soient aussi portées à la connaissance des | termijnen duidelijk worden gesteld, maar ook dat zij zo expliciet |
justiciables de la manière la plus explicite possible, afin que | mogelijk aan de rechtzoekenden ter kennis worden gebracht zodat dezen |
ceux-ci puissent en faire usage conformément à la loi (CEDH, 1er mars | gebruik ervan kunnen maken overeenkomstig de wet (EHRM, 1 maart 2011, |
2011, Faniel c. Belgique, § 30). | Faniel t. België, § 30). |
B.5.1. L'article 187, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle | B.5.1. Artikel 187, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering |
garantit au prévenu condamné par défaut auquel le jugement par défaut | waarborgt de beklaagde die bij verstek werd veroordeeld en aan wie het |
n'a pu être signifié à personne un délai d'opposition supplémentaire | verstekvonnis niet in persoon kon worden betekend, een bijkomende |
qui, ainsi qu'il a été exposé en B.1.2, diffère selon que l'intéressé | termijn van verzet, die, zoals uiteengezet onder B.1.2, verschilt |
a ou non connaissance de la signification du jugement par défaut avant | naargelang de betrokkene al dan niet kennis krijgt van de betekening |
la prescription de la peine. | van het verstekvonnis vóór de verjaring van de straf. |
B.5.2. Le juge qui doit se prononcer sur la recevabilité de | B.5.2. De rechter die over de ontvankelijkheid van het verzet moet |
l'opposition apprécie souverainement si et à quelle date l'intéressé a | uitspraak doen, oordeelt op onaantastbare wijze of en wanneer de |
eu connaissance de la signification (Cass., 3 janvier 1989, Pas. 1989, | betrokkene kennis kreeg van de betekening (Cass., 3 januari 1989, Arr. |
p. 473). | Cass., 1988-89, nr. 256). |
En cas de contestation, ce n'est pas au prévenu qu'il appartient de | Bij betwisting is het niet de beklaagde die de afwezigheid van |
prouver l'absence de prise de connaissance. C'est au contraire au | kennisname moet bewijzen. Het zijn integendeel het openbaar ministerie |
ministère public ou à la partie civile qu'il appartient d'établir le | of de burgerlijke partij die het ogenblik van de kennisname van de |
moment de la prise de connaissance de la signification lorsqu'ils | betekening moeten aantonen wanneer zij zich op de laattijdigheid van |
veulent soulever la tardiveté de l'opposition (Cass., 19 décembre | het verzet willen beroepen (Cass., 19 december 1972, Arr. Cass., 1973, |
1972, Pas. 1973, I, p. 396). La charge de la preuve qui repose sur eux | p. 411). De bewijslast die op hen rust ten aanzien van een dergelijke |
à l'égard d'une telle question de fait deviendra plus lourde à mesure | feitenkwestie zal zwaarder wegen naargelang de tijd verstrijkt. |
que le temps passe. | |
B.5.3. Si l'opposition faite dans le délai extraordinaire est | B.5.3. Indien het verzet gedaan binnen de buitengewone termijn |
recevable, la décision prise par défaut est anéantie et l'action | ontvankelijk is, dan gaat de bij verstek genomen beslissing teniet en |
publique renaît. Plus la période entre le jugement par défaut et la | herleeft de strafvordering. Naarmate er een groter tijdsverloop is |
formation de l'opposition est longue, plus il sera difficile de | tussen het verstekvonnis en de aanwending van het verzet zullen de |
réexaminer l'affaire et plus la manifestation de la vérité sera | nieuwe beoordeling van de zaak en de waarheidsvinding meer kunnen |
malaisée. En outre, les droits de la défense dans un procès doivent | worden bemoeilijkt. Bovendien moeten de rechten van de verdediging in |
être examinés non seulement du point de vue du prévenu, mais également | een proces niet enkel vanuit het oogpunt van de beklaagde worden |
du point de vue de la partie civile et de la victime, dont la | beoordeeld, maar ook vanuit het standpunt van de burgerlijke partij en |
situation peut également être influencée par suite de l'opposition | het slachtoffer, wier situatie ten gevolge van de aanwenden van het |
formée par le prévenu. | |
Le législateur fait usage d'un critère de distinction objectif et | verzet door de beklaagde eveneens kan worden beïnvloed. |
pertinent en n'admettant l'opposition, dans le délai extraordinaire, | De wetgever hanteert een objectief en pertinent criterium van |
que tant que la peine n'est pas prescrite et peut donc encore être | onderscheid door het verzet binnen de buitengewone termijn slechts toe |
exécutée. Du fait que des délais de prescription différents | te laten zolang de straf niet is verjaard en dus nog kan worden |
s'appliquent aux différents types de peines, la durée de la période | uitgevoerd. Doordat verschillende verjaringstermijnen gelden voor de |
durant laquelle le délai extraordinaire d'opposition s'applique, si le | verschillende soorten straffen, is de duur van de periode tijdens |
prévenu condamné n'a pas eu connaissance de la signification du | welke de buitengewone termijn van verzet geldt, wanneer de beklaagde |
jugement rendu par défaut, est donc aussi proportionnée à la lourdeur | veroordeelde geen kennis kreeg van de betekening van het |
de la peine. B.5.4. Par ailleurs, lorsque la force majeure est prouvée, | verstekvonnis, aldus ook evenredig met de zwaarte van de straf. |
l'opposition formée hors délai peut néanmoins être déclarée recevable | B.5.4. Bovendien kan in geval van bewezen overmacht een buiten termijn |
(Cass., 3 mars 1981, Pas. 1981, I, n° 388). Dans ce cas, le jugement | aangetekend verzet toch als ontvankelijk worden aangenomen (Cass., 3 |
maart 1981, Arr. Cass., 1981, nr. 388). In dat geval kan het | |
par défaut ne peut plus servir de fondement pour la récidive légale en | verstekvonnis niet meer als grondslag dienen voor wettelijke herhaling |
cas de nouvelle infraction et il ne pourra faire obstacle au bénéfice | in geval van een nieuw misdrijf en zal het de gunst van de opschorting |
de la suspension ou à la possibilité d'un sursis. La force majeure | of de mogelijkheid van uitstel niet in de weg kunnen staan. Overmacht |
justifiant la recevabilité de l'opposition formée après l'expiration | die de ontvankelijkheid rechtvaardigt van het verzet dat na het |
du délai légal « ne peut résulter que d'une circonstance indépendante | verstrijken van de wettelijke termijn is ingesteld, kan « alleen |
de la volonté du demandeur et que cette volonté n'a pu ni prévoir ni | voortvloeien uit een omstandigheid buiten de wil van de eiser om en |
conjurer » (Cass., 8 novembre 2006, Pas., 2006, n° 545). | die daardoor voorzien noch vermeden kon worden » (Cass., 8 november |
B.6. Eu égard aux objectifs précités du législateur et compte tenu du | 2006, Arr. Cass., 2006, nr. 545). |
principe général de droit selon lequel la sévérité de la loi peut être | B.6. Gelet op de voormelde door de wetgever nagestreefde |
tempérée en cas de force majeure, principe auquel la disposition en | doelstellingen en rekening houdend met het algemeen rechtsbeginsel dat |
cause n'a pas dérogé, la différence de traitement au sujet de laquelle | de strengheid van de wet in geval van overmacht kan worden gemilderd, |
la Cour est interrogée n'est pas incompatible avec les articles 10 et | beginsel waarvan de in het geding zijnde bepaling niet is afgeweken, |
is het verschil in behandeling waarover het Hof wordt ondervraagd niet | |
11 de la Constitution. | onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 187, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle ne viole pas | Artikel 187, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering schendt de |
les articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 6 novembre 2014. | op 6 november 2014. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
A. Alen | A. Alen |